Kruisverwijzing
geur
lemma | meaning |
---|---|
akki-悪気 | een niet heldere lucht; een rokerige lucht; een lucht met een bepaalde onaangename geur |
akushū-悪臭 | vieze geur; stank |
ankō-暗香 | een onbestemde [duistere] geur [parfum]; een aroma [geur] (van bloemen, e.d.) waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
ankōfudō-暗香浮動 | een geur die om je heen hangt, maar waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
aokusai-青臭い | geur van gras |
būke-ブーケ | (van wijn) bouquet; geur; aroma |
dasshū-脱臭 | ontgeuring; deodorisering; reukloos maken |
dasshūsuru-脱臭する | ontgeuren; deodoriseren; reukloos maken |
feromon-フェロモン | feromoon (door dieren geproduceerde (geur)stof, afgegeven aan de omgeving) |
fureguransu-フレグランス | aangename geur; aroma; parfum |
fushū-腐臭 | rottingsgeur; stank |
hanatsu-放つ | een licht [glans; geur; geluid] afgeven |
hōkō-芳香 | parfum; aroma; aangename geur |
hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
iroka-色香 | kleur en geur |
ishū-異臭 | stank; walgelijke [onaangename] geur |
kagitsukeru-嗅ぎつける | een geur waarnemen; ergens lucht van krijgen; in de gaten krijgen; ergens achter komen |
kagiwakeru-嗅ぎ分ける | verschillende geuren onderscheiden (door ruiken) |
kanakusai-金臭い | metaalachtige geur [smaak] |
kaori-香り | (aangename) geur; aroma; parfum |
kikka-菊花 | wierook (van kruidnagel, agarhout en muskus) met een geur die doet denken aan chrysanten |
kinakusai-きな臭い | verbrande [verschroeide] geur |
kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
kinmokusei-金木犀 | geurende [zoete] Osmanthus (Osmanthus fragrans aurantiacus) |
kitsui-きつい | sterk; scherp (van smaak, geur, etc.) |
kōbashī-香ばしい | aromatisch; prettig ruikend; geurend; welriekend |
kōbashii-香ばしい | geurig; geurend; aromatisch |
kogekusai-焦臭い | iets ruikt aangebrand; brandgeur |
kōmi-香味 | geur [aroma] en smaak |
kōsō-香草 | geurig kruid |
kōyu-香油 | geparfumeerde [geurige] olie |
kōzui-香水 | (boeddh.) water vermengd met wierook (voor reiniging van tempel, altaar, of lichaam); geurend water geofferd aan Boeddha |
kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
kuntō-薫陶 | aardewerk maken door klei te kneden terwijl men wierook brandt (waardoor de geur in de klei gaat) |
kusaikire-草熱れ | de sterke geur van gras (in de zomerhitte0) |
namagusai-生臭い | de geur [stank] van rauwe vis of vlees [bloed] |
nerikō-練り香 | een ronde plak wierook (gemaakt van een mengsel van verschillende geurpoeders) |
nioi-匂い | geur; stank; aroma |
nioibukuro-匂い袋 | geurklier (bij dieren) |
nōkō-濃厚 | sterk zijn (van geur; aroma; smaak); diep zijn (van kleur); dik zijn (van vloeistof) |
nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
popuri-ポプリ | potpourri (geurig mengsel van gedroogde bloemen) |
punto-ぷんと | sterke geur; stinkend |
saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
shishū-死臭 | de stank [doordringende geur] van een lijk [dood lichaam] |
shūki-臭気 | stank; vieze geur |
shuki-酒気 | geur [stank] van alcohol |
tadayou-漂う | in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur) |
taishū-体臭 | lichaamsgeur |
tsuntsun-つんつん | (onomatopee) stinkend; met sterke geur |
yokō-余香 | een geur die blijft hangen |
yokun-余薫 | een geur die blijft hangen |