fukiotosu-吹き落とす | uit de boom waaien (van fruit) |
furittā-フリッター | (Eng.: fritter) beignet (ingrediënt, zoals groente of fruit, in een beslag gefrituurd) |
furūtsu-フルーツ | fruit; vruchten |
furūtsu・ponchi-フルーツ・ポンチ | vruchtenpunch; fruitpunch |
gurēpufurūtsu-グレープフルーツ | grapefruit |
hanami-花実 | bloemen en vruchten [fruit] |
hatsumono-初物 | de eerste oogst (b.v. graan, fruit, vis, etc.) van het seizoen |
jukusu-熟す | rijpen; rijp worden (fruit, kaas, etc.) |
jukusuru-熟する | rijpen; rijp worden (fruit, kaas, etc.) |
jūsā-ジューサー | vruchtenpers; fruitpers; sapcentrifuge |
ka-菓 | (in kanji combinaties) vrucht; fruit |
kajitsu-花実 | bloemen en vruchten [fruit] |
kaju-果樹 | fruitboom |
kajū-果汁 | vruchtensap; fruitsap |
ko-個 | stuk (woord voor het tellen van allerlei voorwerpen, zoals zeep, cake, fruit) |
konseishu-混成酒 | een cocktail (van alcohol gemengd met fruit, specerijen etc.) |
kudamono-果物 | fruit; vruchten |
mikisā-ミキサー | mixer (groente- of fruitmixer; cementmixer; geluidsmixer) |
mizugashi-水菓子 | fruit |
naridoshi-生り年 | een goed jaar (voor fruitoogst); een goed fruitjaar |
narimono-生り物 | eetbare vruchten; fruit |
natsumikan-夏蜜柑 | de Chinese citroenboom, een groenblijvende fruitboom van de fam. Rutaceae |
saishoku-菜食 | plantaardig voedsel; een groente-fruit dieet |
seika-青果 | groenten en fruit |
seikabutsu-青果物 | groenten en fruit |
surotto・mashin-スロット・マシン | gokautomaat; fruitmachine; fruitautomaat |
taruto-タルト | rond gebak met fruit, jam, e.d. |
yatchaba-やっちゃ場 | markt voor groente en fruit in Tokio (zo genoemd vanwege de uitroepen tijdens de veiling: yatcha, yatcha) |