Kruisverwijzing
haak
lemma | meaning |
---|---|
bareru-ばれる | een vis die aan de haak was geslagen laten ontsnappen |
bishoppu-ビショップ | loper (schaakspel) |
chekkumeito-チェックメイト | schaakmat |
chesu-チェス | schaakspel; schaken |
dabitto-ダビット | davit (een haakpaal aan boord van schepen waar een sloep, reddingsboot, e.d. aan hangt) |
fu-歩 | pion (schaakstuk) |
fukku-フック | haak; vishaakje |
ginshō-銀将 | (een van de stukken van het shogi schaakspel) de zilveren generaal |
hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
hari-針 | (vis)haak |
hinawajū-火縄銃 | musket; haakbus (ouderwets geweer met een lont) |
hisshi-必死 | (shōgi) onvermijdelijke schaakmat situatie |
hisshi-必至 | (shōgi) onvermijdelijk schaakmat situatie |
hokku-ホック | haak(je) (voor het dichtmaken van kleding) |
ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) partij; schaakspel; wedstrijd |
ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) speelbord; schaakbord |
ishidatami-石畳 | een familie embleem met een schaakbord patroon |
ishidatami-石畳 | ichimatsu patroon; schaakbord patroon |
jōgi-定規 | liniaal; tekenhaak; tekendriehoek |
kaeshi-返し | weerhaak (vislijn) |
kagibana-鉤鼻 | haakneus |
kagibari-鉤針 | haaknaald |
kagihokku-鉤ホック | haak en oog (voor het dichtmaken van kleding) |
kakko-括弧 | (leesteken) haakjes |
kei-桂 | het paard in het Japans schaakspel shōgi |
kingu-キング | koning (vorst); koning (speelkaart); koning (schaakstuk) |
koma-駒 | schaakstuk in shōgi |
komaami-細編み | vaste [enkele] haaksteek |
kuichigau-食い違う | elkaar kruisen; haaks staan op elkaar |
mochigoma-持ち駒 | (bij shogi) geslagen schaakstuk |
nagaami-長編み | stokje (dubbele haaksteek) |
ōte-王手 | schaak (positie waarbij de koning van de tegenstander direct wordt aangevallen; bij schaakspel, shogi, e.d.) |
rakushu-落手 | een slechte zet bij shogi (Japans schaakspel) |
rakushusuru-落手する | een slechte zet doen bij shogi (Japans schaakspel) |
ryūō-竜王 | (in shōgi, Japans schaakspel) een schaakstuk (toren) dat in het spel drakenkoning kan worden |
santoku-三徳 | de drie onderdelen van een vishaak (draad, haak en gewicht) |
sashigane-差し金 | (gereedschap) winkelhaak (metalen L-vormige liniaal) |
shōgi-将棋 | shogi (Japans schaakspel) |
tekagi-手鉤 | (hijs)haak; gaffel |
tomegu-留め具 | sluiting; gesp; haak; knip; grendel; veerslot (van een deur) |
tsumeshōgi-詰め将棋 | een shogi-probleem (een gegeven schaakstelling waarbij het doel is de koning van de tegenstander schaakmat te zetten) |
tsuribari-釣鉤 | vishaak |
yubikiri-指切り | elkaar een belofte [eed] doen met in elkaar gehaakte [gestrengelde] pinken |