Kruisverwijzing
gier
lemma | meaning |
---|---|
aikyaku-相客 | medepassagier; kamergenoot; andere gast [loge] |
asemo-汗疹 | hitte-uitslag; miliaria; gierstuitslag |
awa-粟 | (tros)gierst (graansoort: Setaria italica) |
awatsubu-粟粒 | gierstkorrel |
dashioshimu-出し惜しむ | (iem. iets) misgunnen [niet gunnen]; gierig zijn |
don'yoku-貪欲 | hebzucht; gierigheid; inhaligheid |
ea・sābisu-エア・サービス | luchtdienst; vervoer (van post, passagiers, vracht) door de lucht |
fukiareru-吹き荒れる | stormen; razen; gieren (wind, storm) |
funabito-船人 | passagier op een schip; reiziger die per boot reist |
funayado-船宿 | herberg in een haven (voor zeelui en passagiers) |
gōgō-囂囂 | donderend [rommelend; brullend; gierend] geluid |
gokoku-五穀 | de vijf belangrijkste granen (rijst, gerst, gierst, tarwe en bonen) |
gōyoku-強欲 | hebzucht; gierigheid |
gyaroppingu・infurēshon-ギャロッピング・インフレーション | (Eng.: galloping inflation) gierende inflatie; zeer snel stijgende inflatie |
hagetaka-禿鷹 | gier; condor |
hagewashi-禿鷲 | gier (vogel) |
hayabune-早船 | (Edo periode) snelle vracht- en passagier's boot (Japanse binnenzee) |
hi-肥 | (in kanji combinaties) mest; gier |
ichimon'oshimi-一文惜しみ | een gierigaard; vrek |
ichimon'oshimi-一文惜しみ | gierigheid; zuinigheid |
jōkyaku-乗客 | passagier (in boot, trein, vliegtuig, auto, e.d.) |
joshuseki-助手席 | (voertuigen) passagiersstoel; passagierplaats (naast de bestuurdersplaats) |
kechi-けち | zuinigheid; gierigheid; krenterigheid; spaarzaamheid |
kechinbō-けちん坊 | gierigaard |
kendon-慳貪 | gierig [hebzuchtig] zijn |
kibi-黍 | gierst (graansoort) |
kibidango-黍団子 | noedels gemaakt van gierstmeel |
kibidango-黍団子 | zoete deegballetjes gemaakt van gierstmeel |
kininaru-気になる | geïnteresseerd zijn in; nieuwsgierig zijn naar |
kisenyado-汽船宿 | (haven)hotel voor stoomboot passagiers (en tijdelijke opslag van hun particuliere baggage) |
koe-肥 | mest; gier; drek |
kōkishin-好奇心 | nieuwsgierigheid |
komakai-細かい | zuinig; gierig; op de kleintjes lettend |
kosoguru-擽る | prikkelen (iemands nieuwsgierigheid, ijdelheid, etc.); opwekken |
kosui-狡い | gierig; vrekkig |
kurūzā-クルーザー | passagier op een cruiseschip |
kyakuseki-客席 | stoel (in theater, etc.); passagiersstoel |
kyakusen-客船 | passagiersschip; passagiersboot |
kyakusha-客車 | passagiersrijtuig; personenauto |
kyakushitsu-客室 | logeerkamer; gastenkamer; passagiershut |
majishan-マジシャン | tovenaar; magiër; goochelaar; illusionist |
mikirihassha-見切り発車 | voortijdig vertrek van een trein (voordat alle passagiers aan boord zijn) |
mimitchii-みみっちい | gierig; vrekkig |
monomidakai-物見高い | erg nieuwsgierig [benieuwd] |
monooshimi-物惜しみ | gierigheid; zuinigheid |
monooshimisuru-物惜しみする | gierig [zuinig] zijn |
nanakusagayu-七草粥 | pap, gekookt van 7 ingrediënten, zoals rijst, gierst, bonen, e.d. (gemaakt op de 15e dag van het nieuwe jaar; later vervangen door azukibonenpap) |
nigiriya-握り屋 | een zuinig [gierig] iemand; een vrek [krent; gierigaard] |
nozoku-覗く | gluren; (nieuwsgierig) rondneuzen |
ooya-大家 | huisbaas; waard; herbergier; gastheer |
pāsā-パーサー | administrateur [opperhofmeester] (op een passagierschip) |
rinshoku-吝嗇 | gierigheid; zuinigheid |
ryokaku-旅客 | reiziger; passagier |
ryokakuki-旅客機 | passagiersvliegtuig |
ryokakuressha-旅客列車 | passagierstrein |
ryokakusen-旅客船 | passagiersschip |
ryōkishin-猟奇心 | curiositeit; nieuwsgierigheid |
senshitsu-船室 | scheepshut (m.n. voor passagiers) |
shibuchin-渋ちん | een vrek; gierigaard; gierig [vrekkig] persoon |
shibui-渋い | gierig; spaarzaam |
shiwanbō-吝ん坊 | gierigaard; vrek |
shoppai-塩っぱい | zuinig; gierig |
shujinkō-主人公 | pensionhouder; herbergier; waard; werkgever; eigenaar |
sorobandakai-算盤高い | berekenend; gierig |
suiun-水運 | vervoer over water; watertransport (van passagiers, goederen e.d.) |
teiin-定員 | quotum (voor personeel, passagiers, etc.) |
teishu-亭主 | herbergier; eigenaar (van horeca); gastheer |
tōyōsuru-盗用する | zich toe-eigenen; plagiaat plegen; plagiëren; frauderen |
uizādo-ウイザード | tovenaar; genie; magiër |
unsō-運送 | (zee|)transport; vervoer; verscheping (van goederen, passagiers e.d.) |
unsōchingin-運送賃銀 | gage [betaling, loon] voor het vervoer van passagiers, goederen, e.d. |
yadonushi-宿主 | waard; herbergier; (hotel)eigenaar; hospita; gastheer |
yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
zakkoku-雑穀 | gierst |
zokuryū-粟粒 | gierstkorrel |