groen2 / groen ( bn )
1緑の; グリーンの [(kleur groen)]
2青い [(kleur blauw, maar wordt ook gebruikt voor groen, b.v. groen stoplicht)]
3若い [(jong)]
4未熟な; 青い [(onrijp; onervaren)]
Zie ook: blauw
Kruisverwijzing
groen
lemma | meaning |
---|---|
aemono-和え物 | groenten, vis of zeevruchten met een dressing (van miso, azijn, sesam, e.d.) |
aeru-和える | een dressing maken (van azijn, miso, sesam, etc., voor salades, groenten, e.d.) |
agari-上がり | groene thee (geserveerd in een kop) |
agaribana-上がり花 | vers gezette groene thee |
ainame-鮎並 | Hexagrammos otakii (een straalvinnige vissensoort uit de familie van groenlingen) |
akagashi-赤樫 | groenblijvende Japanse eikenboom (Quercus acuta) |
akunuki-灰汁抜き | het wegnemen van een bittere [wrange] smaak van iets (b.v. groente) (door het eerst te weken of koken) |
amani-甘煮 | voedsel (vis, vlees, groenten, e.a.) gekookt met suiker of mirin |
anryokushoku-暗緑色 | donkergroen; diepgroen |
ao-青 | (de kleur) blauw (v.d. lucht, zee); groen (stoplicht, planten, etc.) |
aoaoto-青青と | helder [fris] groen |
aoarashi-青嵐 | frisse zomerwind (die waait door groen gebladerte) |
aoba-青葉 | jonge [groene] bladeren |
aobana-青洟 | groene snottebel (van een kind) |
aodake-青竹 | groene bamboe (net afgeknipt) |
aogaeru-青蛙 | groene boomkikker |
aogari-青刈り | het oogsten van gewassen terwijl ze nog groen [niet rijp] zijn (voor gebruik als veevoer of meststof) |
aoi-青い | blauw; groen |
aojiru-青汁 | aojiru (Japanse groentesap gemaakt van groene groenten) |
aojiso-青紫蘇 | groene perilla [shiso] (plant, Perilla frutescens var. acuta f. virilis) |
aomame-青豆 | (grote) groene sojabonen |
aomi-青み | blauwheid; groenheid |
aomi-青み | groentegarnering (bij maaltijden) |
aomidoro-水綿 | spirogyra (groene algen) |
aomono-青物 | (blad)groente |
aona-青菜 | bladgroente; groene groenten |
aonisai-青二才 | nieuweling; groentje |
aonori-青海苔 | groen zeewier |
aoppoi-青っぽい | (licht) blauwachtig [groenig] |
aoshingō-青信号 | groen stoplicht; groen licht (ook fig.: toestemming) |
aosudare-青簾 | scherm [jaloezie] van groene bamboe |
aota-青田 | groen rijstveld |
aoyagi-青柳 | (groene) wilg Salix alba |
asamidori-浅緑 | lichtgroen |
asazuke-浅漬け | licht gepekelde [ingelegde] groenten |
bancha-番茶 | groene thee van mindere [inferieure] kwaliteit |
banryoku-万緑 | tienduizenden groene bladeren; een zee van groene bladeren |
berudatchio-ベルダッチオ | verdaccio (een monochrome groene onderschildering in fresco's en schilderingen) |
bibinba-ビビンバ | Koreaans gerecht van rundvlees, groenten en rijst |
burokkorī-ブロッコリー | broccoli (groente) |
cha-茶 | thee; groene thee (meestal in de vorm お茶) |
chameshi-茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst (Nara chameshi) |
chami-茶味 | de smaak van vers gezette groene thee |
chapusui-チャプスイ | chop suey; tjaptjoi (Chinees groentegerecht) |
chasen-茶筅 | een (bamboe) klopper voor groene poederthee |
chashaku-茶杓 | een bamboe schep die wordt gebruikt bij de bereiding van groene poederthee |
chazuke-茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
chikuzenni-筑前煮 | Japans gerecht (uit Kyushu) van gestoofde kip en groenten |
chiri-ちり | een stoofpotje met vis en groenten (afkorting voor: chirinabe) |
chirinabe-ちり鍋 | een stoofpotje met vis en groenten (vaak afgekort tot: chiri) |
don'yō-嫩葉 | jong [nieuw; frisgroen] blad |
dorai・karē-ドライ・カレー | droge curry (een gerecht van gebakken vlees en groenten met kerrie, zonder toevoeging van water) |
emerarudo・gurīn-エメラルド・グリーン | smaragdgroen |
fukamidori-深緑 | donkergroen |
furittā-フリッター | (Eng.: fritter) beignet (ingrediënt, zoals groente of fruit, in een beslag gefrituurd) |
futaroshianingurīn-フタロシアニングリーン | groene (verf) pigment (ftalocyanine groen) |
fuyuna-冬菜 | winter (blad)groenten |
gomaae-胡麻和え | Japans bijgerecht van groente met sesam-dressing |
gomoku-五目 | mengsel [gerecht] van (5) verschillende ingrediënten (vis, groente, rijst, of noedels) |
goshin-五辛 | de 5 soorten groenten met een sterke smaak (knoflook, ui, lenteuitjes, prei en bieslook) |
gurīn-グリーン | groen; groene kleur |
gurīnberuto-グリーンベルト | groene zone; groenstrook |
gurīnrando-グリーンランド | Groenland |
gurīn・reboryūshon-グリーン・レボリューション | Groene revolutie (landbouwrevolutie vnl. tussen 1960 en 1980 in Azië) |
gurīn・tī-グリーン・ティー | groene thee |
gyokuro-玉露 | groene thee van superieure kwaliteit |
hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
hamono-葉物 | bladgroente; groene groente; bladgewas; bladplant |
hanasu-放す | (bij het koken) stukjes [plakjes] (groente, aardappel, etc.) toevoegen aan water of bouillon |
hariharinabe-はりはり鍋 | Japanse stoofschotel met (mizuna) groente en vlees (oorspronkelijk walvisvlees) (harihari is een onomatopee voor het geluid van kauwen) |
hine-陳 | (van graan, groenten, e.d.) oude voorraad (die te lang is blijven liggen) |
hiwairo-鶸色 | zacht geelgroene kleur (de kleur van de veren van de sijs) |
hōjicha-焙じ茶 | geroosterde (groene) thee |
ibarakidasshu-茨城ダッシュ | rijgedrag van automobilisten die zodra het stoplicht op groen springt, snel rechtsaf slaan voor het tegemoetkomend verkeer (genoemd naar Ibaraki Pref) |
ikeru-埋ける | iets ingraven {onder de grond) om te bewaren (groente b.v.) |
imomushi-芋虫 | (groene) rups |
ingenmame-隠元豆 | gewone boon; groene boon; kidneyboon |
inuitto-イヌイット | Inuit (eskimo's in Groenland en Canada) |
jōryokuju-常緑樹 | wintergroene boom; altijd groenblijvende boom |
kakedashi-駆け出し | beginneling; nieuweling; groentje |
kakiage-掻き揚げ | tempura van garnalen en groenten |
kanitama-蟹玉 | een Chinees gerecht van ei (omelet) met krab en groenten |
kashi-樫 | (groenblijvende) eik; eikenboom (Fagaceae-familie) |
kayaku-加薬 | ingrediënten (groenten en vlees) voor rijst- en noedelgerechten |
kiji-雉 | groene fazant (Phasianus versicolor) |
kimuchi-キムチ | kimchi (groentegerecht uit de Koreaanse keuken) |
koicha-濃茶 | sterke [donkere] groene (poeder) thee |
kokuban-黒板 | (zwart of groen) schoolbord |
komidori-濃緑 | diepgroen; donkergroen |
konsai-根菜 | eetbare plantenwortels; wortelgroente (wortelen; radijs, etc.) |
konsairui-根菜類 | eetbare plantenwortels; wortelgroente (wortelen; radijs, etc.) |
kozokku-小僧っ子 | jongen; joch(ie); groentje; kereltje; snotaap |
kukicha-茎茶 | soort van (Japanse) groene thee (gemaakt van de takjes van de theeplanten) |
kurogaki-黒柿 | Kurogaki, een groenblijvende boom, van de familie van de kaki bomen (Diospyros kaki) met donkere vruchten |
kurorofiru-クロロフィル | chlorofyl; bladgroen |
kusairo-草色 | donkergroene kleur |
kyabetsu-キャベツ | kool (groente) |
matcha-抹茶 | groene thee in poedervorm |
mazegohan-混ぜ御飯 | gekookte rijst vermengd met andere ingrediënten (b.v. groente en vlees) |
mekyabetsu-芽キャベツ | spruitjes (groente) |
midori-緑 | groen |
midorijūji-緑十字 | een groen kruis op een witte achtergrond (veiligheidssymbool) |
midoriobi-緑帯 | (judo) groene band |
mijukumono-未熟者 | onervaren persoon; groentje; nieuwkomer; halfwas |
mikisā-ミキサー | mixer (groente- of fruitmixer; cementmixer; geluidsmixer) |
mizutaki-水炊き | een gerecht van kip en groente gekookt in water, geserveerd met een dipsaus (meestal ponzu) |
moegi-萌葱 | geelgroen |
moegiiro-萌黄色 | geelgroene kleur |
monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
mosugurīn-モスグリーン | mosgroen |
na-菜 | groente |
namuru-ナムル | (gerechten met) eetbare grassen of bladeren [bladgroenten} |
nanbanni-南蛮煮 | een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
narachameshi-奈良茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst |
narazuke-奈良漬け | in zout en droesem van sake ingemaakte groenten |
natsumikan-夏蜜柑 | de Chinese citroenboom, een groenblijvende fruitboom van de fam. Rutaceae |
nigirimeshi-握り飯 | een rijstbal (die kan gevuld zijn met vlees, vis, of groente); een onigiri |
nikujaga-肉じゃが | Japans stoofgerecht (met vlees, aardappelen en soms ook groenten ) |
nishime-煮染め | Japans gerecht (groente-stoofpot) |
nitsukeru-煮付ける | (groente en vis) goed (laten) doorkoken (in bouillon of sojasaus, zodat de smaak er goed intrekt) |
nōryoku-濃緑 | diepgroen; donkergroen |
nukamiso-糠味噌 | nuka-miso, een pasta van gezouten rijstzemelen (gebruikt voor het inmaken van groente) |
nukazuke-糠漬け | groenten geconserveerd met gefermenteerde rijstzemelen |
ocha-御茶 | thee (meestal groene thee) |
ochazuke-お茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
ohitashi-お浸し | gekookte (blad)groenten met sojasaus |
ojiya-おじや | rijst gruwel met vis en groente, op smaak gebracht met sojasaus of miso |
okame-お亀 | soep met sobanoedels (en vis, groenten, paddestoelen, etc.) |
okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
orībuiro-オリーブ色 | olijfkleur; olijfgroen |
oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
ousu-御薄 | lichte [slappe] (groene) matcha thee |
pīman-ピーマン | (groene) paprika vrucht |
rangiri-乱切り | (groenten, e.d.) in stukjes snijden |
ranpeki-藍碧 | indigo-groen; diepblauw-groene kleur |
rokushō-緑青 | kopergroen; patina |
ryokka-緑化 | aanplant van bomen; bebossing; vergroening |
ryokkaundō-緑化運動 | campagne [promotiebeweging] voor vergroening |
ryokuben-緑便 | groene ontlasting |
ryokucha-緑茶 | groene thee |
ryokuchi-緑地 | groengebied; groene ruimte; oase |
ryokuchitai-緑地帯 | groenstrook |
ryokudo-緑土 | groen mineraal; zee-sediment |
ryokuhi-緑肥 | groenbemesting; groene mest |
ryokuin-緑陰 | de schaduw onder de (groene) bomen |
ryokujuhōshō-緑綬褒章 | medaille met groen lint (Japanse eremedaille) |
ryokujūji-緑十字 | een groen kruis op een witte achtergrond (veiligheidssymbool) |
ryokunaishō-緑内障 | glaucoom; groene staar |
ryokuōshokuyasai-緑黄色野菜 | groenten die veel bètacaroteen bevatten |
saishoku-菜食 | plantaardig voedsel; een groente-fruit dieet |
sanpeijiru-三平汁 | gerecht uit Hokkaido, een soep met rijstzemelen, vis en ingelegde groenten |
seiji-青磁 | Celadon (keramiek met een blauw-groene glazuur) |
seika-青果 | groenten en fruit |
seikabutsu-青果物 | groenten en fruit |
seiran-青嵐 | frisse zomerwind (wind die waait door groen gebladerte) |
sencha-煎茶 | groene (blad)thee |
sencha-煎茶 | groene thee van de middelste kwaliteit (gyokuro is de hoogste, en bancha de minste) |
sengiri-千切り | (groenten) in fijne reepjes gesneden; gesneden à la julienne |
shabushabu-しゃぶしゃぶ | Japans gerecht (aan tafel geserveerd waarbij plakjes vlees met eetstokjes door een pan met bouillon en groenten worden gehaald) |
shakishaki-しゃきしゃき | (onomatopee) knisperend; knapperig (van verse groenten) |
shigaichi-市街地 | stadswijk; stadsdeel vol gebouwen met weinig groen |
shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
shinryoku-新緑 | lentegroen; jonge [frisgroene] bladeren |
shinsen-新鮮 | vers [fris; groen] zijn |
suishoku-翠色 | groen |
suitai-翠黛 | (archaïsch) groen(ig) wenkbrauwpigment; groen(ige) wenkbrauwen |
suitai-翠黛 | (archaïsch) de kleur van een berg gehuld in een groenige nevel; de berg (die in de groene nevel is gehuld) |
tanmen-タンメン | Chinese noedelsoep met roergebakken vlees en groenten |
tanshokuyasai-淡色野菜 | groenten die weinig bètacaroteen bevatten |
tencha-点茶 | het bereiden van groene (poeder)thee (tijdens de theeceremonie) |
tenpura-天麩羅 | tempura (stukken vis of groente in een beslag gedoopt en gefrituurd) |
tēruberuto-テールベルト | groene aarde; groen pigment (schilderkunst) |
tetsuiro-鉄色 | ijzerkleur; zwartgroen |
toban-塗板 | (zwart of groen) schoolbord |
tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
tsukemono-漬け物 | Japanse geconserveerde groenten |
tsuma-妻 | (meestal geschreven in hiragana) garnering (van sashimi met groenten, zeewier, e.d.); versiering; opmaak; toevoeging |
uguisuiro-鶯色 | groen-bruin (genoemd naar de kleur van de vleugels van een vogel, de Japanse struikzanger) |
uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
umibōzu-海坊主 | groene zeeschildpad |
usucha-薄茶 | lichte [slappe] (groene) matcha thee |
wakaba-若葉 | jong [nieuw; frisgroen] blad |
wakakusa-若草 | jong groen gras |
wakamidori-若緑 | heldergroen |
wakana-若菜 | jonge groene kruiden |
winzāgurīn-ウィンザーグリーン | Windsor groen (kleur) |
yaoya-八百屋 | groentewinkel; groenteman |
yasai-野菜 | groente(n) |
yatchaba-やっちゃ場 | markt voor groente en fruit in Tokio (zo genoemd vanwege de uitroepen tijdens de veiling: yatcha, yatcha) |
zaku-ざく | diverse groenten (zoals groene ui) voor eenpansgerechten zoals sukiyaki |
zakuzaku-ざくざく | (in) veel stukken (zoals klein gesneden groenten of een stapel munten) |
zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
zōni-雑煮 | soep met rijstcakes en groenten (traditioneel gerecht voor Nieuwjaarsdag) |
zōsui-雑炊 | rijst gruwel met vis en groente, op smaak gebracht met sojasaus of miso |