bunkanohi-文化の日 | Dag van de cultuur (nationale feestdag, 3 november) |
daikyū-代休 | extra vrije dag (als compensatie voor werken op een feestdag) |
furikaekyūjitsu-振替休日 | een vervangende vrije dag (op maandag als er op de zondag ervoor een nationale feestdag valt) |
hatabi-旗日 | vlaggendag; nationale feestdag |
kasetsu-佳節 | feestdag; jubileum |
keirōnohi-敬老の日 | Respect voor de Ouderen Dag (Japanse nationale feestdag, op de derde maandag in september) |
kokuminnoshukujitsu-国民の祝日 | nationale feestdagen in Japan |
kōkyū-公休 | officiële feestdag; nationale feestdag |
mazaringu・sandē-マザリング・サンデー | (Eng.: mothering sunday) Moeders Zondag (van oorsprong Christelijke feestdag op de vierde zondag van de vastentijd) |
momonosekku-桃の節句 | Perzikbloesemfestival [Meisjesdag; Poppenfeest] (seizoenfeestdag voor meisjes op 3 maart) |
monobi-物日 | feestdag |
renkyū-連休 | opeenvolgende vakanties [feestdagen] |
rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
saijitsu-祭日 | (nationale) feestdag; festivaldag |
seijinnohi-成人の日 | (nationale feestdag) dag van de volwassenwording (2de maandag in januari, als iemand 20 jaar wordt) |
seijitsu-聖日 | heilige dag (Christelijke feestdag) |
shūbunnohi-秋分の日 | herfstnachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de herfst (op 22 of 23 september) |
shukusaijitsu-祝祭日 | nationale feestdag |
shunbunnohi-春分の日 | lentenachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de lente (op 20 of 21 maart) |
tangonosekku-端午の節句 | Japanse feestdag voor jongens (elk jaar op 5 mei) |
tennōtanjōbi-天皇誕生日 | de verjaardag van de keizer (nationale feestdag; 23 februari) |
uminohi-海の日 | Dag van de Zee (Japanse nationale feestdag, op de 3de maandag in juli) |