Kruisverwijzing
examen
| lemma | meaning |
|---|---|
| akaten-赤点 | een onvoldoende (cijfer op een toets of texamen) |
| dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
| fainaru-ファイナル | finale; eindwedstrijd; eindexamen |
| fuseiseki-不成績 | slechte cijfers (voor een examen); slecht resultaat; slechte prestatie |
| gōkaku-合格 | het slagen voor een examen [toets; test]; [zich] kwalificeren (voor) |
| gōkakushahappyō-合格者発表 | de bekendmaking van de geslaagde (examen)kandidaten |
| gōkakusuru-合格する | slagen voor een examen [toets; test]; (zich) kwalificeren (voor) |
| hikkishiken-筆記試験 | schriftelijk examen |
| honshiken-本試験 | eindexamen; afsluitend examen |
| ichiyazuke-一夜漬け | de hele nacht door studeren [blokken] voor een examen] |
| iguzamu-イグザム | examen; test; tentamen |
| jōyōkanji-常用漢字 | de officiële lijst van kanji die elke Japanse student tenminste moet kennen bij het afleggen van het examen voor het voortgezet onderwijs in Japan |
| juken-受験 | het afleggen [maken] van een examen |
| jukensensō-受験戦争 | examenoorlog, de felle competitie bij toelatingsexamen(s) (voor scholen of universiteiten) |
| jukensha-受験者 | examinandus; examenkandidaat |
| jukensuru-受験する | examen doen |
| juku-塾 | privéschool; stoomcursus (ter voorbereiding op toelatingsexamen voor middelbare scholen en universiteiten) |
| jukutō-塾頭 | hoofdonderwijzer [docent; leraar] aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
| kanningu-カンニング | bedrog [spieken] bij een examen |
| katen-加点 | de optelling en notering van scores en punten van testen, examens, wedstrijden, etc. |
| kokkashiken-国家試験 | staatsexamen |
| kōninkaikeishishiken-公認会計士試験 | accountantsexamen; CPA-examen (CPA = Certified Public Accountant) |
| kyūdai-及第 | het slagen voor een examen |
| kyūdaisuru-及第する | slagen voor een examen |
| mākushītohōshiki-マークシート方式 | examenformulier; testformulier |
| nigakkimatsushiken-二学期末試験 | (laatste) examen aan het einde van het tweede semester |
| nyūgakushiken-入学試験 | toelatingsexamen |
| nyūshi-入試 | toelatingsexamen |
| rakudai-落第 | het zakken voor een examen; afgewezen worden |
| rakudaisuru-落第する | zakken voor een examen; afgewezen worden |
| rōnin-浪人 | iemand die het toelatingsexamen voor de universiteit niet heeft gehaald (en moet wachten op een volgende kans) |
| shihōshiken-司法試験 | balie-examen (examen dat een advocaat moet afleggen om te worden toegelaten tot de balie van een rechtsgebied) |
| shiken-試験 | examen; tentamen; test |
| shikenkijutsu-試験期日 | examendatum (en tijd) |
| shinshi-進士 | (Nara-Heian periode in Japan) iemand die na een overheidsexamen in het Ministerie van Riten en Ceremoniën wordt toegelaten |
| shinshi-進士 | (Oud China) iemand die is geslaagd voor een examen om in overheidsdienst te treden |
| shippaisuru-失敗する | mislukken; zakken (voor een examen, etc.); tekortschieten; iets verknallen [verknoeien]; een flater slaan; een domme fout begaan |
| shūshokushiken-就職試験 | een test [examen] om te kunnen beoordelen of een kandidaat geschikt is voor baan |
| suberidome-滑り止め | tweede keuze school [universiteit e.d.] (als men is gezakt voor het toelatingsexamen van de eerste keuze) |
| suberu-滑る | zakken voor een examen |
| taigyō-大業 | het slagen voor het eindexamen van het officiële promotie-examen in het Ritsuryo-systeem; ook de persoon die dat bereikt |
| tesuto-テスト | test; examen |
| tōan-答案 | antwoorden (op vragen, examen, e.d.) beantwoording; antwoordenvel |
| tsuishi-追試 | (afk. voor) inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
| tsuishiken-追試験 | inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
| yobikō-予備校 | een school voor voorbereiding op (het toelatingsexamen van) een universiteit |