Kruisverwijzing
es
lemma | meaning |
---|---|
a-あ | uitroep (van verbazing, ontroering, etc.); ja (zich iets herinnerend, of bevestigend antwoord) |
a-亜 | ondergeschikt; secondair |
a-啞 | (in kanji combinaties) stom zijn; niet kunnen spreken |
a-堊 | (in kanji combinaties) krijt; kalksteen |
a-痾 | (in kanji combinaties) ziekte |
a-蛙 | (in kanji combinaties) kikker |
abanchūru-アバンチュール | liefdesrelatie; romantisch avontuurtje |
abarekurū-暴れ狂う | razen; tieren; herrieschoppen |
abaremono-暴れ者 | geweldadige schurk; herriemaker; herrieschopper |
abarenbō-暴れん坊 | wild [druk] kind; agressieve [onbesuisde] jongen |
abareru-暴れる | gewelddadig zijn; herrieschoppen; reltrappen |
abekobe-あべこべ | omgekeerd; binnenstebuiten; tegenovergesteld |
abikyōkan-阿鼻叫喚 | iets afschuwelijks; een vreselijke toestand [situatie; aanblik] |
abuhajia-アブハジア | Abchazië (land in de Westelijke Kaukasus) |
aburami-脂身 | vet; vet vlees |
aburasashi-油差し | olieblik; oliekan; oliespuit |
aburemono-あぶれ者 | rakker; deugniet; herrieschopper; misdadiger |
aburidashi-炙り出し | geschreven [getekend] met onzichtbare inkt (wordt zichtbaar na verhitting) |
aburimono-炙り物 | etenswaar (zoals vis, vlees) geroosterd boven een vuur |
achību-アチーブ | (school)vorderingentest; prestatietest |
achībumento-アチーブメント | prestatie; succes; vorderingen |
achībumento・tesuto-アチーブメント・テスト | (school)vorderingentest; prestatietest |
āchisuto-アーチスト | artiest; musicus; muzikant |
adanasake-徒情け | een kortstondige (wispelturige) liefdesaffaire; een flirt |
adauchi-仇討ち | wraak; vergelding; represaille |
adazakura-徒桜 | de kortstondige bloei van kersenbloesems |
ado-アド | adres |
adobaisu-アドバイス | advies; raad |
adobaisusuru-アドバイスする | adviseren; raad [advies] geven |
adohokurashī-アドホクラシー | adhocratie (bestuursvorm); ad hoc beleid |
adominisutādo・puraisu-アドミニスタード・プライス | (door de fabrikant of verkoper) vastgestelde prijs; vaste prijs |
adoresu-アドレス | adres |
adoresuchō-アドレス帳 | adresboek |
aemono-和え物 | groenten, vis of zeevruchten met een dressing (van miso, azijn, sesam, e.d.) |
aenai-敢え無い | triest; miserabel; tragisch; teleurstellend |
aeru-和える | een dressing maken (van azijn, miso, sesam, etc., voor salades, groenten, e.d.) |
afutāsābisu-アフターサービス | (after-sales service) service na verkoop; reparatiedienst |
agaku-足掻く | het vechten om zijn bestaan; hard werken om te overleven |
agari-上がり | groene thee (geserveerd in een kop) |
agedama-揚げ玉 | stukjes gefrituurd beslag die in de olie achterblijven na het frituren van tempura |
agemaki-揚巻 | dameskapsel uit de Meiji-periode |
agete-挙げて | alles; allemaal; geheel |
agezen-上げ膳 | een maaltijd geserveerd krijgen |
agezoko-上げ底 | de ziel (welving naar binnen van de bodem) van een fles) |
agitopunkuto-アギトプンクト | (Eng.: agitating point) schuilplaats; onderduikadres; geheim (commando)centrum |
agorafobia-アゴラフォビア | agorafobie; pleinvrees |
agumu-倦む | het moe [zat] worden; interesse verliezen; er genoeg van hebben; er geen zin meer in hebben |
aguneru-倦ねる | iets moe worden [zat zijn]; interesse verliezen; teveel zijn voor (iemand); buiten iemands controle liggen; niet weten wat te doen |
aguresshibu-アグレッシブ | agressief; strijdlustig |
ai-合い | toestand; situatie; conditie |
ai-合い | tesamen |
ai-哀 | (in kanji combinaties) verdriet; leed; smart; medelijden |
ai-埃 | (in kanji combinaties) (fijn) stof; stofwolk |
ai-隘 | (in kanji combinaties) smal; moeilijk |
aibiki-合い挽き | half-om-half (rundvlees en varkensvlees gemengd) |
aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
aibyō-愛猫 | lievelingskat; geliefde [favoriete] kat [poes] |
aichaku-愛着 | het gehecht zijn aan [gesteld zijn op] iets of iem.; het voelen van een (speciale) affiniteit met iets of iem. |
aichō-哀調 | een droevig lied; trieste melodie [noten; klanken] |
aichō-愛重 | het van iets houden; iets koesteren |
aichō-愛鳥 | liefde voor vogels; het beschermen van (wilde) vogels; het houden van [dol zijn op; interesse hebben in] vogels (in het bijzonder wilde vogels) |
aichōshūkan-愛鳥週間 | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
aichōsuru-愛重する | houden van; koesteren |
aideshi-相弟子 | medeleerling; medestudent; studiegenoot; jaargenoot |
aidoka-アイドカ | AIDCA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), conviction (overtuiging), action (actie)) |
aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
aigan-愛玩 | aai; knuffel; het dol zijn op; koesteren [knuffelen; liefkozen] |
aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
aigosuru-愛護する | beschermen; conserveren; bewaren; goed [vriendelijk] behandelen [verzorgen] |
aiirenai-相容れない | tegengesteld; onverenigbaar [niet passend] |
aijin-愛人 | minnaar; minnares; geliefde (partner) |
aijitsu-愛日 | toegewijd [attent; respectvol] zijn (t.a.v. zijn of haar ouders) |
aijō-愛嬢 | zijn [haar] geliefde dochter (wordt meestal gezegd over de dochter van iemand anders) |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikagi-合鍵 | reservesleutel |
aikei-愛敬 | liefde en respect |
aikuchi-合口 | conditie; toestand |
aikyō-愛敬 | (boeddh.) liefde en respect |
aikyōshōbai-愛敬商売 | beroepsmatige vriendelijkheid (b.v. in restaurant of winkel, e.d.) |
aikyōsuru-愛敬する | liefhebben en respecteren [hoogachten] |
aimaimoko-曖昧模糊 | obscuur [vaag; onduidelijk; onbestemd; wazig; dubbelzinnig] zijn |
aimamieru-相見える | op audiëntie zijn (bij een vorst); een onderhoud [gesprek] hebben (met een vorst) |
ainokesshō-愛の結晶 | een kind uit een liefdesrelatie; de vrucht der liefde |
ainosu-愛の巣 | een liefdesnest |
aipīadoresu-IPアドレス | IP-adres |
aisai-愛妻 | de liefde [toewijding] (van een man) voor zijn echtgenote; zeer gesteld zijn op zijn echtgenote |
aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
aiseki-愛惜 | het missen (van iemand); triestheid |
aiseki-相席 | het delen van een tafel met een onbekende (in een restaurant, e.d.) |
aishi-哀史 | droevige geschiedenis |
aishinkakura-愛新覚羅 | Aisin Gioro, de naam van een Chinese keizerlijke familie van de Qing dynastie |
aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
aisō-愛想 | de rekening (in een restaurant e.d.) |
aisoku-愛息 | geliefde zoon (wordt meestal gezegd over de zoon van iem. anders) |
aisotōpushōsha-アイソトープ照射 | bestraling (van tumoren) met isotopen |
aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
aisubokkusu-アイスボックス | koelbox; vriesvak |
aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
aitaizuku-相対ずく | wederzijdse toestemming |
aiwa-哀話 | een droevig [triest] verhaal; een tragische episode [geschiedenis]; een zielig [deerniswekkend] verhaal |
aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
aizō-愛蔵 | meest geliefde bezit |
aizōsuru-愛蔵する | zorgvuldig bewaren; als waardevol [geliefd bezit] beschouwen |
aizuchi-相槌 | instemmende geluiden [gebaren]; tussenwerpsels (om te laten merken dat je luistert en om het gesprek op gang te houden) |
ajari-阿闍梨 | de erenaam voor een hoge priester |
ajari-阿闍梨 | een monnik die een opleiding heeft voltooid in het esoterisch boeddhisme |
ajiataiheiyōkeizaishakaiiinkai-アジア太平洋経済社会委員会 | ESCAP (United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific) |
ajikiri-鰺切り | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
ajikiribōchō-鰺切り包丁 | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
ajito-アジト | schuilplaats; onderduikadres |
akahada-赤肌 | geschaafde (rode) huid |
akahon-赤本 | sprookjesprentenboeken voor kinderen (met rode kaft) |
akaiwashi-赤鰯 | gedroogde (of ingemaakte) sardines |
akaiwashi-赤鰯 | (spottende term voor) een roestig, bot zwaard |
akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
akajimiru-垢染みる | vuil [vies] worden; bevuild raken |
akajiso-赤紫蘇 | rode perilla [shiso] (plant, Perilla frutescens var. acuta) |
akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
akakippu-赤切符 | proces verbaal (bij zware verkeerovertredingen) met mogelijke strafvervolging |
akamatsu-赤松 | de Japanese rode den (Pinus densiflora) |
akami-赤身 | mager vlees of vis (met weinig vet) |
akamuke-赤剥け | geschaafde, rode huid |
akasabi-赤錆 | rode roest; roodbruine roestaanslag |
akashichijimi-明石縮 | luxe zomerkimono-stof voor dames (gemaakt van ruwe zijde) |
akasu-飽かす | tijd noch moeite sparen; veel tijd besteden aan |
akazu-開かず | gesloten [nooit geopend] zijn |
akibin-空き瓶 | een lege fles |
akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
akirekaeru-呆れ返る | verbijsterd [perplex] zijn; geschokt zijn |
akireru-呆れる | verbaasd [geschokt; verbijsterd] zijn |
akiresuken-アキレス腱 | achillespees |
akiresuken-アキレス腱 | achilleshiel (kwetsbare plek) |
akisu-空き巣 | een leeg (vogel)nest |
akkan-圧巻 | het beste deel; het hoogtepunt (van een boek, voorstelling, voordracht, etc.) |
akkan-圧巻 | meesterwerk |
akke-呆気 | in staat van verbazing [verbijstering]; met stomheid geslagen zijn |
akki-悪気 | boze geest; kwaadaardigheid; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
akki-悪鬼 | duivel; boze geest |
akki-悪鬼 | een kwade geest [godheid] die de mensen op het slechte pad brengt; de god van de onderwereld |
ako-吾子 | een term om (op een vriendelijke manier) naar iemands kinderen of ondergeschikten te wijzen (in de tweede persoon) |
akōdai-赤魚鯛 | rode rotsvis (Sebastes matsubarae); schorpioenvis |
akōsutikku-アコースティック | akoestisch |
akōsutikku・gitā-アコースティック・ギター | akoestische gitaar |
akōsutikku・saundo-アコースティック・サウンド | akoestisch geluid |
akoyagai-阿古屋貝 | pareloester (Pinctada martensii) |
aku-悪 | lelijk; onooglijk; vuil [vies] |
aku-悪 | afschuwelijk; vreselijk |
aku-握 | (in kanji combinaties) grijpen; beetpakken |
akubun-悪文 | een slechte (schrijf)stijl (dit woord wordt vaak gebruikt als uiting van bescheidenheid over een eigen brief, e.d.) |
akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
akuchi-悪地 | slechte grond; land dat ongeschikt is voor landbouw e.d. |
akueki-悪疫 | epidemie; plaag; pest |
akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
akuen-悪縁 | (boeddh.) slecht karma; lotsbestemming; noodlot |
akujiki-悪食 | het eten van vlees, hetgeen volgens het Boeddhistische geloof verboden is |
akuki-悪鬼 | duivel; boze geest |
akuma-悪魔 | een duivel; een boze geest |
akumabarai-悪魔払い | exorcisme; het uitdrijven van een kwade geest |
akumonogui-悪物食い | het eten van vlees, hetgeen volgens het Boeddhistische geloof verboden is |
akurei-悪霊 | een boze geest |
akuryō-悪霊 | een boze geest |
akusei-悪政 | slechte politiek [slecht bestuur]; wanbeleid |
akusesarī-アクセサリー | accessoire |
akushon・shīn-アクション・シーン | actiescène (film) |
akushotsuihō-悪書追放 | het verbieden van schadelijke publicaties |
akushozukai-悪所遣い | geld verspillen aan pleziertjes |
akusui-悪水 | water dat niet geschikt is voor consumptie; vuil water |
akutaimatsuri-悪態祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
amaboshi-甘干し | geschilde, gedroogde perzik(ken) |
amaguri-甘栗 | (geroosterde) tamme kastanjes |
amami-甘み | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
amani-甘煮 | voedsel (vis, vlees, groenten, e.a.) gekookt met suiker of mirin |
amanojaku-天の邪鬼 | Amanojaku (duivel of boze geest in Japanse sprookjes) |
amari-余り | rest; restant; restwaarde |
amarimono-余り物 | overschot; restjes |
amaru-余る | overblijven; resteren; teveel [overbodig] zijn |
amarugamu-アマルガム | mengsel; mengelmoes |
amasutokoronaku-余すところなく | alles; geheel (zonder iets over te laten) |
amedama-飴玉 | druppelvormige snoepjes; toffees; drop |
amegashi-飴菓子 | (zoete) snoepjes (gemaakt van moutstroop) |
amezaiku-飴細工 | van ame (snoep) gemaakte figuren (zoals poppetjes, dieren, en bloemen) |
amu-編む | samenstellen; redigeren (publicaties e.d.) |
amūru-アムール | liefde; liefdesverhouding |
an-安 | (in kanji combinaties) makkelijk; rustig; kalm; redelijk |
an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
an-暗 | triestheid; melancholie |
an-案 | een bureau; lessenaar |
an-行 | (in kanji combinaties) gaan; meedragen |
an-諳 | (in kanji combinaties) uit het hoofd leren; onthouden |
an-闇 | (in kanji combinaties) duisternis |
anaguma-穴熊 | Japanse das (zoogdier, Meles anaguma) |
anakashiko-あなかしこ | een respectvolle uitdrukking aan het eind van een brief |
anapaisutosu-アナパイストス | anapest (drielettergrepige versvoet van 2 korte of onbeklemtoonde en 1 lange of beklemtoonde lettergrepen) |
anaume-穴埋め | een tekort aanvullen; vacatures invullen; iets compenseren [goedmaken] |
anba-鞍馬 | (turntoestel) paard |
anbai-塩梅 | situatie; toestand; omstandigheden |
anchimagunechikku-アンチマグネチック | anti-magnetisch (bestand zijn tegen magnetisme) |
anchitēze-アンチテーゼ | antithese; tegenstelling; tegenstrijdigheid |
andāguraundo-アンダーグラウンド | ondergronds; heimelijk; clandestien |
ando-安堵 | opluchting; geruststelling; respijt |
andon-行灯 | andon, een traditionele Japanse lamp (bestaande uit washi-papier over een frame van bamboe, hout of metaal gespannen) |
andosuru-安堵する | opgelucht [gerustgesteld] zijn; opgelucht ademhalen |
angōkagi-暗号鍵 | encryptiesleutel; versleutelingscode; coderingsleutel |
angura-アングラ | onconventioneel; radicaal; clandestien |
aniki-兄貴 | (informeel) iemand die op natuurlijke wijze de baas is (bij jeugd(bendes), vaklui, yakuza e.d.) |
animaru-アニマル | dier; beest |
animaru-アニマル | beestachtig [woest] persoon |
animētā-アニメーター | animator; animatiespecialist (film) |
anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
anji-暗示 | een hint; suggestie; verwijzing |
anji-暗示 | een suggestieve [hypnotische] overbrenging van gedachten [ideeën] |
anjisuru-暗示する | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; verwijzen (naar); impliceren; aanraden |
ankā-アンカー | (televisie) vaste presentator; programmacoördinator |
ankā-アンカー | laatste atleet van een estafetteploeg (zwemmen, hardlopen, etc.) |
anka-案下 | een toevoeging aan de adressering op een brief bij wijze van beleefdheid [respect] |
ankāman-アンカーマン | (televisie) vaste presentator; programmacoördinator |
ankatto-アンカット | ongesneden [onopengesneden] (boek) |
ankatto-アンカット | ongeslepen (diamand) |
anken-案件 | een kwestie; de zaak in kwestie |
ankensatsu-暗剣殺 | één van de richtingen [kompas-punten] in de Chinese astrologie; een noodlottige [ongeluk brengende] richting |
anki-暗鬼 | een monster in de duisternis (d.w.z. die er lijkt te zijn, maar niet echt bestaat) |
ankō-暗香 | een onbestemde [duistere] geur [parfum]; een aroma [geur] (van bloemen, e.d.) waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
anman-餡饅 | gestoomd (wit) broodje gevuld met bonenpasta |
anmari-あんまり | restant; overblijfsel; rest;; overschot |
anmonaito-アンモナイト | ammonieten (uitgestorven soort inktvissen) |
anni-暗に | indirect; onuitgesproken; stilzwijgend; impliciet |
annindōfu-杏仁豆腐 | amandeltofu (Chinees dessert, soort gelatinepudding gemaakt van abrikozenpitmelk, agar en suiker) |
anpō-罨法 | een (warm of koud) kompres |
ansatsudan-暗殺団 | doodseskader |
anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | regeringsbestel in Frankrijk onder de Bourbons, voor de Franse revolutie |
anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | oude gevestigde orde (van voordat er een omslag plaatsvond) |
anshokyōfushō-暗所恐怖症 | nyctofobi (beklemmende vrees voor duisternis) |
anshu-庵主 | het hoofd van een klooster; meester van de theeceremonie |
anshū-暗愁 | zwaarmoedigheid; triestheid |
antan-暗澹 | zwaarmoedig; mistroostig; droefgeestig |
antō-案頭 | op het bureau; op de lessenaar [schrijftafel] |
anzangan-安山岩 | andesiet (stollingsgesteente) |
anzen-暗然 | verdrietig; triest; somber |
anzenkamisori-安全剃刀 | veiligheidsscheermes |
anzenkanri-安全管理 | veiligheidsbestuur; veiligheidscontrole |
an'yaku-暗躍 | geheime manoeuvres |
an・tsū・kā-アン・ツー・カー | all-weather wegdek [oppervlak]; (kunststof) baan die bestand is tegen alle weersinvloeden |
aogai-青貝 | zeeslak |
aogari-青刈り | het oogsten van gewassen terwijl ze nog groen [niet rijp] zijn (voor gebruik als veevoer of meststof) |
aogiri-青桐 | Chinese parasol boom (Firmiana simplex) |
aogu-仰ぐ | vereren; respecteren |
aoi-葵 | (plant) malve; kaasjeskruid; stokroos |
aoitori-青い鳥 | de blauwe Vogel (oorspronkelijk Frans toneelstuk, L’Oiseau Bleu, geschreven door Maurice Maeterlinck in 1908) |
aojiru-青汁 | aojiru (Japanse groentesap gemaakt van groene groenten) |
aojiso-青紫蘇 | groene perilla [shiso] (plant, Perilla frutescens var. acuta f. virilis) |
aomi-青身 | het blauwachtige deel [vlees] van vissen |
aosa-石蓴 | zeesla (een algensoort: Ulva pertusa) |
aoshingō-青信号 | groen stoplicht; groen licht (ook fig.: toestemming) |
aotagai-青田買い | studenten een baan aanbieden al voordat zij afgestudeerd zijn |
aoyagi-青柳 | het vlees van een schelpdier, de stevige strandschelp bakagai (Mactra chinensis) |
apīru-アピール | appel; beroep (rechtszaak); protest |
aporia-アポリア | aporie; besluiteloosheid; radeloosheid; onoplosbaar probleem |
appu-アップ | opgestoken haarstijl |
appu-アップ | upload; geüpload bestand |
appurōdo-アップロード | upload; geüpload bestand |
apuriori-アプリオリ | a priori; vooraf beschouwd; van tevoren |
ara-新 | (in kanji combinaties) nieuw; vers |
araarakashiko-あらあらかしこ | (slotzin in brieven, van vrouwen) geschreven in haast; excuses voor de korte brief |
arabesuku-アラベスク | arabesk; arabeske |
aragyō-荒行 | ascese; ascetische oefeningen; strenge religieuze discipline |
araihari-洗い張り | een kimono eerst uit elkaar halen en dan de delen apart wassen en uitgespreid [uitgerekt] laten drogen |
araizarai-洗い浚い | alles; geheel en al (zonder uitzondering) |
arakabe-粗壁 | een muur die (na de eerste laag) nogmaals geschilderd moet worden |
arakata-粗方 | voor het grootste deel; meestal; bijna [praktisch] alles |
araki-粗木 | onbewerkt [nog niet geschaafd] blok hout; boomstam |
aramusha-荒武者 | woeste [meedogenloze; onbevreesde; dappere] strijder [krijger] |
aranami-荒波 | woeste golven; ruwe zee |
arankagiri-あらん限り | alle macht; al het mogelijke; zijn uiterste best; alles bij elkaar |
arano-荒野 | wildernis; woestenij |
ararageru-荒らげる | zijn stem verheffen; agressief worden |
araragi-蘭 | Japanese taxus (Taxus cuspidata) |
arare-霰 | (gesneden) kleine blokjes [dobbelsteentjes] |
arasagashi-粗探し | kieskeurig zijn; gauw kritiek [aanmerkingen] hebben |
araserareru-あらせられる | (erende vorm) zijn; bestaan |
arashitaji-荒下地 | arriccio (pleisterlaag bij oude fresco schilderingen) |
arasou-争う | bestrijden; betwisten |
arasu-荒らす | verwoesten; vernielen; beschadigen\; breken |
aratama-粗玉 | ruwe [ongeslepen] edelsteen |
araumi-荒海 | ruige [woeste] zee |
araware-表れ | uitdrukking; uiting; teken; uitkomst; resultaat |
arayuru-凡ゆる | alles; elk(e); iedere |
arazu-非ず | niet bestaan [zijn] |
are-荒れ | verwoesting; verval (van een huis, e.d.) |
arechi-荒れ地 | woestenij; wildernis; niemandsland |
āriajin-アーリア人 | Ariër (Indo-Europees sprekende Indiër of Iraniër) |
arigane-有り金 | beschikbaar geld; geld dat er voorhanden is |
arika-在処 | verblijfplaats; de plek waar iets [iemand] zich bevindt; plek waar iemand rondhangt; adres |
arikata-在り方 | stand van zaken; toestand; hoe iets ervoor staat |
arimoshinai-有りもしない | onwaar; onecht; onwerkelijk; niet bestaand |
arizuka-蟻塚 | mierenhoop; mierennest |
aru-有る | zijn; bestaan |
aru-有る | beschikbaar zijn |
āruetchiinshi-アールエッチいんし | resusfactor |
arukadia-アルカディア | Arcadia; Arcadië (landschap op de Peloponnesus, Griekenland; in de literatuur voorgesteld als ideaal) |
arukanakika-有るか無きか | bestaat het of bestaat het niet; ja of nee |
aryū-亜流 | medestander; volgeling; aanhanger |
asade-浅手 | klein wondje; vleeswond |
asadora-朝ドラ | Japans televisieserie (drama) uitgezonden in ochtend |
asagi-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
asakaze-朝風 | ochtendbries; ochtendwind |
asamashii-浅ましい | bespottelijk; meelijwekkend; zielig |
asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
asari-浅蜊 | Filipijnse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum) |
asatsuki-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
asebi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
ashi-葦 | riet (Phragmites australis) |
ashibi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
ashidome-足止め | huisarrest |
ashigata-足形 | (schoenmakers)leest |
ashinagabachi-足長蜂 | papierwesp (wespensoort) |
ashinuki-足抜き | het zachtjes [op de tenen] lopen |
asobi-遊び | spel; amusement; vrijetijdsbesteding |
asobigokoro-遊び心 | een speelse stemming [geest]; speelsheid |
assaigan-圧砕岩 | een myloniet (een metamorfe steensoort, d.w.z. ontstaan uit een ander gesteente door metamorfose) |
assaku-圧搾 | druk; pressie; het persen |
assaku-圧搾 | compressie; samenpersing |
asshuku-圧縮 | compressie; samenpersing |
asshukuhi-圧縮比 | de compressie-verhouding |
asshukuki-圧縮機 | een compressor; perspomp |
asshukuōryoku-圧縮応力 | persdruk-spanning; compressie-sterkte |
asshukuritsu-圧縮率 | compressibiliteit; samendrukbaarheid |
asubesuto-アスベスト | asbest |
asuko-あすこ | daarginds (een plek bij de spreker en gesprekspartner verwijderd) |
asunaro-翌檜 | Thujopsis dolabrata (boom uit de cipresfamilie) |
asutorotāfingu-アストロターフィング | astroturfing (het door overheden of bedrijven in scène zetten van burgerinitiatieven om de indruk te wekken dat het spontane acties zijn) |
atarashigariya-新しがり屋 | trendsetter; nieuwtjesjager; iemand die dol is op nieuwigheden |
atarihazure-当たり外れ | een kwestie van geluk; onvoorspelbaar; lukraak; met wisselend resultaat |
atarimae-当たり前 | juist; geschikt; vanzelfsprekend; logisch; normaal |
atariya-当たり屋 | iemand die succesvol is; iemand die veel geluk heeft (b.v. bij gokken) |
atariyaku-当たり役 | (film of toneel) goede [succesvolle] rol |
ataru-当たる | slagen; succes hebben; succesvol zijn; een prijs winnen |
ataru-当たる | passend [geschikt] zijn; corresponderen (met) |
atatakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
ate--宛 | geadresseerd (aan) |
ate-当て | dekkleed; bekleding; hoes; vulling |
atebumi-宛文 | een officieel document (met daarin een persoonlijke opdracht of mandaat voor de geadresseerde) |
atedo-当て所 | doel; bestemming |
atedokoro-当て所 | adres |
atedokoro-当て所 | doel; bestemming; bedoeling |
atehamaru-当てはまる | passen; van toepassing zijn; overeenkomstig zijn [corresponderen] (met) |
atekkosuru-当てっこする | (proberen te) zien wie er het beste kan raden [gissen] |
atekomi-当て込み | in het theater het publiek bespelen in de hoop applaus te krijgen |
atekomu-当て込む | rekenen op een goed resultaat; verwachten; uitzien naar |
atemono-当て物 | een hoes; voering; vulling; vulsel; beschermlaag |
atena-宛名 | adres; adressering |
aterareru-当てられる | liefdesbetuigingen [in het openbaar] aanschouwen |
ateru-充てる | toewijzen; toekennen; bestemmen (voor); reserveren |
ateru-宛てる | adresseren [richten] aan |
ateru-当てる | verdelen; uitdelen; toekennen; bestemmen; aanwijzen |
ateru-当てる | slagen; succes hebben; winnen |
atesaki-宛先 | adres; adressering |
atetsuke-当て付け | een insinuatie [toespeling]; een hatelijke opmerking |
atetsukeru-当て付ける | (demonstratieve) liefdesuitingen in het openbaar |
ateumakōho-当て馬候補 | een proef [test] kandidaat |
ātisuto-アーティスト | artiest; musicus; muzikant |
ato-後 | restant; rest; overblijfsel |
atobarai-後払い | uitgestelde betaling; nabetaling; krediet |
atokin-後金 | de rest van de betaling; het resterende bedrag |
atokusare-後腐れ | overblijvende [resterende; niet geheel opgeloste] problemen (voor later) |
atsuraemuki-誂え向き | ideaal [heel geschikt] zijn (voor) |
atsuraeru-誂える | een opdracht geven [verstrekken]; een bestelling plaatsen |
atsuryokudantai-圧力団体 | pressiegroep; belangenvereniging |
atsuryokuhenshitsu-圧力変質 | het verschijnsel dat gesteenten in aardlagen onder druk veranderen [metamorfoseren] |
attakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
au-合う | corresponderen; passen |
au-合う | opbrengen wat werd verwacht; een goede investering blijken te zijn |
autarukī-アウタルキー | autarkie; autarkische staat (met gesloten staatshuishouding) |
autosōshingu-アウトソーシング | uitbesteding; outsourcing |
awa-泡 | (lucht)belletjes; bubbel; schuim (van zeep, bier, etc.) |
awaawashii-淡淡しい | ongeïnteresseerd; onverschillig; vaag |
awabi-鮑 | zeeoor; abalone; zeeslak van de familie Haliotidae |
awamori-泡盛 | awamori, gedestilleerde drank uit Okinawa op basis van rijst |
awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
awasete-合わせて | in totaal; alles bij elkaar [tezamen] |
ayamaru-謝る | zich verontschuldigen; excuses aanbieden; zich excuseren (bij iemand voor iets) |
azakeru-嘲る | spotten met; bespotten |
azawarau-嘲笑う | uitlachen; bespotten; voor joker zetten |
azukarishiru-与り知る | op de hoogte zijn van; zich bewust zijn van; beseffen; betrokken zijn bij; te maken hebben met |
azumageta-東下駄 | houten dames geta (soort sandalen) met tatami voering |
azumakudari-東下り | historische term voor het vanuit Kyoto naar de oostelijke provincies (en Edo) reizen |
azumaotoko-東男 | een man uit Edo, regio Kanto (werd beschouwd als sterk en mannelijk) |
azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
a・posuteriori-ア・ポステリオリ | a posteriori; achteraf beschouwd |
a・puriori-ア・プリオリ | a priori; vooraf beschouwd |
ba-ば | (geeft de aanleiding van wat volgt, nl. een veronderstelling, betoog of beschouwing, etc. van iem.) gezien... |
ba-ば | (in de combinaties naraba, iwaba, tatoeba, etc. gebruikt als bijwoord) namelijk; wat betreft; als het |
ba-罵 | (in kanji-combinaties) beledigen; uitschelden |
ba-羽 | (in kanji-combinaties) veer; vleugel |
ba-馬 | (in kanji-combinaties) paard |
bachirusu-バチルス | pest; plaag (fig.) |
bachisukāfu-バチスカーフ | bathyscaaf (duiktoestel voor diepzeeonderzoek) |
bādo・sankuchuari-バード・サンクチュアリ | vogelreservaat (beschermd gebied voor vogels) |
bādo・wīku-バード・ウィーク | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
bafun-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
bagen-罵言 | gescheld; beledigingen; scheldwoord(en) |
bai-培 | (in kanji combinaties) het kweken; laten groeien |
bai-売 | (in kanji combinaties) verkoop; verkopen |
bai-媒 | (in kanji combinaties) bemiddelen |
bai-梅 | (Prunus mume) Japanse abrikoos; Chinese pruim |
bai-貝 | (een soort zeeslak) Japanese Babylon; Japanese ivoren schelp |
bai-貝 | draaitol (traditioneel gemaakt van de Japanese Babylon schelp) |
bai-買 | (in kanji combinaties) kopen |
bai-陪 | (in kanji combinaties) samenkomen; bijwonen; aanwezigheid |
baibaisason-売買差損 | handelsverlies; verlies uit koop- en verkoop |
baiben-買弁 | comprador; Chinese handelsagent |
baidoku-梅毒 | syfilis; lues |
baijū-陪従 | aanwezigheid; bijwoning; present zijn |
baika-梅花 | pruimenbloesem(s) |
baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
bairitsu-倍率 | (kwaliteit; prestatie) graad; rangorde; klasse |
baisupurejidento-バイスプレジデント | vicepresident |
baito-バイト | byte (eenheid van informatie bestaande uit 8 bits) |
bakabayashi-馬鹿囃子 | orkest [muziek] bij een festival |
bakarashii-馬鹿らしい | dom; absurd; belachelijk; bespottelijk; ongerijmd; zinloos |
bakemono-化け物 | monsters; (boze) geesten; spoken |
baken-馬券 | weddenschapskaart voor paardenraces |
bakka-幕下 | Chinese benaming van een shogun; erenaam van een shogun |
bakka-幕下 | ondergeschikte; volgeling; dienaar; huisbediende |
bakkan-麦稈 | tarwestro (gedorste tarwehalmen) |
bakken-バッケン | skibinding (clip voor het bevestigen van de ski aan de schoen) |
bakkuappu-バックアップ | reservekopie; backup (computerterm) |
bakkuru-バックル | gesp (aan een riem) |
bakkusutoretchi-バックストレッチ | het gedeelte van een ovale renbaan aan de andere kant van de tribune (parallel aan de homestretch) |
bākōdo-バーコード | barcode; streepjescode |
baku-瀑 | (in kanji combinaties) waterval |
baku-爆 | uitbundig gelach [geschreeuw] |
baku-縛 | het vastbinden; arresteren |
baku-麦 | (in kanji combinaties) graan |
bakubaku-漠漠 | uitgestrekt; grenzeloos; eindeloos |
ban-バン | bestelwagen; bestelauto |
ban-判 | (in kanji combinaties) zegel; stempel; papierformaat; oordeel |
ban-板 | (in kanji combinaties) plank; plaat |
ban-磐 | (in kanji combinaties) grote steen |
ban-蕃 | (in kanji combinaties) buitenland; (onbeschaafde) buitenlanders |
ban-蛮 | (in kanji combinaties) onbeschaafde volkeren |
banbanjī-バンバンジー | Bon bon kip (Chinees kipgerecht) |
banbanzai-万万歳 | (versterkende vorm van 万歳) een heuglijk feit; een feestelijke gebeurtenis; een grote vreugde [blijdschap] |
banbutsu-万物 | alles tussen hemel en aarde (alle levende wezens en dingen in de schepping) |
banchi-番地 | (computer) adres |
bandomasutā-バンドマスター | bandleider; orkestleider; dirigent |
banguradeshu-バングラデシュ | Bangladesh |
baniku-馬肉 | paardenvlees |
banji-万事 | alle dingen [zaken; feiten]; alles |
bankan-万感 | stortvloed van emoties |
banketto-バンケット | banket; feestmaal |
bankoku-万国 | alle landen [naties] (in de wereld); de hele wereld |
banrei-万霊 | veelheid [myriade] aan zielen [geesten] |
banrinochōjō-万里の長城 | De Chinese Muur |
bansan-晩餐 | banket; feestelijk diner |
banzai-万歳 | iets feestelijks; iets om te vieren |
ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'yū-万有 | (alles in) het universum; de gehele schepping |
ban・arentai-バン・アレン帯 | Van Allengordels (stralingsgordels of deeltjesgordels) |
baraniku-肋肉 | ribstuk zonder bot (m.n. van varkens- of rundvlees); uitgebeend ribstuk |
barazushi-ばらずし | kom sushirijst met verschillende ingrediënten erover gestrooid |
baree・dansā-バレエ・ダンサー | balletdanser(es) |
barerīna-バレリーナ | ballerina; balletdanseres |
bareru-ばれる | een vis die aan de haak was geslagen laten ontsnappen |
bāresuku-バーレスク | burleske; parodie; klucht |
baryū・enjiniaringu-バリュー・エンジニアリング | systematische methode om de waarde van projecten, processen of diensten te verbeteren |
bashoku-馬謖 | Ma Su, een Chinese generaal (190 - 228), die leefde in Shu Han tijdens de Drie Koninkrijken periode (221 - 280) |
basopuresshin-バソプレッシン | vasopressine; antidiuretisch hormoon (ADH) |
bassari-ばっさり | resoluut; drastisch; doortastend; in één klap |
basshi-抜歯 | tand [kies] extractie; het trekken van een tand of kies |
batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
batchiri-ばっちり | perfect; uitstekend; precies goed; voldoende; genoeg |
bateren-バテレン | Portugese jezuïet priester |
baton-バトン | estafettestokje |
batoru・roiyaru-バトル・ロイヤル | battle royale (wedstrijdtype bij worstelen en computergames) |
batsu-ばつ | toestand; situatie |
batsu-伐 | (in kanji combinaties) hout hakken; (de vijand) verslaan |
batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
batsu-罰 | straf; boete; bestraffing |
batsuichi-バツイチ | Iemand die 1 keer gescheiden is |
bauhausu-バウハウス | Bauhaus (Hogeschool voor architectuur, opgericht in 1919 in Weimar) |
baumukūhen-バウムクーヘン | Duitse laagjescake (lijkt op boomringen) |
baute-場打て | je ergens terneergeslagen [ontmoedigd] voelen |
bazoku-馬賊 | bandieten te paard (specifiek in de Chinese Qing dynastie) |
bea-ベア | bassier; baissespeculant (effecten) |
bedowin-ベドウィン | bedoeïen (rondtrekkende nomade een de woestijn) |
bēguru-ベーグル | (tennis) setwinst of -verlies met 6-0 |
bei-米 | (in kanji combinaties) rijst |
beien-米塩 | rijst en zout (essentieel voor het leven) |
beiju-米寿 | 88ste verjaardag (die in Japan speciaal en feestelijk wordt gevierd) |
beirenpōsōsakyoku-米連邦捜査局 | (Federal Bureau of Investigation) FBI, federale politie en inlichtingendienst van de VS |
bēkāpuran-ベーカープラン | Baker Plan (door Amerika in de VN voorgesteld plan voor zelfbeschikkingsrecht voor Westelijke Sahara) |
bekutā-ベクター | vector (med., drager van besmetting) |
bekutoru-ベクトル | vector (med., drager van besmettingen) |
benchi・wōmā-ベンチ・ウォーマー | (sport) bankzitter; vaste reserve |
benishōga-紅生姜 | pickles van rode reepjes gember (ingemaakt in azijn) |
benkei-弁慶 | een bundel stro die gebruikt kan worden om visspiesjes in te prikken |
benri-便利 | gemak; handigheid; geschiktheid |
bensai-弁才 | welsprekendheid; welbespraaktheid; eloquentie |
benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
bentōten-弁当店 | uitspanning of kleine winkel waar lunches worden verkocht (vaak in treinstations); snelbuffet |
benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
benzetsu-弁舌 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
berudatchio-ベルダッチオ | verdaccio (een monochrome groene onderschildering in fresco's en schilderingen) |
besshi-別紙 | bijlage; bijgevoegd [begeleidend; ingesloten] document [blad] |
besuto-ベスト | beste; meest goede |
besutoserā-ベストセラー | bestseller; succesboek; veel verkocht boek [artikel] |
besuto・kondishon-ベスト・コンディション | beste conditie; topform |
beta-ベタ | betta; Siamese kempvis |
betomin-ベトミン | Vietminh (Vietnamese verzetsbeweging, opgericht in 1941 door Ho Tsi Minh) |
betsu-蔑 | (in kanji combinaties) neerkijken op; minachten; verachten |
betsugū-別宮 | ondergeschikte schrijn (binnen een shinto heiligdom) |
betsuji-別辞 | afscheidsrede; afscheidstoespraak |
betsumondai-別問題 | een andere kwestie; een ander geval; iets anders |
bettari-べったり | geplakt; uitgesmeerd; gelijmd; gekleefd |
bettotsumitatekin-別途積立金 | apart reservefonds |
bibinba-ビビンバ | Koreaans gerecht van rundvlees, groenten en rijst |
bichiku-備蓄 | reserve; opslag; voorraad; het in reserve [voorraad] houden [opslaan] |
bichikusuru-備蓄する | opslaan; in reserve [voorraad] houden |
bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
bifizusukin-ビフィズス菌 | Bifidobacterium bifidum (bacteriesoort) |
bīfu-ビーフ | rundvlees |
bifū-微風 | lichte wind; zacht briesje |
bīfun-ビーフン | mihoen, (Chinese) rijstvermicelli |
bigaku-美学 | esthetica; esthetiek; schoonheidsleer |
biggu・bando-ビッグ・バンド | groot (jazz of dans) orkest |
bihindaichō-備品台帳 | inventaris(lijst); boedelbeschrijving |
biishiki-美意識 | gevoel voor schoonheid; esthetisch gevoel |
bijin-美人 | Chinese hofdame (Han-periode) |
bijinesu・kurasu-ビジネス・クラス | businessclass (in vliegtuig) |
bijō-尾錠 | gesp |
bijuaru・purezentēshon-ビジュアル・プレゼンテーション | visuele presentatie |
bijutsushi-美術史 | kunstgeschiedenis; kunsthistorie |
bikkuri-びっくり | (onomatopee) verbaasd; verbijsterd; geschrokken |
bimokushūrei-眉目秀麗 | (meestal van mannen) knap uiterlijk; er goed uitzien |
bin-瓶 | fles; kan; kruik |
binbīru-瓶ビール | flessenbier; gebotteld bier |
bindingu-ビンディング | binding (voor het bevestigen van ski aan schoen) |
binsen-便船 | (reizen met) de (eerste) beschikbare boot |
bisōsuru-美装する | zich mooi [netjes] aankleden |
bisutoro-ビストロ | bistro; eetcafé; klein restaurant |
bīto-ビート | rode biet; bietjes |
biyaku-媚薬 | afrodisiacum; liefdesdrank |
bō-冒 | (in kanjicombinaties) risico; gevaar; begin; opening |
bo-募 | (in kanji combinaties) vragen; werven |
bō-坊 | kamer [hut; woning] van een Boeddhistische priester |
bō-忘 | (in kanji combinaties) vergeten |
bo-慕 | (in kanji combinaties) verlangen; nostalgie; liefhebben; gehecht zijn aan; bewonderen |
bo-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
bō-房 | kamer [zaal] een van de traditionele Chinese sterrenbeelden [asterismes] |
bo-暮 | (in kanji combinaties) zonsondergang; schemering; avond; einde |
bō-望 | (in kanji combinaties) vooruit [in de verte] kijken; hopen; verwachten; verlangen |
bo-母 | (in kanji combinaties) moeder |
bōatsu-暴圧 | grote druk [pressie] |
bōbō-茫茫 | weids; uitgestrekt; grenzeloos |
bodikon-ボディコン | bodycon, silhouet accentuerende modestijl |
bodīsūtsu-ボディースーツ | bodysuit (kledingstuk dat nauw om het lichaam sluit); damesondergoed dat uit 1 stuk bestaat |
bodī・konshasu-ボディー・コンシャス | silhouet accentuerende modestijl |
bōei-防衛 | bescherming; verdediging |
bōekiseigen-貿易制限 | handelsrestrictie |
bōenkyō-望遠鏡 | telescoop |
bōfū-防風 | wind beschutting; windscherm; bescherming tegen de wind [tocht] |
bōgo-防護 | bescherming; bewaring |
bōgu-防具 | (bij kendo) beschermende uitrusting (helm, borstbeschermer, handschoenen, riem) |
bōgyo-防御 | verdediging; bescherming |
bōhyō-妄評 | (bescheiden woord voor de eigen kritiek op anderen) mijn kritiek |
boiki-墓域 | begraafplaats; kerkhof; stuk grond gereserveerd als begraafplaats |
boirā-ボイラー | boiler; heetwaterketel; stoomketel; warmwaterreservoir |
bōjakubujin-傍若無人 | arrogantie; onbeschoftheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
bōkan-防寒 | winterbescherming; bescherming tegen kou |
bokkuri-木履 | traditionele gelakte houten sandalen (geta) voor meisjes |
bokkusu-ボックス | afgesloten stalruimte (voor 1 dier) |
bōkō-暴行 | aanval; bestorming |
bōkoku-亡国 | verwoest land; nationale ondergang |
bōkon-亡魂 | geest [ziel] van een dode [overledene] |
boku-僕 | ik; mij (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
bōkun-亡君 | (iemands) overleden meester [heer] |
bōkun-暴君 | despoot; tiran |
bokuseki-墨跡 | (vooral in Japan) het schrijfwerk van Zen-boeddhistische priesters |
bokutachi-僕達 | wij; ons (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonbe-ボンベ | gascilinder; gasfles |
bonbon-ボンボン | suiker- of chocoladesnoepje (met vulling) |
bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonsai-梵妻 | vrouw [echtgenote] van een boeddhistisch priester |
bontan-文旦 | pompelmoes |
bonten-梵天 | (andere naam voor) Chinese [oosterse] meloen (Cucumis melo) |
bon'odori-盆踊り | de dans van het Bon festival |
bōontairu-防音タイル | akoestische [geluidswerende] tegel |
bōrei-亡霊 | de geest van een overledene |
boroboro-ぼろぼろ | (onomatopee) het vallen van druppels [stukjes]; brokkelig (worden); vergaan [versleten] raken; gerafeld worden |
boroboro-ぼろぼろ | in stukjes; een voor een; verspreid; de een na de ander |
borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
bōrui-防塁 | burcht; bolwerk; verdedigingswerk; vesting |
bōsei-暴政 | tirannie; despotisme; onderdrukking door de overheid |
bōsekiito-紡績糸 | gesponnen draad; spindraad |
bōshisuru-防止する | voorkomen; preserveren; goedhouden |
bōshitsu-亡失 | het verlies (van iets) |
bōshō-傍証 | ondersteunend [indirect] bewijs; bevestiging |
bōsō-暴走 | het rijden zonder bestuurder (b.v. door handrem vergeten) |
bosshū-没収 | verbeurdverklaring; inbeslagname; confiscatie; beslaglegging |
bosshūsuru-没収する | in beslag nemen; confisqueren; beslag leggen op; verbeurdverklaren |
bōsui-防水 | waterbestendig [waterproef; waterproof ] zijn |
bōsuisei-防水性 | waterbestendigheid |
botandaun-ボタンダウン | overhemd waarvan de kraag d,m,v, knoopjes vastgezet kan worden |
botoru-ボトル | fles |
botorunekku-ボトルネック | flessenhals; obstakel; knelpunt |
botsunyūsuru-没入する | toegewijd zijn; volledig opgaan in iets; geheel in beslag genomen zijn (door; met) |
bottō-没頭 | toewijding; het in-beslag-genomen zijn (door); verdiept zijn (in) |
bottōsuru-没頭する | opgaan in; in-beslag-genomen zijn (door); toegewijd zijn (aan) |
bu-侮 | (in kanji combinaties) verachten; neerkijken op; minachten; bespotten |
bubunhin-部分品 | (reserve)onderdelen; componenten; bestanddelen |
budan-武断 | militarisme; militaire macht [bestuur] |
buerusaiyujōyaku-ヴェルサイユ条約 | Verdrag van Versailles |
bugen-誣言 | smaad; valse beschuldiging |
buhin-部品 | (reserve)onderdeel; component; bestanddeel |
bui・chippu-ブイ・チップ | antigeweldchip (in tv-toestellen) |
buka-部下 | volgeling; ondergeschikte |
bukke-仏家 | boeddhistische priester |
bukkingu-ブッキング | reservering |
bukku・rebyū-ブック・レビュー | boekbespreking; boekrecensie |
bukoku-誣告 | valse beschuldiging; smaad; laster |
bun-文 | zin; zinsnede; tekst; geschrift |
bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
bunburyōdō-文武両道 | vaardig met zowel de pen als met het zwaard; meester in zowel literaire als krijgskunsten |
bunchi-文治 | burgerlijke macht; civiel bestuur |
bunchin-文鎮 | presse-papier |
bungo-文語 | de geschreven taal; schrijftaal |
bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
bunka-文化 | cultuur; beschaving; civilisatie |
bunka-文科 | de geesteswetenschappen; de sociale wetenschappen; vrije kunsten |
bunkai-分解 | fatorisatie (wiskunde); resolutie (chemie) |
bunkan-文官 | ambtenaar; (hof)functionaris belast met bestuurstaken |
bunkanohi-文化の日 | Dag van de cultuur (nationale feestdag, 3 november) |
bunkasai-文化祭 | cultureel festival (op scholen, universiteiten, gevangenisinstellingen e.d.) |
bunkashi-文化史 | culturele geschiedenis; cultuurgeschiedenis |
bunken-文献 | handgeschreven of gedrukte verslaggeving voor onderzoeksdoeleinden |
bunkotsu-分骨 | de as [beenderen] van overledenen op verschillende locaties verstrooien [begraven] |
bunmei-文明 | beschaving; civilisatie |
bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
bunmeishi-文明史 | beschavingsgeschiedenis; cultuurgeschiedenis |
bunmyaku-文脈 | context (van geschreven zinnen) |
bunretsu-分裂 | het uiteen vallen; desintegratie; opsplitsing; ontbinding |
bunseki-文責 | verantwoording voor een geschreven tekst [artikel] |
bunsho-分署 | vestiging; filiaal; bijkantoor |
bunshō-文章 | een zin; tekst; essay; geschrift |
buntsū-文通 | briefwisseling; correspondentie |
buonfuresuko-ブオンフレスコ | Buon fresco is een fresco-schildertechniek (waarbij alkalibestendige pigmenten, vermalen in water, worden aangebracht op nat gips) |
buraindo-ブラインド | zonnescherm; jaloezie |
buraindo・tesuto-ブラインド・テスト | blindtest |
burakkuauto-ブラックアウト | black-out; verduistering; tijdelijk verlies van bewustzijn [geheugen; concentratie] |
buraunkan-ブラウン管 | kathodestraalbuis; beeldbuis |
burausu-ブラウス | bloes; blouse |
burei-無礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onbeschaafdheid |
bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
buri-振り | (gasten) die zonder reservering in een restaurant, hotel, etc. komen |
burīchi-ブリーチ | breuk; bres |
burōnī-ブローニー | Brownie (fototoestel) |
burū-ブルー | neerslachtig; triest |
burūberī-ブルーベリー | (Amerikaanse) bosbes (Vaccinium) |
burumā-ブルマー | damesslip; damesonderbroek |
burūmā-ブルーマー | damesslip; damesonderbroek |
burūsu-ブルース | blues (muziek) |
bushitsuke-不躾 | lomp; ongemanierd; onbeschaafd; onbeschaamd; brutaal |
bushitsukemono-不躾者 | een lompe [ongemanierde; onbeschaafde; onbeschaamde; brutale; onbeschofte] persoon |
busshin-物心 | het stoffelijke en het geestelijke |
busshin-物神 | materie en geest [ziel] |
bussho-仏書 | boeddhistische geschriften [teksten] |
busshuman-ブッシュマン | Bosjesman (lid van een dwergstam in Afrika) |
busso-仏祖 | een hogepriester die door het zenboeddhisme een religieuze staat heeft bereikt |
buta-豚 | varkensvlees |
butaniku-豚肉 | varkensvlees |
butchigiru-打っ千切る | met een ruime marge winnen (m.n. bij paardenraces) |
butsu-物 | (in politie jargon) gestolen goederen |
butten-仏典 | boeddhistisch geschriften (zoals soetra's e.d.)r\ |
byō-病 | (in kanji combinaties) ziekte; aandoening; kwaal; zwakte; slechte gewoonte |
byōbō-渺茫 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
byōbyō-渺渺 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
byōjō-病状 | ziekteverschijnsel; ziektebeeld; ziekteproces; ziekteverloop |
byōsha-描与 | beschrijving (in woorden, muziek, e.d.) |
byōsha-描写 | beschrijving; weergave; afbeelding; voorstelling |
byuffe-ビュッフェ | restauratie in een trein |
byuffe-ビュッフェ | buffet (tafel met uitgestalde gerechten) |
cha-茶 | thee; groene thee (meestal in de vorm お茶) |
chacha-茶茶 | onderbreking (van een gesprek, e.d.) |
chāhan-チャーハン | (Chinees) gerecht van gebakken rijst |
chaibu-チャイブ | bieslook (Allium schoenoprasum) |
chainīzuhowaito-チャイニーズホワイト | Chinees wit (pigment, voornamelijk in waterverf) |
chairotsubame-茶色燕 | bruine zwaluw; rotszwaluw (Ptyonoprogne rupestris) |
chāji-チャージ | beschuldiging; telastlegging |
chājingu-チャージング | beschuldigen; aanklagen; bevelen |
chakkari-ちゃっかり | sluw; leep; geslepen |
chakkā・būtsu-チャッカー・ブーツ | Chucker laarsjes (Chukka laarsjes) |
chakushin-着信 | ontvangst van een bericht [telefoontje; correspondentie] |
chakushō-着床 | innesteling; nedatie; innidatie (van eicellen) |
chama-ちゃま | (variant van sama; gehecht aan de naam van [of verwijzing naar] een persoon, drukt respect uit) meneer; mevrouw |
chameshi-茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst (Nara chameshi) |
chameshi-茶飯 | rijst gekookt met sojasaus en sake (sakurameshi) |
chāmu・sukūru-チャーム・スクール | etiquetteschool (voor meisjes) |
chanoko-茶の子 | versnapering; cake; snoepjes (oorspronkelijk voor bij de thee) |
chanto-ちゃんと | precies; netjes; behoorlijk |
chantoshita-ちゃんとした | correct; passend; geschikt; netjes |
chapusui-チャプスイ | chop suey; tjaptjoi (Chinees groentegerecht) |
chārusuton-チャールストン | charleston (dans) |
chashibu-茶渋 | theeaanslag; aanslag van thee in kopjes [kommetjes] |
chāshū-チャーシュー | Char siu (Chinees gerecht van geroosterd varkensvlees) |
chatto-チャット | gesprek; praatje; geklets |
chazuke-茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
chekkā・furaggu-チェッカー・フラッグ | zwart-wit geblokte finishvlag (autoraces) |
chekku-チェック | controle; toets; test |
chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
cheresuta-チェレスタ | celesta (muziekinstrument) |
chi-池 | (in kanji combinaties) vijver; put; reservoir |
chibi-ちび | (in combinaties) versleten |
chibichibi-ちびちび | beetje bij beetje; stap voor stap; met kleine teugjes [hapjes] |
chibu-恥部 | geslachtsdelen; edele delen |
chichikuru-乳繰る | een geheime liefdesaffaire hebben (met) |
chifusu-チフス | tyfus (besmettelijke ziekte) |
chīfu・eguzekutibu-チーフ・エグゼクティブ | hoofddirecteur; algemeen directeur; president |
chigaidana-違い棚 | planken die niet precies boven (of naast) elkaar zijn gemonteerd maar verspringen (deels overlappend) |
chihōbunken-地方分権 | decentralisatie van de macht (bestuurlijke bevoegdheden bij lokale overheden) |
chijin-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
chijōi-知情意 | verstand, emotie en wil (van de menselijke geest) |
chijoku-恥辱 | schande; vernedering; belediging; beschaamd zijn |
chikakakujikken-地下核実験 | ondergrondse kernproef [nucleaire test] |
chikaradameshi-力試し | test van fysieke kracht [vaardigheden]; proeve van bekwaamheid |
chikaramake-力負け | verlies door krachtsverschil (met sterkere tegenstander) |
chikaramake-力負け | verlies door teveel verspilling van kracht (in het begin) |
chikaramochi-力持ち | sterke [gespierde] man |
chikarashiba-力芝 | lampenpoetsersgras (Pennisetum alopecuroides) |
chikin-チキン | kippenvlees; kip |
chikuji-逐次 | de één na de ander; successievelijk; achtereenvolgens |
chikuzenni-筑前煮 | Japans gerecht (uit Kyushu) van gestoofde kip en groenten |
chimimōryō-魑魅魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
chin-朕 | (gebruikt als keizerlijke zelfaanduiding) ik (of pluralis majestatis) wij |
chinchō-珍重 | het veel waarde hechten aan; iets koesteren; met zorg bewaren |
chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
chingaizai-鎮咳剤 | hoestdrank; antitussivum; hoeststillend middel |
chinjutsusho-陳述書 | (geschreven) verklaring (van direct betrokkene, getuige, e.d.) |
chinkon-鎮魂 | zielenrust (van een gestorvene) |
chinpei-鎮兵 | (Nara-Heian periode) verdedigingsleger (voor de provincies Mutsu en Dewa in Japan) |
chinpei-鎮兵 | soldaten die worden uitgezonden om lokale conflicten te bestrijden |
chinshasuru-陳謝する | zich verontschuldigen; excuses maken [aanbieden] |
chinshi-琛贄 | giften [geschenken] aan de vorst |
chintei-鎮定 | onderdrukking; repressie |
chintsū-鎮痛 | pijnbestrijding; pijnverlichting |
chin'atsu-鎮圧 | onderdrukking; repressie; onderwerping |
chin'utsu-沈鬱 | somberheid; zwaarmoedigheid; depressie; melancholie |
chirarito-ちらりと | eventjes; vluchtig; toevallig |
chirashi-散らし | chirashi-sushi (sushigerecht gereserveerd in een kom waarbij de ingrediënten los en gemengd bovenop de sushirijst liggen) |
chirashizushi-散らし寿司 | een kom sushirijst met verschillende soorten ingrediënten erover gestrooid |
chirimen-縮緬 | crêpe; krip (gekroesd, niet-glanzend weefsel) |
chirimenjako-縮緬雑魚 | gedroogde kleine visjes |
chirimenjiwa-縮緬皺 | fijne rimpeltjes |
chirirenge-散り蓮華 | Chinese porseleinen lepel |
chirori-銚釐 | een koperen of messing kan om sake in te verwarmen |
chirudo・bīfu-チルド・ビーフ | gekoeld rundvlees |
chishi-知歯 | verstandskies |
chisō-馳走 | feestmaal; voortreffelijk gerecht |
chitekishōgai-知的障害 | zwakbegaafdheid; geestelijk gebrek |
chitoseame-千歳飴 | een rood-witte snoepstok verkocht op festivals voor kinderen |
chō-嘲 | (in kanji combinaties) bespotten; uitlachen; honen |
chō-脹 | (in kanji combinaties) zwelling |
chōaisuru-寵愛する | sympathie [genegenheid] hebben; liefhebben; beschermen; (iem.) protegeren |
chōbi-掉尾 | einde; slot; laatste stuk; laatste loodjes |
chōchin-提灯 | lantaarn; lampion; Japanse [Chinese] papieren lantaarn |
chōdo-丁度 | precies (goed); juist; exact |
chōen-腸炎 | enteritis; darm(slijmvlies)ontsteking |
chōjūhogoku-鳥獣保護区 | wildreservaat; beschermd gebied voor vogels en wilde dieren |
chōka-長歌 | langere vorm van waka-poëzie, met regels van 5 en 7 lettergrepen, die afwisselend minstens drie keer worden herhaald (meestal eindigend met 7) |
chōkai-懲戒 | disciplinaire straf (maatregel); bestraffing; sanctie; tuchtiging |
chōkakinmuteate-超過勤務手当 | vergoeding [toeslag; premie] voor overwerk |
chōkeshi-帳消し | het wegstrepen (winst of verlies); compenseren |
chokki-チョッキ | jasje; colbert; vest |
chokkura-ちょっくら | een beetje; kort; een momentje; eventjes |
chokochoko-ちょこちょこ | lopend met kleine pasjes; waggelend |
chōkokutō-彫刻刀 | beitel; mesje voor houtsnijwerk; graveernaald |
chokozai-猪口才 | onbeschaamdheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
chokudoku-直読 | het hardop voorlezen van Chinese teksten (in de originele Chinese volgorde) |
chokuhitsu-直筆 | de zaken beschrijven zoals die feitelijk zijn (zonder uitweidingen) |
chokuretsukairo-直列回路 | serieschakeling |
chokusai-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
chokusai-直裁 | een direct [onmiddellijk; regelrecht] besluit [oordeel] |
chokusenshū-勅撰集 | poëziebloemlezing samengesteld in opdracht van de keizer |
chokusetsu-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
chokusha-直射 | gerichte (frontale) beschieting |
chokushanikkō-直射日光 | direct zonlicht [zonnestralen] |
chōkyoridenwa-長距離電話 | internationaal [interlokaal] telefoongesprek |
chōmon-聴聞 | het luisteren naar (een lezing, toespraak, preek, etc.) |
choppu-チョップ | karbonade; kotelet (stuk vlees) |
chōriba-調理場 | (professionele) keuken (zoals b.v. in restaurants) |
chōrō-嘲弄 | minachting; bespotting; hoon |
chorogi-草石蚕 | Chinese [Japanese] artisjok (Stachys sieboldii.) |
choroi-ちょろい | eenvoudig; gemakkelijk; simpel (van geest) |
chōsa-調査 | onderzoek; research; inspectie |
chōsakekka-調査結果 | bevindingen [uitslag] van een politieonderzoek; onderzoeksresultaat |
chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
chosakubutsu-著作物 | een geschreven [gecomponeerd] werk (boek, muziekstuk, e.d.) |
chōsen-挑戦 | moeilijke test [opdracht] |
chōshi-銚子 | schenkkan [ketel; kruik] voor sake (rijstwijn); sakefles |
chosho-著書 | boek; geschreven werk; tekst |
chōsho-調書 | verslag van onderzoeksresultaten |
chōshū-徴収 | incassering (van belastingen, leges e.d.) |
chosuichi-貯水池 | (water) reservoir; spaarbekken |
chōtokkyū-超特急 | hoge snelheidstrein; superexpress trein |
chototsu-猪突 | roekeloosheid; overmoedigheid; onbezonnenheid; onbesuisdheid |
chotto-ちょっと | eventjes; kort; een momentje; een beetje |
chōyō-重陽 | Chrysanten Festival (9 sept. volgens de maankalender) |
chōzaigijutsuryō-調剤技術料 | kosten voor uitgifte van voorgeschreven medicatie |
chozōbutsu-貯蔵物 | voorraad; reserves; inventaris |
chozōhin-貯蔵品 | voorraad; (opgeslagen) goederen |
chūcho-躊躇 | aarzeling; besluiteloosheid |
chūchosuru-躊躇する | aarzelen; weifelen; besluiteloos zijn; twijfelen |
chūgen-中元 | de 15de dag van de 7de maand (van de maankalender), de laatste dag van het Obon festival |
chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
chūgen-忠言 | goed [eerlijk] advies; goede raad |
chūgokugo-中国語 | het Chinees; de Chinese taal |
chūgokujin-中国人 | een Chinees |
chūi-注意 | waarschuwing; advies |
chūikaki-注意書き | instructies [aanwijzingen] voor gebruik (van medicijnen, apparatuur, etc.) |
chūjiku-中軸 | punt [persoon] waar alles om draait; centrale figuur |
chūka-中華 | (afk. voor) Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
chūkai-厨芥 | keukenafval; etensresten |
chūkanshi-中間子 | meson (elementair deeltje) |
chūkaryōri-中華料理 | Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
chūkasoba-中華蕎麦 | Chinese soba-noedels |
chūkō-中興 | restauratie; heropleving |
chūkoku-忠告 | advies; raad; waarschuwing |
chūkyō-中共 | Chinese Communistische Partij |
chūmon-注文 | bestelling; order |
chūmonnagare-注文流れ | een afgezegde [geannuleerde] bestelling [order] |
chūmonsuru-注文する | bestellen; een bestelling plaatsen |
chunijia-チュニジア | Tunesië |
chūnikai-中二階 | tussenverdieping; entresol; mezzanine |
chūniku-中肉 | vlees van middelmatige kwaliteit |
chūsei-中性 | geslachtsloosheid; androgynie |
chūseidai-中生代 | mesozoïcum (tijdperk) |
chūshi-注視 | observatie; het observeren [gadeslaan] [staren]; gestaar |
chūshisuru-注視する | iets observeren; iets gadeslaan; ergens naar staren |
chūshōhyōgenshugi-抽象表現主義 | abstract expressionisme |
chūtōkyōikugakkō-中等教育学校 | zesjarige middelbare school |
chūzai-駐在 | het in het buitenland gestationeerd zijn; baan [verblijf] in het buitenland |
daben-駄弁 | gezwets; onzin; praatjes; geklets |
dabun-駄文 | (een term die ook wordt gebruikt als bescheiden aanduiding voor) mijn (eigen) schrijfwerk |
daburupurei-ダブルプレー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
daburu・bukkingu-ダブル・ブッキング | dubbele boeking [reservering] |
daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
dadappiroi-だだっ広い | buitengewoon ruim [uitgestrekt; wijd; groot] |
daha-打破 | vernietiging; nederlaag; verlies; omverwerping |
daho-拿捕 | inbeslagname |
dai-だい | prefix of suffix in samengestelde woorden |
dai-題 | kwestie; vraag |
daiaru-ダイアル | wijzerplaat; kiesschijf; afstemknop |
daiben-大便 | uitwerpselen; feces; ontlasting |
daichōkin-大腸菌 | E. Coli (Escherichia coli); E. Coli bacterie |
daidai-代代 | vele [opeenvolgende] generaties |
daigakkō-大学校 | nationale academie; hogeschool |
daigaku-大学 | universiteit; hogeschool; academie |
daigakukyōju-大学教授 | professor (aan een universiteit) |
daihen-代返 | (op school) bij het afroepen van namen van een presentielijst bevestigend antwoorden t.b.v een andere persoon (die zelf niet aanwezig is) |
daihi-大悲 | andere naam voor Kanzeon (Guanyin, bodhisattva Avalokiteśvara) |
daihyō-代表 | vertegenwoordiging; representatie |
daihyō-代表 | vertegenwoordiger; agent; representant; afgevaardigde; (sport) selectie |
daihyōsaku-代表作 | het beste werk van [het werk dat is kenmerkend voor] een kunstenaar (schilder, schrijver etc.); meesterwerk |
daiichininsha-第一人者 | de hoogstgeplaatste [meest gezaghebbende] persoon; degene met de hoogste rang; de leidende [invloedrijkste] persoon (op een bepaald gebied) |
daiikka-第一課 | de eerste les; les 1 |
daiji-大字 | een groot (Chinees) karakter [kanji] |
daijōsai-大嘗祭 | groot festival na de troonsbestijging van een keizer (waarbij de keizer het nieuwe graan van het jaar offert) |
daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
daikyū-代休 | extra vrije dag (als compensatie voor werken op een feestdag) |
daimonji-大文字 | (afk. voor) de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
daimonji-大文字 | (andere naam voor) het festival Gozan no Okuribi (bij Kyoto) waarbij vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
daimonjiyama-大文字山 | de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
dainashi-台無し | bedorven [verrot; verpest] zijn |
dainichinyorai-大日如来 | Mahavairocana (in het Japans Esoterisch Boeddhisme de hoogste Boeddha van de Kosmos) |
dainingu・kā-ダイニング・カー | restauratiewagen |
dainoji-大の字 | (de vorm van het kanji 大) met armen en benen gespreid |
dairekuto・māketingu-ダイレクト・マーケティング | (agressieve) verkoop via telefoon, direct mail, etc. |
dairekuto・mēru-ダイレクト・メール | postreclame; persoonlijk geadresseerde reclamepost |
dairokkan-第六感 | intuïtie; zesde zintuig |
daisaishi-大祭司 | hogepriester (Jodendom) |
daisangoku-第三国 | een derde land (een land dat niet direct is betrokken bij een kwestie of conflict tussen andere landen) |
daisensei-大先生 | geniale [grote] meester [leraar, docent] |
daisensei-大先生 | humoristische aanduiding of beschrijving van iemand |
daishirazu-題知らず | (waka-poëzie) de titel en de omstandigheden waaronder het gedicht is geschreven zijn onbekend |
daisū-台数 | het aantal grote objecten (zoals auto's, machines, computers, e.d.) |
daitaihin-代替品 | reserveonderdeel; vervanging; substituut; vervangstuk |
daitai\'iryō-代替医療 | alternatieve geneeskunde |
daitanfuteki-大胆不敵 | zonder vrees zijn; onverschrokkenheid |
daitōryō-大統領 | president |
daitōryōdaikō-大統領代行 | waarnemend president |
daitōryōfujin-大統領夫人 | presidentsvrouw; first lady |
daitōryōfujin-大統領夫人 | vrouw van een president |
daitōryōfukoku-大統領布告 | presidentieel decreet |
daitōryōkeigotai-大統領警護隊 | geheime dienst (secret service) ter bewaking van de president |
daitōryōkōho-大統領候補 | presidentskandidaat |
daitōryōrei-大統領令 | presidentieel decreet |
daitōryōsenkyo-大統領選挙 | presidentsverkiezingen |
daitōryōshūninenzetsu-大統領就任演説 | presidentiële inauguratierede |
daiyaru-ダイヤル | wijzerplaat; kiesschijf; afstemknop |
daiyaruin-ダイヤルイン | inkiessysteem; doorkiessysteem (direct bellen met doorkiesnummer) |
daiza-台座 | sokkel; piëdestal; voetstuk |
daizōkyō-大蔵経 | Taishō Tripiṭaka is een uitgave van Chinese boeddhistische geschriften, met Japanse commentaren |
dakusuru-諾する | toestemmen; zich bereid verklaren; instemmen met; akkoord gaan; voldoen aan; inwilligen (verzoek) |
dakyō-妥協 | compromis; concessie; overeenstemming |
dakyū-打球 | slag; geslagen bal; het slaan van een bal (met een knuppel, golfclub, racket, e.d.) |
damēji-ダメージ | schade; beschadiging |
damī-ダミー | proefpagina; proefmodel; nepartikel; (crashtest)pop |
dan-弾 | woord gebruikt voor het tellen van kogels; plannen; werkstukken; projecten, series, e.d. |
dancha-磚茶 | (Chinese) steenthee; tegelthee (tot tegeltjes geperste thee) |
dangai-弾劾 | beschuldiging; verdachtmaking; aanklaging; terechtwijzing |
dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
danjo-男女 | man en vrouw; mannen en vrouwen; jongens en meisjes; beide geslachten |
dankaitekishukushō-段階的縮小 | de-escalatie |
danko-断固 | standvastig [vastberaden; resoluut; ferm] zijn |
danryū-暖流 | warme zeestroming |
dansā-ダンサー | danser; danseres |
danseikyōfushō-男性恐怖症 | androfobie (vrees voor mannen) |
danshō-談笑 | een prettig [vriendelijk; luchthartig] gesprek |
dansukyōshi-ダンス教師 | dansleraar (m); danslerares (v) |
dansukyōshitsu-ダンス教室 | dansklas; dansles (lokaal); dansstudio |
dansupaatii-ダンスパーティー | dansfeest; dansparty; bal |
dantei-断定 | duidelijke beoordeling [bevestiging; verklaring; conclusie] |
danzuru-断ずる | besluiten; beslissen; bepalen |
dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
dappi-脱皮 | het zichzelf bevrijden; breken met (conventies, oude gedachtepatronen, gewoontes, e.d.) |
darani-陀羅尼 | dharani (boeddhistische gezangen, mantras, bezweringen of recitaties) |
dashi-山車 | paradewagen; festivalwagen; praalwagen |
dasshu-奪取 | verovering; vangst; beslaglegging; gevangenneming |
dasshusuru-奪取する | veroveren; gevangennemen; beslag leggen; innemen; afpakken |
dassō-脱走 | desertie; vlucht; ontsnapping |
dassōsuru-脱走する | deserteren; ontsnappen; vluchten |
datchō-脱腸 | ingewandsbreuk (hernia abdominalis); liesbreuk |
dātī-ダーティー | vies; vuil |
dātī・furōto-ダーティー・フロート | een systeem waarbij beleidsautoriteiten ingrijpen wanneer er ongewenste fluctuaties optreden op de wisselkoersen |
datō-妥当 | juistheid; geschiktheid; toepasselijkheid; relevantie |
dāto・kōsu-ダート・コース | (paardenrennen of motor races) onverharde baan |
datsu-奪 | (in kanji-combinaties) beroving; plundering |
datsumō-脱毛 | haaruitval; haarverlies; ontharing, epilatie |
dauheikin-ダウ平均 | Dow Jones index |
dauheikinshisū-ダウ平均指数 | Dow-Jonesindex |
daun-ダウン | dons; veertjes |
daun-ダウン | onderuitgegaan [ingestort] (door uitputting, zwakte of ziekte) |
deba-出刃 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
debabōchō-出刃包丁 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
debaisu-デバイス | apparaat; toestel |
debaisu・doraibā-デバイス・ドライバー | stuurprogramma (software voor verbinding tussen hardware en besturingssysteem) |
deddo・hīto-デッド・ヒート | gelijkspel; onbesliste wedstrijd; gelijk gefinisht |
deesukarēshon-デエスカレーション | de-escalatie |
defure・gyappu-デフレ・ギャップ | deflatoire kloof; bestedingstekort |
dei-泥 | (in kanji combinaties) modder; modderige substantie; gefixeerd; vasthoudend |
dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
deki-出来 | resultaat; score; cijfers |
dekiagari-出来上がり | voltooiing; eindresultaat |
dekimono-出来物 | tumor; gezwel; abces; steenpuist |
dekki・gorufu-デッキ・ゴルフ | golfspel dat op het dek van een schip wordt gespeeld |
dekuresshendo-デクレッシェンド | (muziekterm) decrescendo (zwakker wordende toon) |
demae-出前 | bezorging aan huis van maaltijden bereid door restaurants, cateraars, e.d. |
demo-デモ | demonstratie; protest |
demo-デモ | demonstratie; presentatie |
demodori-出戻り | gescheiden vrouw (die weer bij haar ouders woont) |
dēmon-デーモン | demon; boze geest; duivel |
demono-出物 | tumor; gezwel; abces; steenpuist |
demonsutorēshon-デモンストレーション | demonstratie; protest |
demonsutorēshon-デモンストレーション | demonstratie; presentatie |
dengakuzashi-田楽刺し | het vastprikken; aan een spies steken |
denjitekikiroku-電磁的記録 | electromagnetisch bestand [register] |
denka-殿下 | (aanspreektitel) (Uwe; Hare; Zijne) Majesteit |
denkieidō-電気泳動 | elektroforese |
denkiteikō-電気抵抗 | elektrische weerstand; resistentie |
denkōkeijiban-電光掲示板 | elektronisch informatiescherm; elektronisch prikbord |
dennetsuki-電熱器 | elektrothermisch apparaat [toestel]; elektrische kachel; straalkachel; elektrische verwarmingseenheid |
denpabōenkyō-電波望遠鏡 | radiotelescoop |
denpō-伝法 | de overdracht [het doorgeven; onderwijzen] van de boeddhistische leer (van meester op discipel) |
denpō-伝法 | slecht [onbeschoft; ruw] gedrag; een schurk |
denpu-田夫 | boerenkinkel; boerenpummel; onbeschofte persoon |
denpuyajin-田夫野人 | boerenkinkel; boerenpummel; onbeschofte persoon |
densen-伝染 | besmetting; infectie |
densenbyō-伝染病 | besmettelijke [overdraagbare] ziekte; epidemie |
denwa-電話 | telefoon; telefoongesprek |
denwachū-電話中 | tijdens [aan] het telefoneren; in gesprek (van telefoon) |
derikatessen-デリカテッセン | delicatessen; lekkernijen |
derikatessen-デリカテッセン | een winkel die delicatessen verkoopt |
desaki-出先 | bestemming; verblijfplaats |
desakikikan-出先機関 | filiaal; locale vestiging; bijkantoor |
deshijon・mēkingu-デシジョン・メーキング | besluitvorming |
desukarēshon-デスカレーション | de-escalatie |
desuku-デスク | bureau; (schrijf)tafel; lessenaar |
desupotizumu-デスポティズム | despotisme |
desupotto-デスポット | despoot; absoluut vorst; tiran; alleenheerser; autocraat; dictator |
desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
dētabēsu-データベース | database; gegevensbank; gegevensbestand |
dezainā-デザイナー | ontwerper; designer |
dezāto-デザート | dessert; toetje; nagerecht |
dē・gēmu-デー・ゲーム | wedstrijd gespeeld overdag (bij daglicht) |
diesukarēshon-ディエスカレーション | de-escalatie |
dinā・pātī-ディナー・パーティー | etentje; (feestelijk) diner |
dīpu・sausu-ディープ・サウス | het diepe Zuiden (de meest zuidelijke staten van Amerika: Georgia, Alabama, Louisiana en Mississippi) |
dīpu・supēsu-ディープ・スペース | de verre ruimte (buiten ons zonnestelsel) |
direkutorī-ディレクトリー | (het bundelen van bestanden in) een map, folder (computer) |
dīringu-ディーリング | effecten- en valutatransacties |
dīringu・rūmu-ディーリング・ルーム | handelsruimte, een ruimte in een financiële instelling waar effecten- en valutatransacties worden uitgevoerd |
disuinfurēshon-ディスインフレーション | desinflatie; vermindering van inflatie |
disupōzā-ディスポーザー | afvalvernietiger; voedselrestenvermaler |
dīzeru-ディーゼル | diesel |
dīzerukikan-ディーゼル機関 | dieselmotor |
dīzeru・enjin-ディーゼル・エンジン | dieselmotor |
dī・bui-ディー・ブイ | huiselijk geweld (Engels DV: domestic violence) |
dī・pī・ī-ディー・ピー・イー | (Development Printing Enlargement) het post-productieproces van fotografische films: ontwikkelen, printen en vergroten |
dō-働 | (in kanji combinaties) werken; arbeid |
do-土 | (in kanji combinaties) aarde; grond; bodem; land; zaterdag; een van de vijf elementen in de Chinese filosofie |
doa・tsū・doa-ドア・ツー・ドア | (bezorging) direct van het ene adres naar het andere adres |
dōbutsu-動物 | dieren; beesten; fauna |
dōbutsuaigoshūkan-動物愛護週間 | een week waarin het beschermen van dieren wordt gepropageerd |
dōbutsukyōfushō-動物恐怖症 | zoöfobie (vrees voor dieren) |
dōbutsushōsetsu-動物小説 | literaire genre waarbij dieren de voornaamste personages zijn |
dōchōatsuryoku-同調圧力 | groepsdwang; de druk om je te conformeren aan de rest [de anderen om je heen] |
dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
dōdō-ドードー | dodo; walgvogel (een uitgestorven vogel, Raphus cucullatus) |
dōdō-堂堂 | waardig; ontzagwekkend; indrukwekkend; majestueus |
dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
dōfū-同封 | iets dat bijgesloten is |
dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
dohyō-土俵 | forum voor discussies [onderhandelingen] |
dōikaku-同位角 | (wiskunde) corresponderende hoeken (wanneer 1 rechte lijn 2 rechte lijnen snijdt) |
dōitsushi-同一視 | identificatie; de identiteit vaststellen; als hetzelfde beschouwen |
dōitsushisuru-同一視する | identificeren; als hetzelfde [gelijk] beschouwen |
dōjaku-瞠若 | (opperste) verbazing; verbijstering; als met stomheid geslagen |
dōjime-胴締め | (judo) schaarklem (niet toegestane techniek) |
dōjin-同人 | dezelfde persoon; de persoon in kwestie |
dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dōjiru-動じる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
dojji・rain-ドッジ・ライン | Dodge Line, een financieel-economisch beleid opgesteld door Joseph Dodge (1890-1964) voor Japan na de Tweede Wereldoorlog |
dojō-泥鰌 | Chinese weeraal (Aziatische modderkruiper; Misgurnus anguillicaudatus) |
dōjōhyō-同情票 | sympathiestem; solidariteitsstem |
dōkasayō-同化作用 | assimilatieproces; biosynthese |
dokkai-読解 | begrijpend lezen; leesvaardigheid |
dokkaika-読解力 | goede leesvaardigheid hebben; goed begrijpend kunnen lezen; |
dokkaikatesuto-読解力テスト | leesvaardigheidstest; toets begrijpend lezen |
dokkingu-ドッキング | (Eng.: docking) het aanmeren [koppelen] (van ruimteschepen, satellieten, e.d.) |
dokoro-どころ | (als partikel) een kwestie van...; een plek [tijd] om te...; het niveau [level] van... |
dokoroka-どころか | verre van; allesbehalve; laat staan dat; om nog maar te zwijgen van |
doku-独 | (in kanji-combinaties) Duitsland |
doku-独 | (in kanji-combinaties) alleen; eenzaam |
doku-読 | (de on-lezing, in kanji-combinaties) lezen |
dokudan-独断 | eigen oordeel [besluit; beslissing; mening] |
dokujiryoku-読字力 | leesvaardigheid |
dokuritsujison-独立自尊 | onafhankelijkheid en zelfrespect |
dokuritsukokkakyōdōtai-独立国家共同体 | Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) (ex-Sovjetstaten) |
dokusai-独裁 | dictatuur; despotisme; alleenheerschappij; tirannie |
dokusaisha-独裁者 | dictator; autocraat; despoot |
dokusaiteki-独裁的 | dictatoriaal; despotisch; autoritair |
dokusuru-毒する | kwetsen; vergiftigen; verpesten; corrumperen |
dokutā・sutoppu-ドクター・ストップ | op advies van de dokter stoppen met roken, drinken, e.d. |
dokyumento-ドキュメント | document; geschrift; akte |
dōkyūsei-同級生 | klasgenoot; medestudent |
doma-土間 | (in theater) parterre; stalles |
domannaka-ど真ん中 | precies in het midden |
donburibachi-丼鉢 | kom (middelgroot, geschikt voor donburi-gerechten) |
dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
dōnin-同人 | dezelfde persoon; de persoon in kwestie |
dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
donzumari-どん詰まり | einde; slot; uitkomst; laatste loodjes; doodlopende weg |
doppuri-どっぷり | volledig opgaan in; geheel ondergedompeld [opgeslurpt] worden |
doraggukuīn-ドラッグクイーン | travestiet; dragqueen |
doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
doraibuin-ドライブイン | wegrestaurants; cafetaria's en winkels langs autosnelwegen |
doraibu・surū-ドライブ・スルー | drive-inwinkel; drive-inrestaurant, e.d. |
dorai・karē-ドライ・カレー | droge curry (een gerecht van gebakken vlees en groenten met kerrie, zonder toevoeging van water) |
doramā-ドラマー | drummer (bespeler van het drumstel) |
doresshingu-ドレッシング | dressing (voor salades) |
doresshingu・rūmu-ドレッシング・ルーム | (Eng.: dressing room) kleedkamer |
doresu・appu-ドレス・アップ | (Eng.: dress up) mooie kleren aantrekken |
dorifuto-ドリフト | driften, rijtechniek waarbij de bestuurder de auto in een zijdelingse beweging door een bocht stuurt |
dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
doroppuin-ドロップイン | bezoek zonder reservering of afspraak |
doroppukikku-ドロップキック | aanvalsmanoeuvre in professioneel worstelen |
doroppu・shotto-ドロップ・ショット | (bij tennis of badminton) dropshot (zacht geslagen bal die vlak achter het net valt) |
dorushokku-ドル・ショック | de Nixon Shock (economische maatregelen van President Nixon in 1971, o.a. het eenzijdig opheffen van de omwisseling van goud in Amerikaanse dollars) |
dōryū-道流 | (boeddhisme) monniken; priesters |
dōsa-動作 | werking; besturing; bediening |
dōsei-動静 | beweging; ontwikkeling; stroming; toestand; trend |
dōsei-同性 | hetzelfde geslacht; dezelfde sekse |
dōshi-同志 | kameraden; medestanders; gelijkgestemde mensen;; verwante zielen; mensen met dezelfde overtuiging |
dōshi-同氏 | de (al eerder) genoemde [desbetreffende] persoon |
dōshi-同視 | gelijke behandeling; als hetzelfde beschouwen |
dōshi-導師 | dienstdoende priester [monnik] (m.n. tijdens een begrafenis) |
dōshi-道士 | een integer [fatsoenlijk] iemand; een persoon met een sterk moreel besef |
dōshi-道士 | boeddhistische priester [monnik] |
dōshin-同心 | gelijkgestemdheid; dezelfde geest [mening, gedachte] |
doshitsushiken-土質試験 | bodemtest |
dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
dotanba-土壇場 | (Edo periode) aarden platform waar executies [onthoofdingen) plaatsvonden |
dōten-動転 | het van slag [verbijsterd; geshockeerd] zijn |
dotō-怒濤 | woeste [onstuimige] golven |
doyomeku-響めく | (na)galmen; weerklinken; resoneren |
doyomeku-響めく | (meestal in kana) zijn stem verheffen; herrie maken |
dōzuru-動ずる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
eazōru-エアゾール | aerosol (een mengsel van stofdeeltjes of vloeistofdruppels in een gas) |
ea・chekku-エア・チェック | aircheck (een demonstratie-opname van een radio- of tv-presentator) |
ea・konpuressā-エア・コンプレッサー | luchtcompressor |
ebi-海老 | garnaal; langoest; rivierkreeft |
ebigaraichigo-海老殻苺 | Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) |
ebisu-恵比須 | Ebisu, god van visserij, scheepvaart en handel (meestal afgebeeld met hengel en vis), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
ebisukō-恵比須講 | het Ebisu festival, gewijd aan Ebisu, de god van de welvaart (meestal gehouden in oktober of november) |
echiketto-エチケット | etiket; label (op een fles) |
ee-ええ | een Japans partikel dat uitdrukt een bevestiging (ja) of aarzeling (hm,...) |
efu・ē・kyū-エフ・エー・キュー | Veel gestelde vragen (Eng.: FAQ, frequently asked questions) |
efu・ō・bī-エフ・オー・ビー | Vrij aan boord (Eng. FOB: Free On Board; term in het internationale handelsrecht voor bepaalde leveringscondities) |
egokoro-絵心 | talent voor [bekwaamheid in] schilderen; verstand van [interesse in] schilderkunst [schilderijen] |
ehōmaki-恵方巻 | een hele (ongesneden) sushi-rol (wordt gegeten als geluksbrenger tijdens het Setsubun festival) |
ehon-絵本 | prentenboek; plaatjesboek |
ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
ei-永 | (afk. voor) eirakusen, oude Chinese geldmunt |
eibun-英文 | in het Engels geschreven tekst |
eidan-営団 | publieke-private onderneming; bestuursstichting |
eidan-英断 | doorslaggevende beslissing; beslissend oordeel |
eigyōson'eki-営業損益 | operationele winstmarge; winst en verlies in bedrijfsvoering [handel, e.d.] |
eijishi-政治史 | politieke geschiedenis |
eirakusen-永楽銭 | oude Chinese geldmunt |
eirei-英霊 | geesten [zielen] van overleden strijders [soldaten] |
eiten-栄典 | feestelijke ceremonie |
eizu-エイズ | (acquired immunodeficiency syndrome) aids (immunodeficiëntiesyndroom) |
ēji・shūtā-エージ・シューター | een age-shooter, een golfspeler die op een 18-holes golfbaan een puntenaantal scoort dat gelijk of lager is dan zijn [haar] leeftijd |
ekibyō-疫病 | epidemie; pest |
ekiden-駅伝 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
ekidenkyōsō-駅伝競走 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
ekidome-駅留め | bezorging [levering] van pakjes [vracht] via afhalen op het station |
ekijō-液状 | vloeibare toestand (van een stof) |
ekirei-疫癘 | epidemie; pest |
ekisupāto-エキスパート | specialist; deskundige; expert |
ekisutikkusu-エキスティックス | wetenschap van menselijke vestiging; planologie |
ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
ekonomī-エコノミー | zuinigheid; bezuiniging; besparing |
ekurichūru-エクリチュール | schrift; het schrijven; (geschreven) tekst |
ekusoshisumu-エクソシスム | exorcisme; het uitdrijven van de kwade geest |
ekusupāto-エクスパート | specialist; deskundige; expert |
ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
emono-得物 | handwapen; iemands favoriete [beste] wapen |
emono-獲物 | trofee; buit; gestolen goederen |
emu-笑む | openbarsten (van de beschermhuls [vruchtwand] van een noot e.d.) |
emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI (scan techniek) |
emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI-scan |
en-宴 | feest; party; banket |
en-煙 | (in kanji combinaties) rook; nevel; roet; tabak |
en-縁 | het lot; noodlot; bestemming; karma |
enbifuku-燕尾服 | jacquet; pandjesjas |
endan-演壇 | rostrum; spreekgestoelte; podium |
engawa-縁側 | het (lekkere) vlees van de aanhechting van de vinnen van platvissen |
engi-縁起 | oorsprong, herkomst; voorgeschiedenis |
enishi-縁 | het lot; noodlot; bestemming |
enja-演者 | iemand die optreedt (tv of toneel); artiest; acteur |
enja-演者 | iemand die een toespraak houdt; spreker |
enkai-宴会 | (feestelijk) diner; banket |
enkai-延会 | verdaging; opschorting; schorsing; reces |
enkai-延会 | uitgestelde aandeelhoudersvergadering |
enko-縁故 | persoonlijke connecties [relaties] |
enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
enshutsu-演出 | regie; organisatie (van voorstellingen, evenementen, ceremonies, etc.) |
ensōsha-演奏者 | musicus (m); musicienne (v); optredende artiest |
enueichikēkōkyōgakudan-NHK交響楽団 | NHK-symfonieorkest |
enukyō-N響 | NHK-symfonieorkest |
enzai-冤罪 | valse [ongegronde] beschuldiging [aanklacht] |
enzetsu-演説 | toespraak; oratie; rede; lezing |
enzetsusuru-演説する | een toespraak [speech; oratie] houden; een lezing geven |
en'yūkai-園遊会 | tuinfeest |
eonizumu-エオニズム | eonisme (travestie) |
erisuguru-選りすぐる | selecteren (uit de beste opties) |
erīto-エリート | lettertype (met 12 karakters per inch) op een westerse schrijfmachine |
erizekyū-エリゼ宮 | het Élysée-paleis (de officiële residentie van de Franse president) |
essei-エッセイ | essay |
esseisuto-エッセイスト | essayist; schrijver van essays |
essensharu-エッセンシャル | essentieel; noodzakelijk; van groot belang |
essensu-エッセンス | essentie; kern; wezenlijk belang |
ēsu-エース | uitblinker; de beste (speler, etc.) |
esukarēshon-エスカレーション | escalatie; stapsgewijze verheviging |
esukarugo-エスカルゴ | (eetbare) huisjesslak |
esukēpu-エスケープ | een les overslaan op school (door de klas uit de sluipen) |
esukēpu-エスケープ | escape (computertoets) |
esukimō-エスキモー | eskimo |
esukōto-エスコート | begeleiding; begeleider; escorte |
esuperanto-エスペラント | Esperanto (internationale kunsttaal) |
esupuresso-エスプレッソ | espresso (koffie) |
esusetikusu-エスセティクス | esthetica; esthetiek |
esutetikusu-エステティクス | esthetica; esthetiek |
esutonia-エストニア | Estland |
esutorogen-エストロゲン | oestrogeen |
eto-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
etsuke-絵付け | het beschilderen |
etsukerokuro-絵付けろくろ | boetseerschijf; draaischijf voor beschilderen van keramiek |
etsuran-閲覧 | raadpleging [bestudering] van boeken en documenten (in een bibliotheek, e.d.) |
etsuranshitsu-閲覧室 | leeszaal; studiezaal |
ē・pī-エー・ピー | (Associated Press) Amerikaans persbureau |
ē・tī・esu-エー・ティー・エス | (automatic train stop) een systeem dat automatisch een trein stopt bij bepaalde noodsituaties |
fado-ファド | fado (Portugees levenslied) |
fainaru-ファイナル | laatste; beslissend; eind- |
fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
fairu-ファイル | bestand; document; verzameling gegevens |
fakku-ファック | jargon voor geslachtsgemeenschap (ook gebruikt als scheldwoord) |
fandamentaru-ファンダメンタル | fundamenteel; essentieel; elementair; basis- |
fandēshon-ファンデーション | lingerie; damesondergoed |
fantomu-ファントム | fantoom; spook; geest; geestverschijning; spookverschijning |
fasshon・shō-ファッション・ショー | modeshow |
fāsuto・redi-ファースト・レディ | presidentsvrouw |
fāsuto・redi-ファースト・レディ | vooraanstaande vrouw; de beste vrouw (in haar vakgebied) |
faundēshon-ファウンデーション | lingerie; damesondergoed |
fearī-フェアリー | (sprookjes) fee |
fearīrando-フェアリーランド | sprookjesland; feeënland |
fesutibaru-フェスティバル | festival |
figyua-フィギュア | figuur; vorm; gestalte |
fikushon-フィクション | fictie; verzinsel; hypothese |
fīrudo・asurechikku-フィールド・アスレチック | een sport waarbij hindernissen en toestellen worden opgesteld op een parcours dat gebruik maakt van natuurlijke topografie, zoals bomen, e.d. |
firuhāmonī-フィルハーモニー | filharmonisch orkest |
firutā-フィルター | (elektrotechniek) filter voor het doorlaten van bepaalde frequenties |
fitto-フィット | (precies) passen (van kleding) |
fittonesu-フィットネス | fitness-training; oefeningen om fit te worden [blijven] |
fittonesusutajio-フィットネススタジオ | fitnessstudio; sportschool |
fizu-フィズ | gebruis; gesis |
foa-フォア | Vrij! (bij golf een waarschuwing dat de bal geslagen wordt) |
fōdo・shisutemu-フォード・システム | massaproductiesysteem in een autofabriek, geïntroduceerd door de Ford Motor Company in de jaren 1910 |
forumu-フォルム | vorm; gestalte; conditie |
fotorejisuto-フォトレジスト | fotoresist; fotolak |
fu-膚 | (in kanji combinaties) huid |
fu-膚 | (in kanji combinaties) oppervlakte; uiterlijk; buitenkant |
fu-麩 | stukjes (vaak mooi gedecoreerd) voedsel gemaakt van tarwegluten (wordt b.v. toegevoegd aan soepen) |
fuan-不安 | onzekerheid; ongerustheid; bezorgdheid; vrees |
fūbagyū-風馬牛 | desinteresse; onverschilligheid |
fūbō-風防 | windbescherming; windscherm |
fubōgarasu-風防ガラス | beschermglas van een horloge |
fubun-不文 | ongeschreven tekst |
fubunhō-不文法 | ongeschreven wet |
fubunritsu-不文律 | ongeschreven regel [voorschrift; wet] |
fuchaku-付着 | aankleving; hechting; adhesie |
fuchi-不治 | ongeneeslijkheid; ongeneeslijk zijn |
fuchise-淵瀬 | onbestendigheid |
fudai-譜代 | opeenvolgende generaties |
fudan-不断 | besluiteloosheid |
fudeato-筆跡 | handschrift; geschrift; geschreven woord; schrijftaal |
fudegashira-筆頭 | (hist.) dorpshoofd belast met administratieve functies |
fudepen -筆ペン | schrijfpenseel met inktreservoir (zoals een vulpen) |
fudezuka-筆塚 | (graf)heuvel, waarin gebruikte schrijfpenselen (van geëerde meesters) begraven zijn |
fūdo-フード | capuchon; hoes; beschermkap; motorkap |
fudōmyōō-不動明王 | Fudō [Acala], de vernietiger van waanideeën en de beschermer van het boeddhisme. |
fudōsanshōkenka-不動産証券化 | belegging [investering] in vastgoed |
fueisei-不衛生 | slechte hygiëne; onhygiënische omstandigheden [toestand] |
fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fugainai-腑甲斐無い | laf; slap; lusteloos; futloos; tam; bedeesd; nietswaardig |
fūgetsu-風月 | (heldere) maan en (koele) wind [bries]; de schoonheid van de natuur |
fugō-富豪 | een welgesteld [rijk] persoon; miljonair |
fugōsuru- 符合する | overeenkomen; samenvallen; corresponderen; overeenstemmen |
fuirino-斑入りの | gevlekt; gestippeld |
fuji-不治 | ongeneeslijkheid; ongeneeslijk zijn |
fujin-不尽 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
fujinsanseiken-婦人参政権 | vrouwenkiesrecht |
fujo-巫女 | tempelmaagd, dienares (en medium) bij een Shinto-schrijn |
fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
fuka-富家 | een rijke [welgestelde; vermogende] familie |
fūka-風化 | verwering; efflorescentie (chemie) |
fukairi-深入り | het in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
fukairisuru-深入りする | in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
fukaketsu-不可欠 | onontbeerlijkheid; onmisbaar [essentieel] zijn |
fukashin-不可侵 | non-agressie; onschendbaarheid |
fukashinjōyaku-不可侵条約 | niet-aanvalsverdrag; non-agressiepact |
fukasseikitai-不活性気体 | inert gas (d.w.z. gas dat geen chemische reacties aangaat) |
fukeiki-不景気 | financiële depressie; recessie; zakelijke inactiviteit; slappe markt |
fukekka-不結果 | een slecht resultaat |
fuketsu-不潔 | vies [smerig; vuil] zijn |
fuki-蕗 | Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
fukiarasu-吹き荒らす | voorbij stormen; verwoesten; kapot waaien |
fukidokuritsu-不羈独立 | vrij en onafhankelijk zijn; een vrije en onafhankelijke geest hebben |
fukihonbō-不羈奔放 | ongeremd [ongebonden] zijn; een vrije geest [vrijbuiter] zijn |
fukikakeru-吹きかける | waaien op [over]; ademen over; besproeien |
fukinotō-蕗の薹 | (eetbare) jonge bloemstengel van het Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
fukinshin-不謹慎 | indiscretie; onvoorzichtigheid; onbescheidenheid; onbezonnenheid |
fukisarashi-吹き曝し | blootgesteld aan [geteisterd door] de wind |
fukkyū-復旧 | herstel; restauratie; reparatie |
fuku-幅 | (in kanji combinaties) breedte |
fuku-福 | geschenken van de goden of Boeddha |
fuku-腹 | (in kanji combinaties) buik |
fukube-瓠 | kalebasplant (variant van de fleskalebas) |
fukubukuro-福袋 | tas met geschenken (die winkels bij de eerste verkoopdag in het nieuwe jaar aan klanten uitdelen) |
fukubun-複文 | (taalkunde) een samengestelde zin |
fukuchō-副長 | tweede officier [adjudant] (op een marineschip) |
fukudaitōryō-副大統領 | vicepresident (van een land) |
fukudokuhon-副読本 | aanvullend lesmateriaal [studieboek] |
fukuen-復縁 | verzoening; herstel van onderlinge relaties |
fukugaku-ふくがく | terugkeer naar school; hertoelating tot de universiteit [hogeschool] |
fukugen-復元 | restauratie; wederopbouw; sanering |
fukugō-複合 | samenstelling; mengsel; samengesteld geheel |
fukugōgo-複合語 | een samengesteld woord; samenstelling |
fukuiinchō-副委員長 | vicepresident (van een commissie) |
fukujiteki-副次的 | secundair; ondergeschikt; bijkomend; bijkomstig |
fukumaden-伏魔殿 | (fig.) broeinest; wespennest |
fukumaden-伏魔殿 | verblijfplaats van demonen [boze geesten] |
fukumaku-腹膜 | buikvlies; peritoneum |
fukunbon-付訓本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
fukuri-複利 | samengestelde rente |
fukurihō-複利法 | samengestelde rentemethode |
fukuroobi-袋帯 | dubbel geweven obi (waarvan één kant mooie motieven heeft), die wordt gedragen bij dameskimono |
fukushachō-副社長 | vicepresident (van een bedrijf) |
fukushoku-服飾 | kleding en accessoires |
fukusō-服装 | kleding [kostuums] en accessoires |
fukyō-不況 | depressie; recessie; inzinking (economie) |
fukyofukusei-不許複製 | geen recht te kopiëren zonder schriftelijke toestemming |
fukyoka-不許可 | verboden [niet toegestaan] zijn |
fumeiyo-不名誉 | schande; oneer; beschaming; blamage |
fumetsu-不滅 | onsterfelijkheid; onverwoestbaarheid |
fumi-文 | geschreven tekst; document; boek; brief |
fumi-文 | geschreven zin; woord; karakter; letter |
fumie-踏み絵 | een christelijke afbeelding, waar men op moest lopen om te bewijzen geen aanhanger te zijn van het verboden christelijke geloof (Edo-periode) |
fumie-踏み絵 | loyaliteitstest |
fumikiri-踏み切り | (fig.) het een sprong wagen; een moedige [gedurfde] beslissing nemen |
fumikiru-踏み切る | (fig.) een sprong wagen; een moedige [gedurfde] beslissing nemen |
fumuki-不向き | ongeschikt zijn |
fun-墳 | (in kanji combinaties) grafheuvel; tumulus; (graf)terp |
funabashi-船橋 | pontonbrug; scheepjesbrug |
funadome-船止め | embargo (beslag op schepen; verhinderen dat een schip een haven verlaat) |
fune-船 | vat; tank; houder; reservoir |
fungiri-踏ん切り | besluit; bepaling; vaststelling; vastbeslotenheid |
funiai-不似合い | onwaardig, ongeschikt; ongepast |
funiku-腐肉 | bedorven vlees |
funjin-粉塵 | fijnstof; stofdeeltjes |
funjō-紛擾 | verwarring; commotie; conflict; geschil |
funkotsusaishin-粉骨砕身 | zijn uiterste best; uiterste inspanning(en) |
funkotsusaishinsuru-粉骨砕身する | zijn uiterste best doen; een uiterste inspanning leveren; alles doen wat mogelijk is |
funō-富農 | rijke [welgestelde] boer; welvarende herenboer |
funpatsusuru-奮発する | zich inspannen; zware inspanningen leveren; je uiterste best doen |
funshitsu-紛失 | verlies; het verloren gaan; het zoekraken |
funsō-紛争 | dispuut; conflict; strijd; geschil |
fuonbunshi-不穏分子 | onruststoker; herrieschopper; opstandeling; dissident |
fuontō-不穏当 | ongeschiktheid; ongepastheid; misplaatst zijn |
furachi-不埒 | onwettigheid; onbeschaamdheid; onvergeeflijkheid; brutaliteit; onbeschoftheid |
furaisuban-フライス盤 | freesmachine; freesbank |
furaito・kontorōru-フライト・コントロール | vliegtuigbesturingssysteem |
furappe-フラッペ | frappé (drankje met geschaafd ijs) |
furasuko-フラスコ | (glazen) fles met een lange hals |
furasuko-フラスコ | laboratorium fles [kolf] |
furebumi-触れ文 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
furegaki-触れ書き | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
furēmu・appu-フレーム・アップ | complot; valstrik; gearrangeerde beschuldiging |
furenchi・doresshingu-フレンチ・ドレッシング | French dressing (slasaus met olie en azijn) |
furesuko-フレスコ | fresco; muurschildering |
furiagebashi-振り上げ箸 | eetstokjes die omhoog gehouden worden en waar gebaren mee worden gemaakt, of naar iets of iemand gewezen wordt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
furiai-振り合い | overweging; beschouwing; afweging |
furidashinin-振出人 | degene die rekeningen en cheques uitschrijft |
furījia-フリージア | fresia (bloem) |
furikaekyūjitsu-振替休日 | een vervangende vrije dag (op maandag als er op de zondag ervoor een nationale feestdag valt) |
furikake-振り掛け | gemengde specerij (bonitovlokken, zeewier, sesam, etc.) om over de rijst te strooien |
furikazasu-振り翳す | (van eigen standpunt, zienswijze, e.d.) tonen [verkondigen] aan anderen; vasthouden aan (principes, e.d.) |
furimaku-振り撒く | strooien; besprenkelen |
furimukeru-振り向ける | (geld) uittrekken [bestemmen] voor |
furippu-フリップ | flipchart; flip-over (presentatiebord met kladbord) |
furippuchāto-フリップチャート | flipchart; flip-over (presentatiebord met kladbord) |
furīsaizu-フリーサイズ | (Eng.: free size) één (beschikbare) maat voor iedereen (kleding) |
furishiku-降り敷く | verspreid liggen [gevallen zijn]; uitgestrooid zijn; bezaaid zijn (met) |
furīsutairu-フリースタイル | freestyle (sportonderdeel, zoals bij skiën, worstelen, e.d.) |
furītā-フリーター | freeter, Japanse uitdrukking voor mensen (meestal jongeren) die geen vaste baan hebben maar (wisselende) parttime baantjes |
furittā-フリッター | (Eng.: fritter) beignet (ingrediënt, zoals groente of fruit, in een beslag gefrituurd) |
furīzā-フリーザー | (Eng.: freezer) diepvriezer; vrieskast; vrieskist |
furīzu-フリーズ | fries (bouwkunde) |
furīzu・dorai-フリーズ・ドライ | (Eng.: freeze-dry) vriesdroog; het vriesdrogen |
furō-フロー | (psychologie) flow, mentale toestand (waarin een persoon volledig opgaat in zijn [haar] bezigheden) |
furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
furokku-フロック | jurk; toga; pij (Engles: frock) |
furontia・supiritto-フロンティア・スピリット | pioniersgeest |
furu-フル | geheel; totaal; alles |
furu-振る | (be)strooien; verstrooien; besprenkelen |
furusato-古里 | geboortestreek |
furusu-古巣 | oud (en verlaten) nest [hol; huis; verblijfplaats] |
fusagaru-塞がる | (af)gesloten zijn [worden]; dichten (van een wond) |
fusaginomushi-塞ぎの虫 | een gevoel van melancholie [somberheid]; trieste stemming |
fusasuguri-フサスグリ | rode bes; aalbes |
fusawashii-相応しい | geschikt; gepast; adequaat |
fusegu-防ぐ | (zich) verdedigen; beschermen; weerstand bieden |
fuseiseki-不成績 | slechte cijfers (voor een examen); slecht resultaat; slechte prestatie |
fusenpai-不戦敗 | (judo) verlies door niet verschijnen [komen opdagen] bij een wedstrijd |
fusha-富者 | een rijk [welgesteld] persoon; miljonair |
fushi-五倍子 | de Chinese sumak of galnoot {galappel} boom (Rhus chinensis) |
fūshi-夫子 | wijze man; geleerde; meester |
fushi-節 | gewricht; knokkel; knop; knoest; node |
fushiana-節穴 | kwastgat; knoestgat (in een plank hout) |
fushime-伏し目 | teneergeslagen blik |
fushime-節目 | kwast; knoest (in hout) |
fushin-腐心 | uiterste best; uiterste poging |
fushinsuru-腐心する | zijn uiterste best doen; alle moeite doen; zich veel inspanningen getroosten |
fushitsu-不悉 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
fushō-不肖 | onwaardig [onbekwaam; onervaren; ongeschoold] zijn |
fushō-負傷 | wond; blessure; verwonding |
fushōbushō-不承不承 | tegen zijn zin; met tegenzin; onder protest |
fushōka-不消化 | indigestie; verstopping |
fushoku-腐食 | corrosie; erosie; roest; bederf |
fussho-仏書 | Franse boeken [teksten]; boeken geschreven in het Frans |
fūsui-風水 | feng shui (Chinese kunst van het creëren van harmonieuze, natuurlijke, inrichtingen van ruimten) |
futaba-二葉 | kiem; knop; spruit (met twee blaadjes); twee zaadlobben |
futamoji-二文字 | Chinese bieslook (Allium tuberosum) |
futebuteshii-ふてぶてしい | brutaal; schaamteloos; onbeschaamd |
futei-不定 | onbepaaldheid; onzekerheid; onbeslistheid |
futeki-不適 | ongeschiktheid; het ongeschikt zijn |
futekisetsu-不適切 | ongepast [ongeschikt; incorrect] zijn |
futekitō-不適当 | ontoereikendheid; ongeschiktheid |
futo-浮屠 | Boeddhistische priester [monnik] |
futobashi-太箸 | dikke, ronde eetstokjes gebruikt bij feestelijke gelegenheden |
futoi-太藺 | ruwe bies (plant, Schoenoplectus tabernaemontani) |
futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
futokutei-不特定 | niet gespecificeerd zijn |
futokuyōryō-不得要領 | vaag [onbestemd; dubbelzinnig] zijn |
futsū-普通 | gewone [normale] toestand |
fuwari-ふわり | zachtjes |
fuzakeru-ふざける | grappen [plezier] maken; ronddartelen; gek doen; geintjes uithalen |
fuzoku-付属 | (afk. voor) aangesloten scholengemeenschap |
fuzokugakkō-付属学校 | aangesloten scholengemeenschap |
gaburi-がぶり | (onomatopee) met grote happen eten; met grote slokken drinken; alles tegelijk doorslikken [naar binnen werken] |
gadan-雅談 | stijlvol [beschaafd] gesprek |
gāden・pātī-ガーデン・パーティー | tuinfeest |
gagyō-画業 | (iemands) schilderkunst; schilderwerk; prestaties van een schilder |
gahaku-画伯 | meester in de schilderkunst |
gai-崖 | (in kanji combinaties) klif; steile rotswand |
gai-涯 | (in kanji combinaties) waterkant; oever; rand; grens; begrenzing |
gaibutsu-外物 | (filosofie) dingen die bestaan in de objectieve wereld, onafhankelijk van het bewustzijn |
gaichi-外地 | overzeese gebiedsdelen (van Japan) |
gaichū-外注 | outsourcing; uitbesteding; het van buiten het bedrijf betrekken |
gaida-咳唾 | hoest en slijm [sputum]; het schrapen van de keel |
gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
gaijinkisha-外人記者 | buitenlandse correspondent |
gaijinmuke-外人向け | (bestemd) voor buitenlanders |
gaikōmondai-外交問題 | diplomatieke kwestie [ruzie]; diplomatiek probleem [geschil] |
gaiseiki-外性器 | uitwendige geslachtsdelen |
gaisen-凱旋 | feestelijke overwinningsparade; triomfantelijke thuiskomst (na een overwinning) |
gaiyōyaku-外用薬 | geneesmiddel voor uitwendig gebruik |
gaizen-慨然 | vastbeslotenheid; standvastigheid |
gaki-餓鬼 | preta (Sanskriet); hongerige geest(en) |
gakkai-学会 | wetenschappelijke bijeenkomst [conferentie; congres; vergadering]; wetenschappelijk instituut [genootschap]; academie |
gakkari-がっかり | teleurgesteld; ontmoedigd; triest |
gakkarisuru-がっかりする | teleurgesteld [ontmoedigd; triest] worden |
gakki-学期 | (school; universiteit) lesblok; collegeperiode; semester |
gakkōgyōji-学校行事 | schoolevenement; school manifestatie |
gakkuri-がっくり | teleurgesteld; ontmoedigd |
gakkyūbunko-学級文庫 | (kleine) bibliotheek in een leslokaal (m.n. vanaf basisschool) |
gakuchi-学地 | (boeddh.) proces van geestelijke verlichting |
gakuchi-学知 | iets door bestudering begrijpen |
gakuchō-学長 | president [rector magnificus] van een universiteit [Hogeschool] |
gakudan-楽団 | band; (klein) orkest |
gakudō-学道 | studie [bestudering] en naleving van de boeddhistische leer |
gakugyō-学業 | studie; lessen; colleges |
gakuironbun-学位論文 | scriptie; thesis (voor een graad) |
gakumenware-額面割れ | een lager geworden marktwaarde van obligaties en aandelen (t.o.v. de uitgegeven prijs) |
gakureki-学歴 | academische loopbaan [carrière]; academische achtergrond [kwalificaties; scholing] |
gakurekihenchō-学歴偏重 | overdreven nadruk leggen op [belang hechten aan] (academische) kwalificaties |
gakuryō-学寮 | seminarie voor boeddhistische priesters |
gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
gakuseki-学籍 | schoolregister; lijst van ingeschreven leerlingen |
gan-岩 | (in kanji combinaties) rots |
ganbatte-頑張って | (aanmoediging) doe je best; zet 'm op |
ganchū-眼中 | overweging; interesse; aandacht |
ganjigarame-雁字搦め | ingeperkt (door restricties, regels of verboden) |
ganjō-頑丈 | sterk [gespierd; stevig gebouwd; stoer] zijn |
gansekigaku-岩石学 | petrologie; leer der gesteenten |
ganshō-岩床 | (plaat; laag) gesteente; lei; rotsblad |
ganshō-岩漿 | magma (vloeibaar gesteente) |
gappei・baishū-合併・買収 | fusies en overnames |
gappon-合本 | bundeling (van losse publicaties) |
gara-がら | kippenbotjes (b.v. voor de soep) |
gara-がら | kliekjes; restjes |
gara-ガラ | gala (kostuum; feest; voorstelling) |
gara-柄 | vorm; gestalte |
garaaki-がら空き | onbeschermd [weerloos] zijn |
garasuki-がら空き | onbeschermd [zonder verdediging] zijn |
gare-がれ | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gareba-がれ場 | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gareki-瓦礫 | puin; los gesteente; kiezels; grind |
gari-ガリ | dungesneden gemarineerde gemberplakjes |
gasai-画才 | technische meesterschap [artistiek talent] in schilderkunst |
gasō-画僧 | schilder-priester (m.n. van door Zen geïnspireerde inkt-schilderijen) |
gasorinsutando-ガソリンスタンド | tankstation; pompstation; benzinestation (Engels: gasoline stand) |
gassō-合奏 | een ensemblestuk (muziek); samenspel |
gasugama-ガス窯 | gasoven; gasgestookte pottenbakkersoven |
gasunuki-ガス抜き | (fig.) het stoom afblazen; afkoelen; (frustraties, e.d.) ventileren |
gasupacho-ガスパチョ | (uit het Spaans) gazpacho (koud geserveerde tomatensoep) |
gasuru-駕する | overtreffen; beter presteren (dan anderen) |
gasu・bonbe-ガス・ボンベ | gascilinder; gasfles |
gasu・tanku-ガス・タンク | gastank; gashouder; gasreservoir; gasmeter |
gegoku-下獄 | een gevangenisstraf krijgen [uitzitten] (meestal politieke gevangenen) |
gehin-下品 | ruwheid; onbeschaamdheid; platvloersheid |
gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
gei-鯨 | (in kanji combinaties) walvis |
geiha-鯨波 | woeste golven |
geimei-芸名 | artiestennaam |
geinin-芸人 | artiest; acteur; toneelspeler; entertainer |
geki-撃 | (in kanji combinaties) (hard) slaan; (met kracht) aanvallen; schieten; hard raken (ook fig.) zien; voelen; tasten |
geki-隙 | (in kanji combinaties) gat; kloof; opening |
gekibun-檄文 | manifest; bekendmaking |
gekiha-撃破 | destructie; vernietiging; verplettering; vermorzeling |
gekika-激化 | verergering; escalatie |
gekkei-月桂 | in een Chinese legende, een laurierboom op de maan |
gen-言 | (on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
genbahozon-現場保存 | het beschermen [bewaren; intact houden] van de plaats van een misdrijf of ongeluk |
genbakatsudō-現場活動 | politie aanwezigheid en preventieve acties ter plaatse |
genbatsu-厳罰 | zware straf [bestraffing] |
genbun-言文 | gesproken en geschreven taal |
gendan-厳談 | een ernstig [serieus] gesprek |
gendansuru-厳談する | iemand streng toespreken; (bij iemand) protesteren; een antwoord eisen |
gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
gengakugassōdan-弦楽合奏団 | strijkorkest |
genge-紫雲英 | astragalus sinicus (Chinese hokjespeul) |
gengochōkakuryōhō-言語聴覚療法 | logopedie; spraaktherapie; spraakles |
gengokōgaku-言語工学 | (language engineering) taaltechnologie (gericht op het efficiënter en effectiever laten verlopen van taalprocessen) |
genin-下人 | iemand van lagere klasse [status; rang}; ondergeschikte; bediende; dienaar |
genjiten-現時点 | op dit punt (in de geschiedenis) |
genkanguchi-玄関口 | toegangspoort; ingang; voordeur; vestibule |
genki-元気 | oerkracht (van alles in het universum [heelal]) |
genkyō-現況 | huidige [bestaande] situatie |
genkyū-言及 | toespeling; vermelding |
genkyūsuru-言及する | vermelden; toespeling(en) maken; refereren aan |
genmai-玄米 | (ongepelde) zilvervliesrijst |
genpei-源平 | twee elkaar bestrijdende partijen |
genpeishiai-源平試合 | (hist.) tweestrijd tussen de Minamoto (de witte vaandels) en de Taira (de rode vaandels) |
genrō-元老 | oudere; nestor; senior; oudere staatsman; veteraan |
genseki-原石 | ruwe [onbewerkte; ongeslepen] edelsteen |
gensogōsei-元素合成 | nucleosynthese |
gentei-限定 | beperking; restrictie; definitie |
gerimandā-ゲリマンダー | kiesrechtgeografie (het manipuleren of hertekenen van de grenzen van kiesdistricten) |
gerō-下﨟 | een priester [monnik] met lage rang (en weinig ervaring) |
gesho-外書 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
geshuku-下宿 | het op kamers wonen; logies; huisvesting |
geshutapo-ゲシュタポ | Gestapo (Geheime Staatspolitie in Nazi-Duitsland) |
geshutaruto-ゲシュタルト | gestalt (een stroming in de psychologie, vooral gericht op de visuele perceptie) |
geshutarutoshinrigaku-ゲシュタルト心理学 | gestaltpsychologie (een stroming in de psychologie, vooral gericht op de visuele perceptie) |
gesu-げす | (arch. voor ある) zijn; bestaan |
geten-外典 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
gettsū-ゲッツー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
gezerushafuto-ゲゼルシャフト | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
gi-疑 | (in kanji combinaties) twijfel; verdenking; wantrouwen |
gichō-議長 | voorzitter; voorzitster (van een vergadering, congres, e.d.) |
gichōkessai-議長決裁 | een beslissende [doorslaggevende] stem van de voorzitter (bij gelijk aantal stemmen) |
gifuto-ギフト | cadeau; geschenk |
gifuto・kādo-ギフト・カード | cadeaubon; cadeaukaart; geschenkbon |
gijidō-議事堂 | overheidsgebouw; congresgebouw |
gijō-議場 | vergaderzaal; congreszaal; kamer (parlement) |
giketsu-議決 | besluit; beslissing; resolutie |
giku-疑懼 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees |
gikushaku-ぎくしゃく | gespannen [gestrest] zijn |
ginesu・bukku-ギネス・ブック | Guinness Book of Records |
ginmaku-銀幕 | het witte doek; projectiescherm; bioscoopscherm; film(industrie) |
ginrei-銀嶺 | een besneeuwde bergtop (die zilverwit glanst) |
giridate-義理立て | Iets dat men doet uit beleefdheid [plichtsbesef]; plichtpleging; verplichting |
girigatai-義理堅い | beschikkend over een groot plichtbesef [plichtsgevoel] |
gishi-義歯 | valse tand(en); kunsttand; tandprothese; gebitsprothese; kunstgebit |
gishi-義肢 | prothese |
giyaman-ギヤマン | vroegere naam voor geslepen glas (dat met een diamant werd bewerkt) |
giyō-ギヨー | een onderzeese tafelberg (vernoemd naar de geograaf Arnold H. Guyot, 1807-1884) |
gō-業 | karma; lot; lotsbestemming |
gobaishi-五倍子 | de Chinese sumak of galnoot {galappel} boom (Rhus chinensis) |
gobanjima-碁盤縞 | ruitjespatroon; rasterpatroon |
gobarai-後払い | uitgestelde betaling; nabetaling; krediet |
gōbengaisha-合弁会社 | joint venture; samenwerkingsverband (bedrijven, organisaties, etc.) |
goei-護衛 | bewaker; beschermer; escorte |
goei-護衛 | bewaking; bescherming; verdediging |
goeikan-護衛艦 | korvet; escorteschip (licht oorlogsschip ter begeleiding van konvooien) |
goetsudōshū-呉越同舟 | vijanden die in het hetzelfde schuitje zitten; (spreekwoord:) het zijn vrienden als Herodes en Pilatus |
gofun-胡粉 | wit pigment (met als hoofdbestanddeel calciumcarbonaat) |
gogan-護岸 | dijkbekleding; dijkbescherming |
gogatsubyō-五月病 | voorjaarsmoeheid; depressie in mei (m.n. na een nieuwe baan of opleiding, die in april is gestart) |
gogatsuningyō-五月人形 | een (samoerai) pop die wordt uitgestald in mei ter gelegenheid van het kinderfestival van jongens |
gogon-五言 | Chinees gedicht met vijf karakters per regel |
gōguru-ゴーグル | beschermende bril (zoals skibril, zwembril, stofbril, etc.) |
gohō-護法 | het beschermen van het boeddhisme |
gohō-護法 | een demonengod die het boeddhisme beschermt |
goisshin-御一新 | (oude naam voor) de Meiji-restauratie |
gōkaku-合格 | het slagen voor een examen [toets; test]; [zich] kwalificeren (voor) |
gōkakushahappyō-合格者発表 | de bekendmaking van de geslaagde (examen)kandidaten |
gōkakusuru-合格する | slagen voor een examen [toets; test]; (zich) kwalificeren (voor) |
gokigen-御機嫌 | (beleefde term voor) humeur; stemming; gemoedstoestand |
gokigenyō-御機嫌よう | (begroeting bij een ontmoeting of afscheid) hallo; hoe gaat het?; tot ziens; tot kijk; groetjes; succes! |
gokuchū-獄中 | in gevangenschap; achter de tralies |
gokushi-獄死 | dood [overleden; gestorven] in gevangenschap |
gokusō-獄窓 | gevangenisraam; (achter de) tralies; gevangenis |
gokutsubushi-穀潰し | nietsnut; klaploper; luiwammes |
goma-胡麻 | sesam; sesamzaad |
gomaae-胡麻和え | Japans bijgerecht van groente met sesam-dressing |
gomagi-護摩木 | (Boeddhisme) offerhoutje met gebed voor bescherming |
gōmanburei-傲慢無礼 | onbeschaamdheid; hoogmoed; brutaliteit |
gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
gomasuri-胡麻擂り | gemalen sesamzaad |
gomen-御免 | toestemming; permissie; ontheffing; ontslag |
gomigomi-ごみごみ | vies; smerig; rommelig; slordig |
gon-言 | (de on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
gongodōdan-言語道断 | onbeschrijflijk; onuitspreekbaar; niet in woorden uit te drukken |
goninbayashi-五人囃子 | vijf hofmuzikantenpoppen, uitgestald tijdens het meisjesfestival (op 3 maart) |
gōnomono-剛の者 | ware meester; vakman |
goō-五黄 | het vijfde van de negen tekens van de Chinese dierenriem |
goon-呉音 | een van de drie Sino-Japanse leeswijzen |
goran ni naru-御覧になる | (respectvolle uitdrukking voor) kijken; zien |
goran ni naru-御覧になる | (respectvolle uitdrukking na de -te vorm van een werkwoord) (uit)proberen; (eens) doen (en kijken hoe het gaat) |
gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
gōseigo-合成語 | samengesteld woord; samenstelling |
gosekke-五摂家 | de vijf regentenhuizen (voornaamste families van de Fujiwara-clan, vanaf het midden van de Kamakura-periode) |
gosekku-五節句 | de vijf grote festivals (7 januari, 3 maart, 5 mei, 7 juli en 9 september) |
goshi-語誌 | etymologisch woordenboek; thesaurus |
goshin-五辛 | de 5 soorten groenten met een sterke smaak (knoflook, ui, lenteuitjes, prei en bieslook) |
goshintō-御神灯 | lantaarn als geluksbrenger opgehangen bij huizen van artiesten, geisha's e.d. |
goshu-御酒 | (respectvolle term voor) alcohol; sake |
gosō-護送 | escorte (gewapende begeleiding) |
gosōsha-護送車 | arrestantenwagen; gevangenwagen; celwagen |
gōsuto-ゴースト | geest; spook |
gotagota-ごたごた | ruzie; conflict; problemen; complicaties |
gotamaze-ごたまぜ | mengelmoes; ratjetoe |
goten-御殿 | (erend woord voor) een residentie [herenhuis] van een hooggeplaatst persoon |
goten'i-御殿医 | (in de Edo-periode) de arts [geneesheer] van de shoguns en leenheren |
gotō-梧桐 | (Firmiana simplex) Chinese parasolboom; Chinese hoedenboom |
gotsugōshugi-御都合主義 | opportunisme (handelen naar omstandigheden, voor persoonlijk voordeel en zonder principes) |
gotsugotsu-ごつごつ | (onomatopee) geluid van hoesten [bonken] |
goun-五蘊 | (boeddhisme) de vijf khandhas (groepen van bestaan van de mens) |
goyō-御用 | uw zaak; de kwestie die u aangaat |
goyōhajime-御用始め | de hervatting [heropening] van de overheidsdiensten in het nieuwe jaar (meestal op 4 jan.) |
goyōosame-御用納め | eindejaarsluiting van de overheidsdiensten (meestal 28 dec.) |
gozaimasu-ございます | (beleefde vorm voor ある) zijn; bestaan |
gozannookuribi-五山送火 | het festival Gozan no Okuribi (bij Kyoto) waarbij vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
gu-具 | echtgenoot; echtgenote; partner; medespeler; tegenspeler |
gū-宮 | (in kanji combinaties) paleis; heiligdom; vorst (keizer; keizerin) |
gū-寓 | (in kanji combinaties) tijdelijke verblijfplaats; (beleefde term voor de) woning (van iemand); fabel |
guaba・jūsu-グアバ・ジュース | guavesap |
guai-具合 | toestand; situatie; omstandigheden |
guai-具合 | passend [geschikt] zijn; je goed uitkomen; netjes [fatsoenlijk] zijn |
guano-グアノ | guano (meststof) |
guddo・dezain・māku-グッド・デザイン・マーク | G- symbool van een Good Design Award winnaar |
guddo・rakku-グッド・ラック | veel geluk [succes] |
gūji-宮司 | hoofd priester van een shinto-heiligdom |
gukei-愚兄 | (bescheiden term voor je eigen) oudere broer |
gūkyo-寓居 | (bescheiden term voor je eigen) woonplaats |
gun-郡 | district; gewest |
gungun-ぐんぐん | snel; krachtig; gestaag |
gunkoku-軍国 | leger en staat; strijdkrachten en landsbestuur |
gunpōkaigi-軍法会議 | krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof (afgeschaft in 1946 in Japan) |
guraundo・sutorōku-グラウンド・ストローク | (tennis) groundstroke (een slag die wordt geslagen nadat de bal eenmaal is gestuiterd) |
gureshamunohōsoku-グレシャムの法則 | wet van Gresham (economie: de stelling dat "slecht geld" "goed geld' verdringt) |
gurimudōwa-グリム童話 | sprookjes van Grimm |
gurinijjihyōjunji-グリニッジ標準時 | (GMT, Greenwich Mean Time) Greenwichtijd (West-Europese tijd) |
guriru-グリル | (vlees)rooster |
guriru-グリル | grillroom; grillrestaurant |
guro-グロ | grotesk; belachelijk |
gurō-愚弄 | bespotting; hoon; spot |
gurōsuru-愚弄する | (iem.) bespotten; belachelijk maken |
gurotesuku-グロテスク | grotesk; belachelijk |
gurūmī-グルーミー | somber; mistroostig; naargeestig; zwaarmoedig; duister |
gurūpu・dainamikkusu-グループ・ダイナミックス | groepsdynamica (de term voor het gedrag en de psychologische processen die plaatsvinden binnen een sociale groep) |
gurūpu・disukasshon-グループ・ディスカッション | groepsgesprek; groepsdiscussie |
gusagusa-ぐさぐさ | diep verwond [geraakt; gestoken] (ook fig.) |
gusaku-愚策 | (bescheiden taalgebruik) mijn slechte plan [tactiek] |
gusarito-ぐさりと | diep snijdend [een diepe wond veroorzakend] als van een messteek (ook fig.) |
gusetsu-愚説 | (naar) mijn bescheiden mening |
gūzuberī-グーズベリー | kruisbes; klapbes |
gyakkōka-逆効果 | tegengesteld effect [resultaat]; averechts effect |
gyaku-逆 | het omgekeerde; tegengestelde; tegendeel |
gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
gyakukōka-逆効果 | tegengesteld effect [resultaat]; averechts effect |
gyakusei-虐政 | tirannie; despotisme; absolutisme; dictatuur |
gyakuseisekken-逆性石鹼 | (medicinale) desinfecterende zeep |
gyakusō-逆走 | het spookrijden; in tegengestelde richting gaan [rennen; rijden] |
gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
gyofunori-漁夫の利 | het profiteren [krijgen] van iets waar anderen hun best voor doen [waar anderen om vechten] |
gyohi-魚肥 | meststof gemaakt van [gedroogde) vis |
gyōji-行事 | evenement; ceremonie; festival |
gyokuanka-玉案下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
gyokuhaku-玉璞 | ruwe diamant; ongeslepen diamant |
gyoniku-魚肉 | vis(vlees) |
gyoniku-魚肉 | vis en vlees |
gyōretsu-行列 | rij; processie; parade; colonne |
gyoryū-魚竜 | ichthyosaurus (een uitgestorven geslacht van zeereptielen) |
gyosei-御製 | gedicht [tekst] geschreven door de Keizer |
gyōsei-行政 | bestuur; beheer; administratie |
gyōseikaikaku-行政改革 | bestuurlijke hervorming |
gyōseishidō-行政指導 | bestuurlijke begeleiding |
gyōseishobun-行政処分 | bestuurlijke [administratieve] regelgeving [maatregelen] |
gyōseisoshō-行政訴訟 | bestuursrechtelijk beroep; administratieve strafprocedure |
gyōseki-業績 | prestatie; resultaat |
gyōshū-凝集 | cohesie; concentratie; agglutinatie; opeenhoping; samenklontering |
gyōsō-形相 | boos gezicht; woeste [kwade] blik [gelaatsuitdrukking] |
gyosuru-御する | een paard berijden; een koets besturen |
gyotto-ぎょっと | (onomatopee) geschrokken; geschokt |
gyū-牛 | rundvlees |
gyū-牛 | de os (1 van de 28 Chinese sterrenbeelden) |
gyūdon-牛丼 | Japans gerecht van rijst met gestoofd rundvlees |
gyūeki-牛疫 | runderpest; veepest |
gyūmeshi-牛飯 | Japans gerecht van rijst met gestoofd rundvlees |
gyūnabe-牛鍋 | (oude term voor sukiyaki) Japanse eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
gyūniku-牛肉 | rundvlees |
gyuō-ギュオー | een onderzeese tafelberg (vernoemd naar de geograaf Arnold H. Guyot, 1807-1884) |
gyūsha-牛舎 | koeienstal; veestal |
gyūtō-牛刀 | koksmes |
ha-歯 | tand; kies |
ha-歯 | de dwarsbalkjes onder de zool van een geta (Japanse traditionele houten sandalen) |
ha-波 | (in kanji combinaties) golf |
habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
habakarinagara-憚りながら | met alle respect ...; neem me niet kwalijk, maar... |
habō-破帽 | gescheurde [kapotte] hoed |
habucha-波布茶 | sennathee (een soort thee die wordt gebruikt als laxeermiddel, voor ontgiften of gewichtsverlies) |
hachi-蜂 | bij; wesp |
hachijūhachiya-八十八夜 | de 88ste dag sinds het begin van de lente (wordt beschouwd als een goede dag om te zaaien) |
hadajuban-肌襦袢 | een onderhemd met bindkoordjes dat onder de kimono wordt gedragen |
hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
hae-南風 | zuidenwind; zuidelijke wind (met name in west-Japan) |
hāfumeido-ハーフメイド | kleding die nog niet klaar is, op maat wordt gemaakt en pas na bestelling wordt afgewerkt |
hagi-萩 | Hagi, Japanse klaverstruik (van de plantensoort Lespedeza) |
hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
haguki-歯茎 | tandvlees |
hahachō-叭々鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
hai-はい | ja (wordt gebruikt ter bevestiging en toestemming) |
hai-はい | ja; jazeker; ja, hoor (wordt gezegd aan het einde van een zin als extra bevestiging) |
hai-ハイ | roes; euforie; high (van drugs) |
hai-杯 | (woord voor het tellen van glazen, kopjes, kommen, etc.) |
hai-背 | (in kanji combinaties) rug; achterkant; achteren; tegenstand; opstand; verraad |
haibanrōzeki-杯盤狼藉 | het over de tafel verspreid liggen van gebruikt serviesgoed (na een diner of banket) |
haibijon-ハイビジョン | (high-definition television) hdtv (tv met hoge resolutie) |
haifuki-灰吹き | een bamboebuis waarin as en sigarettenpeuken gescheiden worden (door blazen) |
haigeki-排撃 | verwerping; afkeuring; afwijzing; aanval; bestrijding (in woord en geschrift) |
haihanchiken-廃藩置県 | administratieve hervorming van het Japanse staatsbestuur in 1871 (overgang van feodaal clan-systeem naar prefecturen onder centraal overheidsgezag) |
haika-廃家 | uitgestorven familie; familie zonder nakomelingen |
haika-配下 | volgeling; ondergeschikte; aanhanger |
haikan-廃館 | een gesloten museum, theater, biscoop, etc. |
haikan-拝観 | bezichtiging; bezoek; het (respectvol) bekijken [aanschouwen] |
haikara-ハイカラ | (lett. hoge boord) (kleding) in westerse stijl [mode] |
haikara-ハイカラ | haardracht in westerse stijl |
haiken-拝見 | het zien; (be)kijken; beschouwing |
haimāto-ハイマート | geboorteplaats; geboortestreek; geboortegrond; vaderland |
hainekku-ハイネック | (bij de hals) hooggesloten (kleding) |
hairegu-ハイレグ | dames bodysuit [badpak] (met hoge uitsnijdingen bij de dijbenen) |
hairu-入る | in werking [aan] zijn (licht, machines, e.d.) |
hairyō-拝領 | geschenk (van een vorst of edelman aan een onderdaan); geschenk ontvangen van een hogergeplaatste |
haisen-廃線 | afschaffing van spoorlijn [transportlijn]; een buiten dienst gestelde spoorlijn [transportlijn] |
haisen-廃船 | ontmanteling van een boot [schip]; een schip dat uit de vaart is genomen; een schip dat niet meer wordt gebruikt en is gesloopt |
haisen-杯洗 (盃洗) | een kom voor het spoelen van sakazuki (sakekopjes) bij een drinkgelag |
haita-歯痛 | kiespijn |
haitatsu-配達 | bezorging; levering; bestelling |
haitatsunin-配達人 | besteller; bezorger; koerier; distributeur |
haitatsusuru-配達する | bezorgen; bestellen; leveren |
hai・arai-ハイ・アライ | jai alai, een balspel (soort squash, gespeeld met een rieten cesta) |
haji-恥 | gezichtsverlies; schande; oneer; schaamte |
hajiiru-恥じ入る | zich (diep) schamen; zich beschaamd voelen |
hajikakureru-恥隠る | de schaamte bespaard [niet geopenbaard] worden |
hajōshiage-波状仕上げ | (puntjes) structuurverf |
hakabu-端株 | kleiner aantal aandelen dan door de handelsbeurs gespecificeerd |
hakaikōsaku-破壊工作 | ondermijnende [subversieve; ontwrichtende] acties [daden] |
hakaiteki-破壊的 | vernietigend; destructief |
hakama-袴 | een houder voor een warme fles sake |
hakase-博士 | expert; kenner; deskundige; geleerde; academicus |
hakaze-羽風 | bries [wind] veroorzaakt door het flapperen van vleugels |
hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
hakkachō-八哥鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
hakkai-発会 | de eerste vergadering [bijeenkomst] (van een jaar, semester, etc.) |
hakkirishita-はっきりした | duidelijk; helder; uitgesproken |
hakkuruberī-ハックルベリー | gewone [blauwe] bosbes (huckleberry) |
hakobiya-運び屋 | vervoerder van gestolen goederen [drugs; verboden artikelen] |
hakoirimusume-箱入り娘 | lievelingsdochter; (naïef) meisje dat beschermd is opgevoed |
hakoniwaryōhō-箱庭療法 | zandspeltherapie (vorm van speltherapie, met het plaatsen van allerlei figuurtjes in een doos met zand) |
haku-箔 | prestige; aanzien |
haku-魄 | (in kanji combinaties) ziel; geest; yin energie |
hakubun-白文 | brontekst zonder leestekens (zoals in klassiek Latijn en Chinees) |
hakubun-白文 | Chinese tekst zonder annotaties |
hakuju-白寿 | (viering [feest] voor) de 99ste verjaardag |
hakunaifu-箔ナイフ | mes gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
hakushi-白紙 | wit [blanco; leeg; onbeschreven] papier |
hakushijakkō-薄志弱行 | een zwak karakter; besluiteloosheid; gebrek aan wil [ondernemersgeest] |
hakuwa-白話 | Baihuawen, schrijfvorm voor gesproken taal in China |
hamaogi-浜荻 | (een andere naam voor 葦) riet (Phragmites australis) |
hamariyaku-嵌まり役 | passende [geschikte] rol |
hamo-鱧 | Batavia snoekaal (Muraenesox cinereus) |
hamono-刃物 | snijgerei; messen; eetgerei; bestek |
han-帆 | (in kanji combinaties) zeil (van een schip) |
hana-花 | bloem; kersenbloesem |
hanaarashi-鼻嵐 | heftig gesnuif; hard briesen |
hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
hanafubuki-花吹雪 | bloemblaadjes die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
hanagata-花形 | bloemendessin |
hanagumori-花曇り | bewolkt [mistig] lenteweer (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
hanahada-甚だ | (heel) erg; uiterst; extreem; bovenmatig; excessief |
hanahadashii-甚だしい | extreem; overdadig; excessief; buitensporig; extravagant |
hanajiromu-鼻白む | ontmoedigd [beschaamd] kijken; teleurgesteld zijn |
hanamachi-花街 | rosse buurt; wijk met restaurants, geisha's en bordelen |
hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival ter viering van de verjaardag van Boeddha (8 april) |
hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
hanamoji-花文字 | hoofdletters; letters versierd met bloemdessins; bloemen geplant in de vorm van letters |
hanamori-花守 | het beschermen [bewaken] van bloemen (m.n. kersenbloesems) |
hanamori-花守 | iemand die bloemen beschermt [bewaakt] (m.n. kersenbloesems) |
hanamushiro-花筵 | (fig.) een bloemenkleed (een laag van op de grond gewaaide bloemblaadjes) |
hanaochi-花落ち | jonge vruchten zoals aubergines en komkommers, die worden geoogst kort nadat de bloemen zijn afgevallen |
hanappashi-鼻っぱし | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
hanappashira-鼻っ柱 | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
hanarebanare-離れ離れ | apart; gescheiden; uit elkaar; verspreid |
hanareru-離れる | gescheiden worden [weg zijn] (van) |
hanarewaza-離れ業 | een gewaagde [verrassende] prestatie; een kunststukje; knap staaltje; stunt |
hanashi-話 | het praten [zeggen; spreken]; gepraat; conversatie; gesprek |
hanashi-話 | gespreksonderwerp [item] |
hanashi-話 | lezing; praatje; rede(voering); voordracht; speech; toespraak |
hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
hanashichū-話中 | in gesprek; bezet (ook van een telefoonlijn) |
hanashikomu-話し込む | een lang gesprek hebben (met iem.); een gesprek aangaan (met) |
hanasu-放す | (bij het koken) stukjes [plakjes] (groente, aardappel, etc.) toevoegen aan water of bouillon |
hanasu-話す | converseren; praten met; bespreken |
hanatsu-放つ | een opgesloten dier vrijlaten |
hanburu-ハンブル | bescheiden; nederig; gedwee |
handan-判断 | vonnis; oordeel; besluit |
handoauto-ハンドアウト | folder; stencil; pamflet (informatiemateriaal voorafgaand aan persconferenties, symposia, etc.) |
handoringu-ハンドリング | bediening; besturing; hantering; afhandeling |
hanetsuki-羽根突き | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
hangan-半眼 | halfgesloten ogen |
hangā・disupurē-ハンガー・ディスプレー | hangend display; hangend rek met (reclame) folders [brochures] |
haniku-歯肉 | tandvlees; gingiva |
hankagai-繁華街 | (drukke) winkelstraat; drukke [levendige] wijk (met winkels, restaurants, bedrijven, etc.) |
hankagai-繫華街 | uitgaanscentrum; uitgaansgebied; stadsdeel met veel winkels, restaurants, e.d. |
hanketsu-判決 | vonnis; arrest; gerechtelijke beslissing |
hanketsuhi-判決日 | de dag dat het vonnis wordt uitgesproken |
hanketsurikon-判決離婚 | echtscheidingsvonnis; echtscheidingsbeschikking |
hanki-半季 | een half jaar; semester |
hanmi-半身 | een helft van een doormidden gesneden vis |
hannen-半年 | een halfjaar; semester |
hansei-反省 | zelfonderzoek; zelfbeschouwing; bespiegeling; (her)overweging |
hansetsu-半切 | stuk papier van halve maat [afmeting] (in de lengte doormidden gesneden) |
hansetsu-反切 | spellingsysteem in de traditionele Chinese lexicografie (waarbij twee karakters worden gebruikt voor de uitspraak van een monosyllabisch karakter) |
hanshakaitekiseiryoku-反社会的勢力 | anti-sociale krachten; georganiseerde misdaad; criminele organisaties |
hantai-反対 | het tegenovergestelde; het tegendeel; andersom |
hantei-判定 | beslissing; oordeel; vonnis; uitspraak |
hanten-飯店 | Chinees restaurant |
hantoki-半時 | een korte tijd; eventjes |
hantoshi-半年 | een halfjaar; semester |
hantsuki-半搗き | witte rijst half-om-half vermengd met zilvervliesrijst |
hanukā-ハヌカ― | Chanoeka (joods feest) |
hanzei-反噬 | het zich tegen de meester [weldoener] keren; een hond die zijn baasje bijt |
han'i-犯意 | criminele bedoeling; voorbedachte raad; mens rea (Lat.: een schuldige geest) |
han'in'yō-半陰陽 | tweeslachtigheid; hermafroditisme |
happaku-八白 | de achtste van de 9 traditionele astrologische tekens (corresponderend met Saturnus en het Noordoosten) |
happyō-発表 | aankondiging; presentatie; publicatie; communiqué; verklaring |
happyōsha-発表者 | een spreker; presentator; iem. die een referaat houdt |
happyōsuru-発表する | aankondigen; bekend maken; presenteren; publiceren |
hapuningu-ハプニング | geïmproviseerde manisfestatie; spontane kunstactiviteit |
hara-腹 | gemoed; gevoel; inborst; geest |
haragei-腹芸 | (op het toneel) emoties kunnen uitdrukken zonder woorden of gebaren |
haraguai-腹具合 | de conditie [gesteldheid] van de ingewanden |
harahara-はらはら | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
haraimodoshi-払い戻し | terugbetaling; restitutie; vergoeding |
harasumento-ハラスメント | intimidatie; pesterij |
harau-払う | (aandacht e.d.) geven; schenken; (respect e.d.) tonen; betonen |
harau-払う | (vaak in de combinatie: chi wo harau, dan meestal geschreven als 掃う) geheel verdwijnen |
hārā・dābī-ハーラー・ダービー | (honkbal) de strijd om de werper met de meeste overwinningen in het seizoen te worden |
hari-玻璃 | glasachtige substantie in vulkanisch gesteente |
hariharinabe-はりはり鍋 | Japanse stoofschotel met (mizuna) groente en vlees (oorspronkelijk walvisvlees) (harihari is een onomatopee voor het geluid van kauwen) |
harikiru-張り切る | (tot het uiterste) gespannen zijn; nerveus [opgewonden] zijn |
harisakeru-張り裂ける | (open)barsten; scheuren; in stukjes breken |
haritsumeru-張り詰める | gespannen [zenuwachtig] zijn; uitrekken; inspannen |
harowīn-ハロウィーン | Halloween, feest op de avond voor Allerheiligen |
haru-張る | (be)spannen; besnaren (b.v. gitaar); opspannen |
haruhayate-春疾風 | zware lentestorm; krachtige lentewind |
haruichiban-春一番 | de eerste lentestorm; krachtige zuidenwind in het begin van de lente |
harukaze-春風 | lentewind; lentebries |
hashi-箸 | eetstokjes |
hashikire-端切れ | restjes stof; stofknipsels |
hashioki-箸置き | eetstokjeslegger; eetstokjes houder |
hashiri-走り | (Tohoku en West-Japanse dialecten) gootsteen |
hashirigaki-走り書き | (iets dat snel opgeschreven is) kattebelletje; gekrabbel; hanenpootjes |
hashisshu-ハシッシュ | hasjiesj; hasj |
hason-破損 | schade; beschadiging; breuk; blessure |
hasonkasho-破損箇所 | beschadigd onderdeel; beschadigde sectie |
hasonkurasuta-破損クラスタ | (computer) beschadigde cluster; verloren bestandsfragment |
hassha-発射 | het afvuren; schieten; beschieting; lancering |
hasshin-発疹 | huiduitslag; puistjes; exantheem |
hasshin'on-発信音 | kiestoon (van telefoon) |
hasshō-発祥 | een gunstig voorteken (tijdens de troonbestijging van een keizer) |
hassu-法嗣 | (zen boeddh.) opvolger van de abt [priester] |
hasukī-ハスキー | (van stem) hees; schor |
hasukī・boisu-ハスキー・ボイス | hese {schorre} stem; grogstem |
hasurā-ハスラー | professionele gokker |
hatabi-旗日 | vlaggendag; nationale feestdag |
hatabiraki-旗開き | het nieuwjaarsfeest van een vakbond |
hatago-旅籠 | (Edo-periode) verblijfkosten in een herberg (logies en eten) |
hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
hatagyōretsu-旗行列 | vlaggenparade; vlaggenoptocht; vlaggenprocessie |
hatajirushi-旗印 | devies; slogan; motto |
hataki-叩き | fijngehakt vlees [vis] |
hatame-傍目 | perspectief [blik; oogpunt] van een toeschouwer |
hataraki-働き | prestatie; verdienste; inspanning |
hatarakiari-働き蟻 | werkmier (onvruchtbare wijftjesmier) |
hatarakizakari-働き盛り | op het hoogtepunt van zijn carrière [leven] zijn; (iem.'s) meest productieve jaren |
hataraku-働く | werken; functioneren; resultaat [effect] hebben |
hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
hatchakukan-発着艦 | arriverende en vertrekkende marineschepen (in een zeegebied) |
hatchū-発注 | bestelling; het plaatsen van een order |
hatchūryō-発注量 | te bestellen hoeveelheid; bestelhoeveelheid |
hātobureiku-ハートブレイク | liefdesverdriet; hartzeer |
hatsu-ハツ | hart (van dieren, als ingrediënt in grillgerechten of spiesjes, zoals b.v. yakiniku en yakitori) |
hatsuan-発案 | voorstel; suggestie |
hatsubon-初盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
hatsukadango-二十日団子 | Hatsuka Dango, zoete bolletjes kleefrijst, die op 20 januari gegeten worden |
hatsukaebisu-二十日戎 | Hatsuka Ebisu, een festival op 20 oktober (soms op 20 januari) ter ere van Ebisu, één van de 7 Geluksgoden van Japan |
hatsukashōgatsu-二十日正月 | 20 januari (de laatste dag van de nieuwjaarsfeesten) |
hatsuro-発露 | uitdrukking; manifestatie; uiting; verschijning |
hatsutake-初茸 | hatsutake paddestoel (Lactarius hatsutake) |
hatsuzekku-初節句 | (de viering van) het eerste jongens- [meisjes-] festival van een baby |
haujingu-ハウジング | huisvesting; woonruimte |
hayabune-早船 | (door galei-roeiers voortgestuwde) oorlogsboot |
hayagatensuru-早合点する | voorbarige conclusies trekken; te snel een oordeel vormen |
hayagawari-早変わり | eesnelle transformatie [grdaanteverandering]; metamorfose; snelle omkleding (van kostuum) |
hayame-早め | het vroeger [eerder] zijn (dan de vastgestelde of gebruikelijke tijd) |
hayashiraisu-ハヤシライス | een Japans rijstgerecht in westerse stijl (met hachee van rundvlees) |
hazakura-葉桜 | een kersenboom waar de bladeren zijn uitgekomen (nadat de bloesem is afgevallen) |
hazukashii-恥ずかしい | verlegen; beschaamd; vernederd |
hazumu-弾む | gestimuleerd [bemoedigd; aangespoord; opgevrolijkt] worden |
hazusu-外す | nalaten te pakken; niet nemen; verliezen; express ontwijken; ontduiken |
hazusu-外す | buiten de vastgestelde normen gaan; de grenzen overschrijden |
hebiichigo-蛇苺 | sieraardbei (Duchesnea) |
heddogia-ヘッドギア | (boksen, ijshockey, e.d.) hoofdbeschermer; helm |
heddohantingu-ヘッドハンティング | headhunting, het werven van professionals voor bedrijven |
hei-並 | (in kanji combinaties) parallel; op dezelfde rij; op hetzelfde niveau |
hei-併 | (in kanji combinaties) parallel; gelijktijdig; naast elkaar; op een rij; combinatie |
heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
heiji-平時 | vredestijd |
heika-兵戈 | wapens; messen en zwaarden |
heika-陛下 | Zijne [Hare; Uwe] Majesteit |
heikai-閉会 | sluiting (van een vergadering, bijeenkomst, etc.); reces; schorsing |
heikemonogatari-平家物語 | het verhaal [de geschiedenis] van de Heike clan |
heikindai-平均台 | (turntoestel) evenwichtsbalk |
heimon-閉門 | (Edo-periode) huisarrest |
heisagatatōshishintaku-閉鎖型投資信託 | beleggingsfonds dat een vast aantal aandelen uitgeeft via een enkele openbare aanbieding (om kapitaal te verzamelen voor de eerste investeringen) |
heisashijō-閉鎖市場 | gesloten markt |
heishi-平氏 | families [clans] met de naam Taira |
heisho-閉所 | krappe, afgesloten ruimte |
heishokyōfushō-閉所恐怖症 | claustrofobie (vrees voor afgesloten ruimten) |
heison-併存 | coëxistentie; het naast elkaar bestaan [samenleven] |
heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
heitei-閉廷 | reces [verdaging] van de rechtbank |
heiwaijigun-平和維持軍 | vredesmacht |
heiwakyūden-平和宮殿 | Vredespaleis (Den Haag) |
heiwaundō-平和運動 | vredesbeweging |
hejjingu-ヘッジング | indekking; afdekking (met tegengestelde posities op de financiële markt) |
heki-壁 | (in kanji combinaties) muur |
hekiga-壁画 | muurschildering; fresco; plafondschildering |
hekomu-凹む | (in)deuken; ingedrukt [beschadigd] worden |
hencho-編著 | geschreven en bewerkt [samengesteld] zijn (door) |
henge-変化 | antropomorfische gedaantewisseling van goden, geesten, e.d.; incarnatie |
henkeidōbutsu-扁形動物 | platworm (Platyhelminthes) |
henkin-返金 | terugbetaling; restitutie |
henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
henkyō-偏狭 | bekrompenheid; kleingeestigheid; kortzichtigheid; intolerantie |
henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
henpen-片片 | kleine stukjes; fragmenten |
henreihin-返礼品 | bedank-cadeautje; retourgeschenk (in waardering voor een gunst of schenking van iemand) |
hensei-編製 | het opstellen [samenstellen] van een familieregister [kiesregister, schoolkinderen register, e.d.] |
henseifū-偏西風 | de (heersende) westenwinden |
henseigan-変成岩 | metamorf gesteente |
hensetsu-変節 | afvallig worden; je principes verloochenen; ontrouw |
henshinyōfūtō-返信用封筒 | retourenveloppe; gefrankeerde en geadresseerde enveloppe |
herazukuchi-減らず口 | onbeschaamd [brutaal] geklets |
herikudaru-謙る | bescheiden [nederig] zijn |
herumesu-ヘルメス | Hermes (figuur uit de Griekse Mythologie: zoon van Zeus, god van handel, reizigers en dieven) |
herunia-ヘルニア | ingewandsbreuk; liesbreuk |
herupesu-ヘルペス | herpes (huidaandoening) |
herusu・kurabu-ヘルス・クラブ | fitnessclub; fitnesscentrum |
herusu・sentā-ヘルス・センター | fitnesscentrum |
heta-下手 | onbekwaamheid; onhandigheid; ondeskundigheid |
heta-下手 | een onbekwaam [onhandig; ondeskundig] persoon |
hettsui-竈 | traditioneel Japans fornuis [kooktoestel] (gestookt op hout of houtskool) |
heyazumi-部屋住み | (bij gangsters) bendelid dat in de groepsruimte woont en klusjes doet voor de bendeleider |
hi-彼 | (on-lezing, in kanji combinaties) daar(ginds); die |
hi-日 | zon; zonlicht; zonneschijn |
hi-肥 | (in kanji combinaties) mest; gier |
hi-肥 | (in kanji combinaties) dik; vet; vol |
hi-被 | (in kanji combinaties) bedekken; verbergen; dragen; aantrekken |
hi-被 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) geeft aan dat iemand (of jezelf) object van een handeling is |
hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
hiashi-日脚 | de beweging van de zon (van oost naar west) |
hibiki-響き | resonantie; vibratie; akoestiek; kwaliteit van een geluid |
hību-ヒーブ | (home economist in business) iemand die werkzaam is op de consumentenafdeling van een bedrijf |
hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
hidarimae-左前 | slechte financiële situatie; (economische) recessie |
hidarimuki-左向き | de verkeerde kant (van een kimono overslag) ; slechte financiële situatie; (economische) recessie |
hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
hidariuchiwa-左団扇 | welgesteldheid; in goede doen zijn |
hidoi-酷い | verschrikkelijk; vreselijk |
hidoku-酷く | verschrikkelijk; vreselijk; extreem |
hidori-日取り | de [vastgestelde; afgesproken] datum [dag] |
hie-稗 | Europese hanenpoot (soort gras, Echinochloa) |
higai-被害 | beschadiging; schade; averij |
higonokami-肥後守 | vouwmes (met een ijzeren handvat) |
hihō-飛報 | expresse bericht; spoedboodschap |
hijōjitai-非常事態 | noodtoestand |
hikagemono-日陰者 | uitgestotene (uit de maatschappij); paria; iemand met een duister verleden |
hikameikoku-非加盟国 | niet-lid staat [natie; land] van de Verenigde Naties |
hikanshugi-悲観主義 | pessimisme |
hikanshugisha-悲観主義者 | pessimist |
hikanteki-悲観的 | pessimistisch |
hike-引け | sluiting van een zaak [sessie]; einde van een werkdag, [schoolperiode, etc] |
hiken-披見 | doorlezing; bestudering |
hikensuru-披見する | doorlezen; bestuderen; doornemen; nalezen |
hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
hikiniku-挽き肉 | gehakt (vlees) |
hikite-引き手 | leider; leidinggevende; gids; degene die de touwtjes in handen heeft: |
hikite-引き手 | (afk. voor) een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
hikite-弾き手 | bespeler van een muziekinstrument |
hikitechaya-引き手茶屋 | een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
hikiwake-引き分け | gelijkspel; gelijke stand; onbeslist |
hikizome-弾き初め | de eerste keer dat een instrument wordt bespeeld in het nieuwe jaar |
hikizome-弾き初め | een instrument voor de eerste keer bespelen na aankoop ervan |
hikkakaru-引っ掛かる | tegengehouden worden; gesnapt worden |
hikkei-必携 | iets dat onmisbaar [essentieel] is; iets dat je moet hebben |
hikō-飛行 | verlies van een gebied [huisgezin] |
hikōkai-非公開 | niet open voor publiek; gesloten; geheim; privé |
hikōkennin-被後見人 | beschermeling; ondertoezichtgestelde [handelingsonbekwame] persoon |
hikokunin-被告人 | beklaagde; verweerder; beschuldigde; verdachte |
hiku-弾く | spelen (op een snaarinstrument of toetsinstrument); een muziekinstrument bespelen |
hikyō-秘教 | esoterische religie [leer] |
hikyoku-秘曲 | geheime [esoterische] muziek |
himaku-被膜 | membraan; vliesje; een laagje (dat iets bedekt) |
himansaibō-肥満細胞 | mestcel; mastocyt |
himanshō-肥満症 | obesitas; adipositas; vetzucht |
himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
himatsuri-火祭り | vuurfestival |
hime-姫 | prinses |
himegimi-姫君 | eerbiedige term voor een prinses of de dochter van een hooggeplaatst persoon |
himitsushugi-秘密主義 | geheimzinnigheid; geslotenheid |
hin-賓 | iets dat ondergeschikt is |
hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
hinamatsuri-雛祭り | Japans poppenfeest [Meisjesdag] (op 3 maart, dan stallen meisjes hun traditionele poppen uit) |
hinan-非難 | kritiek; klacht; beschuldiging; blaam; afkeuring |
hinaningyō-雛人形 | hina-pop (traditionele Japanse pop die op 3 maart, de dag van het Japanse poppenfeest, wordt uitgestald) |
hinata-日向 | zonneschijn; zonrnige plek |
hinbutsu-品物 | alles tussen hemel en aarde |
hinkonsen-貧困線 | armoedegrens; bestaansminimum |
hinoeuma-丙午 | het vuurpaard, een teken van de Chinese dierenriem (de 43e combinatie van de sexagesimale cyclus) |
hinoki-檜 | Japanse (dwerg) cipres (Chamaecyparis obtusa) |
hinto-ヒント | hint; suggestie |
hioi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hiooi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hippu-匹夫 | onbelangrijke [eenvoudige] man; man met een lage functie; ongeschoolde [onwetende] man |
hippugerō-匹夫下郎 | eenvoudige mannen en knechten; mannen met lage functies |
hiraya-平屋 | woonhuis zonder bovenetages; huis van één verdieping; bungalow |
hire-ヒレ | filet (vlees; vis) |
hireidaihyōsei-比例代表制 | kiesstelsel van proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten (met meerdere zetels) |
hirezake-鰭酒 | een kop warme sake met gegrilde visvinnen (meestal van fugu) |
hirō-披露 | aankondiging; presentatie; voordracht; introductie |
hirōen-披露宴 | huwelijksreceptie; bijeenkomst; feest |
hiroi-広い | weids, ruim; breed; uitgestrekt |
hiroibashi-拾い箸 | eetstokjes gebruikt om eten door te geven aan elkaar (onjuist gebruik van eetstokjes) |
hiroyaka-広やか | weidsheid; uitgestrektheid |
hirune-昼寝 | middagdutje; middagslaapje; siësta |
hiryō-肥料 | mest; kunstmest; meststof |
hisenkyoken-被選挙権 | gerechtigdheid om verkozen te worden (als volksvertegenwoordiger); verkiesbaarheid |
hishaku-柄杓 | (diepe) opscheplepel (meestal van hout of bamboe) |
hisho-秘書 | (privé) secretaris [secretaresse] |
hisho -飛書 | brief met spoed verstuurd; urgente correspondentie |
hisoka-密か | geheim; heimelijk; stiekem; clandestien; privé |
hissageru-引っ提げる | (iets) presenteren; voorleggen; onder de aandacht brengen |
hītā-ヒーター | verwarming; kachel; verwarmingstoestel |
hitato-ひたと | dichtbij; direct; precies |
hito-一 | (in kanji combinaties) één |
hitobarai-人払い | een privé-gesprek |
hitodama-人魂 | de geest van een (pas) overleden persoon (in de vorm van een vlam of vuurbal); dwaallicht |
hitode-海星 | zeester |
hitodenashi-人でなし | een bruut; beest; monster; onmenselijk wezen |
hitoe-単衣 | ongevoerde kimono; kimono bestaande uit één laag stof |
hitogokochi-人心地 | besef; bewustzijn; opluchting |
hitohata-一旗 | succes |
hitomawari-一回り | één cyclus (van de Chinese dierenriem) |
hitomoji-一文字 | grove bieslook (Allium fistulosum) |
hitoomoini-一思いに | resoluut; spontaan; zonder er al te veel over na te denken |
hitoributai-一人舞台 | alleen de leiding [regie] hebben; veruit de beste zijn |
hitorigime-独り決め | (eigen) aanname [beslissing] zelf beslissen |
hitorigurashi-一人暮らし | alleen leven [wonen; een kluizenaarsbestaan; vrijgezellen bestaan; celibaat |
hitoshio-一入 | nog meer; des te meer; in het bijzonder; vooral |
hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
hitsu-筆 | het schrijven; geschrift; schrijfwerk; kalligrafie; schrijfkunst |
hitsuboku-筆墨 | wat geschreven is met penseel en inkt; kalligrafie |
hitsujin-筆陣 | stellingname (in een polemiek; pennenstrijd; twistgeschrift) |
hitsujun-筆順 | streepjesvolgorde van de Chinese karakters |
hitsuryoku-筆力 | expressiviteit [expressieve kracht] van een penseelvoering [beschrijving] |
hitto-ヒット | een succes; hit; succesnummer |
hiuo-氷魚 | jonge (nog doorschijnende) onvolgroeide Ayu (visjes) |
hiwa-悲話 | triest [zielig] verhaal |
hiwada-檜皮 | hinoki-bast; de bast [schors] van een Japanse cypres |
hiya-冷や | koud drinkwater (met ijsblokjes) |
hiyaku-秘薬 | geheim geneesmiddel; geneesmiddel waarvan het recept geheim gehouden wordt |
hiyaku-飛躍 | sprong; gespring; snelle voortgang |
hiyamugi-冷や麦 | koud geserveerde udon noedels |
hiyayakko-冷や奴 | een Japans gerecht met koud geserveerde tahoe [tofoe] |
hiyodori-鵯 | bruinoorbuulbuul (een zangvogel: Hypsipetes amaurotis) |
hiyoke-日除け | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hiyoke-火除け | brandbeveiliging; bescherming tegen brand |
hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
hizaate-ひざ当て | kniebeschermer |
hizagashira-膝頭 | knieschijf |
hizakozō-膝小僧 | knieschijf |
hizamoto-膝元 | onder de zorg [bescherming] van de ouders |
hizashi-日差し | zonlicht; zonnestralen |
hizashi-陽射し | zonlicht; zonnestralen |
hō-豊 | afkorting voor Buzen of Bungo provincies |
hō-鳳 | een mythische Chinese vuurvogel [feniks] |
hoanrin-保安林 | bosbescherming; bescherming van de bossen; boswachterij |
hobaku-捕縛 | aanhouding; arrestatie |
hōben-方便 | een handige manier; geschikt middel; hulpmiddel |
hōchō-包丁 | keukenmes |
hōdai-砲台 | een fort; batterij (geschut) |
hōden-ホーデン | testikels; zaadballen |
hodokoshimono-施し物 | aalmoes |
hodoyoi-程好い | goed; gunstig; geschikt |
hodoyoi-程好い | precies goed; op het juiste moment |
hōe-法衣 | religieuze kleding; priestergewaad |
hōen-砲煙 | de rook van een kanon [artilleriebeschieting] |
hōfukusochi-報復措置 | represailles; vergeldingsacties; wraak |
hōganshi-方眼紙 | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
hogo-保護 | bescherming; bewaring; instandhouding; begunstiging |
hogo-反故 | reeds beschreven [gebruikt] papier; papierafval |
hōgo-法語 | uitleg van boeddhistische geschriften |
hogosha-保護者 | voogd; beschermheer |
hogosuru-保護する | beschermen; bewaren; behouden |
hoitsu-捕逸 | een doorgeschoten bal (honkbalterm voor een catcher die de bal mist) |
hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
hōjutsu-砲術 | geschut; artillerie |
hōkai-抱懐 | het koesteren [hebben; erop na houden] van een gedachte, mening, etc |
hokaku-捕獲 | in beslagname; confiscatie; vangst |
hōkeishujutsu-包茎手術 | operatie van de voorhuid; besnijdenis |
hokkyō-法橋 | (boeddh.) een van de rangen van priesters [monniken] |
hōkō-咆哮 | schreeuw; gil; gebrul; geschreeuw; gejank |
hōkō-放校 | van school gestuurd zijn |
hōkō-方向 | doel; bestemming |
hoko-矛 | lans; spies; speer |
hoko-矛 | (met lantaarns) gedecoreerde paal (voor optochten en festivals) |
hokō-補講 | aanvullende [extra] les [lezing; college] |
hōkon-方今 | (op) deze tijd [dit moment]; precies nu |
hokori-埃 | rest; overblijfsel |
hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
hoku-北 | (in kanji combinaties) noord |
hokuga-北画 | (afk. van) (landschap)schilderijen van de Noordelijke schildersschool (China), m.n. door professionele schilders met krachtige, scherpe lijnen |
hokuhokusei-北北西 | het noordnoordwesten |
hokuriku-北陸 | Hokuriku gebied [streek] (bestaat uit de prefecturen Fukui, Ishikawa, Toyama en Niigata) |
hokusei-北西 | het noordwesten |
hokushuga-北宗画 | (landschap)schilderijen van de Noordelijke schildersschool (China), m.n. door professionele schilders met krachtige, scherpe lijnen |
hokuso-火糞 | gesmolten kaarsvet |
hokuyō-北洋 | een term die in China werd gebruikt om te verwijzen naar de drie provincies van de Qing-dynastie, Zhihlei (Hebei), Shandong en Mukden (Liaoning) |
homaesen-帆前船 | (westers) zeilschip; zeilboot; jacht |
hōmingu-ホーミング | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
hōmon-砲門 | geschutpoort; geschutsgat; schietgat (in een oorlogsschip of burcht) |
homo・habirisu-ホモ・ハビリス | Homo habilis (uitgestorven menssoort, die 2,3 tot 1,5 miljoen jaar geleden leefde in Oost-Afrika)) |
hōmuran・dābī-ホームラン・ダービー | (Major League Baseball) jaarlijkse wedstrijd om wie de meeste homeruns slaat |
hōmurūmu-ホームルーム | schoollokaal waar een groep leerlingen extra begeleiding krijgt van een vaste leraar (vaak voordat de reguliere lessen beginnen) |
hōmusupan-ホームスパン | dikke met de hand gesponnen garen |
hōmusupan-ホームスパン | grove wollen stof (van met de hand gesponnen garen) |
hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
hon-本 | (woord voor het tellen van lange cilindervormige voorwerpen, zoals pennen, flessen, etc.) |
hondai-本題 | het hoofdonderwerp; de kwestie in behandeling; dit onderwerp; het eigenlijke onderwerp |
honemi-骨身 | botten en vlees; het hele lichaam |
hōnenmatsuri-豊年祭り | oogstfeest |
honenuki-骨抜き | het uitbenen [fileren] (van vlees); ontgraten (van vis) |
honken-本件 | deze kwestie [zaak] |
honkō-本校 | hoofdgebouw [hoofdvestiging] van een school |
honkyū-本給 | basissalaris (zonder toeslagen, e.d.) |
honmō-本望 | lang gekoesterde wens; ultieme droom |
honnin-本人 | de persoon in kwestie; betrokkene |
hōnō-奉納 | offering aan shinto goden of Boeddha's (van goederen of demonstraties van dans, oude krijgskunsten, e.d) |
honomekasu-仄めかす | zinspelen op; laten doorschemeren; een toespeling maken; een hint geven |
honpō-本俸 | basisloon; vast salaris (exclusief extra toeslagen, etc.) |
honrainara-本来なら | strikt genomen; normaal gesproken |
honron-本論 | hoofdzaak; hoofdonderwerp; belangrijkste kwestie |
honryū-奔流 | woeste stroom (water) |
honsei-本姓 | oorspronkelijke achternaam [familienaam]; meisjesnaam |
honseki-本籍 | (iemands) wettelijke [officiële] adres [woonplaats] |
honshitsu-本質 | ware aard [natuur]; essentie (van iets); intrinsieke [wezenlijke] kwaliteit [waarde] |
honshitsuteki-本質的 | essentieel; noodzakelijk; belangrijk |
honshoku-本職 | (v.n.l. in geschriften gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud in overheidsfunctie) ik, naam, in de functie van (politiebeambte)... |
honten-本店 | hoofdkantoor; hoofdvestiging; hoofdfiliaal |
honyūbin-哺乳瓶 | zuigfles |
hōō-鳳凰 | een mythische Chinese vuurvogel [feniks] |
hooba-朴歯 | steunbalkjes onder geta sandalen, gemaakt van magnolia hout |
horeizai-保冷剤 | koelmiddel; thermische [koude] gel; koud compres (cold pack; coolpack) |
hōretsu-放列 | batterij (van kanonnen); geschut; in een rij opgestelde artillerie-eenheid |
horinukiido-掘り抜き井戸 | een diepe geboorde [geslagen] put |
horishi-彫り師 | tatoeëerder; tattoo artiest |
horobosu-滅ぼす | ruïneren; vernietigen; verwoesten; te gronde richten |
horobu-滅ぶ | verwoest [geruïneerd] worden; te gronde gaan |
horoyoi-ほろ酔い | aangeschoten; teut; tipsy |
horoyoi-微酔い | aangeschoten zijn (van drank) |
horumon-ホルモン | (in Kansai dialect) orgaanvlees, slachtafval van koeien of varkens |
horunferusu-ホルンフェルス | (gesteente) hoornrots; hornfels |
horusutain-ホルスタイン | koeienras Holstein-Friesian |
horyū-保留 | reserve; voorbehoud; bedenking |
hōshanōosen-放射能汚染 | radioactieve besmetting; radioactieve verontreiniging |
hōshaseihōkai-放射性崩壊 | radioactief verval; radioactieve desintegratie |
hōshi-法嗣 | (boeddh.) opvolger van de abt [priester] |
hōshi-法師 | Boeddhistische priester [monnik]; iemand in monniksgewaad |
hoshii-糒 | rijst die eerst gaargestoomd is en daarna gedroogd (makkelijk mee te nemen op reis en klaar om te eten na het te weken in water) |
hoshika-干し鰯 | meststof op basis van gedroogde ontvette sardines en haring (werd gebruikt voor de katoen- en tabaksteelt van late Edo-periode tot de Meiji periode) |
hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
hoshin-保身 | zelfbescherming |
hōshin-疱疹 | herpes (huidaandoening) |
hōshin-芳信 | bericht over het bloeien van de bloemen [kersenbloesems] |
hōshinbyōdoku-疱疹病毒 | herpes simplex (virus); koortsuitslag |
hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
hōsho-芳書 | (respectvol woord voor de brief van de ander) uw brief |
hōshoyaki-奉書焼き | een gerecht waarbij vis [zeevruchten; paddenstoelen] in papier gewikkeld worden gestoomd op een open vuur |
hōshu-法主 | hoofdpriester; hoofd van een boeddhistische sekte |
hosogiri-細切り | het in dunne reepjes snijden; in reepjes gesneden voedsel |
hosoku-捕捉 | gevangenneming; vangst; arrestatie |
hosomi-細み | een van de fundamentele principes van de shōfū- of Bashō-stijl in de Japanse poëzie, n.l. het streven naar verfijning en oprechtheid |
hosshi-法嗣 | (boeddh.) opvolger van de abt [priester] |
hosshin-発心 | (boeddh.) bekering; religieuze ontwaking; priester worden |
hosshin-発疹 | huiduitslag; puistjes; exantheem |
hossu-法主 | hoofd(priester) van een boeddhistische groepering |
hōsui-放水 | uitwatering; waterafvoer; besproeiing |
hosutesu-ホステス | gastvrouw; hostess |
hosuto-ホスト | (mannelijke) presentator (van tv-programma's, e.d.) |
hotarubukuro-蛍袋 | klokjesbloem (Campanula punctata) |
hoteiaoi-布袋葵 | waterhyacint (Eichhornia crassipes) |
hōteidensenbyō-法定伝染病 | meldingsplichtige infectieziekte (besmettelijke ziekte die men wettelijk verplicht moet melden aan de autoriteiten) |
hōteisokudo-法定速度 | wettelijk toegestane snelheid |
hōten-宝典 | waardevol boek; thesaurus |
hōtō-砲塔 | geschuttoren; geschutkoepel |
hotoke-仏 | een dode [overledene]; geest |
howaito・hausu-ホワイト・ハウス | het Witte Huis (residentie van de president van Amerika) |
howaito・mīto-ホワイト・ミート | (Eng.: white meat) wit vlees (b.v. van kip of kalf) |
hoya-火屋 | metalen deksel (met gaatjes) van wierookbrander |
hoyahoya-ほやほや | pas; vers; nieuw (b.v. pas getrouwd of net afgestudeerd) |
hozen-保全 | behoud; bescherming; instandhouding; conservering |
hōzō-宝蔵 | het gebouw in een tempel waar de geschriften worden bewaard |
hozonsuru-保存する | bewaren; behouden; in stand houden; preserveren |
hyakkiyakō-百鬼夜行 | een nachtelijke optocht van monsters, spoken, geesten, etc. |
hyakunichizeki-百日咳 | kinkhoest |
hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
hyōgenshugi-表現主義 | expressionisme |
hyōji-表示 | indicatie; aanduiding; uitdrukking; manifestatie |
hyōji-表示 | representatie |
hyōjō-表情 | gevoelsuitdrukking; expressie; houding |
hyōkason-評価損 | waardeverlies; boekwaardeverlies |
hyōmenchōryoku-表面張力 | oppervlaktespanning |
hyōon-表音 | fonetische representatie |
hyōshi-拍子 | (precies op het) moment |
hyōshōdai-表彰台 | podium; verhoging; estrade |
hyōtan-瓢簞 | fleskalebas (Lagenaria siceraria) |
hyūman・asesumento-ヒューマン・アセスメント | (Eng.: human assessment) beoordeling van mensen (b.v. personeel) |
hyūman・rirēshonzu-ヒューマン・リレーションズ | (Eng.: human relations) menselijke betrekkingen [relaties] |
hyūzu-ヒューズ | Hughes (Engelse achternaam) |
i-医 | geneeskunde; medicijnen |
i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
ibiridasu-いびり出す | (iem.) dwingen te vertrekken; naar buiten werken; wegpesten |
ibotarō-水蠟蠟 | bomenwas; insectenwas; Chinese was |
icharibachōdē-いちゃりばちょーでー | (Okinawa dialect) zodra we elkaar ontmoeten zijn we broers [zusters] (m.a.w. wees vriendelijk voor vreemden) |
ichi-一 | eerste; beste |
ichiban-一番 | de eerste [beste]; nummer 1; -ste (overtreffende trap) |
ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
ichigakki-一学期 | eerste semester (school) |
ichigen-一見 | eerste bezoek (van een klant, b.v. in een restaurant) |
ichiichi-一一 | elke; ieder(een); alles |
ichiitaisui-一衣帯水 | smalle zeestraat [zee-engte] tussen twee landen; (twee landen) gescheiden door een smalle strook water |
ichiji-一時 | voor een poosje [tijdje]; eventjes; tijdelijk |
ichikabachika-一か八か | (gezegde) het erop wagen; alles of niets; erop of eronder; zwemmen [pompen] of verzuipen |
ichimei-一命 | (China) heer; man van beschaving; overheidsdienaar; krijgsman; strijder |
ichimōdajin-一網打尽 | grootschalige arrestaties |
ichimon-一門 | leerlingen van dezelfde meester (van een school der kunsten, vechtsporten, e.d.) |
ichinenhokki-一念発起 | besluit om Boeddhistische monnik te worden |
ichinotori-一の酉 | de eerste Dag van de Haan in de elfde maand; het festival van de Ōtori-schrijn gehouden op die dag |
ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
ichiza-一座 | banket; feestelijk [officieel] diner |
ichiza-一座 | de hele groep acteurs [artiesten] van een theatergezelschap |
idaku-抱く | koesteren (gevoelens, gedachtes, meningen) |
ido-イド | (in psychoanalyse, het onderbewuste) id; es; het |
idō-異動 | verandering [wijziging] van een situatie [toestand] |
idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
idōsaki-異動先 | bestemming [plek] van overplaatsing |
iebae-家蠅 | huisvlieg (Musca domestica) |
ienken-以遠権 | landingsrecht dat een luchtvaartmaatschappij toestaat om na aankomst in het land dat het reisdoel is, door te vliegen en te landen in een ander land |
ienoko-家の子 | (einde van de Heian periode) lid van een clan die een meester-dienaarrelatie had met de feodale heer |
iesu-イエス | Jesus |
iesu-イエス | ja (Engels: yes) |
ifū-遺風 | overgeleverde traditie; lessen en kennis doorgegeven door vorige generaties |
igaku-医学 | geneeskunde; medicijnen (studie) |
igakubu-医学部 | Medische Faculteit; Faculteit der Geneeskunde |
igi-異議 | bezwaar; tegenwerping; protest; objectie |
igon-遺言 | testament; laatste wilsbeschikking |
igonjō-遺言状 | testament; laatste wilsbeschikking |
igonsho-遺言書 | testament; laatste wilsbeschikking |
iguzamu-イグザム | examen; test; tentamen |
igyō-偉業 | grote prestatie; goed (behaald) resultaat |
igyō-医業 | geneeskunde |
ihitsu-遺筆 | nagelaten geschrift [kalligrafie] van een overledene; postuum werk |
ii-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
iiai-言い合い | ruzie; discussie; twistgesprek; woordenwisseling |
iifukumeru-言い含める | (iets) goed uitleggen; goede instructies geven |
iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
iigakari-言いがかり | valse beschuldiging; aantijging |
iigusa-言い草 | gespreksonderwerp |
iigusa-言い草 | excuus; smoes |
iikagen-いい加減 | precies goed [passend; geschikt]; zoals het hoort zijn; geschiktheid; de juiste maat [mate] |
iikakeru-言いかける | (iem.) aanspreken; toespreken; spreken tot; zich richten tot |
iikawasu-言い交わす | een gesprek hebben met; gedachten wisselen met; beloftes uitwisselen |
iinkai-委員会 | commissie; comité; bestuur |
iinokosu-言い残す | een testament achterlaten; je laatste woorden spreken |
iinuke-言い抜け | excuus; smoes; ontwijking |
iitsukeru-言いつける | gewend zijn om te zeggen; meestal zeggen |
iitsukusu-言い尽くす | alles [het hele verhaal] vertellen; niets ongezegd laten |
iizama-好い様 | (ironisch spraakgebruik) netelige [moeilijke; lastige; beschamende] omstandigheid [situatie] |
iji-遺児 | wees; weeskind |
ijime-苛め | pesterij; het pesten; het kwellen |
ījisukan-イージス艦 | Aegis kruiser (marineschip uitgerust met het Aegis-systeem) |
ījī・kea-イージー・ケア | (ge)makkelijk te onderhouden (meestal gebruikt voor stoffen van kleding) |
ijōfu-偉丈夫 | een robuuste [stevig gebouwde; gespierde] man |
ikanokō-烏賊の甲 | inktvisschelp; zeeschuim |
ikataru-胃カタル | maagcatarre; gastritis; ontsteking van het maagslijmvlies |
ikazoku-遺家族 | nabestaanden |
ike-池 | vijver; put; reservoir |
ikei-畏敬 | eerbied; ontzag; respect |
ikeuo-生け魚 | levende vissen (bestemd voor consumptie, in een aquarium of tank in een restaurant) |
ikiba-行き場 | bestemming; plaats om naar toe te gaan |
ikigai-生き甲斐 | doel [zin] van het leven; bestaansgrond; raison d'être |
ikigomi-意気込み | enthousiasme; geestdrift; ijver |
ikigomu-意気込む | enthousiast [geestdriftig] zijn; gesteld zijn (op); vastbesloten zijn (om te) |
ikihaji-生き恥 | de schaamte die men tijdens zijn leven moet verduren; leven [voortbestaan] in schaamte [schande; oneer] |
ikiji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
ikimi-生き身 | verse vis; vers vlees |
ikiru-生きる | leven; (blijven) bestaan |
ikiryō-生き霊 | een levende (lichaamsloze) geest die zijn eigen lichaam heeft verlaten om wraak te nemen op iemand; een wraakzuchtige geest |
ikisaki-行き先 | (eind)bestemming; verblijfplaats |
ikisatsu-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
ikishōchin-意気消沈 | ontmoedigd [depressief; down] zijn |
ikishōten-意気衝天 | opperbeste stemming; stralend humeur; groot enthousiasme |
ikisuji-粋筋 | liefdesaffaire |
ikitsuku-行き着く | (de bestemming) bereiken; uitkomen op [bij]; tot de conclusie komen |
ikiwakare-生き別れ | levenslang gescheiden zijn |
ikizukuri-生き作り | (lett. levend klaargemaakt) sashimi gesneden van een levende vis (een controversiële methode) |
ikkatsubarai-一括払い | het alles in één keer betalen; het hele bedrag ineens betalen |
ikken-一件 | een zaak [kwestie; voorval] |
ikkiichiyū-一喜一憂 | afwisselend blij [vrolijk] en verdrietig [angstig]; tussen hoop en vrees |
ikkyo-一挙 | alles tegelijk [in één keer] doen |
ikkyoni-一挙に | in één slag [klap]; in één keer; alles tegelijk |
ikō-遺功 | nagelaten werken [prestaties]; nalatenschap |
ikokusen-異国船 | buitenlandse schepen (in de Edo periode excl. de Nederlandse, Chinese en Koreaanse schepen) |
ikotsu-遺骨 | beenderen van gesneuvelde soldaten [overledenen] |
ikuji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
ikun-遺訓 | goede raad advies; [instructies] door een overledene achtergelaten voor nabestaanden |
imei-遺命 | laatste wilsbeschikking; testament |
imējidaun-イメージダウン | het imago [de reputatie] van iemand schaden[verpesten] |
imōtobun-妹分 | protegee; beschermelinge |
in-イン | de tweede negen holes (van een golfbaan) |
inakajiruko-田舎汁粉 | (plattelandse) zoete rode bonensoep met (gebakken) rijst cakes |
inaoru-居直る | plotseling agressief [vijandig] worden |
inari-稲荷 | god uit de Japanse mythologie, beschermer van de rijstoogst |
inbesutomento-インベストメント | investering |
inbesutomento・banku-インベストメント・バンク | investeringsbank |
indoneshia-インドネシア | Indonesië |
inenmaku-胃粘膜 | maagslijmvlies |
infōmudo・konsento-インフォームド・コンセント | verklaring van vrijwillige toestemming (med.) |
infure・hejji-インフレ・ヘッジ | (Eng.: inflation hedge) bescherming tegen inflatie |
inginburei-慇懃無礼 | gespeelde [niet gemeende] beleefdheid; verborgen afkeer |
ingō-院号 | naam van een tempel die door een edelman, shogun, e.d. is gesticht |
inkikusai-陰気臭い | somber; mistroostig; donker; droefgeestig |
inkubin-インク瓶 | inktfles |
inkuburottokensa-インクブロット検査 | (psychologie) inkblot test; rorschachtest |
inkuyōki-インク容器 | inkt reservoir |
inkyokusen-陰極線 | kathodestraal |
innen-因縁 | lot; lotsbestemming |
inochi-命 | essentie; kern; het belangrijkste |
inpuresshon-インプレッション | impressie; indruk |
insatsukōtei-印刷工程 | druk proces |
inshō-印象 | impressie; indruk |
inshokuten-飲食店 | restaurant; eethuis |
inshōshugi-印象主義 | impressionisme |
inshōshugisha-印象主義者 | impressionist |
insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
insutityūshonaru・ado-インスティテューショナル・アド | institutionele reclame (gericht op het vestigen van een naam van een instituut, i.p.v. een product) |
insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
intā-インター | interview; vraaggesprek |
intābijon-インタービジョン | intervisie (een georganiseerd gesprek tussen een kleine groep vakgenoten) |
intabyū-インタビュー | interview; vraaggesprek |
intāpuritā-インタープリター | interpreter (software), computerprogramma dat herhaaldelijk instructies leest en vertaalt naar machinecode |
intaresuto-インタレスト | interesse; belangstelling |
intāseputā-インターセプター | onderschepper; radartoestel |
interijento・biru-インテリジェント・ビル | intelligent gebouw (met computergestuurde functies) |
intoranetto-イントラネット | (computer) intranet; (besloten informatieplatform binnen een organisatie) |
inu-戌 | de Hond (elfde van de twaalf tekens van de Chinese dierenriem) |
inui-戌亥 | (arch.) het noordwesten |
inuitto-イヌイット | Inuit (eskimo's in Groenland en Canada) |
inukaki-犬搔き | op zijn hondjes zwemmen; zwemmen als een hond |
inyō-遺尿 | het bedplassen; enuresis |
inyōshō-遺尿症 | het bedplassen; enuresis |
in'yō-陰陽 | yin en yang (twee tegengestelde principes of krachten) |
in'yu-引喩 | allusie; toespeling; zinspeling |
ippai-一敗 | één verliespartij; één nederlaag |
ippantōshika-一般投資家 | particuliere investeerder |
ippanzōbutsu-一般贓物 | gestolen goederen |
ippī-イッピー | (Youth International Party + hippie) hippie met politieke interesses |
ippin-逸品 | voortreffelijk voorwerp [object; product; artikel]; pronkjuweel; meesterstuk; meesterwerk |
ippon'yari-一本槍 | een beslissende actie (b.v. met een speer) |
iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
irasshaimase-いらっしゃいませ | (ter verwelkoming van gasten of klanten, in winkels, e.d.) (wees) welkom |
irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
irejie-入れ知恵 | hint; suggestie; advies |
irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
iroha-伊呂波 | het ABC; de (eerste) beginselen; grondslagen; basis(principes) |
iroke-色気 | kleuring; kleurnuances |
iroonna-色女 | vriendin; minnares |
iru-居る | (levende wezens) zijn; bestaan |
iruminēshon-イルミネーション | (decoratieve) verlichting [lichtjes]; belichting |
isamiashi-勇み足 | te ver gaan [teveel je best doen; overijverig zijn] (en daardoor falen) |
isamitatsu-勇み立つ | gestimuleerd [bemoedigd; opgefleurd; geprikkeld] zijn [worden] |
isao-勲 | (bijzondere) prestatie; verdienstelijke daad |
iseebi-伊勢海老 | (hoorn)kreeft; langoest |
isei-以西 | ten westen [westelijk] (van) |
isei-異性 | het andere geslacht; de andere sekse |
isha-医者 | arts; dokter; geneesheer; medicus |
ishi-遺子 | wees; weeskind |
ishi-遺志 | de wens van een overledene; laatste wil [wilsbeschikking] |
ishibōchō-石包丁 | (oudheid) een stenen (oogst) mes |
ishidatami-石畳 | stenen bestrating; stoeptegels; tuintegels |
ishidatami-石畳 | de zeeslak Monodonta confusa |
ishikettei-意思決定 | besluitvorming |
ishiki-意識 | bewustzijn; besef |
ishikisuru-意識する | zich bewust zijn van; beseffen |
ishin-威信 | gezag; prestige; aanzien; waardigheid |
ishin-維新 | restauratie; reformatie |
ishin-維新 | (afk. voor) de Meiji-restauratie (1867) |
ishindenshin-以心伝心 | [禅宗で、言葉では表せない仏法の神髄を無言のうちに弟子に伝えること] (in het Zen Boeddhisme) de non-verbale transmissie van de essentie van de Boeddhistische concepten |
ishitsu-遺失 | verlies; vergetelheid; het verliezen; vergeten; (per ongeluk) achterlaten (b.v. een paraplu in de bioscoop) |
ishitsusha-遺失者 | eigenaar [eigenares] van een verloren voorwerp |
ishō-意匠 | ontwerp; design |
isho-遺書 | testament |
ishoku-衣食 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
ishugaeshi-意趣返し | vergelding; wraak; represaille |
issai-一切 | alles; allemaal |
issei-一世 | de eerste van een koning of keizer waarbij de naam van de vorst tevens in de volgende generaties voorkomt (b.v.: Willem I der Nederlanden) |
isseki-一席 | speech; toespraak |
isseki-一席 | banket; feestmaal; feestelijk diner; etentje |
isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
isshitsurieki-逸失利益 | gederfde winst (vermogensschade die bestaat uit het gemis van winst) |
isshō-一生 | een leven; hele leven; levensduur; een bestaan |
isshokusokuhatsu-一触即発 | kritieke toestand; explosieve situatie |
isshokuta-一緒くた | mengelmoes; warboel; ratjetoe |
isso-いっそ | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
issonokoto-いっその事 | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
isukumeru-射竦める | de tegenstander intimideren met een woeste [dreigende] blik |
itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
itabasami-板挟み | dilemma; tweestrijd |
itachigokko-鼬ごっこ | ratrace; felle jacht op [streven naar] een positie [resultaat]; genadeloze concurrentie; kat-en-muisspel |
itaibukuro-遺体袋 | lijkzak; lijkhoes; bodybag |
itamashii-痛ましい | pijnlijk; schrijnend; treurig; triest |
itami-痛み | (geestelijke) pijn; bezorgdheid; angst; verdriet |
itami-痛み | beschadiging; schade; verwonding |
itawasa-板山葵 | een gerecht van plakjes kamaboko (stammetjes van witvis-puree) met wasabi en sojasaus |
itazura-悪戯 | tijdverdrijf; pleziertje; amusement; hobby (dit zegt men bescheiden over zijn eigen daden) |
itchōisshi-一張一弛 | het laten werken, dan laten rusten; de boog kan niet altijd gespannen zijn |
iten-移転 | verhuizing (naar een ander adres, etc.) |
itosabaki-糸捌き | het bespelen van een snaarinstrument |
itosugi-糸杉 | cipres (boom) |
itoteki-意図的 | opzettelijk; met opzet; expres; bewust |
ittai-一体 | (wat) in hemelsnaam; in vredesnaam; verdorie |
ittaiichiro-一帯一路 | één gordel, één weg, een Chinees economisch concept over verbinding van regio's tot 1 invloedsgebied, b.v. langs de zijderoute tussen China en Europa |
ittō-一等 | eersteklas; eersterangs; de beste |
ittōchi-一頭地 | de beste (van allemaal) |
ittoki-一時 | een tijdje; korte tijd; even(tjes) |
ittōryōdan-一刀両断 | resolute en snelle actie [maatregel; stap]; drastische maatregelen nemen |
iwaibashi-祝い箸 | ronde eetstokjes met dunne uiteinden die men gebruikt bij feestelijke maaltijden |
iwaigoto-祝い事 | een feestelijke gebeurtenis; viering |
iwaizake-祝い酒 | feestdronk; drank(je) bij een feestelijke [officiële] gebeurtenis |
iwakutsuki-曰く付き | met een verhaal [geschiedenis] erachter |
iyagaueni-弥が上に | hoe langer hoe meer; des te meer; steeds meer; nog eens erbovenop |
iyaku-医薬 | geneesmiddel; medicijn |
iyakuhin-医薬品 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
iyāmafu-イヤーマフ | oorbeschermer (geluidisolerend) |
iyani-嫌に | vreselijk; buitengewoon; onaangenaam; naar; vervelend |
iyū-畏友 | gewaardeerde [gerespecteerde] vriend |
izakaya-居酒屋 | Japanse bar waar hapjes en drankjes worden geserveerd |
izakoza-いざこざ | complicaties; conflict(en); moeilijkheden; (geld) problemen |
izoku-遺族 | nabestaanden; familie van de overledene |
ī・ī・shī-イー・イー・シー | (European Economic Community) Europese Economische Gemeenschap |
ī・pī-イー・ピー | (European Parlement) Europese parlement |
ī・tī-イー・ティー | (extraterrestial) buitenaards |
ī・tī・dī-イー・ティー・ディー | (estimated time of departure) verwachtte vertrektijd |
ī・tī・ē-イー・ティー・エー | (estimated time of arrival) verwachte aankomsttijd |
ī・yū-イー・ユー | Europese Unie |
jaketto-ジャケット | boekomslag; platenhoes |
jakkunaifu-ジャックナイフ | (groot) knipmes |
jako-雑魚 | kleine [jonge] visjes |
jamu・sesshon-ジャム・セッション | jamsessie (improvisatie van (jazz)musici) |
janen-邪念 | slechte bedoeling(en) [gedachten]; kwade geest |
japonisumu-ジャポニスム | japonisme (de invloed van Japanse kunst op de westerse kunst) |
jashin-邪神 | een kwade godheid; boze geest; duivel |
jasudakkushijō-ジャスダック市場 | de JASDAC-markt (Japan Association of Securities Dealers Automated Quotations) |
jasuto・mīto-ジャスト・ミート | goede timing; (honkbal) de bal precies op goede moment (met het midden van het slaghout) raken |
jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
jesuchā-ジェスチャー | gebaar; handgebaar; geste |
ji-侍 | (in kanji combinaties) dienaar; dienen |
ji-字 | schriftteken; (Chinees) karakter; handschrift |
ji-字 | geschreven tekst |
jiban-地盤 | territorium; kiesdistrict; machtsbasis |
jibutsu-持仏 | een boeddhistisch beeld dat altijd wordt gedragen of in huis bewaard, als beschermgod |
jichi-自治 | zelfbestuur; autonomie |
jichiku-自治区 | autonoom [zelfbesturend] gebied; gebied [regio; wijk] met autonomie |
jidaiseishin-時代精神 | tijdgeest |
jidōhanbaiki-自動販売機 | (verkoop)automaat (blikjes, sigaretten, etc.) |
jidōseigyo-自動制御 | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
jigami-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
jigōjitoku-自業自得 | boeten voor zijn fouten; zijn verdiende loon krijgen; de gevolgen [consequenties] (van zijn daden) moeten aanvaarden |
jih-十 | (in kanji combinaties) tien |
jiito-地糸 | draad die niet fabrieksmatig wordt gesponnen (traditioneel vaak gedaan als nevenactiviteit in o.a. het boerenbedrijf) |
jijin-自刃 | zelfdoding met een zwaard [mes] |
jijō-事情 | omstandigheden; toestand; situatie |
jijo-次序 | volgorde; systeem; regeling; bestel |
jikadanpan-直談判 | directe onderhandeling [bespreking]; persoonlijk gesprek [interview] |
jikaku-自覚 | zelfbewustzijn; zelfbewustwording; zelfrealisatie; zelfbesef |
jikakusuru-自覚する | zich (van iets) bewust worden; beseffen |
jiken-事件 | gebeurtenis; zaak; kwestie |
jiketsu-自決 | zelfbeschikking |
jiki-時機 | (goede) gelegenheid; kans; goede [geschikte] tijd (om iets te doen) |
jikideshi-直弟子 | directe [persoonlijke] leerling [volgeling] (van een meester) |
jikisho-直書 | eigen handschrift [geschreven tekst]; handtekening |
jikisho-直書 | zelf geschreven verklaring met ondertekening [handtekening] |
jikō-事項 | zaak; aangelegenheid; kwestie; item; categorie |
jikō-時効 | (jur.) verjaring; prescriptie |
jikoanji-自己暗示 | (psychologie) autosuggestie; zelfsuggestie |
jikobōei-自己防衛 | zelfbescherming |
jikohakai-自己破壊 | zelfdestructie |
jikokenji-自己顕示 | het de aandacht trekken; aandacht op zichzelf vestigen; proberen op te vallen |
jikun-字訓 | de Japanse lezing van een kanji [Chinees karakter] |
jikyūhiryō-自給肥料 | mest van eigen bedrijf |
jimejime-じめじめ | (onomatopee) terneergeslagen; somber; gedeprimeerd; melancholisch |
jimen-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jimichi-地道 | stabiel [gestaag; oprecht; eerlijk] zijn |
jinbun-人文 | mensheid; beschaving; cultuur |
jinbunkagaku-人文科学 | geesteswetenschappen; alfawetenschappen |
jinkenmondai-人権問題 | mensenrechtenkwestie |
jinkōeiyō-人工栄養 | flesvoeding (bij baby's) |
jinmenjūshin-人面獣心 | een monster [beest] in menselijke gedaante; een bruut; meedogenloos [wreed] mens |
jinmon-人文 | mensheid; beschaving; cultuur |
jinrin-人倫 | menselijke betrekkingen [relaties]; moraliteit, |
jintekishōko-人的証拠 | verklaringen van getuigen, deskundigen en betrokkenen |
jintēze-ジンテーゼ | synthese; samenvoeging; integratie |
jinzō-腎臓 | de nier(en); renes (orgaan) |
jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
jion-字音 | de Sino-Japanse lezing [uitspraak] van een kanji [Chinees karakter] |
jippahitokarage-十把一絡げ | alles bij elkaar genomen; alles tegelijk; samenvattend geheel; generalisering |
jireikenkyū-事例研究 | casestudy; casestudie |
jireikenkyūhō-事例研究法 | casestudy methode |
jirijiri-じりじり | geknetter; gesis; sissend [knetterend] geluid |
jiritsu-自律 | autonomie; onafhankelijkheid; zelfbeschikking |
jisei-時勢 | tijdgeest; trend |
jisei-自生 | autogenese; abiogenese; zelfwording |
jiseki-事績 | prestatie; wapenfeit; heldendaad |
jisha-侍者 | dienaar (bij vooraanstaande [adellijke] families) |
jisha-侍者 | monnik die de hoofdpriester van een tempel bijstaat bij allerlei zaken |
jishō-字性 | schrijfwijze [vorm] van een geschreven letter [karakter] |
jishō-自称 | zelfbenoemde; zelfverklaarde; zelf beschrevene |
jishu-自主 | autonomie; onafhankelijkheid; zelfbeschikking |
jison-自尊 | zelfrespect; eigenwaarde; zelfachting |
jisonshin-自尊心 | (gevoel van) eigenwaarde; zelfrespect; trots |
jisshitsuteki-実質的 | substantieel; inhoudelijk; essentieel; werkelijk; wezenlijk |
jisshō-実正 | (vastgesteld) feit; zekerheid; waarheid |
jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
jisu-ジス | (Japanese Industrial Standard) Japanese industriële standaard |
jitakukankin-自宅監禁 | huisarrest |
jitennettokessai-時点ネット決済 | (Japans bankwezen jargon) Designated Time Net Settlement (DTNS) |
jitsuen-実演 | demonstratie; presentatie |
jitsujō-実状 | de feitelijke [actuele] situatie [toestand]; de huidige stand van zaken; de werkelijkheid |
jitsuroku-実録 | feitelijke [waarheidsgetrouwe] beschrijving |
jitsuzon-実存 | het bestaan [leven; zijn]; existentie |
jiyo-自余 | de anderen; de rest |
jiyūshi-自由詩 | vrije verzen (poëziestijl zonder vormbeperking) |
jīzeru-ジーゼル | diesel |
jizura-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jō-場 | (in kanji combinaties) plaats; plek; locatie |
jō-情 | omstandigheden; toestand; situatie |
jochō-助長 | goedbedoelde maar onnodige hulp die resulteert in iets negatiefs |
jōdo-壌土 | leem [klei] grond (geschikt voor landbouw) |
jōdō-情動 | emotie; affect; gemoedsaandoening; gemoedstoestand |
joen-助演 | bijrol; medespeler |
jogen-助言 | advies; raad; aanmoediging |
jōho-譲歩 | concessie; compromis; stap terug (fig.) |
jōhōkashakai-情報化社会 | informatiemaatschappij; kennismaatschappij; informatiesamenleving |
jōhosuru-譲歩する | inbinden; concessie(s) doen; stap terug doen (fig.) |
joi-叙位 | toekenning van een rang; bevestiging in een ambt |
jōji-畳字 | herhaling van dezelfde kanji of kana (in combinaties) |
jōjindaiho-常人逮捕 | burgerarrest; burgerarrestatie |
jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
jōjō-上上 | de beste; allerbeste; heel goed |
jōju-成就 | verwezenlijking; prestatie; behaald succes; verworvenheid; hetgeen bereikt is |
jōjusuru-成就する | verwezenlijken; bereiken; voltooien; succes behalen |
jojutsu-叙述 | omschrijving; beschrijving |
jōka-城下 | kasteelstad (stad onder de bescherming van een kasteel) |
jōkamachi-城下町 | kasteelstad (stad onder de bescherming van een kasteel) |
jokyōju-助教授 | universitair docent; assistent professor |
jōmu-乗務 | het dienstdoen [werkzaam zijn] als bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
jōmuin-乗務員 | bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
jōmukai-常務会 | directiecomité (met als taak het uitvoeren van het door de Raad van Bestuur vastgestelde beleid) |
jōmyō-定命 | (boeddh.) lot, lotsbestemming; (voorbestemde) levensduur |
jonin-叙任 | ambtsbekleding; investituur; (plechtige) inhuldiging |
jōnōkin-上納金 | monetaire betaling van burgers aan de vorst, overheid, overkoepelende organisaties (soms crimineel), e.d. |
jōrō-上﨟 | een priester met een hoge rang (en veel ervaring) |
jorunāta-ジョルナータ | hoeveelheid fresco verf die in 1 dag kan worden opgebracht (van Italiaans: giornata, een dag werk) |
joseishi-女性誌 | damesblad; vrouwenblad; tijdschrift voor vrouwen |
jōsetsu-常設 | vast [bestendig; permanent] zijn |
jōshigun-娘子軍 | leger dat geheel bestond uit (of werd geleid door) vrouwen (tijdens de T'ang periode in de Chin. geschiedenis) |
jōsho-浄書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie maken (in schoonschrift) |
joshuseki-助手席 | (voertuigen) passagiersstoel; passagierplaats (naast de bestuurdersplaats) |
josōshumi-女装趣味 | travestie |
jōtatsu-上達 | (het doorgeven van de wensen [meningen]) van ondergeschikten naar superieuren (bottom-up beleidsstructuur, met inspraak) |
jōwa-情話 | een emotioneel verhaal; liefdesverhaal; liefdesgeschiedenis |
joya-除夜 | oudejaarsavond; silvesteravond |
jōzō-醸造 | destillatie; het (bier)brouwen |
jōzōsuru-醸造する | (bier) brouwen; destilleren |
jū-住 | residentie; verblijf(plaats); woning |
ju-寿 | felicitaties; gelukwensen; kado ter felicitatie |
ju-頌 | (boeddh.) dichtwerk om de boeddhistische kerngedachte [hoofdgedachte] te beschrijven |
jūatsu-重圧 | zware druk; pressie |
juchū-受注 | het in ontvangst nemen van een levering [bestelling] |
jūdai-十代 | de tiende generatie; 10 generaties |
jūgunkisha-従軍記者 | oorlogscorrespondent |
jugyō-授業 | les; college |
jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie (toegeschreven aan Kakuan) van de 10 stadia van verlichting (weergegeven als ossenhoeder-tekeningen van een herder en zijn os) |
juhō-呪法 | (esoterisch boeddhisme) het zingen van spreuken |
jūhō-重砲 | zwaar geschut; zware artillerie; groot kaliber wapen |
jūigaku-獣医学 | diergeneeskunde |
jūjishoku-住持職 | hoofdpriester van een boeddhistische tempel |
jukei-受刑 | bestraffing; het gestraft [veroordeeld] worden |
jukeisuru-受刑する | bestraft [veroordeeld] worden; straf krijgen |
juku-塾 | privéschool; stoomcursus (ter voorbereiding op toelatingsexamen voor middelbare scholen en universiteiten) |
jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
jukugisuru-熟議する | beraadslagen; overleggen; bespreken; te rade gaan |
jukugo-熟語 | een samenstelling (samengesteld woord); kanji combinaite |
jukusei-塾生 | student aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
jukutō-塾頭 | hoofdonderwijzer [docent; leraar] aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
jukutō-塾頭 | directeur van privéschool-instelling |
jumokui-樹木医 | boomverzorging; boomgeneeskunde |
junangeki-受難劇 | passiespel |
jūnantaisō-柔軟体操 | rek- en strekoefeningen om het lichaam soepel te maken, meestal als warming-up voor een sport |
junbishisan-準備資産 | externe reserves (valuta) |
junia・bōdo-ジュニア・ボード | Junior Raad van Bestuur |
junia・bōdo・shisutemu-ジュニア・ボード・システム | Junior Raad van Bestuur systeem, waarbij jonge medewerkers binnen het bedrijf oplossingen mogen bedenken voor verschillende managementvraagstukken |
juniku-受肉 | de incarnatie van Christus (de Zoon van God als mens; geest en vlees) |
jūnishi-十二支 | de twaalf tekens van de Chinese dierenriem |
junkatsu-潤滑 | gesmeerd [soepel] zijn |
junkyohō-準拠法 | geldend recht; toepasselijke wetgeving (bij Internationale transacties, geschillen, e.d.) |
junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
junpūmanpan-順風満帆 | alles verloopt gladjes; alles loopt op rolletjes; het gaat voor de wind |
junrieki-純利益 | nettowinst; nettoresultaat |
junsui-純水 | zuiver [gezuiverd; gedestilleerd] water |
junyōkan-巡洋艦 | kruiser (marineschip) |
junzen-純然 | beslist; uiteraard; volslagen |
juppei-恤兵 | het sturen van hulpgoederen [geschenken] aan soldaten (in de oorlog) |
juritsu-樹立 | stichting; oprichting; vestiging |
juritsusuru-樹立する | stichten; oprichten; vestigen; opzetten |
jūrui-獣類 | dieren; beesten |
jusei-授精 | bevruchting; bestuiving; inseminatie |
jūshimatsu-十姉妹 | Japanse meeuw (Lonchura striata domestica) |
jushinnin-受信人 | geadresseerde; ontvanger |
jūsho-住所 | (iemands) adres; verblijfplaats |
jūshofumei-住所不明 | adres onbekend |
jushofutei-住所不定 | zonder vaste woon- of verblijfplaats; zonder vast adres |
jūshohenkō-住所変更 | adreswijziging |
jūshoku-住職 | hoofdpriester van een boeddhistische tempel |
jūshoroku-住所録 | adresboek; adreslijst |
jūsō-住僧 | hoofdpriester van een boeddhistische tempel |
jūtai-重態 | kritieke [levensbedreigende] toestand (letsel, ziekte, e.d.) |
jūtaizei-渋滞税 | congestieheffing; congestietaks (voor voertuigen e.d.) |
jūtaku-住宅 | woning; residentie |
jūtanbakugeki-絨緞爆撃 | tapijtbombardement (waarbij een groot aantal bommen over een heel gebied worden uitgestrooid, in plaats van bepaalde doelen te raken) |
jūtenshugi-重点主義 | prioriteitssysteem; beleid [principe] van het zich richten op essentiële zaken |
jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
jutsu-述 | (in kanji combinaties) verklaren; mededelen; vertellen |
juwaki-受話器 | hoorn (v.e. telefoontoestel); telefoonhoorn |
jūyaku-重役 | belangrijke bestuursfunctie |
jūyō-充用 | het iets reserveren [toewijzen; aanwenden] (voor een bepaald doel) |
jūyō-重要 | belangrijkheid; belang; essentie |
jūyōanken-重要案件 | belangrijke [essentiële] items [punten op de agenda] |
ka-菓 | (in kanji combinaties) vrucht; fruit |
ka-課 | een les |
kabā-カバー | kaft (boek, etc.); omslag; hoes; overtrek |
kabanmochi-鞄持ち | (privé)secretaris; (privé)secretaresse |
kabau-庇う | iemand beschermen; behoeden (voor); onder de hoede nemen; dekking geven |
kabā・chāji-カバー・チャージ | couvertkosten (in een restaurant) |
kābingunaifu-カービングナイフ | vleesmes |
kabu-株 | handelsrechten; goodwill (zakenrelaties) |
kabukijūhachiban-歌舞伎十八番 | het repertoire van de 18 beste kabukitheaterstukken |
kabun-過分 | ongeschiktheid; onverdiend [niet goed genoeg] zijn |
kaburaya-鏑矢 | een pijl waaraan een fluitje is bevestigd (dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan) |
kaburo-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
kachikan-価値観 | waardebegrip; normbesef |
kachimake-勝ち負け | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
kachōfūgetsu-花鳥風月 | schoonheid in de natuur; de natuurlijke schoonheden in de Japanse esthetiek |
kachōga-花鳥画 | vogel- en bloemschilderingen (m.n. in de Chinese en Japanse schilderkunst) |
kachūsha-カチューシャ | Katjoesja, Russisch lied |
kachūsha-カチューシャ | Katjoesja, Russische raket |
kadai-課題 | onderwerp; thema; kwestie |
kadai-過大 | te veel [excessief; buitensporig; extravagant] zijn |
kaden-家伝 | boekwerk waarin familie overleveringen, kennis e.d. staan beschreven |
kādigan-カーディガン | gebreid vest |
kadobi-門火 | vuur dat brand bij de ingang van huizen tijdens het Bon festival, bij begrafenissen of huwelijken |
kadomatsu-門松 | decoraties met dennentakken (rond Nieuwjaar) |
kae-替え | vervanging; substituut; reserve |
kaeba-替え刃 | reservemesje (b.v. bij scheermes) |
kaede-楓 | ahorn; esdoorn |
kaeri-返り | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
kaeriten-返り点 | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
kaette-却って | des te meer [beter; slechter]; juist daarom; als reactie daarop |
kafēpaurisuta-カフェーパウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
kafū-下風 | (in) een ondergeschikte positie; onder iemand werken |
kafu-家扶 | hofmeester |
kafu-寡夫 | gescheiden (niet hertrouwde) man |
kafu-寡婦 | gescheiden (niet hertrouwde) vrouw |
kagai-加害 | mishandeling; geweld; agressie |
kagai-花街 | rosse buurt; wijk met restaurants, geisha's en bordelen |
kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
kagamimochi-鏡餅 | rijstcakes in de vorm van een spiegel (gebruikt als nieuwjaarsdecoratie) |
kagaminoma-鏡の間 | kleedkamer; artiestenfoyer |
kagaminoma-鏡の間 | spiegelkamer; spiegelzaal (Versailles) |
kage-陰 | schaduw; beschutting; onderdak |
kagemusha-影武者 | iemand (het brein, de feitelijke leider) die achter de schermen werkt en anderen als marionetten bespeelt of gebruikt |
kagiri-限り | grens; begrenzing; restrictie; beperking |
kago-加護 | goddelijke bescherming; zegen |
kahanshin-下半身 | geslachtsdelen; intieme delen; schaamstreek |
kahen-花片 | elk van de bloemblaadjes; kroonblad |
kahi-果皮 | schil; vlies; vruchtschil |
kahō-加俸 | (aanvullende) toeslag; extra toeslag |
kahō-家宝 | familiestuk (vaak van grote of historische waarde); familiebezit; erfstuk |
kahō-家法 | familietradities (m.b.t kunst, ambacht, e.d.) |
kahō-火砲 | zwaar geschut; artillerie; kanon |
kahogo-過保護 | overbezorgdheid; overdreven bezorgdheid; te beschermend zijn |
kai-魁 | (in kanji combinaties) groot; enorm |
kaiasaru-買い漁る | alles opkopen |
kaibun-灰分 | as; asresten |
kaibutsu-怪物 | monster; gedrocht; woest dier |
kaichō-会長 | voorzitter van de raad van bestuur (van een bedrijf) |
kaichū-回虫 | spoelworm; rondworm (Ascaris lumbricoides) |
kaichū-懐中 | in de zak (broekzak, vestzak, borstzak) |
kaidoku-会読 | bijeenkomst om een gelezen boek te bespreken |
kaifuku-回復 | herstel; beterschap; restoratie; rehabilitatie |
kaifukusuru-回復する | herstellen; beter worden; restaureren; rehabiliteren |
kaigai-海外 | het buitenland; overzeese gebieden [landen] |
kaigi-会議 | vergadering; conferentie; congres; bijeenkomst |
kaigui-買い食い | snoepjes [lekkers] kopen en meteen opeten |
kaihatsutojōkoku-開発途上国 | ontwikkelingsland; de groeilanden; de opkomende naties |
kaiji-開示 | onthulling; weergave; presentatie; verslaggeving |
kaijin-灰燼 | as; verbrandingsresten |
kaijū-怪獣 | beest; (gevaarlijk) dier; monster |
kaikata-買い方 | (effectenbeurs) opkoper; haussier; haussespeculant |
kaiki-会期 | zitting; sessie |
kaikōichiban-開口一番 | eerste woorden; openingswoorden; begin van een toespraak |
kaikoku-開国 | de openstelling van een land [van Japan] (voor de rest van de wereld) |
kaikoroku-回顧録 | memoires; gedenkschrift |
kaikyo-快挙 | een geweldige prestatie |
kaimei-開明 | civilisatie; (menselijke) beschaving; culturele verlichting |
kaimenjōshō-海面上昇 | zeespiegelstijging |
kaimetsu-壊滅 | vernietiging; verwoesting; destructie |
kairo-回路 | denkpatroon; gedachtestroom |
kaisaku-快作 | meesterwerk |
kaiseki-懐石 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
kaisekiryōri-懐石料理 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
kaisen-海戦 | zeeslag; zeegevecht; oorlogvoering op zee |
kaisen-疥癬 | schurft; scabiës |
kaisetsu-開設 | vestiging; stichting; oprichting |
kaisetsusho-解説書 | handleiding; instructies |
kaishō-会商 | onderhandeling; bespreking; vergadering |
kaisho-会所 | ontmoetingsplek; plaats [locatie] voor een bijeenkomst [feest] |
kaisho-楷書 | de (standaard) vierkante [blok] stijl van kanji (Chinese karakters); standaardschrift |
kaishō-解消 | (m.b.t. probleem, moeilijkheid, stress e.d.) oplossing; opheffing |
kaisō-回送 | het doorsturen [doorzenden] naar een ander adres |
kaisōroku-回想録 | memoires (opgeschreven persoonlijke herinneringen) |
kaitei-改訂 | (m.b.t. uitgaven, publicaties, etc.) herziening; wijziging |
kaitenzushi-回転寿司 | restaurant waar sushi op kleine bordjes op een lopende band langs de klanten gaan (de klanten nemen dan de sushi die ze willen eten zelf van de band) |
kaitouranma-快刀乱麻 | (vakkundige) besluitvaardigheid |
kaitsuke-買い付け | (de locatie) waar je meestal de inkopen doet; artikelen die je gewoonlijk koopt |
kaiwa-会話 | conversatie; gesprek; dialoog |
kaizō-改造 | reconstructie; aanpassing (van voertuigen, machines e.d.) |
kaizōdo-解像度 | resolutie (van beeldmateriaal, beeldscherm, etc.) |
kajikitō-加持祈祷 | (Boeddhistische) incantaties [spreuken; gebeden] |
kajiru-齧る | het tokkelen; een snaarinstrument bespelen |
kajō-渦状 | spiraalvormig [kolkvormig] zijn; de vorm [toestand] van een draaikolk hebben |
kakazuriau-拘り合う | kieskeurig zijn; een pietje precies zijn |
kakekomu-駆け込む | schuilen; bescherming zoeken |
kakezu-掛け図 | (lesmateriaal, op school, e.d.) wandkaart; wandplaat |
kaki-牡蠣 | (Japanse) oester |
kakiarawasu-書き表す | beschrijven; opschrijven; schriftelijk onder woorden brengen [uitdrukken] |
kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
kakidasu-書き出す | beginnen te schrijven; uitschrijven; exporteren (computerbestand) |
kakigoori-欠き氷 | drankje van geschaafd ijs met siroop |
kakihan-書き判 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
kakikomibashi-かき込み箸 | eetstokjes gebruikt om (met de kom tegen de mond gedrukt) eten in de mond te schuiven [lepelen] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
kakimono-書き物 | document; geschrift |
kakin-課金 | het betalen voor virtuele goederen of premium functies (b.v. in een videogame) |
kakinuki-書き抜き | een korte samenvatting; resumé |
kakioki-書き置き | (achtergelaten) brief (bij zelfmoord); testament |
kakitsukusu-書き尽くす | voluit schrijven; alles opschrijven [beschrijven] |
kakko-括弧 | (leesteken) haakjes |
kakō-華甲 | iemand van 61 jaar oud (het eerste karakter kan worden opsplitst in een zes, een tien, en een één) |
kaku-各 | (in kanji combinaties) elk; ieder |
kaku-拡 | (in kanji combinaties) vergroting; uitbreiding |
kaku-書く | schrijven; opschrijven; beschrijven |
kaku-獲 | het in beslag nemen; verkrijgen; opbrengen |
kaku-確 | (in kanjicombinaties) vast; stevig; hard; (water)dicht |
kakuchi-客地 | reisbestemming; buitenland |
kakugen-確言 | bevestiging; instemming |
kakunin-確認 | bevestiging; ratificatie; validatie |
kakuninsuru-確認する | bevestigen; ratificeren; valideren |
kakuritsu-確立 | vaststelling; bepaling; vestiging; instelling; opstelling |
kakushi-客思 | gemoedstoestand van een reiziger (op weg naar een bestemming) |
kakushō-確証 | doorslaggevend [onweerlegbaar] bewijs; bevestiging |
kakutei-確定 | besluit; beslissing; bepaling; vastlegging; vaststelling |
kakuteisuru-確定する | besloten [bepaald; vastgesteld] worden; besluiten; vastleggen; ratificeren |
kakutō-確答 | precies [definitief] antwoord |
kakutoshita-確とした | ferm; zeker; resoluut; onweerlegbaar; onbetwist |
kakuzatō-角砂糖 | suikerklontje; klontjessuiker |
kaku'igaku-核医学 | nucleaire geneeskunde |
kakyō-華僑 | een Chinees die buiten China woont; een overzeese Chinees |
kamado-竈 | traditioneel Japans fornuis [kooktoestel] (gestookt op hout of houtskool) |
kamaeru-構える | bouwen; vestigen; maken; in elkaar zetten |
kamakeru-かまける | druk bezig zijn met; verdiept in iets zijn; in beslag genomen zijn door; in iets opgaan |
kamei-下命 | bevel; opdracht; bestelling |
kameo-カメオ | camee (iin reliëf uitgesneden steen) |
kamigakari-神懸かり | goddelijke verschijning [bezetenheid]; goddelijke geest in het lichaam van een persoon |
kamikaze-神風 | goddelijke wind [storm]; wind gestuurd door goddelijk ingrijpen |
kamin-夏眠 | zomerslaap; estivatie |
kamioroshi-神降ろし | formele beloftes in schrift met de naam van de god |
kamisama-神様 | (figuurlijke stijlfiguur om een autoriteit op een bepaald gebied te noemen) expert; groot deskundige; meester |
kamisan-上さん | (mijn) vrouw (gewoonlijk geschreven in kana) |
kamisori-剃刀 | scheermes; scheerapparaat |
kamitsuka-過密化 | het proces van overbevolking |
kamiwaza-神業 | het werk van god; wonder; bovenmenselijke prestatie |
kamiyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
kamon-下問 | (het stellen van) een vraag aan een ondergeschikte [lager geplaatste persoon] |
kamonanban-鴨南蛮 | een Japans gerecht van soep met soba of udon noedels, eendenvlees, en uien |
kamuro-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
kan-柑 | (in kanji combinaties) citrusvrucht |
kan-汗 | (in kanji combinaties) zweet; transpiratie |
kan-汗 | (in kanji combinaties) Khan (hoofd van nomadische stam) |
kan-漢 | Han-chinees |
kan-漢 | (in kanji combinaties) China; Chinees |
kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
kanagu-金具 | metalen hulpstuk [montagestuk; onderdeel] |
kanahebi-金蛇 | Japanse (gras)hagedis (Takydromus tachydromoides) |
kanakuso-金屎 | (metaal)slak; sintel; onzuiverheden in gesmolten metaal |
kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
kaname-要 | (afk. voor) Japanese photinia (plant, Photinia glabra) |
kanamemochi-要黐 | Japanese photinia (plant, Photinia glabra) |
kanamono-金物 | metalen gebruiksvoorwerpen; ijzerwaren; metalen beslag |
kanarazu-必ず | beslist; zeker; ongetwijfeld; altijd |
kanarazuya-必ずや | zeker; beslist; absoluut |
kanashii-悲しい | droevig; triest |
kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
kanban-看板 | het sluiten (van een winkel, restaurant, e.d.); sluitingstijd |
kanben-冠冕 | kroon (hoofddeksel voorgeschreven en gedragen aan het hof) |
kanbō-官房 | secretariaat (werkend) voor leidinggevende functionarissen van het kabinet [de ministeries] |
kanboku-灌木 | struik; heester |
kanbun-漢文 | een Japanse tekst die uitsluitend uit kanji (Chinese karakters) bestaat |
kanbun-漢文 | Chinese klassieke literatuur |
kanbyō-看病 | gebed (door een boeddhistische priester e.d.) voor genezing van een kwaal |
kanchō-艦長 | scheepskapitein; gezagvoerder (m.n. op een marineschip) |
kandan-款談 | vertrouwelijk [prettig] gesprek |
kane-金 | geld (meestal お金) |
kanebanare-金離れ | manier van geld besteden [met geld omgaan] |
kanezukai-金遣い | manier van geld besteden |
kangaemono-考え物 | kwestie; vraagstuk |
kangan-汗顔 | beschaamd zijn |
kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
kangeikai-歓迎会 | welkomstfeest; welkomsbijeenkomst |
kangen-甘言 | mooipraterij; gladde praatjes; vleierij |
kangen-還元 | restoratie; herstel |
kangengaku-管弦楽 | orkestmuziek |
kangengaku-管弦楽 | orkest (groep musici) |
kangengakudan-管弦楽団 | orkest (groep musici) |
kangiten-歓喜天 | Kangiten, een van de Boeddhisme beschermgoden |
kango-款語 | informeel [amicaal; intiem] gesprek |
kango-漢語 | van oorsprong Chinees woord [Chinese uitdrukking] in het Japans |
kango-漢語 | de Chinese taal |
kango-閑語 | rustig [kalm] gesprek |
kango-閑語 | nutteloos [zinloos] gesprek; kletspraat |
kangoe-寒肥 | winterbemesting; bemesten in de winter |
kangōshūraku-環濠集落 | nederzetting met een (vesting)gracht eromheen |
kānibaru-カーニバル | carnaval; kermis; festival |
kaniku-果肉 | vruchtvlees |
kanitama-蟹玉 | een Chinees gerecht van ei (omelet) met krab en groenten |
kanja-冠者 | (hist.) een persoon van de zesde rang, zonder enige officiële positie |
kanji-漢字 | Chinese karakters in het Japans |
kanjin-肝心 | belang; essentie |
kanjiru-感じる | voelen; ervaren; beseffen |
kanjo-漢書 | geschiedenis van de Chinese Han-dynastie |
kanju-貫首 | (andere naam voor 天台座主) de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
kanka-換価 | (jur.) in beslag genomen eigendommen omrekenen in geld |
kankan-漢奸 | een Chinese landverrader (iemand die collaboreerde met de Japanners) |
kankan-閑閑 | een kalme, ontspannen gemoedstoestand |
kankasuru-看過する | iets over het hoofd zien; toleren; door de vingers zien; oogluikend toestaan |
kankeisha-関係者 | betrokkene(n); de persoon in kwestie |
kankiwamaru-感極まる | zeer geëmotioneerd raken; overmand worden door emoties |
kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
kankōchō-官公庁 | overheidsinstanties; overheidsgebouwen; publieke instellingen; openbare instanties |
kankoku-勧告 | advies; raad; aanbeveling |
kankyaku-観客 | toeschouwer(s); publiek |
kankyō-感興 | belangstelling; interesse |
kankyō-環境 | (leef)omgeving; (leef)milieu; omstandigheid; toestand |
kanmei-漢名 | Chinese benaming (van dieren, planten, etc.) |
kanmi-甘味 | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
kannon-観音 | Kannon, de Japanse naam voor de bodhisattva Avalokitesvara |
kannushi-神主 | een Shinto priester |
kanō-嘉納 | het (met genoegen) aannemen [accepteren] van iets (een geschenk, suggestie, advies, etc.) |
kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
kanōha-狩野派 | de Kanō school van Japanse schilderkunst (de meest dominante school van eind 15e eeuw tot de Meiji periode |
kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
kanpan-乾パン | scheepsbeschuit; scheepskaak |
kanpō-艦砲 | scheepsartillerie; scheepsgeschut |
kanpōi-漢方医 | kampo-arts (een dokter in de traditionele Chinese geneeskunde) |
kanpōyaku-漢方薬 | Chinese kruidengeneeskunde |
kanran-橄欖 | (Chinese) witte olijfboom (Canarium album) |
kanran-観覧 | bezichtiging; bezoek; het gaan bekijken; toeschouwen |
kanrikakaku-管理価格 | (door de fabrikant of verkoper) vastgestelde prijs; vaste prijs |
kanryū-寒流 | koude zeestroming |
kansei-官制 | regelgeving voor nationale bestuursorganen |
kansei-官製 | door de overheid [overheidsbedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kansen-感染 | infectie; ontsteking; besmetting |
kansen-感染 | besmetting (fig.); aangestoken zijn (door slechte ideeën, etc.) |
kansen-艦船 | oorlogsschepen; marineschepen; marinevloot |
kansen-観戦 | toeschouwing van een wedstrijd [competitie] |
kansengen-感染源 | besmettingshaard |
kansenshō-感染症 | besmettelijke ziekte; infectieziekte |
kansentaisaku-感染対策 | infectiebestrijding |
kansentaisaku-感染対策 | infectiebestrijdingsmaatregelen |
kansenyobō-感染予防 | infectiepreventie; infectiebestrijding |
kansetsu-官設 | opgericht [gevestigd; ingesteld] door de regering [staat] |
kanshi-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
kanshi-漢詩 | poëzie in klassieke Chinese stijl (op rijm en vaak volgens dichtregels) |
kanshin-関心 | belangstelling; interesse |
kansho-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
kansho-漢書 | geschiedenis van de Chinese Han-dynastie |
kanshū-観衆 | toeschouwer; kijker; publiek |
kansō-観相 | fysionomie; iemands gezicht of uiterlijk beschouwd als spiegel van zijn aard en karakter |
kansonminpi-官尊民卑 | het plaatsen van bureaucraten en ambtenaren boven het volk; het aannemen dat de bestuurders [de staat] belangrijker zijn dan het volk |
kansui-完遂 | voltooiing; afronding; (succesvolle) prestatie |
kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
kantai-艦隊 | (marine) vloot; vlooteskader |
kantaiji-簡体字 | vereenvoudigde (Chinese) karakters |
kantei-官邸 | officiële residentie; ambtswoning (b.v. van de premier) |
kantei-艦艇 | marineschip; oorlogsschip; marinevloot |
kantei-鑑定 | taxatie; beoordeling; deskundig [expertise] rapport |
kantongo-広東語 | het Kantonees (Chinees dialect) |
kantorī・ando・uesutan-カントリー・アンド・ウエスタン | country-and-western (muziek); countrymuziek |
kantorī・risuku-カントリー・リスク | land risico (vastgesteld voor internationale handelstransacties en investeringen) |
kantorī・uea-カントリー・ウエア | kleding die geschikt is om op het platteland te dragen |
kanto・pantsu-カイト・パンツ | kitepants (een broek voor kitesurfen) |
kanwa-官話 | het mandarijn (Chinese taal) |
kanwa-漢和 | (kanji) woordenboek van Chinese karakters in het Japans |
kanwa-閑話 | rustig (informeel) gesprek; zacht gepraat |
kanwajiten-漢和辞典 | kanji woordenboek (woordenboek met Japanse definities van kanji en kanji combinaties) |
kanzeon-観世音 | Avalokitesvara; Kannon (bodhisattva van barmhartigheid en mededogen |
kanzume-缶詰め | (in) afzondering; afgescheiden [afgesloten; apart] gehouden zijn [worden] |
kan'an-勘案 | overweging; beschouwing; overdenking |
kan'on-漢音 | een van de drie Sino-Japanse leeswijzen |
kan'yō-肝要 | belangrijkheid; essentie |
kan'yōon-慣用音 | ingeburgerde Sino-Japanse lezing, die niet tot een van de bestaande on-yomi behoort |
kaō-花押 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
kao-顔 | gezicht (fig.); representant; vertegenwoordiger |
kao-顔 | prestige; gezag; roem; invloed |
kaodashisuru-顔出しする | verschijnen; acte de présence geven; je gezicht laten zien |
kaojashin-顔写真 | dossier foto van een arrestant |
kaomake-顔負け | in verlegenheid gebracht; beschaamd zijn |
kaomakesuru-顔負けする | in verlegenheid gebracht zijn; overschaduwd [beschaamd] zijn |
kaoshashin-顔写真 | dossier foto van een arrestant |
karaage-唐揚げ | (met sojasaus en mirin) gemarineerde, in tarwebloem gerolde en daarna gefrituurde stukjes kip of vis |
karabitsu-唐櫃 | een Chinese kist (met 4 of 6 poten) |
karabumi-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
karageiki-空景気 | schijnbare [onechte] voorspoed [succes] |
karagenki-空元気 | vals [onecht] vertoon van moed [lef]; net doen alsof alles goed gaat |
karaguruma-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
karakaru-カラカル | caracal (woestijn- of steppelynx) |
karakau-からかう | plagen; sarren; bespotten; belachelijk maken |
karako-唐子 | een kind gekleed in traditioneel Chinees gewaad |
karaoke-カラオケ | karaoke (iemand zingt live mee met muziek die wordt afgespeeld) |
karaseki-乾咳 | een droge hoest |
karaza-カラザ | chalaza; hagelsnoer (band tussen dooier en binnenste vlies van een ei) |
karei-家令 | hofmeester; majordomus |
karejji-カレッジ | universiteit; hogeschool |
kareobana-枯れ尾花 | verdord Chinees prachtriet [Japans pampasgras] (Miscanthus sinensis) |
kareru-嗄れる | hees worden |
karidasu-駆り出す | (iem.) pressen [pushen; aansporen] om iets te doen; ronselen; rekruteren |
kariesu-カリエス | cariës |
karigane-雁が音 | een familiewapen, een gestileerde versie van een gans |
karikiru-借り切る | huren; reserveren |
karikyuramu-カリキュラム | curriculum; leerplan; lespakket |
karin-花梨 | Chinese kweepeer (Chaenomeles sinensis) |
karisashiosae-仮差押え | conservatoire beslaglegging |
karishobun-仮処分 | tijdelijke beschikking; tijdelijke beperking |
karubi-カルビ | kalbi [galbi} vleesgerecht met runderrib (uit de Koreaanse keuken in Japan) |
karuhazumi-軽はずみ | onbesuisdheid; onvoorzichtigheid |
karukaya-刈萱 | algemene term voor rieten en grassen die geschikt zijn voor dakbedekking |
karupatcho-カルパッチョ | carpaccio (dunne plakjes rauwe ossehaas) |
karyō-下僚 | lagere [ondergeschikte] ambtenaar |
karyō-佳良 | vrij goed [behoorlijk goed; best goed] zijn |
karyū-顆粒 | minuscule intracellulaire deeltjes |
kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
kasa-笠 | beschermhuls van een schrijfpenseel |
kasan-加算 | toevoeging van een vastgesteld bedrag aan een ander bedrag |
kasanaru-重なる | (zich) opstapelen; opgestapeld zijn; op elkaar liggen |
kasanebashi-重ね箸 | eetstokjes waarmee men één gerecht achterelkaar opeet zonder af te wisselen met andere gerechten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
kasei-化成 | chemische synthese [samenstelling] |
kasei-歌聖 | vooraanstaande [uitstekende; beroemde] dichter; meesterdichter |
kaseigan-火成岩 | stollingsgesteente |
kaseihin-化成品 | chemisch samengestelde producten [goederen] |
kaseihiryō-化成肥料 | samengestelde kunstmest |
kasen-歌仙 | uitstekende uitmuntende] dichter; meesterdichter (van klassiek Japanse poëzie) |
kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
kasetsu-仮設 | tijdelijke constructie [voorziening; vestiging] |
kasetsu-仮設 | veronderstelling; aanname; hypothese |
kasetsu-仮説 | hypothese; veronderstelling; aanname |
kasetsu-佳節 | feestdag; jubileum |
kasha-火車 | oude Chinese stoomtrein |
kashaku-呵責 | beschuldiging; blaam; verwijt; kwelling |
kashi-下賜 | een gift [geschenk] van iemand van een hogere rang aan iemand van een lagere rang; keizerlijk geschenk |
kashikiri-貸し切り | reservering; boeking |
kashikiru-貸し切る | reserveren; boeken; afhuren; charteren |
kashikomaru-畏まる | zich respectvol [nederig; ondergeschikt] gedragen |
kashisu-カシス | zwarte bes (struik, vrucht of likeur) |
kashō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Tendai boeddhisme) |
kashō-和尚 | (groot)meester in de Japanse krijgskunsten |
kashobunshotoku-可処分所得 | besteedbaar inkomen |
kashu-歌手 | zanger (m); zangeres (v) |
kasō-仮想 | veronderstelling; hypothese; verbeelding |
kassha-活写 | een levendige beschrijving |
kasu-仮す | toestaan; verlenen |
kasu-滓 | droesem; drab; bezinksel; sediment |
kasu-滓 | minderwaardig [waardeloos] overschot [restant]; rotzooi; uitschot; waardeloze mensen |
kasukani-微かに | vaag(jes); ietwat; wazig; onduidelijk; subtiel |
kasutamu-カスタム | klandizie; op bestelling gemaakt |
kasutamu・kā-カスタム・カー | aangepaste auto; auto op maat (gebouwd aan de hand van specificaties van de koper) |
kasutamu・meido-カスタム・メイド | op maat gemaakt; op bestelling gebouwd |
katachi-形 | vorm (ook fig.); figuur; gedaante; gestalte |
katagaki-肩書き | titel (b.v. doctor, professor, e.d.) |
katai-過怠 | (feodaal Japan) bestraffing van een fout of misdaad via geldelijke vergoeding of verplichte arbeid te voldoen |
katakiuchi-敵討ち | wraak; vergelding; represaille |
kataku-花托 | torus; bloembodem (de bovenkant van de bloemsteel waar bloemblaadjes, stampers, etc. aan vastzitten) |
katakuchiiwashi-片口鰯 | Japanese ansjovis (Engraulis japonica) |
katakurushii-堅苦しい | stijf; ongemakkelijk; formeel; gespannen; onbuigzaam; streng |
katamari-塊 | kluit (aarde); brok; homp (vlees) |
katame-固め | verdediging; bewaking; bescherming; stijf [vast] houden |
katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
katamukeru-傾ける | zich zich cocentreren [richten] op, aandacht besteden aan |
kataru-カタル | catarre (slijmvliesontsteking) |
katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
katatsu-下達 | (het doorgeven van instructies) van superieuren naar ondergeschikten (top-down beleidsstructuur, zonder inspraak) |
katatsumuri-蝸牛 | (huisjes)slak |
kataude-片腕 | iemands meest capabele en betrouwbare assistent |
katchiri-かっちり | precies; exact; secuur |
katchirisuru-かっちりする | iets heel precies [secuur] doen |
katei-仮定 | hypothese; aanname; veronderstelling |
katei-課程 | cursus; lesprogramma; curriculum |
katei-過程 | proces; verloop; procedure |
katen-加点 | de optelling en notering van scores en punten van testen, examens, wedstrijden, etc. |
katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
kāten・rēzā-カーテン・レーザー | (theater) voorprogramma; eerste artiest |
kāten・wōru-カーテン・ウォール | gordijngevel; vliesgevel |
katō-過当 | buitensporig [overdreven; onredelijk; excessief; exorbitant] zijn |
kāton-カートン | een slof sigaretten of sigaren; kartonnen grootverpakking met een aantal doosjes of pakjes bij elkaar |
katsubushi-鰹節 | bonitovlokken (geschaafde vlokken van de gedroogde, gefermenteerde en gerookte tonijnsoort Katsuwonus pelamis) |
katsuo-鰹 | (echte) bonito; gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) |
katsuobushi-鰹節 | bonitovlokken (geschaafde vlokken van de gedroogde, gefermenteerde en gerookte tonijnsoort Katsuwonus pelamis) |
katsurei-割礼 | besnijdenis; circumcisie |
katsuro-活路 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
katto-カット | afgesneden stuk; lap; bout |
kattō-葛藤 | problemen [moeilijkheden; onenigheid; geschillen] tussen mensen |
kattogurasu-カットグラス | geslepen glas; gegraveerd glas |
katto・gurasu-カット・グラス | geslepen [gegraveerd] glas; techniek van het glas slijpen [graveren] |
kawabiraki-川開き | rivierfestival; rivierfeest |
kawagoshi-川越し | door een rivier gescheiden zijn; de andere kant van de rivier |
kawanagare-川流れ | het meegesleurd worden door de rivier |
kawato-革砥 | aanzetriem (voor een scheermes) |
kayaku-加薬 | ingrediënten (groenten en vlees) voor rijst- en noedelgerechten |
kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
kazagoe-風邪声 | (door verkoudheid veroorzaakte) hese stem |
kazamuki-風向き | stemming; gemoedstoestand; situatie |
kazaritsukeru-飾り付ける | decoraties aanbrengen; decoreren; etaleren |
kazayoke-風除け | windscherm; beschutting tegen de wind |
kazemuki-風向き | stemming; gemoedstoestand; situatie |
kazoeuta-数え歌 | zingend tellen; tel rijmpjes |
kazokuawase-家族合わせ | kaartspel (Engels: Happy families) |
kazokuteate-家族手当 | gezinstoeslag |
kazunoko-数の子 | haringkuit; haring eitjes |
kā・nabigēshon・shisutemu-カー・ナビゲーション・システム | autonavigatiesysteem |
kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
kedamono-獣 | een (viervoetig) dier [beest] met een vacht |
kedamono-獣 | een bruut; beest; onmens; barbaar; schoft |
kedo-けど | toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt) |
kega-怪我 | wond; verwonding; blessure |
kegasuru-怪我する | zich verwonden; zich blesseren; gewond raken |
kei-卿 | heer; lord; meester |
kei-啓 | (in kanji combinaties) openen; openbaren; bekendmaken; onthullen |
keiai-敬愛 | respect en liefde; bewondering |
keiba-競馬 | de paardenrennen; paardenraces |
keibatsu-刑罰 | (volgens de wet vastgestelde) straf; bestraffing |
keibiin-警備員 | wacht; bewaker (zonder politietaken zoals arrestaties, e.d.) |
keiei-経営 | bestuur; beheer; management |
keieisaikōsekininsha-経営最高責任者 | bestuursvoorzitter; leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
keieisuru-経営する | beheren; besturen; (een bedrijf) runnen; exploiteren |
keien-敬遠 | respectvolle afstand (tussen personen); het iemand omzeilen; in een boog om iemand heen lopen |
keigaku-経学 | studie van de Confucianistische geschriften |
keihatsu-啓発 | (geestelijke) verlichting; inspiratie; inzicht |
keihō-軽砲 | licht geschut; lichte artillerie; klein kaliber wapen |
keii-敬意 | (gevoel van) eerbied; hoogachting; respect |
keiji-慶事 | een gelukkige gebeurtenis (huwelijk, geboorte, e.d.); een viering; feest |
keijisaiban-刑事裁判 | strafrechtelijk proces; strafproces; strafzaak |
keijisoshōhō-刑事訴訟法 | strafprocesrecht; Wetboek van Strafvordering |
keijō-啓上 | het (iem.) respectvol toespreken [aanspreken]; het woord richten tot iemand |
keijō-敬譲 | respect en nederigheid tonen t.o.v. een ander |
keikihendō-景気変動 | economische fluctuaties [schommelingen] |
keikikōtai-景気後退 | (financiële) recessie; laagconjunctuur |
keikiyosoku-景気予測 | zakelijke [economische] prognoses |
keikō-蛍光 | fluorescentie |
keikoku-経国 | het regeren [besturen] van een land [staat] |
keikōtō-蛍光灯 | fluorescerend licht [lamp]; fluorescentielamp |
keikyō-景況 | (economische) situatie; toestand; gang van zaken |
keikyomōdō-軽挙妄動 | overhaaste [onbesuisde; onbezonnen] actie |
keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despoot |
keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despotisme |
keiniku-鶏肉 | kippenvlees |
keiretsu-系列 | conglomeraat; samengestelde onderneming |
keirō-敬老 | respect voor ouderen |
keirōnohi-敬老の日 | Respect voor de Ouderen Dag (Japanse nationale feestdag, op de derde maandag in september) |
keisei-傾城 | escortdame; prostitué |
keishiki-形式 | (fil.) de structuur van de verschillende elementen tesamen; de essentiële vorm van iets; het essentiële kenm |
keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
keishō-形勝 | voordelige positie; gunstige ligging; geschikt uitkijkpunt |
keishō-敬称 | erenaam; betiteling; respectvolle benaming |
keisho-経書 | confucianistische geschriften |
keisotsu-軽率 | onvoorzichtigheid; lichtvaardigheid; onbesuisdheid |
keitai-形態 | vorm; verschijning; gestalte; gedaante |
keitai-形態 | gestalt (psychologie) |
keiten-経典 | heilige geschriften in een religie (zoals de Bijbel, de Koran, e.d.) |
keizoku-係属 | het in behandeling [hangende; onbeslist] zijn |
keizoku-継続 | voortduring; bestendiging; voortzetting; continuering |
kekka-結果 | gevolg; resultaat; uitkomst; uitslag |
kekkaron-結果論 | oordeel [mening; advies] achteraf geformuleerd, nadat de feiten [resultaten] bekend zijn |
kekki-決起 | het vastbesloten [resoluut] in actie komen; daadkrachtig optreden; opspringen |
kekkin-欠勤 | verzuim (van werk); absentie; afwezigheid (zonder toestemming) |
kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
kemono-獣 | een (viervoetig) dier [beest] met een vacht |
ken-兼 | (in kanji combinaties) en; daarbij; daarnaast; tegelijkertijd |
ken-喧 | (in kanji combinaties) luidruchtig; lawaaierig; lawaaiig rumoerig |
ken-嫌 | (in kanji combinaties) haten; verafschuwen |
ken-犬 | (in kanji combinaties) hond |
ken-研 | (in kanji combinaties) polijsten; slijpen; scherper maken; oppoetsen |
ken-絹 | (in kanji combinaties) zijde (stof) |
ken-腱 | pees |
kēna-ケーナ | quena (de traditionele fluit van de Andes) |
kenba-犬馬 | (bescheiden term om naar zichzelf te verwijzen) ik; (uw) dienaar |
kenbaiki-券売機 | kaartjesautomaat; kaartverkoop automaat |
kenbutsunin-見物人 | toeschouwer |
kenchikuō-建築王 | grote bouwheer; koning der architectuur (bijnaam voor Ramses II) |
kenen-懸念 | angst; zorg; bezorgdheid; vrees |
kenen-縣念 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees; zorg |
kengai-圏外 | buiten de vergunning [restricties; beperkingen] |
kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
kengakusen-見学船 | observatieschip; rondvaartboot |
kengen-建言 | een petitie [voorstel; suggestie; mening] geven aan een hogere ambtenaar [overheidsinstantie] |
kengen-献言 | het geven van een mening [voorstel; advies] (aan een meerdere) |
kengen-献言 | het advies [voorstel] (gegeven aan een meerdere) |
kengen-顕現 | manifestatie; verschijning; verschijningsvorm |
kengensuru-献言する | een mening [voorstel; advies] geven (aan een meerdere) |
kengō-剣豪 | een meester in het zwaardvechten |
kenjō-堅城 | vesting; burcht; bolwerk; bastion |
kenjō-謙譲 | nederigheid; bescheidenheid |
kenjōmono-献上物 | geschenk aan een geëerde [machtige] persoon |
kenka-県下 | gebied dat onder het bestuur van een prefectuur valt |
kenkan-顕官 | (onder het Ritsuryo-systeem) lagere regeringsposities [functies] die als belangrijk werden beschouwd |
kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
kenkinsuru-兼勤する | twee functies combineren; een tweede functie [positie] bekleden |
kenkōjōtai-健康状態 | lichamelijke conditie; staat van gezondheid; gezondheidstoestand |
kenkon-乾坤 | (windrichtingen) noordwesten en zuidwesten |
kenkon-乾坤 | iets dat uit twee delen bestaat, m.n. boekwerken |
kenkyo-検挙 | verbalisering; arrestatie; aanhouding (van misdadigers); oprollen (van een bende) |
kenkyo-謙虚 | bescheidenheid; nederigheid |
kenkyū-研究 | onderzoek; research |
kenkyūhappyō-研究発表 | publicatie van de onderzoeksresultaten |
kenkyūkaihatsu-研究開発 | Onderzoek en Ontwikkeling (Research and development, R&D) |
kenkyūshitsu-研究室 | laboratorium; onderzoeksruimte; congreszaal; kantoor van een professor |
kenkyūsuru-研究する | onderzoeken; onderzoek doen; bestuderen |
kenmei-懸命 | ijver; toewijding; grote inspanning; je uiterste best |
kenmotsu-献物 | geschenk aan een geëerde [machtige] persoon |
kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
kennyō-検尿 | urineonderzoek; urinetest |
kenpō-拳法 | Chinese vechtkunst |
kenpoku-硯北 | en woord dat naast het adres van een brief wordt toegevoegd om respect te tonen |
kenpon-献本 | presentexemplaar; gratis exemplaar van een boek |
kenritsu-県立 | bestuur van de prefectuur |
kenrui-堅塁 | bolwerk; bastion; vesting |
kenryōkan-検量官 | waagmeester |
kensa-検査 | test; controle |
kensaku-献策 | suggestie; voorstel (aan een meerdere; hogere in rang) |
kensei-県政 | prefectuur bestuur; provinciaal bestuur |
kenshin-検診 | medisch onderzoek; geneeskundige keuring; medische controle |
kenshin-見神 | mystiek godsbesef (het voelen van de aanwezigheid van God) |
kenshō-憲章 | handvest; pact; charter |
kenshōen-腱鞘炎 | peesschedeontsteking (tendovaginitis) |
kenson-謙遜 | bescheidenheid; ingetogenheid |
kentō-検討 | onderzoek; bestudering |
kentōsuru-検討する | onderzoeken; bestuderen |
kenukiawase-毛抜き合わせ | het perfect [precies] in [aan] elkaar passend zijn (van stukken stof; patronen, e.d.) |
kenzai-顕在 | duidelijke zichtbaarheid [aanwezigheid]; onmiskenbaarheid; gemanifesteerd [geopenbaard] zijn |
ken'an-懸案 | lopende kwestie; onopgeloste [onbeantwoorde] vraag |
ken'i-権威 | kenner van; expert [meester; autoriteit] in |
ken'yoku-謙抑 | bescheidenheid; nederigheid |
keppeki-潔癖 | nauwgezet; kieskeurig; kraakhelder |
keppeki-潔癖 | mysofobie; infectievrees; smetvrees |
keppekishō-潔癖症 | smetvrees; mysofobie |
keruto-ケルト | Kelt (inwoner van Ierland, Wales, Cornwall, Schotland, Bretagne; ook van oude etnische groep in de geschiedenis) |
kesa-袈裟 | brede lange sjaal, gedragen door Boeddhistische priesters |
keshin-化身 | incarnatie; manifestatie; het verschijning van goden, Boeddha's, demonen, e.d, in menselijke vorm |
kessaku-傑作 | meesterwerk (literatuur, kunst, etc.) |
kesshin-決心 | beslissing; voornemen; besluit |
kesshinsuru-決心する | beslissen; besluiten; zich voornemen |
kesshō-結晶 | resultaat (van hard werken, inspanning, e.d.); uitkomst; vrucht |
kessho-血書 | het schrijven met (eigen) bloed; een document geschreven met bloed |
kesshōsen-決勝戦 | finale(s); beslissende wedstrijd |
kesshotangan-血書嘆願 | een petitie geschreven met bloed |
kesshōten-決勝点 | het winnende [beslissende] punt; de winnende goal |
kessoku-結束 | het dragen [aandoen; aantrekken; aangespen] van kleding en wapenrusting |
kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
kēsu・sutadi-ケース・スタディ | casestudy; casestudie |
ketōjin-毛唐人 | (denigrerende term) harige buitenlander [westerling] |
ketsu-決 | beslissing |
ketsu-決 | (in kanji combinaties) beslissend; resoluut; daadkrachtig |
ketsuban-欠番 | ontbrekend [weggelaten; overgeslagen] nummer [getal] |
ketsuekikyōfushō-血液恐怖症 | hematofobie (vrees voor bloed) |
ketsugi-決議 | besluit; beslissing; resolutie |
ketsugian-決議案 | resolutie; motie; voorstel |
ketsugisho-決議書 | resolutie; verklaring (op schrift) |
ketsugo-結語 | conclusie; afronding; eindresultaat; slotopmerkingen; epiloog |
ketsui-決意 | besluit; (vast) voornemen; bedoeling; vastberadenheid |
ketsumaku-結膜 | bindvlies; conjunctiva |
ketsumakuen-結膜炎 | bindvliesontsteking; conjunctivitis |
ketsumatsu-結末 | voltooiing; afwerking; totstandbrenging; realisering; eindresultaat; einde; afloop |
ketsuniku-血肉 | vlees en bloed; het lichaam |
ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
kettei-決定 | beslissing; besluit; vaststelling |
ketteisuru-決定する | beslissen; besluiten; vaststellen |
ketteiteki-決定的 | definitief; beslissend |
ki-旗 | (in kanji combinaties) vlag; banier; vaandel |
ki-机 | (in kanji combinaties) bureau; schrijftafel; lessenaar |
ki-棄 | (in kanji combinaties) weggooien; wegwerpen; verwerpen; afdanken |
ki-棋 | (in kanji combinaties) bordspel go of (Japans) schaken |
ki-毀 | (in kanji combinaties) breken; vernieling; beschadiging; schade |
ki-毅 | (in kanji combinaties) sterk; krachtig; eigenzinnig |
ki-気 | geest; humeur; gevoel |
ki-気 | neiging; voorkeur; interesse |
ki-汽 | (in kanji combinaties) damp; stoom |
ki-生 | (in kanji combinaties) natuurlijk; onbewerkt; zuiver |
kibakyokugei-騎馬曲芸 | acrobatiek [stunts; kunstjes] te paard |
kibangan-基盤岩 | grondgesteente; moedergesteente; fundament |
kibansofuto-基盤ソフト | infrastructurele software (bedrijfssoftware specifiek ontworpen voor het uitvoeren van basistaken, zoals interne diensten en processen) |
kibi-機微 | fijne punten; subtiliteiten; nuances |
kibidango-黍団子 | zoete deegballetjes gemaakt van gierstmeel |
kibutsusongai-器物損害 | beschadiging van goederen |
kibyō-奇病 | zeldzame ziekte (waarvan oorzaak en geneesbaarheid niet bekend zijn) |
kichaku-帰着 | uitkomst; uitslag; resultaat |
kichi-貴地 | (beleefd) plaats [stad; land] van de gesprekspartner |
kichigaizata-気違い沙汰 | gestoord [idioot; krankzinnig] gedrag; waanzin |
kichinto-きちんと | nauwkeurig; nauwgezet; precies; netjes; overzichtelijk; ordelijk |
kichintoshita-きちんとした | schoon; opgeruimd; netjes |
kidate-気立て | geestelijke instelling; aard; karakter |
kiden-貴殿 | (respectvolle term voor de tweede persoon, m.n. in brieven) u; jij; jullie |
kidentai-紀伝体 | Chinese biografische geschiedschrijving; Chinese historische legendes |
kidoairaku-喜怒哀楽 | de 4 menselijke emoties: vreugde, woede, verdriet en plezier |
kidōsha-気動車 | een dieseltrein; een trein met een verbrandingsmotor |
kifuda-木札 | houten plaatje (m.n. voor het schrijven van naam en adres) |
kigen-機嫌 | stemming; gemoedstoestand; humeur |
kigen-記言 | woordelijke beschrijving |
kigō-揮毫 | geschrift; kalligrafie (m.n. in opdracht gemaakt) |
kigu-危惧 | angst; vrees |
kigyōshin-企業心 | ondernemingsgeest; ondernemingszin |
kigyōtōchi-企業統治 | corporate governance; behoorlijk ondernemingsbestuur |
kihaku-希薄 | gebrek aan enthousiasme [aandacht; inhoud]; slap [ongeïnteresseerd] zijn |
kiji-生地 | deeg; beslag |
kiji-記事 | (afk. voor) beschrijvende schrijfstijl |
kijibun-記事文 | beschrijvende schrijfstijl |
kijutsu-記述 | beschrijving; verslag |
kijutsusuru-記述する | beschrijven |
kika-机下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
kikaitaisō-器械体操 | toestelturnen; het turnen [gymnastiek] met gebruik van toestellen |
kikan-気管 | tracheae (ademhalingsorgaan van insecten, bestaande uit buisvormige structuren door het hele lichaam) |
kikan-貴官 | respectvolle term voor het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon, wordt gebruikt voor overheidsfunctionarissen, militair personeel, e.d. |
kikantōshika-機関投資家 | institutionele investeerder [belegger] |
kiki-機器 | apparatuur; machines |
kikigaki-聞き書き | woordelijk (opgeschreven) verslag; het opschrijven van wat je hoort |
kikiireru-聞き入れる | goed luisteren naar; (iemand's advies) volgen; toestemmen; toegeven |
kikitodokeru-聞き届ける | toestaan; toegeven; accepteren; aanhoren |
kikkari-きっかり | precies; exact |
kikkin-喫緊 | iets dat belangrijk [dringend; essentieel] is |
kikō-寄稿 | (geschreven) bijdrage (b.v. aan een krant, tijdschrift, etc.) |
kikoku-鬼哭 | (arch.) het gejammer en geweeklaag van een rusteloze geest of dode ziel |
kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
kimarikitta-決まり切った | vastgesteld; definitief; overeengekomen |
kimariwarui-決まり悪い | zich schamen; verlegen [beschaamd] zijn |
kimaru-決まる | beslist [vastgesteld] worden |
kimatsushiken-期末試験 | tentamen aan het eind van een semester |
kimatte-決まって | altijd; gewoonlijk; meestal |
kimawashi-着回し | het combineren van kleding en accessoires |
kimayoi-気迷い | besluiteloosheid |
kimekomu-決め込む | veronderstellen; zonder meer aannemen; overtuigd zijn van; voorbarige conclusies trekken |
kimerashōhin-キメラ商品 | een product met meerdere functies (b.v. een radiowekker) |
kimeru-決める | beslissen; vaststellen; besluiten |
kimitsu-気密 | luchtdicht [hermetisch afgesloten] zijn |
kimo-肝 | essentie; kern; wezen |
kimochi-気持ち | gevoelens; gemoedstoestand; stemming |
kimon-鬼門 | poort [ingang, uitgang] voor een boze geest (in ongunstige windrichting, het noordoosten) |
kimuzukashii-気難しい | kieskeurig; veeleisend; moeilijk (van karakter) |
kin-勤 | (in kanji combinaties) dienen; in dienst treden; werken |
kin-均 | (in kanji combinaties) gelijkwaardig; uniform |
kin-均 | de eerste noot van de Chinese toonladder |
kin-琴 | qin, antiek Chinees snaarinstrument |
kin-謹 | respectvol; bescheiden |
kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
kinba-金歯 | gouden tand [kies; kroon] |
kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
kindaishi-近代史 | moderne geschiedenis |
kindengyokurō-金殿玉楼 | een kostbaar gedecoreerd paleis; prachtig [majestueus] gebouw |
kinesukōpu-キネスコープ | kinescoop |
kinezuka-杵柄 | de houten hamer [stamper] waarmee rijstdeeg wordt gestampt |
kinga-謹賀 | beste wensen; gelukwensen |
kingashinnen-謹賀新年 | beste wensen voor het nieuwe jaar; Gelukkig Nieuwjaar (schrijftaal) |
kininaru-気になる | geïnteresseerd zijn in; nieuwsgierig zijn naar |
kinisuru-気にする | onnnodig veel aandacht aan iets besteden; ergens teveel mee bezig zijn |
kinji-矜持 | zelfrespect; trots; waardigheid |
kinjichi-近似値 | geschatte waarde; waarde bij benadering; schatting |
kinjunbi-金準備 | goudreserve |
kinkanban-金看板 | motto; devies; slogan |
kinkotsu-筋骨 | fysieke kracht; gespierd zijn |
kinkyoku-琴曲 | muziek gespeeld op de koto (Japans snaarinstrument); kotomuziek |
kinmuseiseki-勤務成績 | werkprestatie; (iemands) functioneren |
kinō-機能 | werking; functie(s); applicaties (op mobiele telefoons e.d.) |
kinomi-木の実 | vrucht (van een boom); noot; bes |
kinori-気乗り | geïnteresseerd zijn (in); zin hebben om iets te doen; enthousiasme |
kinpi-金肥 | kunstmest |
kinpika-金ぴか | blingbling; glitterende decoraties |
kinrō-勤労 | werkaanstelling voor een vastgestelde periode |
kinsaku-近作 | iemands laatste [meest recente] werk; iemands allernieuwste werk |
kinshin-謹慎 | (Edo-periode) huisarrest |
kinsho-謹書 | met respect geschreven |
kinshu-筋腫 | vleesboom; myoom |
kinsoku-禁足 | opsluiting; huisarrest; bewegingsbeperkende maatregel; disciplinaire straf (b.v. waarbij politie-ambtenaren alleen kantoorwerk mogen doen) |
kinuta-砧 | vollersblok (houten of stenen blok waarmee op stoffen werd geslagen om ze zacht te maken) |
kin'un-金運 | economische voorspoed; geluk [succes] met geld |
kin'yoku-禁欲 | onthouding; ascese; celibaat |
kin'yū-金融 | financiën; financiering; geldtransacties |
kin'yūchō-金融庁 | FSA (Eng. Financial Services Agency), Financieel Advies Bureau van Japan |
kin'yūjiyūka-金融自由化 | financiële liberalisatie (de opheffing van voorschriften en beperkingen op financiële transacties) |
kiōshō-既往症 | ziektegeschiedenis (van iemand); anamnese |
kippari-きっぱり | resoluut; beslist; botweg; direct; eerlijk; duidelijk |
kippunosōchi-キップの装置 | het toestel van Kipp (voor laboratorium) |
kirai-嫌い | hekel hebben; tegenstaan; vies vinden (van eten) |
kiraibashi-嫌い箸 | verboden volgens de etiquette van eetstokjes; onjuist gebruik van eetstokjes |
kirau-嫌う | niet bestand tegen iets zijn; niet tegen iets kunnen |
kiregire-切れ切れ | stukjes; snippers |
kireigoto-奇麗事 | nette afwerking; de puntjes op de i zetten |
kireigoto-奇麗事 | werk waar je niet vies van wordt |
kiremono-切れ物 | snijwerktuig; mes |
kirengeshōma-黄蓮華升麻 | Japanse wasbloem (Kirengeshoma palmata) |
kireru-切れる | gesneden worden; gewond raken |
kiriabura-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
kiriboshi-切り干し | gedroogde reepjes daikon (rettich) |
kiridashi-切り出し | een puntig mes |
kiriha-切り羽 | (mijnbouw) pijler (een gestutte gang in een kolenlaag); ontginningsplaats |
kirihanasu-切り放す | (in gedachten) scheiden [uit elkaar houden]; als twee aparte dingen beschouwen |
kirikizamu-切り刻む | in stukjes hakken [snijden] |
kirikomu-切り込む | aanvallen; door de vijandelijke linies vechten |
kirikorosu-切り殺す | (iem.) doodsteken; neersabelen; doden met een zwaard of mes |
kirikuzu-切り屑 | (etens)resten; kliekjes; spaanders; houtkrullen; (metaal) slijpsel |
kirimi-切り身 | (afgesneden) stuk [plak] (vlees, vis, e.d.) |
kirimori-切り盛り | beheer; bestuur; management |
kiritanpo-切りたんぽ | Japans gerecht van fijngestampte rijstcilinders op (cederhouten) stokjes geroosterd boven een vuur |
kiritsukeru-切りつける | steken [slaan] met een wapen (mes, zwaard, e.d.) |
kiritsukeru-切り付ける | iemand steken [snijden; verwonden] (met een mes, zwaard, e.d.) |
kiriyu-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
kirizumi-切り炭 | in blokken [staafjes] gehakte steenkool |
kiro-岐路 | tweesprong; wegsplitsing; kruising |
kiruku-キルク | kurk (op een fles) |
kirutingu-キルティング | het quilten (verschillende lapjes aan elkaar naaien) |
kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
kisai-奇祭 | festival met bijzondere [unieke] onderdelen [gebruiken; rituelen] |
kisai-記載 | vermelding; beschrijving; inschrijving; invoer |
kisai-起債 | uitgifte van obligaties; obligatie-uitgifte |
kisaki-后 | keizerin; koningin; prinses-gemalin |
kisama-貴様 | (arch. respectvolle term voor de tweede persoon, voor hogergeplaatsten, b.v. in brieven) u |
kisatsu-貴札 | (respectvolle term die verwijst naar de brief van een ander) uw brief |
kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
kiseru-着せる | iemand de schuld geven; iemand (vals) beschuldigen; aangeven |
kisha-喜捨 | een (charitatieve) donatie (m.n. aan een tempel of heiligdom); aalmoes |
kishōshippeiyōiyakuhin-希少疾病用医薬品 | weesgeneesmiddel (een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte) |
kishōtenketsu-起承転結 | structuur van klassieke (Chinese) poëzie met introductie (ki), ontwikkeling (shō), wending (ten) en ontknoping (ketsu) |
kishuku-寄宿 | logies; onderdak; huisvesting; accommodatie; pension |
kisōsei-帰巣性 | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
kissa-喫茶 | theehuis; theesalon; koffiebar |
kissaten-喫茶店 | theehuis; theesalon; koffiehuis; koffiebar |
kitanai-汚い | vies; smerig; vuil; rommelig |
kitchiri-きっちり | punctueel [stipt; precies] zijn |
kitchiri-きっちり | zorgvuldig [precies; nauwkeurig; betrouwbaar] zijn |
kitei-旗亭 | taverne; herberg; restaurant ( van origine in China gemarkeerd met een vlag) |
kitei-既定 | iets dat standaard [vastgesteld; beslist] is |
kitsu-詰 | (in kanji combinaties) kritisch [scherp] ondervragen; uitschelden; een standje geven |
kitsu-詰 | (on-lezing; in kanji combinaties) vooroverbuigen; bukken; krom [moeilijk te begrijpen] zijn |
kitsugo-吃語 | gestotter; het stotteren |
kitto-屹度 | zeker; beslist; ongetwijfeld; vastberaden |
kiyū-杞憂 | ongegronde bezorgdheid; onnodige angst [vrees] |
kizai-器材 | gereedschap [machines] en materiaal; materialen [onderdelen] voor het maken van machines |
kizai-機材 | machines [apparatuur] en materiaal; machineonderdelen |
kizamu-刻む | fijn snijden; in kleine stukjes snijden [hakken] |
kizen-毅然 | resoluut [onverschrokken; standvastig; vastberaden] zijn |
kizu-傷 | wond; verwonding; blessure |
kizu-傷 | beschadiging; kras; mankement |
kizukai-気遣い | angst; vrees; bezorgdheid; nervositeit |
kizuku-気づく | opmerken; bemerken; beseffen; in de gaten hebben |
kizumono-傷物 | een beschadigd [defect] artikel [product] |
kī・kurabu-キー・クラブ | gesloten (privé) club |
kō-侯 | markies; (krijgs)heer; leenheer |
kō-公 | lord [heer, vorst, meester] (achter voornaam of eigennaam) |
kō-口 | (in kanji combinaties) mond; opening; ingang; uitgang |
kō-弘 | (in kanji combinaties) uitgebreid; wijd; groot; uitgespreid |
kō-校 | (in kanji combinaties) school |
kō-校 | (in kanji combinaties) drukproef; revisie; gecorrigeerde proef (van een boek, document, etc.); telwoord voor het aantal revisies |
kō-江 | (in kanji combinaties) grote rivier |
ko-狐 | (in kanji combinaties) vos |
ko-股 | (van een mens) onderbuik; kruis; lies |
kō-航 | (in kanji combinaties) scheepvaart; luchtvaart |
ko-虎 | (in kanji combinaties) tijger |
koa-コア | wezen; essentie; hart; ziel |
kōan-公案 | een officieel document (oorspronkelijk Chinees) |
kōan-公案 | (Zen Boeddhisme) kōan, een schijnbaar onoplosbaar vraagstuk (voorgelegd door een meester aan een leerling) |
kōatsuteki-高圧的 | onderdrukkend; autoritair; bazig; agressief |
koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
kobai-故買 | heling van gestolen goederen |
kōban-降板 | iemand, b.v. na arrestatie, vervangen door een ander |
kōbasai-公募債 | publieke aandelen [obligaties; effecten] |
kobi-媚 | gevlei; geslijm; flirt |
kobin-小瓶 | kleine fles; flesje |
koboru-コボル | (common business oriented language) COBOL, een computer programmeertaal |
kobotsu-毀つ | breken; vernielen; beschadigen |
kobu-瘤 | knoest (van een boom) |
kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
kobun-古文 | oud Chinees karakterschrift |
kobun-子分 | volgeling; aanhanger; protegé; handlanger; ondergeschikte |
kochiranohanashi-こちらの話 | het onderwerp van gesprek |
kōchō-好調 | goede [gunstige; optimale] toestand [voortgang; situatie; conditie; trend] |
kōdai-広大 | uitgestrektheid; grootsheid |
kōdan-講壇 | spreekgestoelte; spreekstoel; katheder |
kōdan-講談 | voordracht [het voordragen] van (oorlogs)verhalen [krijgsgeschiedenis] |
kōdan-降壇 | het podium afstappen; het spreekgestoelte verlaten |
kodawari-拘り | obsessie; fixatie; bezetenheid |
kōden-香典 | geschenk bij condoleance op een begrafenis (meestal geld); begrafenisoffer |
kōdinētosuru-コーディネートする | coördineren; rangschikken; in harmonie brengen [bij elkaar zoeken] (van kleding en accessoires |
kōdō-高堂 | (een respectvolle term om te verwijzen naar de familie of familieleden van een ander) uw familie |
kōdo-黄土 | Hades; de onderwereld |
kodōgu-小道具 | accessoires voor het haar van vrouwen (zoals kam, haarspelden, e.d.) |
kodōgu-小道具 | accessoires [decoraties] voor zwaarden (b.v. op de stootplaat, de greep, e.d.) |
kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kōdokusuru-講読する | gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
koe-肥 | mest; gier; drek |
kōen-講演 | lezing; toespraak; praatje |
kōenkai-講演会 | (publieke) lezing (over een vastgesteld onderwerp, thema, e.d.) |
kōetsu-校閲 | het corrigeren van drukproeven [documenten; overige geschriften] |
kōfun-口吻 | manier van spreken; suggestie |
koga-古画 | oud schilderij; schilderij van een oude meester |
kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
kōgan-睾丸 | testikel; zaadbal |
kōgan'en-睾丸炎 | orchitis (ontsteking van de testikel) |
kogara-小柄 | kleine gestalte; klein postuur |
kogatana-小刀 | mes; dolk |
kogatana-小刀 | klein mes dat als onderdeel aan een zwaardschede is toegevoegd |
kōgekiteki-攻撃的 | agressief; aanvallend; strijdlustig |
kōgen-抗言 | protest; weerwoord; tegenspraak |
kōgen-荒原 | wildernis; woestenij |
kōgi-抗議 | protest; tegenwerping; bezwaar |
kogitanai-小汚い | een beetje vies; groezelig |
kōgo-口語 | spreektaal; gesproken taal |
kōgōsei-光合成 | fotosynthese |
kōgotai-口語体 | informele schrijfstijl (geschreven als spreektaal) |
koguchiari-木口蟻 | messing-en-groefverbinding (houtverbinding door inzagen van de uiteinden van de balken) |
kōgyō-興行 | amusementsindustrie; showbusiness |
kōgyōdaigaku-工業大学 | technische hogeschool [universiteit] |
kōgyōtoshi-工業都市 | industriestad |
kōhai-荒廃 | vernietiging; verwoesting; verval |
kōhatsu'iyakuhin-後発医薬品 | generiek geneesmiddel |
kohheru-コッヘル | klein draagbaar kooktoestel |
kōhi-后妃 | vorstin; keizerin; koningin; prinses-gemalin |
kōhochi-候補地 | geselecteerde [gekozen] landstreek [gebied; terrein] (om iets op te bouwen) |
kohon-古本 | handgeschreven manuscript of drukwerk van voor de Edo-periode |
kōhontadō-好本多同 | goed voorbeeld doet goed volgen (zowel geestelijk, gedragsmatig als ook in bekwaamheden) |
koibana-恋ばな | gesprekjes (m.n. van meisjes) over elkaars liefdes(avonturen) |
koibito-恋人 | minnaar; minnares; vrijer; liefje |
koibumi-恋文 | liefdesbrief |
koiguchi-鯉口 | kledingstuk (met lange mouwen) dat ter bescherming over de kimono gedragen wordt bij huishoudelijk werk |
koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
koika-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht; (bij dieren) paringsroep; lokroep |
koikaze-恋風 | (lett. liefdeswind) een woord dat wordt gebruikt om uit te drukken een ongelukkige liefde (liefde die bekoeld wordt door de wind) |
koinobori-鯉幟 | traditionele karpervormige wimpels [windzakken] (worden in Japan opgehangen tijdens het Jongensfestival op 5 mei) |
kōitsu-後逸 | (honkbal) een gemiste vangbal; een doorgeschoten bal |
koiuta-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
koji-固辞 | resoluut afwijzing (van een aanbod) |
koji-孤児 | wees; weeskind |
kojiin-孤児院 | weeshuis |
kōjin-後人 | nageslacht; nakomeling(en) |
kōjin-後陣 | achterhoede; reservetroepen |
kojinshōhi-個人消費 | consumentenbestedingen |
kōjitsu-口実 | excuus; voorwendsel; smoes |
kojiwa-小皺 | fijne [kleine] rimpels; kraaienpootjes |
kōjō-向上 | verbetering; progressie |
kojō-孤城 | een eenzaam [geïsoleerd gelegen] kasteel [vesting] |
kōjo-皇女 | keizerlijke prinses; dochter van een keizer |
kojukei-小綬鶏 | Chinese bamboepatrijs (Bambusicola thoracicus) |
kōka-効果 | effect; uitwerking; (goed) resultaat; effectiviteit; doeltreffendheid |
kōkai-航海 | zeereis; zeescheepvaart; zeevaart |
kōkakuhō-高角砲 | krombaangeschut; luchtafweergeschut |
kōkateki-効果的 | effectief; succesvol |
kōkatsu-広闊 | weidsheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid |
kōkatsu-狡猾 | sluw [listig; berekenend; geslepen] zijn |
kokeienogu-固形絵具 | harde verfstof; verf in vaste vorm (b.v. in blokjes in een verfdoos) |
kōkeisha-後継者 | opvolger; successor |
kokeshi-こけし | kokeshi-pop (traditionele houten pop zonder ledematen) |
kōki-後期 | latere periode; tweede semester; laatste semester |
kokkei-滑稽 | geestigheid; grappigheid; klucht |
kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
kōkō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
kokochi-心地 | gevoel; stemming; gemoedstoestand |
kokochi-心地 | gedachte; beschouwing |
kokoku-故国 | oude natie; land dat al heel lang bestaat |
kokomai-古古米 | twee jaar geleden geproduceerde rijst (rijst die na de oogst meer dan twee jaar opgeslagen is geweest) |
kokomu-ココム | (Coordinating Committee for Multilateral Export Controls) Coördinatiecomité voor multilaterale exportcontroles |
kōkon-後昆 | nageslacht; nakomeling(en); afstammeling(en) |
kokoro-心 | hart; ziel; geest; gevoelens; mentaliteit; karakter; aard; persoonlijkheid |
kokorobosoi-心細い | onzekerheid; bevreesdheid; ongerustheid |
kokoroeru-心得る | weten; begrijpen; beschouwen [opvatten] (als) |
kokoroeru-心得る | toestemmen; instemmen; akkoord gaan; toestemming geven |
kokorogake-心がけ | geesteshouding; denkwijze; zienswijze; standpunt; benadering; streven; doel |
kokorogamae-心構え | mentale voorbereiding; (geestelijke) houding [instelling] |
kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
kokoroyasudate-心安だて | openheid; toegankelijkheid; ongereserveerdheid |
kokorozoe-心添え | advies; raad; aanwijzing; voorstel |
kōkotsumoji-甲骨文字 | orakelbotten-schrift (inscripties op beenderen van dieren en plastrons van schildpadden om voorspellingen te noteren) |
koku-刻 | (in kanji combinaties) graveren; snijden; hakken |
kokubun-告文 | petitie; manifest |
kokubunji-国分寺 | door de keizer gestichte boeddhistische tempels (Nara-periode) |
kokufu-国父 | vader [leider] van het land; vader des vaderlands |
kokufū-国風 | de gewoonten en tradities van een land |
kokufuku-克復 | herstel; restauratie |
kokufukusuru-克復する | herstellen; restaureren |
kokugen-刻限 | de vaste [afgesproken] tijd |
kokuhatsu-告発 | aanklacht; beschuldiging |
kokuhatsusuru-告発する | aanklagen; beschuldigen |
kokuheisha-国幣社 | een (door de overheden gesubsidieerde) regionale tempel |
kokui-国威 | nationaal prestige [gezag]; nationale eer [waardigheid] |
kokuin-刻印 | een gesneden [gegraveerd] zegel [stempel] |
kokuji-刻字 | uitgesneden [gegraveerde] karakters [letters] |
kokuminnoshukujitsu-国民の祝日 | nationale feestdagen in Japan |
kokuren-国連 | Verenigde Naties (VN) |
kokurenanzenhoshōjōninrijikoku-国連安全保障常任理事国 | permanent lid van de Veiligheidsraad (van de Verenigde Naties) |
kokusaidenwa-国際電話 | internationaal gesprek; telefoongesprek uit het buitenland |
kokusaijin-国際人 | internationaal ingestelde persoon; kosmopoliet; wereldburger |
kokusaijōsei-国際情勢 | de internationale situatie; de toestand in de wereld |
kokusaikaigi-国際会議 | internationale conferentie; internationaal congres |
kokusairengō-国際連合 | Verenigde Naties |
kokusaisakimono-国際先物 | internationale termijncontracten [futures] |
kokusaiuchūsutēshon-国際宇宙ステーション | Internationaal ruimtestation (ISS, International Space Station) |
kokushohōtei-国書奉呈 | presentatie van de diplomatieke brief van een staat [staatshoofd] |
kokuso-告訴 | beschuldiging; klacht; aanklacht |
kōkusu-コークス | cokes (behandelde steenkool) |
kokuten-国典 | staatsceremonies |
kokuun-国運 | het lot [de lotsbestemming] van een natie [volk] |
kōkyō-交響 | resonantie; weergalm; weerklank |
kokyō-故郷 | geboortestreek |
kōkyōgakudan-交響楽団 | symfonieorkest |
kōkyōkangengaku-交響管弦楽 | symfonieorkest |
kōkyū-公休 | officiële feestdag; nationale feestdag |
kōkyū-後宮 | harem; binnenste paleis (gereserveerd voor vrouwen) |
kōkyū-恒久 | permanentie; bestendigheid; duurzaamheid; eeuwigheid; eindeloosheid |
kokyūfuzen-呼吸不全 | ademhalingsfalen; respiratore insufficiëntie |
kōkyūryōtei-高級料亭 | eersteklas restaurant; kwaliteitsrestaurant; gourmet restaurant |
komagiri-細切り | het fijnsnijden; fijngesneden voedsel [stukjes] |
komakai-細かい | klein; minuscuul; fijn (uit kleine deeltjes bestaand) |
komakai-細かい | gedetailleerd; precies |
komakai-細かい | zuinig; gierig; op de kleintjes lettend |
komaku-鼓膜 | trommelvlies |
komakuen-鼓膜炎 | myringitis; trommelvliesontsteking |
komame-小忠実 | ijver; inzet; noeste arbeid; het hard (door)werken |
komāsharizumu-コマーシャリズム | commercialisme; handelsgeest; marktdenken |
komāsharu-コマーシャル | reclameboodschap; reclamespot; tv-reclame |
komemono-込め物 | holwit (zetmateriaal voor het maken van lege marges bij letterzetten) |
komikaru-コミカル | komisch; grappig; geestig; humoristisch |
komisshonā-コミッショナー | (bij sportorganisaties) hoofdbestuurslid |
kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) Nederlander; Westerling; Europeaan |
kōmō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) Nederlander; Westerling; Europeaan |
komon-顧問 | advies; raad |
komondan-顧問団 | adviesgroep; raad van advies |
komonjogaku-古文書学 | de studie van oude geschriften (m.n. voor de Edo periode); paleografie |
komonryō-顧問料 | advieskosten; adviesvergoeding |
komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
kōmyō-功名 | grote prestatie; wapenfeit; heldendaad |
konagona-粉粉 | verpulverd; vergruisd; in kleine stukjes [scherven]; verkruimeld |
kōnaien-口内炎 | stomatitis; mondslijmvliesontsteking; aft(e) |
konashi-熟し | spijsvertering; digestie |
konbanha-今晩は | (uitgesproken als: konban wa) goedenavond |
konbenshon-コンベンション | bijeenkomst; congres; conferentie |
konbenshon・sentā-コンベンション・センター | congrescentrum |
konbo-コンボ | combo (term bij computerspellen, reeks acties die uitgevoerd moeten worden in een specifieke volgorde) |
konboi-コンボイ | konvooi; (varende) escorte |
koneko-子猫 | poesje; katje |
kōnfurēku-コーンフレーク | cornflakes; ontbijtgranen |
kōnfurēkusu-コーンフレークス | cornflakes; ontbijtgranen |
kongōjō-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
kongōzue-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
kōninsha-後任者 | opvolger; successor |
konmentāru-コンメンタール | notities; opmerkingen; commentaar |
konmori-こんもり | (onomatopee) opgehoopt; opgestapeld |
kōnō-後納 | uitgestelde [opgeschorte] betaling |
konomi-木の実 | vrucht (van een boom); noot; bes |
konouenai-此の上ない | de beste [grootste; perfecte]; er is geen betere dan dit |
konpo-コンポ | (afk. voor component) stereo-installatie bestaande uit verschillende componenten |
konponteki-根本的 | fundamenteel; essentieel; elementair; wezenlijk |
konzai-混在 | het naast elkaar bestaan; samengaan; vermengen |
koori-郡 | district; gewest |
koorimizu-氷水 | drankje van geschaafd ijs met siroop |
kōrakuchi-行楽地 | toeristenoord; vakantieoord; resort |
koramunisuto-コラムニスト | columnist; rubriekschrijver; stukjesschrijver |
korashimeru-懲らしめる | straffen; iemand een lesje leren; disciplineren; kastijden |
kōrei-交霊 | spiritualisme; het communiceren met [aanroepen van] doden [geesten] |
koresupondento-コレスポンデント | correspondent; verslaggever |
koresuterōru-コレステロール | cholesterol |
kōri-功利 | verdienste [prestatie] en profijt [voordeel] |
koro-葫蘆 | fleskalebas; flespompen (Lagenaria siceraria) |
korō-虎狼 | een genadeloze en wrede bruut [woesteling; onmens] |
koroai-頃合い | geschikte [goede] tijd; juiste moment |
koroai-頃合い | geschiktheid; juistheid; matigheid |
korona-コロナ | kroon (van tand of kies) |
korooi-頃おい | tijd; tijdsbestek |
koroshimonku-殺し文句 | veelzeggende [beslissende] uitspraak; doorslaggevend argument |
kōru-コール | telefoontje; telefoongesprek |
kōru-コール | (scheidsrechterlijke) beslissing |
koru-凝る | precies [secuur] zijn; op de details letten |
kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
kōrudo・gēmu-コールド・ゲーム | een honkbalwedstrijd die is gestaakt of beëindigd (om verschillende redenen) |
kōrudo・mīto-コールド・ミート | koud vlees; vleeswaren |
korui-孤塁 | geïsoleerde vesting; laatste bolwerk |
koruku-コルク | kurk (op een fles) |
korusetto-コルセット | korset (damesondergoed) |
kōru・gāru-コール・ガール | callgirl; luxe prostituee die zich telefonisch of via het internet laat bestellen |
kōryaku-攻略 | invasie; inval; verovering; bestorming; inname; onderwerping; bezetting |
kōryo-考慮 | overweging; overdenking; beschouwing |
kōryō-蛟竜 | Chinese mythische draak (die zich het water verbergt als een soort krokodil, en naar de hemel opstijgt bij regen) |
koryo-顧慮 | overweging; beschouwing |
kōryosuru-考慮する | overwegen; beschouwen; nadenken |
kōryū-交流 | sociale [culturele] betrekkingen [relaties; uitwisseling] |
kōryū-勾留 | inhechtenisneming; detentie (in afwachting van het proces) |
kōryūsuru-交流する | beschouwen; nadenken; overdenken |
kōsa-黄砂 | woestijn |
kōsatsu-考察 | beschouwing; onderzoek; studie |
kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
kōsei-更生 | rehabilitatie; (levens)verbetering; restauratie; hergebruik |
kōseitai-構成体 | component; bestanddeel |
kōseki-功績 | prestatie; verdienste |
koshahon-古写本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
kōshaku-侯爵 | (adellijke titel) markies; markiezin |
koshiita-腰板 | (bouwkunde) grondplaat; bodemplaat; beschot; lambrisering |
kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
koshimaki-腰巻き | Japanse onderrok voor dames (onder kimono gedragen) |
kōshimoyōno-格子模様の | (fijn) gegroefd [gestreept] |
kōshin-孝心 | toewijding aan [respect voor] ouders [ouderen] van kinderen |
kōshō-交渉 | onderhandeling(en); discussie; gesprekken |
kōshō-公傷 | beroepsletsel; blessure opgelopen tijdens het werk |
koshōgatsu-小正月 | Klein Nieuwjaar (festival) op 14, 15 of 16 januari |
koshōhon-古抄本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
kōshokyōfushō-高所恐怖症 | hoogtevrees, acrofobie |
kōshu-公主 | keizerlijke prinses; dochter van een keizer |
koso-こそ | (achtervoegsel, benadrukt het voorgaande) precies; juist; daarom |
kōsoku-高足 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
kōsokubasu-高速バス | expresbus (tussen steden, meestal via snelwegen) |
kosui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
kosupure-コスプレ | het zich verkleden als fictieve personages |
kosureru-擦れる | gewreven [geschuurd] worden; versleten zijn |
kosuru-鼓する | een muziekinstrument bespelen; luiden; bellen |
kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
kōtaishihi-皇太子妃 | kroonprinses |
kote-籠手 | een handschoen die beschermd is met metaal of hard leer (wordt o.a. gedragen bij de Japanse zwaardvechtkunst Kendo) |
kōtei-公定 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
kōtei-公邸 | (officiële) residentie |
kotei-固定 | fixatie; bevestiging; immobilisatie; verankering |
kōtei-工程 | voortgang [stadium; proces] van werk [handelingen] |
kōtei-肯定 | bevestiging; affirmatie; verzekering |
kōteibunseki-工程分析 | procesanalyse; analyse van het werkproces [constructieproces] |
kōteisuru-肯定する | bevestigen; ja zeggen |
kōtingu-コーティング | coating; deklaag; beschermlaag |
kotobuki-寿 | gelukwensen; felicitaties; beste wensen |
kotogaaru-ことがある | (geeft een ervaring weer) het is gebeurd (dat); ik ben een keer geweest; ik heb een keer gedaan |
kotogotoni-事毎に | in alles; altijd; iedere keer |
kōtōha-高踏派 | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
kotohogu-言祝ぐ | feliciteren; iemand succes wensen; de beste wensen doen |
kotoni-殊に | vooral; in het bijzonder; boven alles |
kotowaru-断る | vooraf iemand waarschuwen [(iets) doorgeven; toestemming vragen] |
kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kotsukotsu-こつこつ | vlijtig; nijver; onvermoeibaar; gestaag |
kotsuniku-骨肉 | bloedverwant; eigen vlees en bloed |
kotsuzai-骨材 | aggregaat (toeslagstof bij betonbereiding) |
koudaimuhen-広大無辺 | grenzeloosheid; oneindigheid; uitgestrektheid |
kōun-幸運 | geluk; succes; mazzel |
koushiniku-仔牛肉 | kalfsvlees |
kōutsuyaku-抗鬱薬 | antidepressivum |
kowamote-強持て | ontzag; respect; eerbiedige vrees |
kōya-荒野 | wildernis; woestenij |
kōyahijiri-高野聖 | monnik die vanuit de berg Koya wordt uitgezonden om de leer te verspreiden en donaties te verzamelen |
koyashi-肥やし | bemesting; (kunst)mest |
koyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
koyōshū-古謡集 | collectie van oude liedjes |
kōza-講座 | serie colleges; cursus |
kozakana-小魚 | kleine [jonge] visjes |
kozakashii-小賢しい | brutaal; onbeschaamd; sluw; listig; geslepen |
kozō-小僧 | jonge priester [monnik] |
kōzōfukyō-構造不況 | structurele recessie (economie) |
kubi-首 | hals (van een fles, e.d.) |
kubonda-凹んだ | hol (geworden); ingestort; ingedeukt; (in)gevallen |
kuchidassha-口達者 | welbespraakt [praatgraag] zijn |
kuchigatai-口堅い | discreet; gesloten; kies |
kuchigōsha-口巧者 | welbespraaktheid |
kuchihatchō-口八丁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
kuchija-口茶 | nieuwe theeblaadjes toevoegen aan de thee(pot) |
kuchijōzu-口上手 | welbespraaktheid |
kuchikura-クチクラ | beschermend laagje op plantenblad |
kuchiomo-口重 | zwijgzaamheid; onmededeelzaamheid; geslotenheid |
kuchisaganai-口さがない | praatziek; indiscreet; vol roddels; op sensatie [schandaaltjes] belust |
kuchisugi-口過ぎ | levensonderhoud; middelen van bestaan |
kuchiura-口裏 | de ware betekenis van [achter] (iemand's) woorden of gesprek |
kuchiyose-口寄せ | een medium; (vrouwelijke) priester die boodschappen van de goden doorgeeft |
kuchizoe-口添え | advies; aanbeveling; voorspraak; goed woordje |
kuchizusamu-口遊む | neuriën; zachtjes zingen |
kūchūbenkai-空中分解 | het uiteenvallen (desintegreren) in de lucht |
kūchūkyokugeishi-空中ブランコ曲芸師 | (vliegende) trapezeartiest |
kudanno-件の | eerder [hierboven] genoemd [vermeld]; ... in kwestie |
kudoku-口説く | avances maken; versieren; vleien |
kuesuchon・taimu-クエスチョン・タイム | vragenuur(tje) (tijd waarin vragen gesteld kunnen worden in het Parlement) |
kugen-苦言 | aanmaning; aansporing; dringend advies; onaangename mededeling |
kugyō-恭敬 | (boeddh.) eerbied; verering; respect |
kuhō-句法 | de conventies [regels] voor het componeren van (Japanse) poëzie |
kuiarasu-食い荒らす | voedsel [gerechten] verpesten door er happen uit te nemen; aanvreten |
kuikiru-食い切る | (alles) opeten; zijn bord leegeten |
kuikomi-食い込み | verlies; (geld) tekort |
kuikomu-食い込む | wegvreten; verteren; aantasten; verweren; roesten |
kuinige-食い逃げ | (in een restaurant) het niet betalen van je consumpties (eten en drinken); weglopen zonder de rekening te betalen |
kuinigesuru-食い逃げする | (in een restaurant) je consumpties (eten en drinken) niet betalen; weglopen zonder de rekening te betalen |
kuinokoshi-食い残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
kujo-駆除 | verdelging; uitroeiing; bestrijding |
kūkiasshokuki-空気圧縮機 | luchtcompressor |
kukicha-茎茶 | soort van (Japanse) groene thee (gemaakt van de takjes van de theeplanten) |
kūkūbakubaku-空空漠漠 | uitgestrekt en leeg [eindeloos] zijn |
kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
kumazasa-熊笹 | bamboesoort Sasa veitchii |
kumijū-組み重 | een nest [set] van in elkaar passende dozen |
kumisakazuki-組み杯 | een nest van (op elkaar passende) sake cups |
kumishita-組下 | ondergeschikte (van een baas) |
kumitsuku-組みつく | iemand te lijf gaan [bespringen; vastgrijpen] |
kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
kuni-国 | geboortestreek; eigen land (t.o. buitenland) |
kuniburi-国風 | tradities en gewoonten van een land |
kunihara-国原 | uitgestrekt gebied |
kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
kunpu-君父 | de vorst [heer; meester] en [of] de vader |
kunpū-薫風 | zachte zomerwind; zomerbries |
kunreishiki-訓令式 | het kunrei-systeem (ingesteld in 1937), de officiële richtlijnen voor de transcriptie van het Japans |
kunsei-燻製 | het roken (van vlees en vis) |
kunten-訓点 | markeringen in katakana of hiragana bij kanji (van een chinese tekst) |
kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
kurakuryūru-クラクリュール | craquelure (barstjes in verfoppervlak) |
kuranberī-クランベリー | veenbes; cranberry |
kurashi-暮らし | het leven; bestaan; levensomstandigheden |
kurasu-クラス | klas (school, etc.); les |
kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
kurau-食らう | leven; bestaan; aan de kost komen |
kurawankabune-食らわんか舟 | de benaming van de handelsscheepjes die etenswaren verkochten (in de Edo periode) |
kurayamimatsuri-暗闇祭 | het festival waarbij men de lichten dooft om in het donker de geesten van overledenen te kunnen verwelkomen |
kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
kurējī-クレージー | gek; gestoord |
kureperinkensa-クレぺリン検査 | (psychiatrie) de Kraepelin test |
kuresshendo-クレッシェンド | (muziekterm) crescendo (sterker wordende toon) |
kuretabunmei-クレタ文明 | Kretenzer beschaving (op Kreta, tussen ongeveer het derde millennium v.Chr. en 1200 v.Chr.) |
kurezōru-クレゾール | cresol (bestaat uit 3 verschillende isomeren) |
kūrī-クーリー | koelie (ongeschoolde arbeider uit Azië) |
kurīn-クリーン | schoon; rein; proper; netjes |
kurīn・hitto-クリーン・ヒット | een nieuw kassucces [hit] |
kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
kurofune-黒船 | zwart schip (schip varend naar Japan onder westerse vlag 16de-19de eeuw) |
kuroharahamusutā-クロハラハムスター | (Europese) zwartbuikhamster (Cricetus cricetus) |
kuroji-黒字 | zwarte letters; in zwarte inkt geschreven letters |
kurōku-クローク | garderobe; vestiaire |
kurōku・rūmu-クローク・ルーム | garderobe; vestiaire |
kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
kuromi-黒身 | donkerrood vlees (van vis, zoals tonijn) |
kuromizuhiki-黒水引 | zwarte en witte koordjes (op rouwenveloppen) |
kuromoji-黒文字 | (heester) Lindera umbellata |
kūron-クーロン | coulomb (elektrische eenheid, ampèreseconde) |
kuroshio-黒潮 | Kuroshio, Japanse zeestroom in de Stille Oceaan |
kurosufaia-クロスファイア | kruisvuur (beschietingen die elkaar kruisen) |
kurosuguri-クロスグリ | zwarte bes |
kurosuōbā-クロスオーバー | overlap; overeenkomst; twee genres combinerend |
kuroten-黒貂 | sabelmarter (Martes zibellina) |
kurōzudo・shisutemu-クローズド・システム | gesloten systeem |
kurui-狂い | waanzin; krankzinnigheid; fanatisme; obsessie |
kurushimeru-苦しめる | angst [stress] veroorzaken; kwellen; lastig vallen |
kurūzā-クルーザー | kruiser (marineschip) |
kurūzā-クルーザー | motorjacht; grote motorboot; cruiseschip |
kurūzā-クルーザー | passagier op een cruiseschip |
kusaba-草葉 | blaadjes gras; halmen; (gras)sprietjes |
kusagame-臭亀 | Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
kusai-臭い | stinkend; vies ruikend; onwelriekend |
kusaichi-草市 | bloemenmarkt tijdens het Obon festival |
kusame-嚏 | nies; genies |
kusarigama-鎖鎌 | traditioneel Japans wapen bestaande uit een ketting met een sikkel (kama) eraan |
kusaru-腐る | depressief [moedeloos; neerslachtig] zijn [worden] |
kusazuri-草摺り | dij-harnasplaat (harnasstuk om de dijbenen te beschermen) |
kuseni-癖に | (grammaticale constructie die een gevoel van ontevredenheid of beschuldiging insinueert) ondanks; hoewel |
kūsha-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
kushami-嚏 | nies; genies; het niezen [niesen] |
kushi-駆使 | vrije beschikking (hebben over); gebruik naar eigen goeddunken |
kushinsantan-苦心惨憺 | onverdroten; ijverig; nijver; noest; met grote moeite |
kushinsantansuru-苦心惨憺する | veel moeite [inspanningen] doen; zijn uiterste best doen |
kusuri-薬 | medicijn; geneesmiddel |
kusuriyu-薬湯 | geneeskrachtig bad |
kutakuta-くたくた | (onomatopee) zacht; papperig; (tot) moes |
kuten-句点 | punt (leesteken) |
kutsu-窟 | (in kanji combinaties) grot; spelonk; hol |
kutsugaesu-覆す | (een besluit, e.d.) overrulen; terzijde schuiven; verwerpen |
kūtū-クートゥー | #KuToo (een woordspeling van kutsu = schoenen en kutsū = pijn), protest van Japanse vrouwen tegen het moeten dragen van hoge hakken op het werk |
kuzumai-屑米 | gebroken [beschadigde] rijstkorrels |
kyabu-キャブ | bestuurderscabine; cockpit |
kyaku-客 | woord voor het tellen van spullen die gebruikt worden bij het ontvangen van gasten (b.v. serviesgoed voor recepties e.d.) |
kyaku-客 | (informeel) menstruatie; ongesteldheid |
kyakudo-客土 | aarde van een andere plek die wordt toegevoegd om de bodemgesteldheid te verbeteren |
kyakushitsu-脚質 | racestijl (paardenrennen, fietsen, e.d.) |
kyakusō-客僧 | reizende [gast] priester [monnik] |
kyakuzen-客膳 | laag serveertafeltje; dienblad met pootjes |
kyanpasu-キャンパス | campus (bij universiteit of hogeschool behorend terrein en gebouwen) |
kyappu-キャップ | dop; beschermkapje; sluiting |
kyaputen・shisutemu-キャプテン・システム | (Character and Pattern Telephone Access Information Network) een VIDEOTEX-systeem |
kyassaba-キャッサバ | cassave; maniok (eetbare wortelknol van Manihot esculenta) |
kyasutingu・bōto-キャスティング・ボート | een beslissende [doorslaggevende] stem (bij gelijk aantal stemmen) |
kyatchifon-キャッチフォン | wisselgesprek (signaal waarschuwt voor tweede binnenkomend gesprek) |
kyatchi・sērusu-キャッチ・セールス | agressieve verkoopmethode (waarbij men mensen op straat aanspreekt om hen iets te verkopen) |
kyō-享 | (in kanji-combinaties) ontvangen; ondergaan; aannemen; ondernemen |
kyo-去 | (in kanji combinaties) het weggaan; voorbijgaan; wegnemen |
kyo-居 | woning; adres; woonplaats; verblijfplaats |
kyō-狂 | gekte; gestoordheid; krankzinnigheid |
kyō-経 | sutra; boeddhistische geschrift |
kyō-経 | heilig geschrift; bijbel |
kyō-驕 | (in kanji combinaties) trots; arrogant |
kyō-驚 | (in kanji combinaties) verrassing; verbazing |
kyōan-教案 | lesplan; lesrooster |
kyōbainin-競売人 | veilingmeester |
kyōchi-境地 | gemoedstoestand |
kyodan-巨弾 | (fig.) grote [zware] aanval; zwaar geschut |
kyōdan-教壇 | podium of spreekgestoelte (in een klaslokaal) |
kyōdōshusshi-共同出資 | gemeenschappelijke [gezamenlijke] investering |
kyōdōsuponsā-共同スポンサー | medesponsor |
kyōen-饗宴 | banket; feestmaal; smulpartij |
kyōetsu-恐悦 | (bescheiden) genot; genoegen |
kyōfu-恐怖 | angst; vrees |
kyōga-恭賀 | respectvolle gelukwens |
kyōgaku-共学 | co-educatie; gemeenschappelijke opleiding [opvoeding] voor jongens en meisjes |
kyōgeki-京劇 | klassiek Chinese opera; Peking-opera |
kyōgenmawashi-狂言回し | iemand die achter de schermen werkt [aan de touwtjes trekt] |
kyōgi-経木 | een dun houten bord (van ca. 25 centimeter breed) waarop een soetra is geschreven |
kyōgoin-教護院 | opvoedingsgesticht; instelling voor kinderen die ontspoord zijn |
kyōhakukannen-強迫観念 | obsessie; dwangmatig idee; dwanggedachte |
kyōhakuseishōgai-強迫性障害 | OCS, obsessieve-compulsieve stoornis (Eng.: OCD, obsessive–compulsive disorder); dwangneurose |
kyoho-巨歩 | grote stappen [passen; vorderingen]; grote prestatie |
kyōhon-教本 | leerboek; lesboek; cursusboek; handboek; handleiding |
kyōikujisshū-教育実習 | praktijkles |
kyōikumama-教育ママ | (een moeder die haar kind(eren) streng opvoedt om ze zo goed mogelijk te laten presteren) tijgermoeder; tijgermama |
kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
kyōji-矜持 | zelfrespect; trots; waardigheid |
kyōju-教授 | professor; hoogleraar |
kyojūkanshi-居住監視 | huisarrest (ter observatie) |
kyoka-許可 | toestemming; goedkeuring |
kyokasuru-許可する | toestaan; toestemmen; goedkeuring |
kyōkatabira-経帷子 | witte lijkwade (kimono, met soetra's erop geschreven) van een overledene (bij een boeddhistische begrafenis) |
kyōkei-恭敬 | gedrag met zelfbeheersing en aandacht; respectvol gedrag |
kyōken-恭謙 | nederigheid; bescheidenheid; eerbiedigheid (naar anderen toe) |
kyōkenbyō-狂犬病 | hondsdolheid; rabiës |
kyoku-局 | zaak; kwestie; situatie |
kyōku-恐懼 | ontzag; vrees; angst; ontzetting |
kyokubu-局部 | geslachtsdelen; schaamstreek |
kyokuhō-局方 | (afk. voor) de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
kyōkun-教訓 | leer; les; instructie; onderwijzing |
kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokyojitsujitsu-虚虚実実 | kracht, mogelijke strategieën, trucs, geheime kneepjes en listen |
kyōmaku-胸膜 | pleura; borstvlies |
kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
kyōmei-共鳴 | resonantie |
kyōmi-興味 | interesse; belangstelling |
kyōmibukai-興味深い | zeer [hoogst] interessant |
kyōmishinshin-興味津々 | heel interessant [boeiend; fascinerend] |
kyōryō-狭量 | kleingeestigheid; bekrompenheid; vooringenomenheid; intolerantie; onverdraagzaamheid |
kyoryū-居留 | residentie; verblijf |
kyoryūsuru-居留する | verblijven; resideren |
kyōseishikkō-強制執行 | (jur.) gedwongen executie [beslaglegging] |
kyōshin-共振 | resonantie |
kyōshitsu-教室 | klaslokaal; collegezaal; leslokaal |
kyoshō-巨匠 | meester; maestro; virtuoos |
kyōshū-強襲 | bestorming; felle aanval |
kyōshūsuru-強襲する | bestormen; iem. of iets fel aanvallen; stormenderhand veroveren |
kyoshutsugatanenkinseido-拠出型年金制度 | op contributies gebaseerd pensioensysteem |
kyōsuru-供する | aanbieden; opdienen; indienen; ter beschikking stellen |
kyōtaku-教卓 | lessenaar; lerarenbureau |
kyōten-経典 | heilige geschriften van een religie (zoals de bijbel, de koran, e.d.) |
kyōten-経典 | boeddhistische geschriften (zoals soetra's) |
kyōyō-強要 | dwang; eis; druk; pressie; afpersing |
kyoyō-許容 | toestemming; tolerantie; vergeving |
kyōyōgakubu-教養学部 | faculteit der geesteswetenschappen |
kyoyōgosa-許容誤差 | de toegestane foutmarge |
kyoyōsuru-許容する | toestaan; toelaten; tolereren; veroorloven; permitteren |
kyōzai-教材 | lesmateriaal; onderwijsmateriaal |
kyōzame-興醒め | een saai [oninteressant; vervelend] iets |
kyōzon-共存 | co-existentie; het vreedzaam naast elkaar bestaan [leven] |
kyū-仇 | (in kanji combinaties) vijand; rivaal; vijandschap; wrok |
kyū-休 | (in kanji combinaties) rust; ontspanning |
kyū-吸 | (in kanji combinaties) slikken; inhaleren; zuigen ademen; absorberen; innemen |
kyū-宮 | de eerste stem in het vijf-stemmen systeem van Chinese en Japanse muziek |
kyū-救 | (in kanji combinaties) hulp; redding |
kyū-旧 | (in kanji combinaties) oud; voormalig; ex- |
kyū-朽 | (in kanji combinaties) rotten; vergaan; vervallen, |
kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
kyūjō-窮状 | slechte [benarde] toestand [situatie; omstandigheden] |
kyūkai-休会 | reces (b.v. van het parlement) |
kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
kyūkan-旧館 | een oud gebouw; een reeds bestaand gebouw |
kyūkanbi-休館日 | sluitingsdag; dag dat iets gesloten is (van een museum, etc.) |
kyūkeijo-休憩所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
kyūmei-旧名 | oorspronkelijke naam; oude naam; meisjesnaam |
kyūmeidōi-救命胴衣 | reddingsvest |
kyūmeigu-救命具 | reddingsboei; reddingsvest; reddingsgordel |
kyūmin-休眠 | ruststadium; slaaptoestand |
kyūmin-救民 | rampenbestrijding; hulp aan mensen in nood |
kyūsei-旧姓 | oorspronkelijke familienaam (voor het huwelijk); meisjesnaam |
kyūseigun-救世軍 | het Leger des Heils; heilsleger |
kyūseishu-救世主 | de Verlosser; Messias |
kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
kyūsen-休戦 | wapenstilstand; bestand; staakt-het-vuren |
kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
kyūshi-旧氏 | vorige naam; oude naam; meisjesnaam |
kyūshi-臼歯 | een kies (van gebit) |
kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
kyūsokujo-休息所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
kyūyakuseisho-旧約聖書 | het Oude Testament |
kyūyō-急用 | urgente kwestie; spoedeisende zaak |
ma-真 | precies; waar; echt; puur |
mābōdōfu-マーボー豆腐 | Mapo tofu (Chinees pikant tahoe-gerecht uit de provincie Sichuan) |
maboroshi-幻 | spook; geestverschijning; visioen |
machiaiseiji-待合政治 | achterkamertjespolitiek |
machiawaseru-待ち合わせる | wachten op iemand (op de afgesproken plek) |
machibugyō-町奉行 | gemeenteambtenaar; stadsbestuurder |
machigi-街着 | stadskleding; straatmode; kleding die geschikt is om in de stad te dragen |
machinami-町並み | (in een straat) een rij huizen; huizenrij; rijtjeshuizen |
machiyakuba-町役場 | gemeentehuis; gemeentesecretarie; stadhuis; stadsdeelkantoor |
mada-まだ | nog steeds (in comb. met bevestigende werkwoorden) |
madamu-マダム | vrouw (des huizes); echtgenote; getrouwde vrouw |
madamu-マダム | eigenaresse; hospita; directrice; gastvrouw in een bar |
madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
maebike-前引け | sluiting van de ochtendsessie (handel) |
maedaoshi-前倒し | het naar voren brengen [bewegen; gaan]; vooruitschuiven; bespoedigen |
maeiwai-前祝い | viering vooraf; al van te voren toosten [drinken] op (komend) succes |
maeukeshūeki-前受収益 | uitgesteld inkomen |
maeuriken-前売券 | (vooraf) besproken [gereserveerde] (toegangs)kaartjes [tickets] |
maewatashi-前渡し | vooruitbetaling; vooruit bezorging [overhandiging] van goederen [bestelling] |
māgaretto-マーガレット | (Argyranthemum frutescens) struikmargriet, zomermargriet |
magonote-孫の手 | rugkrabber (meestal van bamboe, ca. 50 - 60 cm lang, met een handje op het uiteinde) |
maguma-マグマ | magma (vloeibaar gesteente) |
maguneshiumu-マグネシウム | magnesium (chem. element) |
maguso-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
mahōbin-魔法瓶 | thermosfles |
mai-毎 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) elk; ieder; elke keer; ...per... |
maikuropurosessā-マイクロプロセッサー | microprocessor |
maindo-マインド | geest; gemoed; denkwijze |
maindo・kontorōru-マインド・コントロール | zelfbeheersing; controle over de geest van iemand anders; hersenspoeling |
maisō-埋葬 | begrafenis; teraardebestelling |
maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
maizō-埋蔵 | het ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
maizōsuru-埋蔵する | begraven; ingraven; ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
mājan-マージャン | mahjong (Chinees spel) |
majin-魔神 | kwade geest; duivel |
majo-魔女 | heks; duivelin; tovenares |
makaroni・uesutan-マカロニ・ウエスタン | Italiaanse western; spaghetti western |
makashikan-摩訶止観 | Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
make-負け | verlies; nederlaag |
makeiro-負け色 | (voor)tekenen van een nederlaag [verlies] |
makejidamashii-負けじ魂 | onverzettelijke [onbuigzame; onverschrokken] geest [ziel] |
makenki-負けん気 | een onverzettelijke [vechtlustige] geest |
māketingu・risāchi-マーケティング・リサーチ | marktonderzoek (Eng. market research) |
makie-撒き餌 | rondgestrooid diervoeder |
makie-蒔絵 | een techniek om lakwerk te decoreren met goud- en zilverstofdeeltjes |
makigai-巻き貝 | huisjesslak; spiraalvormig schelpdier |
makigama-薪窯 | houtoven; houtgestookte pottenbakkersoven |
makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
maku-撒く | (be)strooien; verspreiden; sproeien; besprenkelen |
maku-膜 | membraan; vlies |
mākushītohōshiki-マークシート方式 | examenformulier; testformulier |
makuwauri-真桑瓜 | (andere naam voor) Chinese [oosterse] meloen (Cucumis melo) |
mamachari-ママチャリ | omafiets; (dames)fiets met mandje voorop |
mamagoto-飯事 | (kinderspel) vadertje en moedertje spelen; theepartijtje, e.d. houden met speelgoedservies |
mame-豆 | nieren (van dieren, in vleesgerecht) |
mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
mamori-守り | bescherming; verdediging; beveiliging |
mamori-守り | (beschermende) amulet; talisman |
mamoru-守る | beschermen; verdedigen; bewaken; waken over |
mana-愛 | (in kanji combinaties) geliefd; dierbaar |
mana-真名 | kanji (Chinese karakters in het Japans, i.t.t. kana) |
manabu-学ぶ | leren; studeren; lessen volgen |
manadeshi-愛弟子 | lieveling van de juf [meester; docent]; favoriete leerling |
manba-漫罵 | belediging; beschimping; minachting; hoon |
manejimento-マネジメント | bestuur; directie; managers |
manējimento-マネージメント | bestuur; directie; managers |
mangūsu-マングース | mangoest (mangoeste); ichneumon (klein katachtig roofdier) |
maniau-間に合う | (precies) op tijd zijn |
manifesuto-マニフェスト | manifest; openbare bekendmaking |
manjū-饅頭 | gestoomd broodje met vulling |
manjūgasa-饅頭笠 | een platte hoed dop met een afgeronde bovenkant (als de vorm van een gestoomd broodje) |
manmae-真ん前 | vlak [pal; precies] ervoor; recht voor je neus |
manman-漫漫 | uitgestrekt [grenzeloos; onmetelijk groot] zijn |
manmato-まんまと | succesvol; geslaagd; voorspoedig; volledig |
manna-真名 | kanji (Chinese karakters in het Japans, i.t.t. kana) |
mannaka-真ん中 | (precies) in het midden; centraal; centrum |
mannaka-真ん中 | precies halverwege |
mannentake-万年茸 | gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum) |
manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manryō-万両 | kerstbes; Australische hulst; koraalstruik (Ardisia crenata) |
manten-満点 | 100% correct resultaat; perfecte score |
manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
man'yōgana-万葉仮名 | man'yōgana, oud Japans lettergrepen-systeem (van Chinese karakters fonetisch gebruikt) |
maotaishu-マオタイ酒 | maotai, Chinese gedestilleerde drank, gemaakt van sorgo (Sorghum) |
mappō-末法 | het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken; boeddhistische eschatologie |
mappōshisō-末法思想 | pessimisme door het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken |
maria-マリア | Maria (meisjesnaam) |
marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
marishiten-摩利支天 | Marīci, een boeddhistische godheid (m.n. de beschermgod van de samoerai) |
maronie-マロニエ | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
maron・gurasse-マロン・グラッセ | gekonfijte kastanjes |
maru-丸 | (Japanse) punt (leesteken) |
marubōzu-丸坊主 | een gladgeschoren hoofd |
maruchipurukōkoku-マルチプル広告 | multi-advertising (adverteren voor meerdere vestigingen tegelijk) |
marude-丸で | (precies) zoals; bijna hetzelfde als; zo goed als; bij wijze van spreken |
marudori-丸取り | het nemen [opeisen] van alles (niets overlatend); totaal in beslag nemen |
maruhadaka-丸裸 | geen bezittingen meer hebben; alles kwijtgeraakt zijn |
marumero-マルメロ | (uit het Portugees: marmelo) kweepeer; kweeappel; kwee (Cydonia oblonga) |
maruyake-丸焼け | totale verwoesting (door vuur); volledig verbrand zijn |
maruyaki-丸焼き | vlees dat in z'n geheel gebraden [geroosterd] is (b.v. een hele varken of kalkoen) |
maruzon-丸損 | een totaal fiasco; compleet verlies; totale nederlaag |
masani-正に | precies; zeker; echt |
masani-正に | precies op dat moment; op het punt staan (om) |
masashiku-正しく | precies; zeker; ongetwijfeld |
masatsusonshitsu-摩擦損失 | wrijvingsverlies |
mashita-真下 | direct [precies] onder [beneden] |
massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
massha-末社 | artiest; komiek |
masshiro-真っ白 | leeg; ongebruikt; onbeschreven |
masshu-マッシュ | puree; moes |
masuigaku-麻酔学 | anesthesiologie |
masuii-麻酔医 | anesthesist (m); anesthesiste (v) |
masutā-マスター | baas; eigenaar; manager; leider; meester |
masutodon-マストドン | mastodont (uitgestorven zoogdier) |
mata-股 | onderbuik; lies; kruis |
maton-マトン | schapenvlees (Eng.: mutton) |
matsudai-末代 | alle [toekomstige] generaties |
matsugaku-末学 | (bescheiden zelf-aanduiding van een) wetenschapper [geleerde] |
matsukasaika-松毬烏賊 | inktvis ingesneden met vierkante inkepingen en dan geroosterd |
matsuri-祭り | (Japans) festival; feest |
mattadanaka-真っ直中 | precies in het midden; op het hoogtepunt |
maue-真上 | er net boven; pal boven; precies [recht] erboven |
mawaridōrō-回り灯籠 | een lantaarn waarvan de binnenste cilinder (met uitgesneden afbeeldingen) draait en schaduwen werpt op het buitenste scherm |
mayoibashi-迷い箸 | eetstokjes die men besluiteloos van gerecht naar gerecht beweegt zonder iets te nemen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
mayoke-魔除け | talisman [amulet] (ter bescherming tegen het kwaad) |
mazaringu・sandē-マザリング・サンデー | (Eng.: mothering sunday) Moeders Zondag (van oorsprong Christelijke feestdag op de vierde zondag van de vastentijd) |
mazā・gūsunouta-マザー・グースの歌 | liedjes [versjes] van Moeder de Gans |
mazegaki-交ぜ書き | het in kana schrijven van sommige kanji in samengestelde woorden |
mazegohan-混ぜ御飯 | gekookte rijst vermengd met andere ingrediënten (b.v. groente en vlees) |
mazekoze-まぜこぜ | wirwar; mengelmoes |
mazui-不味い | vies; onsmakelijk |
medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
medorē-メドレー | estafette |
medorē・rirē-メドレー・リレー | (Eng.: medley relay) wisselslag estafette (zwemmen) |
meibo-名簿 | naamlijst [namenlijst] (van leden, inclusief adresgegevens e.d.) |
meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
meichi-明知 | (grote) wijsheid; allesomvattend inzicht; helder inzicht; scherpzinnigheid |
meicho-名著 | een beroemd boek; meesterwerk |
meido-冥土 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
meifu-冥府 | het dodenrijk; de onderwereld (Hades) |
meiga-名画 | een meesterwerk (schilderij) |
meihaku-明白 | (logica) helder [duidelijk] (Fr. clair ( René Descartes) |
meihin-名品 | beroemd voorwerp; uitstekend artikel; meesterstuk |
meihitsu-名筆 | meesterlijk [uitmuntend] kalligrafeerwerk |
meijiishin-明治維新 | de Meiji-restauratie (1867) |
meijin-名人 | meester; expert |
meikai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
meiki-明記 | duidelijke omschrijving [beschrijving]; specificatie |
meikyoku-名曲 | beroemd [voortreffelijk] muziekstuk; meesterwerk |
meikyōshisui-明鏡止水 | serene [vredige] gemoedsgesteldheid (zonder slechte gedachten) |
meisaku-名作 | beroemd kunstwerk; meesterwerk |
meishō-名匠 | meester; grootmeester; groot vakman |
meishu-名手 | meester; expert |
meisō-名僧 | een eminente [bekende; geleerde] priester |
meisū-名数 | een bepaald [precies] aantal; bepaalde hoeveelheid; numerieke waarde |
meisū-命数 | lot; lotsbestemming; lotsbeschikking |
meiyo-名誉 | eer; glorie; faam; reputatie; goede naam; prestige; waardigheid |
meiyokyōju-名誉教授 | emeritus hoogleraar; emeritus professor |
mekakushi-目隠し | zonnescherm |
mekyabetsu-芽キャベツ | spruitjes (groente) |
memowāru-メモワール | memoires (opgeschreven persoonlijke herinneringen) |
men-面 | hoofdbeschermer |
menboku-面目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; aanzien; eer; reputatie; prestige; waardigheid |
menbokunai-面目ない | beschaamd; beschamend; schandalig |
menchi-メンチ | gehakt; gemalen vlees |
menchikatsu-メンチカツ | vleeskroket |
mendan-面談 | interview; vraaggesprek |
mengane-面金 | ijzeren tralies van een kendōmasker |
mengo-面晤 | persoonlijk gesprek; persoonlijke ontmoeting |
menkai-面会 | (vraag)gesprek; ontmoeting; bespreking |
menma-麺麻 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
menrui-麺類 | (alle soorten) noodles (b.v. udon, soba, ramen) |
menseki-面責 | beschuldiging in persoon; persoonlijke aantijging [verwijt] |
mentaru-メンタル | mentaal; geestelijk; psychisch |
menuki-目貫 | zwaard ornament (op het gevest) |
menyū-メニュー | menu; spijskaart (in een restaurant) |
menzei-免税 | belastingvrij; vrijgesteld van belastingen |
mēringu・risuto-メーリング・リスト | adressenlijst; verzendlijst |
meritto-メリット | verdienste; prestatie |
merī・kurisumasu-メリー・クリスマス | Prettige Kerstdagen; Vrolijk Kerstfeest |
meshia-メシア | Messias (Christus) |
meshita-目下 | (iemand's) ondergeschikte; lagere in rang |
meshitsukai-召し使い | bediende; dienaar; dienares |
meshiyoseru-召し寄せる | iets bestellen [laten komen] |
meson-メソン | meson (elementair deeltje) |
mesotoron-メソトロン | meson (subatomair deeltje) |
mesu-メス | mes; ontleedmes; chirurgische mes |
mētā-メーター | meettoestel; meetinstrument; meter (b.v. taximeter) |
metasekoia-メタセコイア | watercipres; Chinese mammoetboom (Metasequoia glyptostroboides) |
metsugo-滅後 | na de vernietiging [verwoesting] |
metsujin-滅尽 | volledige verwoesting; ruïnering |
metsukeyaku-目付役 | waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
mettana-滅多な | onbezonnen; onbesuisd; roekeloos |
mettani-滅多に | roekeloos; onbesuisd |
meuchi-目打ち | perforatie; doorboring; het maken van gaatjes |
meutsuri-目移り | afgeleid zijn; gebrek aan concentratie; besluiteloosheid |
meutsuri-目移り | geïnteresseerd zijn in meerdere dingen |
mēzā-メーザー | (microwave amplification by stimulated emission of radiation) een apparaat dat microgolven kan versterken door gestimuleerde emissie van straling |
mezameru-目覚める | (fig.) wakker worden; zich bewust worden (van) ; beseffen |
mezashi-目刺し | (een pin of snoer met) gedroogde sardientjes |
mezonetto-メゾネット | maisonnette (appartement dat twee verdiepingen beslaat) |
mi-実 | vrucht; bes |
mi-実 | resultaat |
mi-巳 | de slang (het zesde dier in de twaalfjaarlijkse cyclus van de Chinese dierenriem) |
mi-未 | (in kanji combinaties) nog niet (gedaan) |
mi-身 | hoofdonderdeel (bv. vlees zonder de botten, vat zonder de deksel) |
miai-見合い | een ontmoeting om een toekomstig huwelijk te bespreken |
mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
michibiku-導く | afleiden; concluderen; leiden tot; resulteren in |
michibushin-道普請 | wegwerkzaamheden; reparaties aan de weg |
michikake-満ち欠け | de maanfases; wassende en afnemende maan |
michiyuki-道行き | reisbeschrijving |
midai-御台 | hofbestek (artikelen in gebruik aan het keizerlijk hof en bij de adel) |
midiamu・rea-ミディアム・レア | (van vlees) halfrauw; kort gebakken |
midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
migoro-見頃 | de beste tijd om te zien |
mihakarau-見計らう | iets naar eigen inzicht doen; naar eigen goeddunken iets doen; zelf beslissen over iets |
miiru-見入る | bekijken; kijken [staren; turen] naar; gadeslaan; observeren |
mikai-未開 | onbeschaafdheid; wildheid; primitiviteit |
mikata-味方 | vriend; bondgenoot; medestander; geallieerde |
mike-三毛 | de 3 vachtkleuren van een lapjeskat (wit, zwart en bruin) |
mike-三毛 | lapjeskat |
mikeneko-三毛猫 | lapjeskat (met een 3 kleurenvacht) |
miketsu-未決 | onbeslistheid; onzekerheid; het hangende [in behandeling] zijn |
mikirihassha-見切り発車 | het voortijdig actie ondernemen (voordat er toestemming is) |
mikiru-見切る | alles (kunnen) zien |
mikkabōzu-三日坊主 | (lett. een boeddhistische priester voor drie dagen) een uitdrukking voor iemand die snel ergens mee ophoudt [het bijltje erbij neergooit] |
mikkyō-密教 | esoterisch [tantrisch] boeddhisme |
miko-巫女 | tempelmaagd, dienares (en medium) bij een Shinto-schrijn |
mikudarihan-三下り半 | echtscheidingsbrief (in de Edo periode geschreven in drie en een halve regel) |
mikuroneshia-ミクロネシア | Micronesia |
mimekatachi-見目形 | (iemand's) voorkomen; verschijning; (gelaat en) gestalte |
mimeshisu-ミメシス | mimesis (nabootsing, m.n. van de natuur) |
mimono-見物 | bezoek; het bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
mimonosuru-見物する | bezoeken; bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
mina-皆 | alles |
minaminasama-皆皆様 | (sterkere vorm van 皆様) iedereen; dames en heren; geachte aanwezigen |
minasama-皆様 | (formeel) iedereen; dames en heren; geachte aanwezigen |
minasu-見做す | overwegen; beschouwen; vergelijken |
minasugen'yu-ミナス原油 | Minas-olieveld (in centraal Sumatra, Indonesië) |
minawa-水泡 | (vloeistof) schuim; belletjes; bruis |
minazuki-水無月 | zoete driehoekjes van rijst gelatine met een laagje adukibonen erop |
minchi-ミンチ | gehakt; gemalen vlees |
minchi・pai-ミンチ・パイ | vleespastei; pastei gevuld met gehakt |
minikui-見難い | onduidelijk; onleesbaar |
minjisoshō-民事訴訟 | civiel proces |
minkanitaku-民間委託 | werk uitbesteden aan de particuliere sector |
minkanryōhō-民間療法 | oude huismiddeltjes; geneesmiddeltjes uit grootmoeders tijd |
minna-皆 | alles |
minoabunmei-ミノア文明 | Minoïsche beschaving (op Kreta, tussen ongeveer het derde millennium v.Chr. en 1200 v.Chr.) |
minomushi-蓑虫 | zakjesdrager; zakrupsvlinder (Psychidae) |
minoue-身の上 | menselijk lot; lotsbestemming |
minshuku-民宿 | voor toeristen bestemde (particuliere) kamerverhuur |
minso-民訴 | civiel proces |
mioyoseru-身を寄せる | onder andermans dak leven; afhankelijk zijn [worden] van iemand; hulp [bescherming] zoeken |
mīru-ミール | Mir (Russisch ruimtestation) |
miru-見る | bekijken; gadeslaan; nakijken |
mirugai-海松貝 | paardenschelp; gaperschelp (Tresus keenae) |
mirumiru-見る見る | in een oogwenk; heel snel; gestaag |
mise-店 | winkel; zaak; restaurant |
miseba-見せ場 | belangrijkste [beste] scène (van een toneelstuk of film) |
miseshime-見せしめ | les; waarschuwing; voorbeeld |
mishō-未詳 | onbekend; [niet vastgesteld; niet geïdentificeerd] zijn |
misosazai-鷦鷯 | winterkoning; winterkoninkje (vogel: Troglodytes troglodytes) |
missatsu-密殺 | clandestiene moord; (iem.) doden in het geheim |
missō-密葬 | uitvaart in besloten kring |
misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
mitama-御霊 | de geest van een god of een overledene |
mitamashiro-御霊代 | iets dat wordt aanbeden als symbool voor de geest van een overledene |
mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
mitarashimatsuri-御手洗祭 | een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
mitei-未定 | iets dat nog niet is vastgesteld [besloten; beslist] |
mitetoru-見て取る | opmerken; bemerken; begrijpen; beseffen |
mīto-ミート | vlees |
mitoru-見取る | bemerken; opmerken; beseffen; begrijpen |
mītosōsu-ミート・ソース | vleessaus |
mitsubai-密売 | een illegale [clandestiene] verkoop [handel]; smokkelarij |
mitsugi-密議 | geheim overleg; conclaaf; vertrouwelijk gesprek |
mittomonai-みっともない | schandelijk; beschamend; ongepast; onbehoorlijk; onfatsoenlijk; onbetamelijk |
miya-宮 | keizerlijke prins [prinses] |
miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
miyage-土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; cadeautje; presentje |
miyai-宮居 | paleis; keizerlijke residentie |
miyoi-見好い | fatsoenlijk; eerbaar; netjes |
mizuasobi-水遊び | gespartel (in water); waterpret |
mizugai-水貝 | plakjes abalone geserveerd in koud water |
mizugoe-水肥 | vloeibare mest |
mizujaya-水茶屋 | (Edo periode) een theestalletje; theekraampje |
mizukaki-水掻き | vin; zwemvlies |
mizukiri-水切り | steentjes keilen [laten stuiteren] over een wateroppervlak |
mizukusai-水臭い | afstandelijk; gereserveerd |
mizumashishihon-水増し資本 | het verwateren van kapitaal (d.w.z. nieuwe aandelen uitgeven op de bestaande activa) |
mizumushi-水虫 | duikerwants (Hesperocorixa distanti) |
mizunurumu-水温む | het (langzaam) warmer worden van het water (van vijvers, beekjes etc.) in de lente |
mizuppana-水っ洟 | loopneus; gesnotter |
mizutaki-水炊き | een gerecht van kip en groente gekookt in water, geserveerd met een dipsaus (meestal ponzu) |
mobo-モボ | Japanse man die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en levensstijl volgde |
mōbo-孟母 | de moeder van Mencius (Chinese wijsgeer, 372 v.Chr. - 289 v.Chr.) |
mochi-糯 | glutineuze rijst of graan waarvan men rijst cakes maakt |
mochiami-餅網 | rooster voor het grillen van rijst cakes (mochi) |
mochigoma-持ち駒 | (bij shogi) geslagen schaakstuk |
mochigoma-持ち駒 | reserve personeel [mensen] |
mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
mochikiri-持ち切り | een veelbesproken kwestie |
mochite-持手 | handvat (aan een koffer, mand, amfoor e.d.); greep [gevest] (van een zwaard e.d.) |
mochitsuki-餅搗き | mochi slaan (het met een houten hamer tot kleverige massa slaan van rijstdeeg, voor het maken van rijst cakes) |
mochiya-餅屋 | winkel waar men mochi (rijst cakes) verkoopt; verkoper van mochi |
modan・boi-モダン・ボイ | Japanse man die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en levensstijl volgde |
modan・gāru-モダン・ガール | Japanse vrouwen die na de 1e Wereldoorlog de Westerse mode en leefstijl volgden |
moderu・chenji-モデル・チェンジ | verandering [aanpassing] van een model; restyling; facelift |
modesuto-モデスト | Modesto (naam van een plaats in Californië) |
moenokori-燃え残り | verkoold stuk hout; as; verbrandingsresten; sintels; overgebleven stompje van een kaars |
moesashi-燃え止し | verbrandingsrest; dat wat onverbrand blijft (zoals een laatste stukje van een kaars, de restanten van een lucifer) |
moga-モガ | Japanse vrouw die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en leefstijl volgde |
mogibashi-もぎ箸 | eetstokjes waarvan restjes eten afgelikt worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
mōguru-モーグル | mogul, een soort freestyle skiën (op bobbelige hellingen) |
mogusa-艾 | moxa; bijvoetwol (brandmiddel gebruikt in geneeskunde) |
mōhyō-妄評 | (bescheiden woord voor de eigen kritiek op anderen) mijn kritiek |
mōi-猛威 | woestheid; woede; heftigheid; geweld; enorme kracht |
mōja-亡者 | een dode; dood mens; een geest |
mojika-文字化 | overzetting [registratie] van gesproken woord in geschreven woord |
mojizura-文字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
mojūru-モジュール | module (gestandariseerd bouwmateriaal) |
mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
mokkō-黙考 | overdenking; overpeinzing; bespiegeling |
mokkotsuhō-没骨法 | (Chinese) schildertechniek zonder omtreklijnen [contouren] (of door inkleuring de omtreklijn laten verdwijnen) |
mokkyo-黙許 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; medewerking] |
moku-黙 | (in kanji combinaties) zwijgen; niet spreken |
mokuba-木馬 | paard (turntoestel) |
mokudaku-黙諾 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; instemming] |
mokuhiken-黙秘権 | zwijgrecht (in strafproces) |
mokunin-黙認 | (stil)zwijgende toestemming [goedkeuring] |
mokuninsuru-黙認する | (stil)zwijgend toestemmen [goedkeuren] |
mokuroku-目録 | geschenkenlijst |
mokusu-目す | beschouwen [zien; beoordelen] als |
mokusuru-目する | beschouwen [zien; beoordelen] als |
mōmaku-網膜 | netvlies; retina |
mōmakushō-網膜症 | retinopathie (aantasting van het netvlies) |
mōmantai-無問題 | (uit het Kantonees) geen probleem |
momi-樅 | zilverspar (Abies firma) |
momiji-紅葉 | Japanse esdoorn (Acer japonicum) |
momohajimetesaku-桃始笑 | de eerste perzikbloesems |
momonosekku-桃の節句 | Perzikbloesemfestival [Meisjesdag; Poppenfeest] (seizoenfeestdag voor meisjes op 3 maart) |
monchaku-悶着 | problemen; moeilijkheden; sores; tegenspoed |
mondai-問題 | probleem; vraagstuk; kwestie |
mōningu-モーニング | (morning coat) jacquet; pandjesjas |
mōningu・kōto-モーニング・コート | jacquet; pandjesjas |
monitaringu・shisutemu-モニタリング・システム | controlesysteem; bewakingssysteem |
monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
monobi-物日 | feestdag |
monogokoro-物心 | besef; begrip; inzicht |
monogoto-物事 | ding(en); alles |
monomi-物見 | sightseeing; excursies |
monomōsu-物申す | spreken; protesteren; klagen |
mononoke-物の怪 | een (kwade) geest; spook; bovennatuurlijk wezen |
monooji-物怖じ | verlegenheid; bedeesdheid |
monoojisuru-物怖じする | verlegen [bedeesd] zijn |
monosugoi-物凄い | verschrikkelijk; vreselijk; afschuwelijk |
monowarai-物笑い | voorwerp [mikpunt] van spot [bespotting] |
monowasure-物忘れ | vergeetachtigheid; geheugenverlies |
monpe-もんぺ | (wijde) werkbroek (met touwtjes om de enkels, m.n. gedragen door vrouwen op het platteland en in fabrieken) |
monrōshugi-モンロー主義 | monroeleer (genoemd naar de Amerikaanse president James Monroe) |
monshu-門主 | hoofdpriester van een boeddhistische sekte [tempel] |
monshu-門主 | hoofdpriester van de Hoganji tempel |
monsutā-モンスター | monster; gedrocht; woest dier |
monzeki-門跡 | (boeddhistische) priester van aristocratische of keizerlijke afkomst |
monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
monzeki-門跡 | (informeel) hoofdpriester van de Hōganji tempel (van de Pure Land sekte) |
monzenbarai-門前払い | afwijzing van aanvragen [verzoeken; klachten; deelnames] |
morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | je uiterste best doen |
moraimono-貰い物 | cadeau; presentje |
morarisuto-モラリスト | moralist; zedenmeester; zedenpreker |
moraru-モラル | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
morarusensu-モラルセンス | moreel besef |
moraru・hazādo-モラル・ハザード | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
morāru・sābei-モラール・サーベイ | moreel onderzoek naar tevredenheid van werknemers over arbeidscondities |
morigashi-盛り菓子 | een stapeltje [bakje] met snoep(jes) |
morijio-盛り塩 | een hoopje zout bij de voordeur (van restaurants, etc.) als gelukaanbrenger |
moritsukeru-盛りつける | gerechten (netjes; mooi) opdienen |
moroha-諸刃 | tweesnijdend zijn |
mōryō-魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
mōshideru-申し出る | voorstellen; suggereren; een suggestie doen; aanbieden; een aanbod doen; aanvragen; verzoeken |
mōshikomu-申し込む | reserveren; boeken |
mōshin-盲進 | roekeloosheid; onbesuisdheid; onbezonnenheid |
mōshiwake-申し訳 | onbeduidend; klein; bescheiden; niet noemenswaard |
mōshon-モーション | het maken van avances |
mossō-物相 | keukengerei [kom] om het eten in gelijke porties te verdelen |
mōsuto・baryuaburu・purēyā-モースト・バリュアブル・プレーヤー | meest waardevolle speler |
mottainai-勿体ない | oneerbiedig; respectloos; goddeloos |
mottō-モットー | motto; wapenspreuk; devies |
mottomo-最も | meeste; buitengewoon; -ste (overtreffende trap) |
mōze-モーゼ | Mozes (Bijbelse persoon) |
mu-六 | (het cijfer) 6; zes |
mu-霧 | (in kanji combinaties) mist; nevel |
muchiutsu-鞭打つ | afranselen; ranselen; geselen; met de zweep slaan; een pak slaag geven |
muchū-夢中 | verdiept in; in beslag genomen door; bezeten zijn van; toegewijd |
mudan-無断 | zonder toestemming |
muen-無縁 | geen [zonder] relatie; geen [zonder] verbindenis; niet verwant; onverschillig; ongeïnteresseerd |
muen-無縁 | zonder familie; zonder nabestaanden |
muenbochi-無縁墓地 | een begraafplaats voor mensen zonder nabestaanden |
muenboka-無縁墓 | een algemeen graf; een graf voor mensen zonder nabestaanden |
muenbotoke-無縁仏 | iemand die is overleden zonder nabestaanden |
muenshakai-無縁社会 | een samenleving waarin persoonlijke relaties vrijwel geen rol spelen |
muenshi-無縁死 | een eenzame dood (zonder nabestaanden) |
mugamuchū-無我夢中 | zichzelf verliezen [helemaal opgaan] in; totaal in beslag genomen door |
mugifumi-麦踏み | het vertrappen van tarweplanten in de winter (om de koudebestendigheid te vergroten en de stengelvoeten van het gewas sterker te maken) |
muhyōjō-無表情 | uiterlijke onbewogenheid; expressieloos [strak] gezicht; uitdrukkingsloosheid |
muika-六日 | de zesde dag (van de maand); zes dagen |
mujō-無上 | de beste; de hoogste; de grootste |
mujū-無住 | boeddhistische tempel zonder priester |
mukaibi-向かい火 | vuur dat wordt aangestoken om bosbranden te bestrijden |
mukansa-無鑑査 | niet geselecteerd zijn |
mukei-無形 | geest; spiritueel [abstract; vormloos; ontastbaar] zijn |
mukiteki-無機的 | levenloos; geesteloos; futloos; saai |
mukyū-無給 | onbetaald zijn; zonder salaris; niet gesalarieerd |
mumei-無銘 | ongesigneerd zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.); niet ondertekend; anoniem |
munōyaku-無農薬 | pesticidenvrij; (landbouw) zonder bestrijdingsmiddelen |
mūnraitokeikaku-ムーンライト計画 | Moonlight Programma (onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor energiebesparende technologie in Japan) |
murisandan-無理算段 | het de eindjes aan elkaar knopen; het bij elkaar scharrelen (van geld) |
murisandansuru-無理算段する | de eindjes aan elkaar knopen; geld bij elkaar scharrelen [schrapen] |
musakurushii-むさくるしい | slordig; rommelig; niet netjes |
musei-無性 | geslachtsloosheid; aseksualiteit |
museigen-無制限 | zonder limiet [restrictie; beperking] |
musensōjū-無線操縦 | (van een vliegtuig) radiografisch bestuurd zijn; radiografische besturing |
mushiba-虫歯 | cariës; tandbederf; gaatje |
mushigashi-蒸し菓子 | Japanse gestoomde confiserie (snoepgoed, cake, e.d.) |
mushimono-蒸し物 | gestoomd eten [voedsel] |
mushirobata-筵旗 | vlag gemaakt van een mushiro (mat van stro) aan een bamboestok (gebruikt bij boerenopstanden in de Edo-periode) |
mushumi-無趣味 | saai [vulgair; oninteressant; zonder hobby] zijn |
musumegokoro-娘心 | meisjesachtige geest [hart; aard]; meisjesachtige onschuld |
mūtairiku-ムー大陸 | het continent Mu, dat volgens een hypothese duizenden jaren geleden gezonken zou zijn in de Stille Oceaan) |
mutsu-六つ | zes (stuks) |
myō-明 | (in kanji combinaties( wijsheid; mantra; volgende; komende |
myōdō-冥道 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
myōgo-冥護 | geheime hulp [bescherming] van de goden |
myōkai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
myōkai-冥界 | 3 van de 6 boeddhistische paden, van de beesten, de hongerige geesten en de hel |
n-ん | afkorting van un (tussenwerpsel, met de betekenis: bevestigend) |
na-名 | een reputatie; naam; een goede naam; faam; beroemdheid; eer; glorie; een slechte reputatie; gerucht; roddel; kletspraatjes |
nabirome-名広め | aankondiging [bekendmaking] van een nieuwe naam (van een artiest, winkel, e.d.) |
nadokoro-名所 | beroemde [bekende; interessante] plaats; bezienswaardigheid |
nagabanashi-長話 | het lang praten; een lang gesprek [verhaal] |
nagabanashisuru-長話する | lang praten; een lang gesprek voeren [hebben] (met) |
nagadangi-長談義 | langdradige [saaie] toespraak [speech; lezing] |
nagaimo-長芋 | Chinese yam (Dioscorea batatas) |
nagakōjō-長口上 | een lang verhaal; lange toespraak |
nagamochi-長持 | een rechthoekige houten opbergkist (meestal gebruikt voor kleding) |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn. of bijw.) alles; allen; allebei (tegelijk); geheel; totaal; compleet |
nagasaki-長崎 | Nagasaki, de naam van een prefectuur in het westen van Kyūshū |
nagatachō-永田町 | de wijk Nagata in het Chiyoda district van Tokio (met o.a. het parlementsgebouw en de officiële residentie van de Minister-President) |
nagaya-長屋 | een rijtjeshuis |
nagaya-長屋 | Japans rijtjeshuis dat typisch was tijdens de Edo-periode |
nage-無げ | onwaarschijnlijk; onbestaanbaar |
nagekawashii-嘆かわしい | betreurenswaardig; triest; beklagenswaardig; ellendig |
nageyari-投げ槍 | speer; werpspies |
nagori-名残 | rest(en); overblijfsel(en); nasleep; wat over [achter] gebleven is; tastbare herinnering |
nagusamimono-慰み者 | speelbal (een persoon); iemand waarmee gespeeld wordt (fig.) |
nai-無い | niet bestaan; niet aanwezig zijn; er zijn [is] geen... |
naifu-ナイフ | mes; scalpel |
naifukuyaku-内服薬 | geneesmiddel voor inwendig gebruik |
naika-内科 | interne geneeskunde |
naikabyōin-内科病院 | ziekenhuis voor interne geneeskunde |
naikagaku-内科学 | studie [afdeling] interne geneeskunde |
naikai-内界 | de innerlijke wereld; binnenwereld; het innerlijk; het geestelijke |
naikakusōridaijin-内閣総理大臣 | minister-president; premier |
naiki・hākyurīzu-ナイキ・ハーキュリーズ | Nike Hercules, een Amerikaanse luchtdoelraket |
naimu-内務 | binnenlandse (staats)zaken m.b.t. politie, publieke werken, algemene volksgezondheid (inclusief afvalverwerking en riolering) en lokaal bestuur |
naimu-内務 | (bij militaire instellingen) de dagelijkse zaken in kazernes of kampementen |
naisen-内線 | interne (telefoon)lijn; telefoontoestel(nummer) |
naisenbangō-内線番号 | een (telefoon)toestelnummer |
naishobanashi-内緒話 | een onderonsje; een privé [geheim] gesprek |
naishūgen-内祝言 | bruiloft in besloten kring |
naitei-内定 | informeel [inofficieel] [aanbod; besluit]; voorlopige beslissing |
naiteisuru-内定する | informeel [inofficieel] beslissen |
naiteki-内的 | geestelijk; mentaal |
naiyōkyōka-内容教科 | vakken die worden bestudeerd om kennis op een bepaald gebied te verwerven; inhoudsvakken |
nakai-仲居 | [料亭などで、料理を運んだりして客に応接する女性; (仲居)] een gastvrouw; hostess |
nakanaka-中中 | jazeker; precies; inderdaad; (je hebt gelijk) dat is zo; Nee, toch? (bij ontkenning van iets dat niet gedacht of ver |
nakidokoro-泣き所 | zwakke plek; zwakke eigenschap, achilleshiel |
naku-泣く | onwaardig [niet netjes; verkeerd] zijn |
namagusa-生臭 | vislucht; de stank van vis of vlees |
namagusabōzu-生臭坊主 | corrupte monnik [priester] |
namagusai-生臭い | de geur [stank] van rauwe vis of vlees [bloed] |
namaiki-生意気 | verwaandheid; vrijpostigheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
namakabe-生壁 | een pas geschilderde muur die nog niet droog is |
namidabashi-涙箸 | eetstokjes waar druppels afvallen (b.v. soep of saus) tijdens het eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
nan-南 | (in kanji combinaties) zuid; zuiden |
nanakusanosekku-七種の節句 | festival op de zevende dag van het nieuwe jaar (waarbij zeven soorten rijstepap worden gegeten) |
nanbanni-南蛮煮 | een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
nanbā・wan-ナンバー・ワン | nummer één, de eerste; de beste |
nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
nandemo-何でも | alles (wat dan ook); elk |
nandemokademo-何でも彼でも | alles (zonder enig onderscheid); alles (wat dan ook) |
nandemokademo-何でも彼でも | hoe dan ook; beslist |
nandemokandemo-何でもかんでも | alles (zonder onderscheid) |
nandemoya-何でも屋 | een alleskunner; een veelzijdig iemand; een allround persoon; een duizendpoot |
nanga-南画 | nanga schilderstijl; monochrome Chinese landschapschilderkunst |
nani-何 | wat [hoe] dan ook; alles; (+ ontkenning) niets |
nanikarananimade-何から何まで | alles; van a tot z |
nanikato-何彼と | alles en nog wat; het een en ander; verscheidene |
nanimo-何も | (alles) wat dan ook |
nanimokamo-何も彼も | alles; stuk voor stuk |
naniwabushi-浪花節 | verhalende liedjes uit de Edo periode |
nanjō-何じょう | (lit.) hoe dan ook; beslist; zeker |
nanka-何か | iets; wat; alles |
nankin-軟禁 | huisarrest |
nankuse-難癖 | kritiek; beschuldiging; vitterij; muggenzifterij |
nannanzai-南南西 | het zuidzuidwesten |
nanori-名乗り | naam na het bereiken van volwassenheid bij adelijke en samoerai families |
nanpa-軟派 | verslaggever die schrijft over sociale en culturele kwesties |
nanpū-南風 | liedjes uit het zuiden |
nansei-南西 | het zuidwesten |
nanten-南天 | Nandina domestica (een plant, ook wel hemelse bamboe genoemd) |
nan'yō-南洋 | de eilanden in de Stille Zuidzee (zoals de Filippijnen, Indonesië, e.a.) |
narabu-並ぶ | netjes gerangschikt zijn; uitgestald staan |
naraigoto-習い事 | les [onderricht; onderwijs; training] van een technische vaardigheid [kunstvorm, e.d] bij een meester [specialist] |
narazuke-奈良漬け | in zout en droesem van sake ingemaakte groenten |
narazumono-ならず者 | nietsnut; luiwammes; lanterfanter |
nari-鳴り | het klinken; de klank; het gerinkel; geluid; resonantie |
narihibiku-鳴り響く | weerklinken; weergalmen; resoneren |
narimono-鳴り物 | het orkest in het Kabuki theater |
naritatsu-成り立つ | bestaan uit; samengesteld zijn uit; gevormd worden door |
nariyuki-成り行き | uitkomst; resultaat |
naru-成る | bereikt [behaald; verkregen] worden; succesvol zijn |
naru-成る | bestaan uit; opgebouwd zijn uit |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
nashonaru・pāku-ナショナル・パーク | nationaal park (beschermd natuurgebied) |
nashonaru・torasuto-ナショナル・トラスト | (National Trust for Places of Historic Interest or Natural Beauty) Britse organisatie voor monumentenzorg en landschapsbeheer |
nasuriai-擦り合い | tegenbeschuldiging, recriminatie; wederzijdse beschuldigingen; het elkaar de schuld geven |
nata-鉈 | bijl; hakmes; leidekkershamer |
natori-名取り | erkend meester in de (uitvoerende) kunst |
natsubate-夏ばて | het afnemen [verlies] van lichamelijke krachten door de zomerhitte |
natsubiki-夏引き | draden die in de zomer gesponnen zijn |
natsudonari-夏隣 | het gevoel [besef] van de naderende zomer; seizoenwoord voor de late lente |
natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
natsuhaze-夏櫨 | een bladverliezende struik van de het plantengeslacht Azalea |
natsukan-夏柑 | de benaming van een vrucht, een soort Chinese citroen |
natsumatsuri-夏祭り | een zomerfestival om de goden te verzoeken de oogsten te beschermen tegen insectenplagen, overstromingen, e.d. |
natsumatsuri-夏祭り | festivals [plechtigheden] in Shintō tempels, die worden gehouden in de zomer |
natsumikan-夏蜜柑 | de Chinese citroenboom, een groenblijvende fruitboom van de fam. Rutaceae |
natsumuki-夏向き | (geschikt) voor gebruik in de zomer |
natsushirogiku-夏白菊 | witte zomerchrysant, een meerjarige plant van het plantengeslacht Matricaria |
natsutōdai-夏灯台 | een 2-jarige plant van het plantengeslacht Euphorbia |
natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
natsuyase-夏瘦せ | gewichtsverlies (en daarmee verzwakking van de lichaamskracht) door zomerse hitte |
nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
nawatobi-縄跳び | het touwtjespringen |
nazumu-泥む | vasthouden aan (oude gewoonten, tradities, principes, e.d.) |
ne-子 | de rat (Chinees sterrenbeeld) |
ne-音 | (in kanji combinaties) geluid; toon; klank |
neburibashi-ねぶり箸 | eetstokjes waaraan wordt gelikt of die in de mond gehouden worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
nedokoro-寝所 | nest |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men aanspreekt) een serveerster in een restaurant of hotel |
negi-禰宜 | een shinto-priester |
nehan-涅槃 | nirwana; verlichting; (geestelijke) bevrijding van slechte hartstochten en de kringloop van wedergeboortes |
nejikomu-捩じ込む | zich beklagen; beklag doen; protesteren |
nejireru-捩れる | (van relaties, e.d.) gespannen zijn [worden] |
nejiro-根城 | vesting; fort; bolwerk; citadel |
neko-猫 | kat; poes |
neko-猫 | bijnaam van een geisha of musicus die een shamisen bespeelt |
nekonadegoe-猫撫で声 | het spinnen [gespin] van een kat |
nekonadegoe-猫撫で声 | zachte [zoete; vleiende; poeslieve] stem |
nekorobu-寝転ぶ | (op de grond) gaan liggen; plat [uitgestrekt] liggen |
nenga-年画 | Chinese nieuwjaarsschilderijen (schilderijen die op nieuwjaarsdag in China op poorten en muren worden gehangen) |
nenmaku-粘膜 | slijmvlies |
nenmakuen-粘膜炎 | slijmvliesontsteking; mucositis |
nenneko-ねんねこ | (kindertaal) kat; poes |
nenshi-撚糸 | gesponnen garen |
nentō-念頭 | gedachte; geest; aandacht |
neoki-寝起き | het dagelijkse bestaan [leven] |
neriaruku-練り歩く | lopen in een processie [stoet; optocht; parade]; paraderen; marcheren |
nesoberu-寝そべる | uitgestrekt [languit] liggen (op buik of zij) |
netchūshō-熱中症 | zonnesteek; hyperthermie; hitteberoerte |
netsu-熱 | energie (uitgedrukt in joules of caloriëen) |
netsuke-根付け | een traditionele Japanse (met de hand gesneden) gordelknoop |
netsukigu-熱器具 | verwarmingstoestel (zoals kachel, fornuis, e.d.) |
netsusamashi-熱冷まし | koortsverlagend geneesmiddel; koortswerend middel |
nettetsu-熱鉄 | gloeiend ijzer; gesmolten ijzer |
nettobōru-ネットボール | netbal, een soort (dames) korfbal |
nezuyoi-根強い | diepgeworteld; bestendig |
ni-に | (geeft aan het resultaat van een verandering) worden; veranderen in [tot] |
ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
niai-似合い | het geschikt zijn; (goed) passend zijn |
niapinshō-ニアピン賞 | Nearest-to-the-Pin Award (prijs bij Golf) |
niau-似合う | (goed) passen bij; geschikt zijn [worden] voor |
niawashii-似合わしい | passend; geschikt |
nichibeichiikyōtei-日米地位協定 | Japans-Amerikaanse "Status-of-Forces" Overeenkomst (hierbij zijn in 1960 de condities vastgesteld voor het Amerikaanse leger gestationeerd in Japan) |
nichibeikan-日米間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Amerika |
nichijōsahan-日常茶飯 | dagelijkse gebeurtenissen [beslommeringen] |
nichiōkan-日欧間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Europa |
nigakki-二学期 | twee semesters van een (school)jaar; tweede semester |
nigakkimatsushiken-二学期末試験 | (laatste) examen aan het einde van het tweede semester |
nigaoe-似顔絵 | politieschets van een verdachte |
nigeuma-逃げ馬 | koploper (paardenraces) |
nigiri-握り | een rijstbal met een vulling van vis, e.a. (de afkorting van nigirimeshi) |
nigiribasami-握り鋏 | een U-vormige schaar (zonder vingergaten); wordt meestal gebruikt bij naaiwerk |
nigiribashi-握り箸 | het stevig met de vuist omklemmen van eetstokjes (meestal bij kinderen) |
nigirimeshi-握り飯 | een rijstbal (die kan gevuld zijn met vlees, vis, of groente); een onigiri |
nigiru-握る | nigirimeshi en nigirizushi klaarmaken |
nigiteki-二義的 | ondergeschikt; secundair; bijkomstig |
nīhao-ニーハオ | (Chinese begroeting) hallo; goedendag; hoe gaat het? |
nihonkōkū-日本航空 | De Japanse Luchtvaart Maatschappij (Japan Airlines, afk.: JAL) |
nihonsangyōkikaku-日本産業規格 | Japanese industriële standaard |
nihonyakkyokuhō-日本薬局方 | de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
niibon-新盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
niisan-兄さん | oudere broer (familiaar en respectvol) |
nijimu-滲む | vlekken; besmeuren |
nikkō-日光 | zonneschijn; zonlicht; zonnestraal |
niku-肉 | vlees |
niku-肉 | vruchtvlees; moes |
nikudango-肉団子 | gehaktbal; vleesballetje |
nikugyū-肉牛 | vleesrund; slachtvee |
nikuhaku-肉薄 | het aandringen; pressie uitoefenen; onder druk zetten |
nikuhen-肉片 | stuk [lap] vlees |
nikuiro-肉色 | huidkleur; vleeskleur |
nikujaga-肉じゃが | Japans stoofgerecht (met vlees, aardappelen en soms ook groenten ) |
nikujiki-肉食 | het eten van vlees; carnivoor |
nikujū-肉汁 | (vlees)bouillon; vleessoep |
nikujū-肉汁 | jus; vleessap |
nikukoppun-肉骨粉 | diermeel (van vlees en botten) |
nikukyū-肉球 | (bij katachtige dieren, e.d.) zoolkussentjes (onder de poten) |
nikumanjū-肉饅頭 | gestoomd broodje met vleesvulling |
nikunanban-肉南蛮 | een gerecht van soba of udon met dungesneden varkensvlees en lente-uitjes |
nikurashii-憎らしい | hatelijk; verwerpelijk; verachtelijk; afschuwelijk; vreselijk |
nikurui-肉類 | (soorten) vlees |
nikuryōri-肉料理 | vleesgerecht |
nikushitsu-肉質 | vleeskwaliteit |
nikushoku-肉食 | het eten van vlees; carnivoor |
nikushokudōbutsu-肉食動物 | carnivoor; vleeseter |
nikushokujū-肉食獣 | carnivoor; vleeseter |
nikutai-肉体 | het lichaam (het vlees); het fysiek |
nikuyoku-肉欲 | vleselijke [dierlijke] lusten; zinnelijke begeerte |
nikuyōshu-肉用種 | slachtvee; dier gefokt voor het vlees |
nikuzuki-肉付き | vlezig [vet] zijn; vlees aan het lichaam hebben |
ningenkankei-人間関係 | (inter)menselijke relaties [betrekkingen] |
ningyōtsukai-人形遣い | (fig.) degene die aan de touwtjes trekt; degene die (achter de schermen) de touwtjes in handen heeft |
ninjū-忍従 | onderwerping; overgave; ondergeschiktheid |
ninka-認可 | goedkeuring; toestemming; autorisatie; vergunning |
ninmenjūshin-人面獣心 | bruut; monster; wreed [harteloos; beestachtig] persoon |
ninotsugi-二の次 | secundair; van ondergeschikt belang |
ninshiki-認識 | begrip; besef; perceptie |
ninshikisuru-認識する | beseffen; inzien; begrijpen; zich realiseren |
nintei-認定 | erkenning; herkenning; permissie; toestemming |
niō-仁王 | twee beelden van (boeddhistische) beschermgoden (links en rechts van een tempelpoort) |
nira-韮 | (Chinese) bieslook |
nise-二世 | (boeddhistische.) twee existenties: het heden en de toekomst |
nisetaijūtaku-二世帯住宅 | één huis dat opgedeeld is in twee huishoudens (zodat twee generaties, ouders en kinderen, apart kunnen wonen) |
nishatakuitsu-二者択一 | keuze uit twee opties |
nishi-西 | het westen |
nishi-西 | (de landen in) het Westen |
nishi-西 | de westenwind |
nishi-西 | (boeddh.) het Westelijk Paradijs |
nishibi-西日 | namiddagzon; ondergaande zon (in het westen) |
nishihankyū-西半球 | het westelijk halfrond; het Westen |
nishikaze-西風 | de westenwind |
nishikita-西北 | het noordwesten |
nishisahara-西サハラ | Westelijke Sahara |
nissha-日射 | zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
nissharyō-日射量 | hoeveelheid zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
nisshingeppo-日進月歩 | snelle [gestage; dagelijkse] vooruitgang |
nitchi-ニッチ | niche (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitchisangyō-ニッチ産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
nitchishijō-ニッチ市場 | nichemarkt (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitchū-日中 | Japan-China; Japans-Chinees |
nīto-ニート | netjes; keurig; precies |
nitōdate-二頭立て | tweespan; rijtuig voor twee paarden |
nitōryū-二刀流 | goed zijn in twee tegengestelde disciplines (b.v. in honkbal zowel goed kunnen slaan als werpen) |
niue-ニウエ | Niue (eiland in Polynesië) |
niyakeru-にやける | dandyachtig [verwijfd; meisjesachtig] zijn |
no-の | (geeft aan de eigenschap(pen), plaats of toestand van iets) over; betreffende; door; van |
no-の | als slotpartikel, drukt uit een conclusie [beslissing] of bevel (niet beleefd) |
no-の | in de combinaties no da en no desu: het feit dat; het is zo dat |
nō-納 | (in kanji combinaties) betaling |
nō-納 | (in kanji combinaties) aflevering |
nōben-能弁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
nobinobi-延び延び | (herhaaldelijk) uitgesteld zijn |
nobiru-延びる | uitgesteld worden |
nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
noboribō-登り棒 | klimpaal (speeltoestel) |
noborikatsuo-上り鰹 | bonito (gestreepte tonijn) die omhoog zwemt (langs de Japanse kust aan de Stille Oceaan) |
noboriryū-昇り竜 | witte kluiszwam (de paddestoel Helvella crispa) |
nobushi-野武士 | een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent; bergpriester; heremiet |
nobushi-野武士 | helper van de topspeler (de mariashi) in de kemari balsport (gespeeld door hovelingen in het keizerlijk paleis) |
nobutoi-野太い | onbevreesd; brutaal; onbeschaamd |
nodokubi-喉頸 | een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel |
nōgēmu-ノーゲーム | (honkbal) gestaakte wedstrijd (b.v. vanwege regen) |
nōhau-ノーハウ | deskundigheid; (vak)kennis; expertise |
nōhei-農兵 | boerenmilitie; georganiseerde militie bestaande uit boeren |
nōhitsu-能筆 | meester-kalligraaf |
nōhittonōran-ノーヒットノーラン | (honkbal) een wedstrijd waarin geen van beide teams een honkslag hebben geslagen |
nōkai-納会 | laatste vergadering (van het jaar, semester, etc.); eindejaarsbijeenkomst |
nokonno-残んの | overgebleven; resterend |
nokorazu-残らず | alles; volledig; helemaal; compleet; totaal; zonder uitzondering |
nokori-残り | overblijfsel; restant; rest(en) |
nokoribi-残り火 | sintels; smeulende resten van een vuur |
nokorimono-残り物 | rest; resten; restjes; wat er is overgebleven |
nokoru-残る | overblijven; resteren |
nōmaku-脳膜 | hersenvlies |
nōmakuen-脳膜炎 | hersenvliesontsteking; meningitis |
nomenome-のめのめ | schaamteloos; onbeschaamd |
nomerikomu-のめり込む | voor iets gaan [vallen]; in beslag genomen worden door; bezeten worden van |
nomikomu-飲み込む | begrijpen; bevatten; beseffen |
nomu-飲む | opslokken; verzwelgen (vaak gebruikt in de passieve vorm: opgeslokt [verzwolgen] worden) |
noni-のに | (drukt meestal een tegenstelling uit) hoewel; terwijl |
nonpuro-ノンプロ | (nonprofessional) niet-professioneel; niet beroepsmatig |
noren-暖簾 | een traditioneel Japans gordijn, hangend in een deuropening (m.n. in winkels, restaurants, e.d.) |
noriki-乗り気 | interesse; gretigheid; vurigheid; enthousiasme |
norokeru-惚気る | opscheppen over je liefdesrelatie; je relatie [partner] bewieroken |
norudikku-ノルディック | Noord-Europees; Scandinavisch |
norukasoruka-伸るか反るか | erop of eronder; alles of niets |
noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
nōsho-能書 | meester-kalligraaf |
nottoru-則る | nakomen; naleven; eerbiedigen; respecteren; navolgen; corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken met; zich conformeren aan |
nouhau-ノウハウ | deskundigheid; (vak)kennis; expertise |
nōyaku-農薬 | (chemische) bestrijdingsmiddelen; landbouwchemicaliën |
nōyō-膿瘍 | een abces; ettergezwel; etterbuil |
nukago-零余子 | broedknop (een vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten) |
nukederu-抜け出る | stilletjes [heimelijk] weggaan [wegglippen] |
nukegara-抜け殻 | schil; vlies; schors |
nukege-抜け毛 | haarverlies; haaruitval; verharing; afgevallen haar |
nukiashi-抜き足 | het zachtjes [op de tenen] lopen |
nuku-貫く | (fig.) vasthouden (aan) (b.v. principes) |
nukuhikiki-肉挽き機 | vleesmolen; gehaktmolen |
nurakuraguchi-ぬらくら口 | een vlotte prater; iem. met een vlotte babbel; iem. die welbespraakt is |
nureba-濡れ場 | (film of toneel) liefdesscène; seksscène |
nureginu-濡れ衣 | valse [gearrangeerde] beschuldiging |
nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
nuregoto-濡れ事 | (toneel, film) lliefdesscène |
nushi-主 | eigenaar; bezitter; meester; leider |
nusumiashi-盗み足 | het zachtjes lopen [sluipen] |
nyannyan-ニャンニャン | (kindertaal) kat; poes |
nyōin-女院 | aan het keizerlijk hof de titel 'in' voor de moeder van de keizer, de keizerin of de prinses |
nyoirinkannon-如意輪観音 | (Sanskriet: Cintāmaṇicakra) een bodhisattva, een van de manifestaties van Avalokiteśvara [Kannon] |
nyūbōonzonshujutsu-乳房温存手術 | borstbesparende operatie |
nyūdō-入道 | boeddhistische priester |
nyūdōgumo-入道雲 | buienwolk; cumulonimbus (lett. priesterwolk) |
nyūsatsu-入札 | inzending offerte [bod] (bij een openbare aanbesteding) |
nyūshitsu-入室 | (boeddh.) het betreden van de kamer van de leermeester om onderricht te ontvangen |
nyūtei-入廷 | het binnentreden in de rechtszaal (van de betrokkenen bij het proces) |
nyūtora-ニュートラ | nieuw traditioneel (modestijl jaren 70/80) |
nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
nyū・furontia-ニュー・フロンティア | New Frontier, de naam die John F. Kennedy gaf aan zijn regeringsprogramma tijdens de presidentsverkiezingen in 1960 |
nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
ō-欧 | (in kanji combinaties) Europa |
ō-王 | meester; magnaat |
oapekku-オアペック | Organisatie van Arabische olie-exporterende landen (Engels OAPEC: Organization of Arabian Petroleum Exporting Countries) |
oazuke-お預け | voorlopig; in afwachting; in de wacht; uitstel; vast gereserveerd |
ōbāfurō-オーバーフロー | (scheepvaart) overflow (wanneer een schip brandstof verliest bij het laden of lossen) |
ōbāfurō-オーバーフロー | (informatica) overloop; overflow (wanneer een berekend getal te groot is om te kunnen worden opgeslagen) |
obakeyashiki-御化け屋敷 | oud huis met een spook of (gekwelde) geest |
obana-尾花 | Chinees prachtriet; Japans pampasgras (Miscanthus sinensis) |
ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
ōbā・fensu-オーバー・フェンス | (honkbal) homerun, bal die over het hek [de omheining] is geslagen |
obishin-帯芯 | een kledingstuk (m.n. van katoen) gedragen onder de obi (Japanse gordel) als opvulling bij een (dames)kimono |
ōbō-横暴 | tirannie; despotisme; onderdrukking |
ōbō-王法 | koninklijk besluit |
ōbō-王法 | wetten vastgesteld door de koning |
obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
ōbun-応分 | geschiktheid; gepastheid; draagkracht; vermogen |
ocha-御茶 | thee (meestal groene thee) |
ochazuke-お茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
ochiyuku-落ち行く | in een benarde toestand belanden |
ochō-御帳 | register [lijst] van uitgeschreven personen (m.b.t. erfenis e.d.) |
ōdā-オーダー | bestelling; reservering |
ōdā・meido-オーダー・メイド | op bestelling gemaakt; op maat gemaakt |
oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
ōdō-黄銅 | messing; (geel)koper |
ōdoko-大床 | grote tokonoma (alkoof [nis] in de muur waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
ōdōkō-黄銅鉱 | chalcopyriet; koperkies (CuFeS2) |
odoriko-踊り子 | danseres |
odorite-踊り手 | danser; danseres |
ofu-オフ | uit; uitgeschakeld; buiten dienst; buiten werking |
ōfū-欧風 | Europese stijl |
ofumi-御文 | (respectvol) brief van iemand anders |
ofuregaki-御触書 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
ogasawararyū-小笠原流 | (traditioneel) een school die gespecialiseerd is in etiquette (en in de gedragsregels binnen de krijgselite van Japan) |
ogasawararyū-小笠原流 | een school die gespecialiseerd is in krijgsvoering en strategieën [of in boogschieten en paardrijden] |
ōgi-奥義 | essentie; hart; diepste niveau |
oginau-補う | aanvullen; goedmaken; compenseren; dekken (een tekort, verlies, etc.); opvullen (b.v. een vacature) |
ogoru-奢る | verwend [kieskeurig] zijn |
ohakobi-御運び | (respectvolle term voor) gaan; komen |
ohitsujiza-牡羊座 | (sterrenbeeld) Ram (Aries) |
ohizamoto-お膝元 | de residentie van de keizer of de shogun |
ohizamoto-お膝元 | de naaste omgeving [kringen] van een invloedrijke persoon (b.v. hoofdkwartier, kiesdistrict, hoogste staf, kader, e.d.) |
oibane-追い羽根 | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
oibara-追い腹 | zelfmoord [seppuku] van een dienaar na de dood van zijn meester [heer] |
oie-お家 | de familie van de heer [meester] |
oiesōdō-お家騒動 | (Edo periode, bij feodale families) familievete; familietwist |
oigoe-追い肥 | aanvullende [tweede] bemesting (van gewassen) |
oikiri-追い切り | (bij paarden) een trainingsrace; testrit (om de conditie van het paard vast te stellen voor de echte race) |
oiru・shēru-オイル・シェール | olieschalie; oliehoudende leisteen |
oisutā-オイスター | oester |
ōjī-オージー | oud-studente; afgestudeerde vrouw; alumna |
ōjī-オージー | kantoormeisje; secretaresse |
ōjiru-応じる | accepteren; toestemmen; instemmen |
ōjo-王女 | prinses |
okadochigai-お門違い | naar het verkeerde adres [huis; gebouw] gaan; het bij het verkeerde eind hebben |
okaeshi-お返し | een geschenk teruggeven (na een ontvangen cadeau); een wederdienst |
okame-お亀 | soep met sobanoedels (en vis, groenten, paddestoelen, etc.) |
okamehachimoku-岡目八目 | het (gunstige) uitkijkpunt van omstanders; toeschouwers kunnen een wedstrijd beter overzien dan de spelers zelf |
okamezasa-阿亀笹 | bamboesoort Shibataea kumasasa |
okami-女将 | eigenares [bazin] van een Japans eethuis, theehuis, e.d. |
okami-御上 | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
okamisan-お上さん | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
ōkan-王冠 | kroonkurk; flessendop |
okashii-可笑しい | niet netjes; niet gepast; ongeschikt |
okata-御方 | (respectvol) die persoon; heer; dame |
okayaki-岡焼き | jaloezie (met name t.o.v. een ander liefdespaar) |
okera-朮 | Atractylodes japonica (een vaste plant uit de familie Asteraceae) |
ōkesutora-オーケストラ | orkest |
oketsu-悪血 | onzuiver [besmet] bloed |
okiba-置き場 | (volkstaal) lommerd; pandjeshuis; bank van lening |
okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
okimono-置物 | iets dat aan kleding wordt bevestigd ter versiering |
okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
okuba-奥歯 | achterste kies; molaar; ware kies |
okugaki-奥書 | getuigschrift van meesterschap (m.n. bij traditionele kunstscholing e.d.) |
okugaki-奥書 | naschrift; slottekst als bevestiging van de hoofdtekst |
okumaru-奥まる | bescheiden [verlegen] zijn |
okura-オクラ | okra (plant: Abelmoschus esculentus) |
okurimono-贈り物 | cadeau; presentje |
okusetsu-憶説 | hypothese; veronderstelling; speculatie; aanname |
okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
okyō-御経 | sutra; boeddhistische geschrift |
omamori-お守り | (beschermende) amulet; talisman |
omamori-御守り | een (beschermende) talisman [amulet] |
omatsuri-御祭り | (Japans) festival; feest |
omatsurisawagi-御祭り騒ぎ | feestvreugde; onstuimige vrolijkheid; knalfeest |
omeome(to)-おめおめ(と) | schaamteloos; onbeschaamd |
ometsukeyaku-お目付役 | (beleefd) waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
omiyage-御土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; geschenk; cadeau; presentje |
omochikaeri-お持ち帰り | (slang voor) een onenightstand (liefdesverhouding voor één nacht) |
omohayui-面映ゆい | verlegen; beschaamd |
omoi-重い | moe; somber; depressief; zwaar op de hand |
omoiamaru-思い余る | niet meer weten wat te doen; besluiteloos zijn; iets niet meer kunnen volhouden |
omoiataru-思い当たる | zich (plotseling) herinneren; in je opkomen; te binnen schieten; beseffen; zich voor de geest halen |
omoiitaru-思い至る | zich beseffen; tot de conclusie komen |
omoimono-思い者 | geliefde; minnares; bijvrouw |
omoitatsu-思い立つ | bedenken; van plan zijn; besluiten; beslissen; een besluit [beslissing] nemen |
omoiukaberu-思い浮かべる | herinneren; doen denken aan; voor de geest roepen |
ōmonkin-横紋筋 | dwarsgestreept spierweefsel; skeletspierweefsel (textus muscularis striatus) |
omoshi-重し | zwaar voorwerp; presse-papier |
omoshiroi-面白い | leuk; interessant; aardig |
omotase-お持たせ | een klein geschenk dat een gastheer [gastvrouw] aan een gast geeft om mee naar huis te nemen |
omotesenke-表千家 | Omotesenke, theeceremonie-school |
on-オン | aan; ingeschakeld; in werking |
ōnā-オーナー | eigenaar; eigenares; bezitter |
oneji-雄螺子 | schroefbout (bout met schroefdraad waarop een moer geschroefd kan worden) |
ongakusenmonten-音楽専門店 | (gespecialiseerde) muziekwinkel |
ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
oni-鬼 | duivel; boze geest; monster |
oni-鬼 | geest van een overledene |
oni-鬼 | aardse geest [god] (i.t.t hemelse god) |
oniyarai-鬼遣らい | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
onkochishin-温故知新 | lessen trekken uit het verleden; nieuwe ideeën krijgen door de geschiedenis te bestuderen |
onna-女 | vrouw; vrouw des huizes; vriendin; maîtresse |
onnarashii-女らしい | vrouwelijk; damesachtig |
onrimitto-オンリミット | toegankelijk [toegestaan] voor bepaalde personen |
onshō-温床 | broeinest (lett. en fig.) |
on・rain・riaru・taimu・shisutemu-オン・ライン・リアル・タイム・システム | OLRT, een software systeem met gecombineerde reactie- en uitvoertijd van een taak die korter is dan de maximale toegestane tijd |
on・za・rokku-オン・ザ・ロック | met ijs(klontjes) (Eng.: on the rocks) |
on・za・rokku-オン・ザ・ロック | (sterke) drank met ijsblokjes |
ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
ooatari-大当たり | de grote prijs winnen; veel succes hebben; een klapper maken; een grote hit scoren |
oobanburumai-大盤振る舞い | een uitbundig feest; een overvloedig banket |
oogara-大柄 | zwaar postuur; grote gestalte |
oogiri-大切り | een groot stuk (b.v. vlees) |
ooguchichūmon-大口注文 | bulkbestelling; grote bestelling |
ooguchitorihiki-大口取引 | grootschalige transacties; handel in grote hoeveelheden |
ooguchitōshika-大口投資家 | grote [belangrijke] investeerder |
ooichiban-大一番 | belangrijke [beslissende] wedstrijd |
oomiya-大宮 | (respectvol woord voor) het keizerlijk paleis |
oomiya-大宮 | (respectvol woord voor) een tempel of schrijn |
oomune-概ね | over [in] het algemeen; grotendeels; meestal |
oomune-概ね | essentie; kern; hoofdgedachte |
oonata-大鉈 | groot hakmes |
oooku-大奥 | binnenruimte in (Edo-)kasteel waar vrouw en concubines van de Shogun verbleven |
oosoto-大外 | (bij paardenraces) de buitenkant [buitenbocht] van het parcours |
ootono-大殿 | paleis; residentie |
ootori-大鳥 | peng, een grote vogel uit de Chinese mythologie |
opekku-オペック | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organisation of Petroleum Exporting Countries, OPEC) |
operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
operētingu・shisutemu-オペレーティング・システム | besturingssysteem |
ōpun・akaunto-オープン・アカウント | open rekening (waarbij transacties pas achteraf en periodiek worden verrekend) |
ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
ōpun・māketto・operēshon-オープン・マーケット・オペレーション | openmarkttransacties; openmarktactiviteiten |
ōrai-往来 | correspondentie; briefwisseling |
orientēringu-オリエンテーリング | oriëntatiesport; oriëntatielopen |
origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
orikara-折柄 | (precies) op dat moment; toen; op dat punt |
orikasanaru-折り重なる | op elkaar liggen; op een hoop liggen; opgestapeld zijn |
oriru-下りる | krijgen (toestemming; vergunning, pensioen, etc.) |
orooro-おろおろ | geschokt; verbijsterd; onzeker; verward |
oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
ōru-オール | lees; allen; allemaal |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oudje; beste meid |
ōru・in・wan-オール・イン・ワン | alles-in-één (geïntegreerd) |
ōru・in・wan-オール・イン・ワン | bodysuit (damesondergoed dat uit 1 stuk bestaat, zoals korset) |
ōru・oa・nasshingu-オール・オア・ナッシング | alles-of-niets |
ōru・wēbu・reshībā-オール・ウェーブ・レシーバー | ontvanger die alle golflengtes kan ontvangen |
ōru・wezā-オール・ウエザー | (geschikt voor) alle weersomstandigheden |
ōru・wezā-オール・ウエザー | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
ōru・wezā・torakku-オール・ウエザー・トラック | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
osa-長 | de beste |
osagari-お下がり | (etens)restjes; kliekjes (aangeboden aan bezoekers, klanten, e.d.) |
osameru-治める | regeren; heersen; besturen |
oshieru-教える | onderwijzen; leren; lesgeven |
oshikakeru-押しかける | (van mensen) te hoop lopen; toestromen; met z'n allen tegelijk naar binnen gaan |
oshikomibashi-押し込み箸 | eetstokjes die worden gebruikt om eten in de mond te duwen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
oshite-押し手 | de linkerhand bij het bespelen van snaarinstrumenten zoals luit, citer, e.d. |
oshiuri-押し売り | agressieve verkoop (methoden) |
oshiuri-押し売り | agressieve verkoper |
oshiyoseru-押し寄せる | voortbewegen; oprukken; toestromen |
oshō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Zen boeddhisme) |
oshō-和尚 | (groot)meester in Japanse krijgskunsten |
ōshū-押収 | confiscatie; (gerechtelijke) inbeslagneming; beslaglegging |
ōshūgikai-欧州議会 | Europees Parlement |
ōshūiinkai-欧州委員会 | Europese Commissie |
ōshūkeizaikyōdōtai-欧州経済共同体 | Europese Economische Gemeenschap |
ōshūkyōdōtai-欧州共同体 | Europese Gemeenschap |
ōshūrengō-欧州連合 | Europese Unie |
ōshūrijikai-欧州理事会 | Europese Raad |
ōshūsuru-押収する | confisqueren; in beslag nemen; beslag leggen (op) |
ōshūtokkyochō-欧州特許庁 | het Europese Octrooibureau (EPO) |
ōshūtsūkaseido-欧州通貨制度 | Europees Monetair Stelsel |
ōso-応訴 | tegenaanklacht; wederbeschuldiging (van een aangeklaagde tegen de aanklager) |
oso-悪阻 | Zwangerschapsmisselijkheid (Hyperemesis gravidarum) |
ōsō-押送 | escorte (gewapende begeleiding); overplaatsing (v.e. gevangene) |
oson-汚損 | een vieze vlek; beschadiging; besmeuring |
osore-恐れ | angst; vrees |
osoroshii-恐ろしい | vreselijk; verbijsterend; afschuwelijk; ontstellend; schrikwekkend |
osorubeki-恐るべき | vreselijk; verschrikkelijk; afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend |
osozakura-遅桜 | late bloei [nabloei] van de kersenbloesems |
osumitsuki-御墨付き | certificaat, toestemming, document met handtekening |
otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
otedama-お手玉 | kinderspelletje met (stoffen) zakjes met bonen |
otemori-お手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
otogame-御咎 | bestraffing; uitbrander; standje; schrobbering |
otogibanashi-御伽話 | sprookjesverhaal; sprookje |
ōtomachikku・kontorōru-オートマチック・コントロール | automatische bediening [besturing] |
otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
oyaji-親父 | huisbaas; baas; eigenaar (van winkel, restaurant, e.d.) |
oyakodenwa-親子電話 | extra telefoontoestel (op dezelfde lijn) |
oyakodonburi-親子丼 | een kom rijst geserveerd met een soort dikke soep van kip, ei, ui en paddenstoelen erover |
oyakōkō-親孝行 | respect voor [toewijding aan] je ouders |
oyama-女形 | meisjespop |
oyashirazu-親知らず | verstandskies |
ozashiki-御座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
ozuozu-怖ず怖ず | verlegen; bedeesd; angstig; aarzelend |
ō・bī-オー・ビー | alumnus; afgestudeerde; reünist; senioren lid |
ō・esu-オー・エス | besturingssysteem |
ō・ichigonana-オー・いちごなな | Escherichia coli (bacterie) |
ō・ī・shī・dī-オー・イー・シー・ディー | (Organization for Economic Cooperation and Development) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) |
pachinko-ぱちんこ | pachinko (een soort Japanse gokautomaat, waar een groot aantal kleine balletjes ingeworpen worden) |
paddo-パッド | beschermlaag; stootkussen |
pafe-パフェ | parfait (ijsdessert) |
pāforēshon-パーフォレーション | perforatie; doorboring; het maken van gaatjes |
paichūkanshi-パイ中間子 | (natuurkunde) elementair deeltje pimeson |
paiku-パイク | snoek (een vis, Esox Lucius) |
pairekkusu・garasu-パイレックス・ガラス | pyrex glas (merknaam voor hittebestendig glas) |
pajama・kōru-パジャマ・コール | nachtelijk telefoontje; een telefoongesprek 's avonds laat |
pakuru-ぱくる | (politieterm) arresteren |
pan-パン | brood (van het Portugese woord: pão) |
panoramabōenkyō-パノラマ望遠鏡 | panorama telescoop |
parasoru-パラソル | parasol; zonnescherm |
paresuchina-パレスチナ | Palestina |
paresuchinakaihōkikō-パレスチナ解放機構 | Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) |
parettonaifu-パレットナイフ | paletmes |
parunashian-パルナシアン | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
pāsā-パーサー | administrateur [opperhofmeester] (op een passagierschip) |
pasu・bōru-パス・ボール | een doorgeschoten bal (honkbalterm voor een catcher die de bal mist) |
pātī-パーティー | party; feest(je) |
patisurī-パティスリー | patisserie (gebakjes) |
pātonā-パートナー | (sport, spel, dans, e.d.) partner; medespeler |
paurisuta-パウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
pechanko-ぺちゃんこ | (onomatopee) plat geslagen [gedrukt; geperst] |
pedanchikku-ペダンチック | pedant; betweterig; schoolmeesterachtig |
peintingunaifu-ペインティングナイフ | verfmes |
penarutī・gōru-ペナルティー・ゴール | (bij rugby) een succesvolle strafschop (levert 3 punten op) |
penfurendo-ペンフレンド | penvriend; penvriendin; correspondentievriend(in) |
penisu-ペニス | penis; lid; mannelijk geslachtsdeel |
penparu-ペンパル | penvriend; penvriendin; correspondentievriend(in) |
pēpā-ペーパー | (westers) papier |
pēpā・puran-ペーパー・プラン | een plan dat alleen maar op papier bestaat, en waarvan de haalbaarheid of uitvoerbaarheid klein is |
perapera-ぺらぺら | (onomatopee) vloeiend (een taal spreken); veel [snel] pratend; welbespraakt |
peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
peseta-ペセタ | peseta (vroegere Spaanse munteenheid) |
peshimisuto-ペシミスト | pessimist |
peshimizumu-ペシミズム | pessimisme |
peso-ペソ | peso (munteenheid, tegenwoordig van diverse Zuid-Amerikaanse landen en de Filipijnen) |
pessarī-ペッサリー | pessarium |
pesuto-ペスト | pest (ziekte) |
pesuto-ペスト | pesto (Italiaanse saus met basilicum) |
petto-ペット | polyethyleentereftalaat; polyetheentereftalaat (een thermoplastische polyester) |
pettobotoru-ペットボトル | petfles |
pettorosu-ペットロス | (het verdriet om) het verlies van een huisdier |
piero-ピエロ | clown; pierrot (trieste clown, met witgeschminkt gezicht) |
pieta-ピエタ | piëta (een voorstelling van Maria met het lichaam van de gestorven Jezus op haar schoot) |
pikata-ピカタ | een Italiaans gerecht van plakjes kalfsvlees of kip (in een saus met citroensap, boter en kappertjes) |
pikkuappu-ピックアップ | kleine vrachtauto [bestelauto] |
pikotto-ピコット | picot (gekartelde band of gehandwerkte boogjes als versiering) |
pin-ピン | eerste; beste |
pinpointo-ピンポイント | (militair) precies omgeschreven doel |
piriodo-ピリオド | punt (leesteken) |
piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
piroshiki-ピロシキ | pirozhki (Russische gefrituurde broodjes) |
pītan-ピータン | duizendjarig ei (Chinese delicatesse) |
pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
pitto-ピット | orkestbak |
pittseria-ピッツェリア | pizzeria (restaurant waar voornamelijk pizza's worden geserveerd) |
pī・dī・efu-ピー・ディー・エフ | (portable document format) bestandsformaat voor elektronische documenten |
pī・esu-ピー・エス | (Pferdestärke) paardenkracht |
pī・esu・konkurīto-ピー・エス・コンクリート | (prestressed concrete) voorgespannen beton |
pī・kē-ピー・ケー | psychokinese |
pī・kēsen-ピー・ケー戦 | (penalty kick shoot-out) strafschoppenserie om een wedstrijd te beslissen |
pī・kē・efu-ピー・ケー・エフ | (peacekeeping force) vredesmacht |
pī・kē・ō-ピー・ケー・オー | (peacekeeping operations) vredesoperaties; vredesmissies |
pī・ō・esushisutemu-POSシステム | (point of sale system) computergestuurd kasregister |
pī・pī・emu-ピー・ピー・エム | (parts per million) deeltjes per miljoen (eenheid die een miljoenste aanduidt) |
pī・shīkādo-ピー・シーカード | insteekkaart (uitbreidingskaart bestemd voor notebooks; oude computer term) |
pī・tī・esu・dī-ピー・ティー・エス・ディー | (post-traumatic stress disorder) posttraumatische stressstoornis |
pōku-ポーク | varkensvlees |
pomeranian-ポメラニアン | pomeriaan; dwergkeeshond (hondenras, oorspronkelijk afkomstig uit Pommeren) |
poriesuteru-ポリエステル | polyester |
porineshia-ポリネシア | Polynesië |
pōtā-ポーター | drager bij bergbeklimmingen [bergexpedities] |
pōtā-ポーター | valet (iemand belast met het parkeren en ophalen van auto's van gasten van restaurants, hotels, vliegvelden, etc.) |
potto-ポット | thermosfles |
puraibashī-プライバシー | privacy; privésfeer; persoonlijke levenssfeer |
puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
puraibēto・ofāringu-プライベート・オファーリング | privé [onderhands] aanbod, een investering aangeboden aan een kleine groep investeerders |
puraimu・rēto-プライム・レート | meest preferentiële rentetarief |
puramu-プラム | (Westerse) pruim |
purattohōmu-プラットホーム | (computer) besturingssysteem |
purēgaido-プレーガイド | ticketbureau; plaatsbesprekingsbureau; kaartverkoper |
purejidento-プレジデント | president; voorzitter |
purēofu-プレーオフ | beslissingswedstrijd |
purērī-プレーリー | prairie; graswoestijn; grasvlakte |
puresutīji・pēpā-プレスティージ・ペーパー | Prestige papier |
puresuto-プレスト | presto (muziekterm); snel |
puresutoresuto・konkurīto-プレストレスト・コンクリート | voorgespannen beton |
puresu・rūmu-プレス・ルーム | perszaal; zaal waar persconferenties worden gehouden |
purezentēshon-プレゼンテーション | presentatie; voordracht |
purezento-プレゼント | geschenk; gift; cadeau |
purima・donna-プリマ・ドンナ | prima donna, eerste zangeres aan een opera |
purinsesu-プリンセス | prinses |
puro-プロ | prof; professional; beroepsspeler |
purofessā-プロフェッサー | professor |
purofesshonaru-プロフェッショナル | prof; professional; beroepsspeler |
purogesuteron-プロゲステロン | progesteron (hormoon) |
puroguresshibu・rokku-プログレッシブ・ロック | progressieve rock (soort rockmuziek) |
puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
puroresu-プロレス | professioneel worstelen; showworstelen |
purosessā-プロセッサー | processor; centrale verwerkingseenheid, CVE (computer) |
purosesu-プロセス | proces; ontwikkeling; voortgang |
purotekutā-プロテクター | beschermer |
purotesutanto-プロテスタント | protestant(s) |
purotesutanto-プロテスタント | een protestant (m); protestante (v) |
purotesuto-プロテスト | protest |
purotesuto・songu-プロテスト・ソング | protestsong; protestlied |
pūrunetsu-プール熱 | faryngo-conjunctieve koorts (lett. zwembadkoorts, vanwege vaak voorkomen van besmetting via zwembaden) |
pusshuhon-プッシュホン | druktoestel (telefoon) |
ra-等 | ...en anderen; ...en de rest (van de groep) |
raba-ラバ | lava (vulkanisch gesteente) |
rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
rabu・retā-ラブ・レター | (Eng.: love letter) liefdesbrief |
rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
rabu・shīn-ラブ・シーン | (Eng.: love scene) liefdesscène |
rabu・sutōrī-ラブ・ストーリー | (Eng.: love story) liefdesverhaal; liefdesgeschiedenis |
raifu・jaketto-ライフ・ジャケット | reddingsvest |
raijōsha-来場者 | bezoekers; toeschouwers |
raiō-来王 | (arch.) bezoek van een koning van een ander volk aan het Chinese keizerlijk hof |
raiten-来店 | het komen naar [bezoeken van] een winkel [restaurant] |
raitoban-ライトバン | lichte bestelwagen; bestelauto; bestelbusje |
rakka-落花 | vallende [gevallen] bloesems [bloemblaadjes] |
rakkyō-辣韮 | (Chinese) lente-ui [bosui] (Allium chinense) |
raku-絡 | (in kanji combinaties) verbinding; verband; verstrengelen; bij elkaar blijven; aansluiten |
rakuchū-洛中 | in de hoofdstad (meestal wordt hiermee Kyoto bedoeld) |
rakugai-洛外 | buiten de hoofdstad (meestal wordt hiermee Kyoto bedoeld) |
rakusatsu-落札 | succesvol bod; winnend bod |
rakusei-洛西 | ten westen van de hoofdstad (Kyoto); de westelijke wijken van Kyoto |
rakuseki-落石 | vallend gesteente; steenval |
rakusen-落選 | (bij verkiezingen) verlies; verslagen zijn [worden] |
rakusensuru-落選する | (verkiezingen) verliezen; geslagen worden |
rakushoku-落飾 | tonsuur (van een monnik e.d.); geschoren kruin; kruinschering |
rakuyō-洛陽 | Luoyang, een stad in de Chinese provincie Henan (voormalige hoofdstad van China, wordt beschouwd als bakermat van de Chinese cultuur) |
rakuyōju-落葉樹 | een bladverliezende boom; boom die zijn blad verliest in de herfst |
rama-ラマ | lama (priester) |
rāmen-ラーメン (拉麺) | ramen (Chinese stijl noedels en noedelsoep) |
ramu-ラム | lam; lamsvlees; lamswol |
ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
ran-濫 | (in kanji combinaties) overvloed; overstroming; overdaad; verspreiding |
ran-爛 | (in kanji combinaties) rotten; ontsteken; etteren; glinsteren; fonkelen |
ran-藍 | indigo, donkerblauwe kleur (verkregen uit de Chinese indigo plant, Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
ranbōmono-乱暴者 | een gewelddadig iemand; schurk; agressieveling; ruige kerel |
ranbu-乱舞 | een wilde [woeste; onstuimige] dans |
randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
rangaku-蘭学 | (lett. Nederlandse studies) de studie van westerse technologie en geneeskunde via de Nederlandse taal (Edo periode) |
rangiku-乱菊 | patroon van chrysanten met ongeordende bloemblaadjes (m.n. op familiewapens) |
rangiri-乱切り | (groenten, e.d.) in stukjes snijden |
rangoku-乱国 | een land in chaos [wanorde; wetteloze toestand] |
rankaku-濫獲 | excessief [teveel] jagen [vissen]; overbevissing; overbejaging |
rannāzu・hai-ランナーズ・ハイ | runner's high ( een toestand tijdens het hardlopen waarbij ademhaling en snelheid voor het gevoel perfect op elkaar zijn afgestemd) |
ranpon-藍本 | oorspronkelijk geschrift |
ranpu-ランプ | achterdeel (dieren); lende (vlees, b.v. biefstuk) |
ransetto-ランセット | lancet; chirurgisch mes |
ranshi-乱視 | astigmatisme (onscherp netvliesbeeld) |
ransōhorumon-卵巣ホルモン | oestradiol; eierstokhormoon |
raochū-ラオチュー | Chinese rijstwijn Shaoxing |
rappanomi-喇叭飲み | het rechtstreeks uit een fles drinken |
rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
rashii-らしい | -achtig; zoals ...; lijkend op; typisch voor ...; geschikt voor ... |
ratekase-ラテカセ | ratecase is een samengesteld woord voor een audioapparaat dat de drie functies van radio, televisie en cassettedeck combineert |
rea-レア | (van vlees) halfrauw; kort gebakken; saignant |
refuto-レフト | (politiek) links; progressief |
rei-礼 | beleefdheid; etiquette; respect; fatsoen |
rei-隷 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
reihai-零敗 | (sport) ongeslagen zijn |
reihitsu-麗筆 | mooie bewoording [beschrijving] |
reijū-霊獣 | heilig dier [beest] |
reika-隷下 | volgeling; ondergeschikte; aanhanger |
reika-零下 | onder nul; onder het vriespunt |
reikai-霊界 | geestenwereld; geestenrijk |
reiki-例規 | vastgestelde regel; conventie; statuut; precedentregel |
reiniku-霊肉 | lichaam en ziel [geest] |
rein・shūzu-レイン・シューズ | regenschoenen; waterbestendig schoeisel; regenlaarzen |
reishi-霊芝 | gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum) |
reishi-麗姿 | mooi [prachtig] figuur; mooie gestalte |
reisho-隷書 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
reiteki-霊的 | spiritueel; geestelijk; immaterieel |
reiten-零点 | cijfer 0; nul; nulpunt; vriespunt |
reitōko-冷凍庫 | vriezer; vrieskist; vrieskast |
reitōshokuhin-冷凍食品 | ingevroren voedsel; diepvriesproducten; diepvriesmaaltijd |
reizoku-隷属 | ondergeschiktheid; dienstbaarheid; slavernij |
rejidensu-レジデンス | (Eng.: residence) residentie; woning; verblijfplaats; woonplaats |
rejime-レジメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
rejisutansu-レジスタンス | (Frans: résistance) weerstand; verzet |
rejume-レジュメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
reki-暦 | (in kanji combinaties) kalender; almanak |
reki-歴 | (in kanji combinaties) historisch (overzicht); chronologisch |
reki-礫 | (in kanji combinaties) kleine steen |
reki-轢 | (in kanji combinaties) overreden zijn |
rekidai-歴代 | opeenvolgende generaties; van vroeger tot nu; |
rekidan-轢断 | in tweeën [doormidden] gesneden zijn (door overrijden van b.v. een trein) |
rekishi-歴史 | geschiedenis |
rekishigaku-歴史学 | de studie van geschiedenis |
rekishika-歴史家 | historicus; geschiedkundige |
rekishimonogatari-歴史物語 | een historisch verhaal; geschiedverhaal |
rekishisho-歴史書 | geschiedenisboek |
rekishiteki-歴史的 | historisch; geschiedkundig |
rekishitetsugaku-歴史哲学 | geschiedenisfilosofie |
rekisū-暦数 | levenslot; lotsbestemming |
rekkitoshita-歴とした | gerespecteerd; respectabel |
rekuriēshon-レクリエーション | recreatie; vrijetijdsbesteding |
ren-憐 | (in kanji combinaties) medelijden; compassie |
ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
renge-蓮華 | een Chinese porseleinen lepel |
rengyō-連翹 | hangend Chinees klokje (Forsythia suspense) |
renji-レンジ | fornuis; kooktoestel; oven |
renjō-蓮声 | doorlopende klank (in het japans en Chinees) |
renka-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
renko-連呼 | herhaaldelijk geroep [geschreeuw] |
renkyū-連休 | opeenvolgende vakanties [feestdagen] |
renpō-連邦 | unie; (con)federatie; gemenebest; statenbond |
renpōjunbiginkō-連邦準備銀行 | (Amerikaanse) Federal Reserve Bank (afk. FRB) |
renpōsōsakyoku-連邦捜査局 | federale veiligheidsdienst (FBI, Federal Bureau of Investigation) |
rentaiishiki-連帯意識 | solidariteitsgevoel; solidariteitsbesef |
reppai-劣敗 | het verlies [verslagen worden] van een zwakkere (door een sterkere) |
resoto-レソト | Lesotho |
ressei-列世 | opvolgende generaties; generaties lang |
ressei-劣性 | regressiviteit |
ressun-レッスン | les |
resu-レス | respons; antwoord; reactie |
resubian-レスビアン | lesbisch |
resuponsu-レスポンス | respons; antwoord; reactie |
resutoa-レストア | restauratie; reconstructie |
resutoran-レストラン | restaurant |
resutoran・shiatā-レストラン・シアター | theaterrestaurant; een restaurant met een show [optreden] tijdens het diner |
reten-レ点 | teken dat aangeeft dat de volgorde van karakters moet worden omgekeerd (bij het lezen van Chinese of klassiek Japanse teksten) |
retsu-劣 | (in kanji-combinaties) inferieur; lager; sub- |
retsui-劣位 | inferioriteit; ondergeschiktheid; ondergeschikte positie |
retsuza-列座 | aanwezigheid; presentie |
rezā-レザー | scheermes |
rezā・katto-レザー・カット | haarstijl, waarbij het haar niet met een schaar maar met een scheermes wordt geknipt |
rēzā・mesu-レーザー・メス | laser mes; laser scalpel (gebruikt in chirurgie) |
rēzon・dētoru-レーゾン・デートル | bestaansreden; bestaansgrond; bestaansrecht; reden van bestaan (Fr. raison d'être) |
rībe-リーベ | (naar het Duits: Liebe) liefde; geliefde; minnaar [minnares] |
riben-利便 | gemak; geschiktheid; bruikbaarheid |
ribu・rōsu-リブ・ロース | vlees (rib-eye) aan een bot (Eng.: rib roast) |
ribyō-罹病 | besmetting; het oplopen (van een ziekte) |
rīdā-リーダー | leestoestel; leesapparaat |
riekijunbikin-利益準備金 | kapitaalreserve (fonds) |
riekishakai-利益社会 | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
rigai-利害 | voordeel en nadeel; winst en verlies |
riji-理事 | directeur; bestuurder; bewindvoerder; beheerder |
rijichō-理事長 | voorzitter van de raad van bestuur |
rijikai-理事会 | raad van bestuur; directie |
rikken-立件 | rechtszaak; rechtsgeding; proces; gerechtelijke vervolging |
rikkenseitai-立憲政体 | constitutionele regering; constitutioneel staatsbestel |
rikufū-陸封 | het fenomeen dat zoutwatervissen door topografische veranderingen opgesloten worden in geheel door land omgeven water, en in zoet water verder leven |
rikusho-六書 | de zes categorieën van de samenstelling en het gebruik van Chinese karakters [kanji] |
rikusho-六書 | de zes historische schrijfstijlen van Chinese karakters [kanji] |
rikutai-六体 | de zes historische schrijfstijlen van Chinese karakters [kanji] |
rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
rikyū-離宮 | keizerlijk paleis; keizerlijke residentie |
rimawari-利回り | rendement (op een bestaand investeringsbedrag) |
rin-林 | (in kanji combinaties) bos; woud |
rin-林 | (in kanji combinaties) verzameling van gelijksoortige dingen of mensen |
rinakkusu-リナックス | Linux, computer besturingssysteem |
rinbyō-淋病 | gonorroe (geslachtsziekte) |
rindoku-淋毒 | gonorroea; gonorroe (geslachtsziekte) |
ringi-稟議 | besluitvorming via circulerende memo's binnen een bedrijf (i.p.v. vergaderen) |
ringisho-稟議書 | een voorstel dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de betrokken bestuurders |
rinkaku-輪郭 | contour(en); gestalte; silhouet; profiel; omtrek; uiterlijk |
rinkangakkō-林間学校 | school [lessen] in de open lucht; schoolkamp |
rinseki-臨席 | aanwezigheid; bijwoning; presentie |
rinsu-リンス | (haar) conditioner; crèmespoeling |
rinto-凛と | plechtig; statig; gereserveerd |
rinto-凛と | (geluid) resonerend; weerklinkend; helder |
rinyō-利尿 | diurese; urineafscheiding |
rippōtai-立方体 | kubus; regelmatig veelvlak [zesvlak] |
rireki-履歴 | iemands voorgeschiedenis [achtergrond; verleden; carrière] |
rireki-履歴 | (computer) geschiedenis; logboek |
rireki-履歴 | (natuurkunde) hysteresis |
rishi-利子 | rente (op leningen; obligaties, etc.) |
ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
rizayakasegi-利鞘稼ぎ | speculatie; het speculeren (met winstmarges) |
rizōto-リゾート | (luxueus) vakantieverblijf; resort |
rō-狼 | (in kanji combinaties) wolf; genadeloos; wreed; gemeen |
rō-郎 | (gebruikt in kanji-combinaties) man; jongen; dienaar |
rōdōkankeichōseihō-労働関係調整法 | wet voor Arbeidsverhouding en Geschillen |
rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
rōgan-老眼 | presbyopie; verziendheid op oudere leeftijd |
rōgankyō-老眼鏡 | leesbril; bril om ouderdomsverziendheid te corrigeren |
rogu-ログ | log (toestel om de snelheid van een schip te bepalen) |
rōho-老舗 | winkelonderneming met een lange geschiedenis, die van generatie op generatie wordt voortgezet |
rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
rōjō-籠城 | opsluiting [opgesloten zitten] in huis; binnenshuis blijven |
rojō-路上 | op weg (naar een bestemming, levensdoel, e.d.) |
rokehan-ロケハン | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
rokēshon・hantingu-ロケーション・ハンティング | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
roku-六 | (het cijfer) 6; zes |
roku-禄 | geschenk [geluk] uit de hemel |
rokudan-六段 | zesde graad; zesde dan (judo, karate, etc.) |
rokudōrinne-六道輪廻 | eindeloze transmigratie van de ziel door zes werelden [bestaansniveaus] (Boeddhistisch filosofie); cyclus van wedergeboorte; zielsverhuizing |
rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
rokumentai-六面体 | (regelmatig) zesvlak; hexaëder |
rokushaku-六尺 | zes voet (ca. 1,8 meter) |
rōkyoku-浪曲 | ) andere naam voor naniwabushi) verhalende liedjes uit de Edo periode |
rōmaji-ローマ字 | romaji (Japans geschreven in Latijns schrift) |
romen-路面 | wegdek; bestrating; plaveisel |
rōnin-浪人 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
ronjiru-論じる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
ronpa-論破 | bestrijding van een theorie, opvatting e.d.; het met tegenargumenten komen |
ronten-論点 | de kern van een argument [betoog]; het onderwerp van een gesprek [discussie] |
rōnyakunannyo-老若男女 | alle mensen ongeacht leeftijd of geslacht; mannen en vrouwen van alle leeftijden |
ronzuru-論ずる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
rōrenka-老練家 | een expert; meester; oudgediende; iem. die ervaren [door de wol geverfd] is |
rorikon-ロリコン | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
rōringu・sutōnzu-ローリング・ストーンズ | de Rolling Stones (muziekband) |
rorīta・konpurekkusu-ロリータ・コンプレックス | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
rōrō-朗朗 | resonantie; helder [duidelijk; sonoor] zijn |
rosen-路線 | route (voor autorit, treinrels, vliegbestemming e.d.) |
rōshi-浪士 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
rōshi-老師 | oude leermeester [priester] |
rōshi-老師 | oude Zen-priester |
rōsō-老僧 | oude monnik [priester] |
rōsō-老荘 | de eerste karakters van de twee namen van de Chinese filosofen (in the Taoïstische traditie) Lao Zi (老子) en Zhuang Zi (荘子) |
rosu-ロス | verlies; nadeel; schade |
rōsu-ロース | (Eng. roast) braadstuk; een stuk geroosterd vlees; (mager) vlees dat geschikt is om te roosteren [grillen] |
rōsuto-ロースト | braadstuk (vlees); brandsel (koffie) |
rosu・taimu-ロス・タイム | blessuretijd (sport) |
rōtaika-老大家 | ervaren [gerespecteerde] autoriteit (op een bepaald vakgebied) |
ruigigojiten-類義語辞典 | thesaurus; synoniemen woordenboek |
rūpu・tai-ループ・タイ | veterdas (stropdas van dun koord, aan de voorkant vastgemaakt met een siergesp) |
rusanchiman-ルサンチマン | ressentiment; wrok; rancune |
rutsubo-坩堝 | smeltkroes |
ryakki-略記 | samenvatting; korte beschrijving [schets] |
ryakufu-略譜 | (muziek) verkorte vorm van een partituur (meestal numeriek) |
ryakuji-略字 | een vereenvoudigde [verkorte] vorm van een Chinees karakter (kanji) |
ryakureki-略歴 | kort profieloverzicht; korte (beschrijving van de) persoonlijke geschiedenis (van iemand) |
ryakushi-略史 | korte geschiedenis; (kort) historisch overzicht |
ryōchō-寮長 | conciërge; huismeester; slaapzaal opzichter [wacht] |
ryōfū-涼風 | koele [verfrissende] wind [bries] |
ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
ryōke-両家 | beide families; beide huizen |
ryokuhi-緑肥 | groenbemesting; groene mest |
ryōrikyōshitsu-料理教室 | kookles; kookschool (voor amateurs) |
ryōseibai-両成敗 | beide partijen als schuldig aangewezen en gestraft |
ryōshō-了承 | erkenning; begrip; besef |
ryōtei-料亭 | traditioneel Japans restaurant |
ryōyū-両雄 | twee bijzondere personen; twee helden [grootheden; meesters] |
ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
ryūchijō-留置場 | detentie cel; arrestantenlokaal; arrestantenkamer (in o.a. politie bureaus) |
ryūha-流派 | individueel opgerichte scholen in Japanse tradities in b.v. kunst, filosofie, religie, budō, e.d. |
ryūho-留保 | reserve; voorbehoud; bedenking |
ryūjo-柳絮 | wilgenpluis(jes) |
ryūnyū-流入 | toevloed; instroom; toestroom |
ryūō-竜王 | (boeddh.) drakenkoning (de beschermer van de boeddhistische leer) |
ryūsanmaguneshiumu-硫酸マグネシウム | magnesiumsulfaat |
ryūsenkei-流線形 | aerodynamische [gestroomlijnde] vorm |
ryūshitsu-流失 | weggespoeld [meegesleurd] worden |
ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
ryūtsūkikō-流通機構 | distributiesysteem (van producten naar consumenten) |
sa-鎖 | (in kanji combinaties) ketting; slot; vergrendeling; sluiting |
sabagumo-鯖雲 | cirrocumulus; schapenwolk(jes) |
sabaibaru-サバイバル | overleven; voortbestaan |
sabaku-捌く | (vlees, vis, etc.) fileren; in stukken snijden |
sabaku-砂漠 | woestijn |
sabakuka-砂漠化 | woestijnvorming |
sābanto-サーバント | bediende; dienaar; dienares |
sabi-錆 | roest |
sabiru-錆びる | roesten; verroesten |
sabiru-錆びる | vastroesten qua geestelijke en [of] lichamelijke bekwaamheden |
sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
sābisu・eria-サービス・エリア | wegrestauratie (met tankstation) |
sabitsuku-錆びつく | verroesten; roestig worden; aangetast worden door de roest |
sabu-サブ | plaatsvervanger; invaller; reserve; sub- |
sabu-左武 | respect [waardering] voor vechtsporten |
sadame-定め | oordeel; vonnis; uitspraak; beslissing |
sadame-定め | lot; bestemming; beschikking; noodllot |
sadameru-定める | beslissen; besluiten; bepalen; vastleggen (datum, afspraak) |
sadameru-定める | tot rust laten komen; kalmeren; stabiliseren; gesetteld raken |
sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
sage-下げ | (afk. voor) (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
sageo-下げ緒 | (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
sagimai-鷺舞 | reigerdans (festivaldans met witte reigerkostuums) |
saguribashi-探り箸 | eetstokjes die men gebruikt om iets in een gerecht te zoeken (onjuist gebruik van eetstokjes) |
sai-宰 | rentmeester, feodaal heer; minister |
sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
sai-最 | (voorvoegsel) beste; meeste; maximum; belangrijkste |
saiban-裁判 | (gerechtelijk) proces; rechtszaak; terechtzitting |
saibanchō-裁判長 | voorzittende rechter; president van de rechtbank |
saibānēshon-サイバーネーション | geautomatiseerde besturing (procesbeheersing) |
saibanzata-裁判沙汰 | rechtszaak; (juridisch) proces; geding |
saibōbunkai-細胞分解 | putrefactie; celdesintegratie; ontbinding |
saidai-最大 | het grootste; meeste; maximum |
saidaitasū-最大多数 | grootste aantal mensen; de meeste mensen |
saidoauto-サイドアウト | (volleybal) serviceverlies |
saidobōdo-サイドボード | dressoir; buffet(kast) |
saido・rīdā-サイド・リーダー | aanvullend lesmateriaal (voor buitenlandse talen) |
saifon-サイフォン | sifon; hevelfles (voor spuitwater) |
saihate-最果て | de verste [meest afgelegen] (plek) |
saihitsu-細筆 | verfijnd handschrift; geschreven in klein handschrift |
saihitsu-細筆 | gedetailleerde beschrijving |
saihōjōdo-西方浄土 | (boeddh.) het westelijke pure land van Amitabha |
saihon-サイホン | sifon; hevelfles (voor spuitwater) |
saijitsu-祭日 | (nationale) feestdag; festivaldag |
saijō-最上 | de beste |
saijōkyū-最上級 | de beste (kwaliteit, e.d.); hoogste (cijfer, rang, e.d.) |
saikan-才幹 | vermogen; bekwaamheid; talent; geschiktheid |
saikeikoku-最恵国 | meest begunstigde natie (voor handel) |
saikeirei-最敬礼 | meest respectvolle [diepste] buiging |
saikentō-再検討 | herziening; herbeschouwing; nieuw onderzoek |
saikō-最高 | het hoogste; beste; maximum |
saikokineshisu-サイコキネシス | psychokinese |
saikuru・hitto-サイクル・ヒット | (hitting for the cycle) een cycle slaan (bij honkbal, het slaan van een honkslag, een dubbeslag, een driehonkslag en een homerun in één wedstrijd) |
sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
sairō-豺狼 | berghond en wolf (hebzuchtige en wrede beesten) |
sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
sairon-細論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
sairyō-最良 | de beste; perfecte |
sairyō-裁量 | (discretionaire) beslissingsbevoegdheid |
saisho-細書 | geschreven in klein handschrift |
saisho-細書 | gedetailleerde beschrijving |
saishokushahon-彩飾写本 | manuscript met illustraties of (hoofd)letters van bladgoud of bladzilver |
saitansai-歳旦祭 | nieuwjaarsfeest (een Shinto ritueel om het nieuwe jaar in te wijden, gevolgd door een sake (rijstwijn) ceremonie en mochi (gestampte rijst) ceremonie |
saitaru-最たる | (bnw) beste; eerste; belangrijkste |
saitei-裁定 | beslissing; uitspraak; arbitrage |
saiteki-最適 | uiterste geschiktheid; beste oplossing [voorwaarde] |
saiten-祭典 | festival; evenement |
saitō-彩陶 | plateel keramiek (beschilderd Chinees aardewerk) |
saiuyoku-最右翼 | dominant persoon; sterkste mededinger [deelnemer]; degene met de meeste kans (om te winnen) |
saiwai-幸い | succes; voorspoed |
saiyūshūsenshu-最優秀選手 | meest waardevolle speler |
sajesuchon-サジェスチョン | suggestie; hint; verwijzing; voorstel |
sajesuto-サジェスト | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; impliceren; aanraden |
sajutsu-詐術 | zwendel; bedrog; valsheid in geschrifte |
sakadokkuri-酒徳利 | sakefles |
sakaeru-栄える | voorspoed hebben; succes hebben; floreren |
sakamuke-逆剝け | (de plaats waar de huid langs de nagel in ingescheurd) nijnagel; dwangnagel; stroopnagel |
sakari-盛り | bloeitijd; bloeiperiode; beste tijd |
sake-酒 | sake; rijstwijn (meestal in de vorm お酒) |
sakekasu-酒粕 | wijnmoer; droesem van wijn |
sakekuse-酒癖 | gewoontes [gedrag] wanneer men dronken is |
saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
sakimonogai-先物買い | het kopen van futures [termijncontracten] |
sakimonoshijō-先物市場 | termijnmarkt; futuresmarkt |
sakimonotorihiki-先物取引 | (beursterm) handel in futures |
sakizaki-先先 | (plaats van) bestemming |
sakkā-サッカー | gestreept of geruit dun weefsel met een bobbelige structuur |
sakka-擦過 | schaafplek; geschaaf; geschuur; geschraap |
sakkin-殺菌 | sterilisatie; desinfectie |
sakoku-鎖国 | afsluiting van het land (duidt op de periode dat Japan zich had afgesloten van de rest van de wereld, met uitzondering van Nederland en China) |
sakubun-作文 | (het schrijven van) een opstel; essay; verhandeling |
sakuchū-作中 | iets dat [iemand die] wordt beschreven in een verhaal |
sakujo-削除 | doorhaling; wegstreping; geschrapt woord; geschrapte passage |
sakura-桜 | kersenboom; kersenbloesem |
sakurafubuki-桜吹雪 | kersebloesem die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
sakuragai-桜貝 | (kleine) roze zeeschelp (Nitidotellina nitidula) |
sakurei-作例 | praktisch voorbeeld voor het schrijven van poëzie, essays, etc. |
sakusei-作製 | fabricage; product; productieproces; makelij |
sakushisha-作詞者 | liedjesschrijver; tekstschrijver |
sakuzen-索然 | saaiheid; ongeïnteresseerdheid |
sameru-覚める | gedesillusioneerd worden [raken] |
san-山 | (in kanji combinaties) berg |
san-纂 | (in kanji combinaties) verzamelen; samenstellen |
san-蚕 | (in kanji combinaties) zijderups |
sanaeda-早苗田 | rijstveld met net ontkiemde rijstplantjes |
sanagara-宛ら | net [precies] als; even als |
sanbīmu-サンビーム | zonnestraal |
sanbonshōbu-三本勝負 | 3 game [best of three] wedstrijd; wedstrijd om drie punten |
sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
sangaku-参学 | bestudering van het boeddhisme (door zen-meditatie) |
sangedatsumon-三解脱門 | (lett. poort van de drie bevrijdingen) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken |
sangoju-珊瑚樹 | sneeuwbal (de heester Viburnum odoratissimum) |
sangyō-三業 | 3 soorten horeca gelegenheden (restaurants, geishahuizen en bordelen) |
sangyōritchi-産業立地 | geschikte locatie voor industrie; goed industriegebied |
sangyōyobigun-産業予備軍 | industrieel reserveleger (Marxistische term voor de grote groep werkelozen, die door kapitalisten gebruikt werden om werkenden onder druk te zetten) |
sanjigen-三次元 | drie dimensies |
sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
sanka-傘下 | onder de bescherming [hoede; paraplu; vleugels] van |
sanka-惨禍 | een verschrikkelijke [vreselijke] ramp [catastrofe] |
sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
sankōbunken-参考文献 | bibliografie; referenties |
sankuchuari-サンクチュアリ | natuurreservaat |
sanmai-三枚 | keukenmes voor het schoonmaken van (vooral) vis in drie lagen (top, midden (graten e.d.), en onder) |
sanmon-三門 | hoofdpoort in het hart van een boeddhistisch (Zen) tempelcomplex (meestal tussen de buitenpoort en de Hal van Boeddha) |
sanmon-三門 | (sangedatsumon) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken) |
sanpiryōron-賛否両論 | uiteenlopende [wisselende] meningen; zowel goede als slechte recensies] |
sanpu-散布 | verspreiding; verstrooiing; besprenkeling; besproeiing |
sanpuzu-散布図 | verspreidingskaart; verstrooiingsdiagram; besprenkelingsschema |
sansai-三才 | alles in het universum |
sansaku-散策 | gewandel; gekuier; geslenter |
sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
sansaro-三差路 | driesprong; drievoudige wegkruising; kruising van 3 wegen |
sansei-三聖 | de drie mensen die het beste zijn in hun vakgebied (b.v. kalligrafie) |
sanseiken-参政権 | kiesrecht; stemrewcht |
sansui-散水 | besproeiing [besprenkeling] met water |
sansūkentei-算数検定 | rekenvaardigheid test |
sansukumi-三竦み | trilemma (een keuze uit 3 opties) |
santoku-三徳 | een gebruiksvoorwerp dat drie functies in één heeft |
santōna-山東菜 | een soort Chinese kool (Brassicaceae-familie) |
sanze-三世 | drie generaties (vader, zoon, kleinzoon) |
sanze-三世 | (boedd.) 3 existenties: verleden, heden en toekomst |
sanzen-参禅 | beoefening van zen-meditatie (onder begeleiding van een zen-meester) |
sanzuru-参ずる | (bescheiden woord voor) gaan; komen; bezoeken |
san・shēdo-サン・シェード | zonnescherm |
sapparishita-さっぱりした | netjes; schoon; opgeruimd |
sappitsu-擦筆 | een doezelaar (puntig opgerold stuk papier of zeemleer, gebruikt om kleuren in te wrijven op papier of fresco) |
sarasa-サラサ | calico; beschilderd of bedrukt katoen |
sarau-復習う | herzien; opnieuw beoordelen [leren]; herhalen (van gestudeerde materialen) |
saritote-然りとて | desalniettemin; en toch |
sarome-サロメ | Salomé (in de Bijbel, de dochter van Herodias, Nieuwe Testament) |
saron-サロン | sarong (Indonesisch kledingstuk) |
sarumawashi-猿回し | een straatartiest die een aap allerlei kunstjes laat doen (vooral op Nieuwjaar) |
saryūto-サリュート | Saljoetprogramma (een serie Russische ruimtestations) |
sasadake-笹竹 | dwergbamboe; kleine bamboesoort |
sasagaki-笹掻き | gesneden reepjes; schaafsel; slijpsel |
sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
sasaori-笹折り | een doosje gemaakt van dungesneden hout |
sasara-簓 | een traditioneel Japans muziekinstrument, dat bestaat uit een bundel aan elkaar gebonden repen bamboe, die tegen een geribbelde staaf wordt gewreven |
sasayaka-細やか | pover; eenvoudig; bescheiden |
sashiashi-差し足 | het zachtjes op je tenen lopen |
sashiashi-差し足 | (bij paardenraces) de laatste spurt waarmee een paard de anderen inhaalt en net als eerste over de finish komt |
sashibashi-刺し箸 | eetstokjes gebruikt om in eten te prikken en het daarna in de mond te stoppen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
sashichigaeru-刺し違える | elkaar steken (met een zwaard, mes, e.d.) |
sashichigaeru-刺し違える | (bij sumo, verkeerde beslissing van de scheidsrechter) de verkeerde worstelaar als winnaar aanwijzen |
sashigane-差し金 | aansporing; suggestie; instructie achter de schermen |
sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
sashimi-刺身 | sashimi (Japans gerecht); (in) dunne plakjes (gesneden) rauwe vis |
sashiosae-差し押え | inbeslagname; beslaglegging; (financiële) executie |
sasu-注す | markeren (van correcties, etc.) |
sasupendeddo・gēmu-サスペンデッド・ゲーム | gestaakte wedstrijd |
sataia-サタイア | satire; bespotting; ironie; literair genre |
satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
satoimo-里芋 | taro (plant, Colocasia esculenta) |
satsumajiru-薩摩汁 | Satsuma soep (lokale variant van misosoep met kip of varkensvlees) |
saundo・chekku-サウンド・チェック | geluidstest |
sawagu-騒ぐ | stampij [drukte] maken (om iets); luid protesteren |
sawara-椹 | dwergcipres (Chamaecyparis pisifera) |
sawayaka-爽やか | het welbespraakt zijn |
sayadō-鞘堂 | een hal die is gebouwd om de buitenkant van een ander gebouw volledig te bedekken (ter bescherming) |
sayaendō-莢豌豆 | peultjes; peulen |
sazae-栄螺 | Turbo cornutus, een zeeslak |
sazare-細 | (in kanji combinaties) klein; smal |
sazukarimono-授かり物 | zegen; (gods)geschenk; meevaller |
sēbu-セーブ | besparen |
sei-性 | sekse; geslacht; (grammatica) genus |
sei-棲 | (in kanji combinaties) leven; wonen |
sei-西 | het westen |
sei-西 | landen van het Westen; Europa |
seibai-成敗 | straf; bestraffing |
seibetsu-性別 | geslachtsonderscheid |
seibu-西部 | het westelijk deel; het westen |
seibunhō-成文法 | geschreven wet; staatswet |
seibyō-性病 | geslachtsziekte |
seichi-聖地 | (Christendom) het Heilige Land; Palestina; Jerusalem; het Vaticaan |
seichō-清聴 | het aandachtig beluisteren; respectvolle aandacht |
seidan-聖断 | keizerlijk besluit |
seido-精度 | precisie; nauwkeurigheid; accuratesse |
seido-西土 | landen in het westen (vanuit het perspectief van Japan, b.v. China of India) |
seiei-精鋭 | de beste; de elite; keur |
seifū-清風 | verfrissende wind; aangename (koele) bries |
seigen-制限 | beperking; restrictie; begrenzing |
seigyo-制御 | bediening; besturing |
seihai-成敗 | succes en mislukking; slagen en falen |
seihangō-正反合 | (in filosofie, drie stadia van dialectische logica geformuleerd door Hegel) these, antithese, synthese |
seihi-成否 | resultaat; uitkomst; succes of mislukking |
seihō-西方 | het westen; de westelijke richting |
seihō-西方 | (boeddh.) het westelijke pure land van Amitabha |
seihoku-西北 | het noordwesten |
seihokusei-西北西 | het westnoordwesten |
seiiki-西域 | westelijke gebieden van China |
seiiki-西域 | gebieden van het Midden-Oosten aan de westelijke grenzen van China |
seiippai-精一杯 | uit alle macht; naar (iemand's) beste vermogen; zo goed mogelijk |
seiji-正字 | voorgeschreven [oorspronkelijke] )kanji (zonder vereenvoudiging) |
seiji-盛事 | groots evenement; succesvolle zaak [onderneming] |
seijinnohi-成人の日 | (nationale feestdag) dag van de volwassenwording (2de maandag in januari, als iemand 20 jaar wordt) |
seijitsu-聖日 | heilige dag (Christelijke feestdag) |
seijō-政情 | politieke situatie [toestand] |
seijū-西戎 | Xirong, een term die in het oude China werd gebruikt voor verschillende etnische groepen in het westen, zoals Turken en Tibetanen |
seika-成果 | resultaat; prestatie; uitkomst; vruchten (fig.) |
seika-精華 | essentie; kern; hoofdzaak |
seika-聖歌 | hymne; geestelijk [religieus] lied [gezang] |
seikai-盛会 | een succesvolle bijeenkomst [vergadering] |
seikansenshō-性感染症 | seksueel overdraagbare aandoening; geslachtsziekte |
seikatsu-生活 | het (dagelijks) leven; bestaan |
seikei-西経 | westerlengte |
seikō-性交 | copulatie; geslachtsgemeenschap; paring (bij mensen) |
seikō-成功 | succes; prestatie |
seikōhō-製鋼法 | staalproductieproces |
seikōikansenshō-性行為感染症 | seksueel overdraagbare aandoening (soa); geslachtsziekte |
seikon-精魂 | ziel; geest |
seikōsuru-成功する | succes boeken; slagen; succesvol zijn |
seikōtōtei-西高東低 | hoge barometerdruk in het westen, lage druk in het oosten |
seikyō-盛況 | voorspoed; welvaart; succes |
seikyūsakijūsho-請求先住所 | factuuradres |
seimei-生命 | het leven; het bestaan |
seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
seimitsukōgyō-精密工業 | precisie-industrie (machines) |
seinan-西南 | het zuidwesten |
seinansei-西南西 | het westzuidwesten |
seinō-性能 | efficiëntie; bekwaamheid; capaciteit; prestatie |
seiō-西欧 | West-Europa |
seiran-清覧 | (respectvol woord in een brief voor) het kijken |
seirei-政令 | regeringsverordening; kabinetsbesluit |
seirei-精霊 | de geest van een dode [overleden] persoon |
seireishiteitoshi-政令指定都市 | decretaal gedesigneerde stad (met meer dan 500.000 inwoners, en met fiscale en bestuurlijke bevoegdheden, die gelijk zijn aan die van prefecturen) |
seireki-西暦 | Westerse (Christelijke) jaartelling |
seiritsu-成立 | vestiging; formalisatie; verwezelijking; het onstaan |
seiryūtō-青竜刀 | Chinees slagzwaard [kromzwaard] (met op het uiteinde van het handvat een blauwe draak als versiering) |
seisa-性差 | geslachtsonderscheid; verschil in sekse (tussen man en vrouw) |
seisai-制裁 | sanctie; straf; bestraffing |
seisan-成算 | hoop op succes; kans van slagen |
seisankōtei-生産工程 | productieproces |
seisatsu-省察 | reflectie; overweging; beschouwing |
seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
seiseki-成績 | resultaat; prestatie |
seishi-製紙 | (het proces van) het vervaardigen [maken] van papier |
seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
seishi-静思 | overdenking; meditatie; bespiegeling; beschouwing; contemplatie; reflectie |
seishiki-制式 | iets dat gedefinieerd [vastgelegd; officieel; voorgeschreven; reglementair] is |
seishin-精神 | geest; karakter; ziel |
seishinbyōin-精神病院 | psychiatrisch ziekenhuis; krankzinnigengesticht; gekkenhuis |
seishineiseigaku-精神衛生学 | geestelijke gezondheidsleer |
seishinhattatsu-精神発達 | psychogenese; geestelijke ontwikkeling |
seishinhattatsuchitai-精神発達遅滞 | geestelijke [intellectuele] ontwikkelingsstoornis; geestelijk gehandicapt zijn |
seishinkagaku-精神科学 | geesteswetenschappen; alfawetenschappen |
seishinnenrei-精神年齢 | mentale [geestelijke] leeftijd |
seishinseikatsu-精神生活 | spiritueel [geestelijk] leven |
seishinshōgaisha-精神障害者 | geestelijk gehandicapte (persoon); persoon met geestelijke [verstandelijke] beperking |
seishinshōkai-精神障害 | geestesstoornis; psychische aandoening; geestesziekte |
seishinteki-精神的 | mentaal; geestelijk; psychisch |
seishin'eisei-精神衛生 | geestelijke [psychische] gezondheid |
seisho-清書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie maken (in schoonschrift) |
seisho-聖書 | Bijbel; Testament |
seishōdō-性衝動 | geslachtsdrift; seksuele drang [impuls; behoefte] |
seishōnenhogo-青少年保護 | jeugdbescherming |
seitai-政体 | bestuursvorm; overheidssysteem; staatsbestel |
seitakaawadachisō-背高泡立草 | Canadese guldenroede (Solidago altissima) |
seitake-背丈 | statuur; gestalte; lichaamslengte |
seitenkanshujutsu-性転換手術 | geslachtsveranderende operatie |
seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
seiun-青雲 | onthechting van de wereld [van het aardse bestaan] |
seiyaku-制約 | beperking; restrictie; voorwaarde |
seiyaku-製薬 | vervaardiging van geneesmiddelen [medicijnen] |
seiyō-西洋 | het Westen; Occident |
seiyōbuyō-西洋舞踊 | westerse {Europese] dans |
seiyōsumomo-西洋李 | Westerse pruimenboom; pruim |
seiyōtochinoki-西洋栃の木 | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
seiyōtoneriko-西洋トネリコ | es; essenboom (Fraxinus excelsior) |
seizei-せいぜい | hooguit; op zijn best [hoogst]; zoveel mogelijk |
seizen-西漸 | westwaartse beweging; het naar het westen gaan [trekken] |
seizōgyō-製造業 | fabrikant(en); productiesector; verwerkende industrie |
seizōkōtei-製造工程 | productieproces |
seizon-生存 | het leven; bestaan; overleving |
seizonkyōsō-生存競争 | de strijd om het bestaan |
seizui-精髄 | essentie; hoofdbestanddeel; kern van de zaak |
sejin-世塵 | alledaagse [gewone; wereldse] zaken [dingen; karweitjes] |
sejō-世情 | de toestand van de wereld [samenleving] |
sekaiichi-世界一 | de beste [nummer één] van de wereld |
sekaiisan-世界遺産 | werelderfgoed (UNESCO) |
sekaikan-世界観 | iemands kijk op de wereld [maatschappij]; wereldbeeld; wereldbeschouwing; maatschappijbeeld |
sekaishi-世界史 | wereldgeschiedenis |
sekakkō-背格好 | (iemands) lichaamsbouw; grootte; gestalte; statuur |
seken-世間 | de wereld; de toestand in de wereld; hoe het er in de wereld aan toegaat; de mensen (in de wereld) |
sekenbanashi-世間話 | geklets; kletspraatjes; praten over koetjes en kalfjes |
seki-咳 | hoest; kuch |
seki-夕 | (in kanji combinaties) avond |
seki-昔 | (in kanji combinaties) vroeger; in het verleden; lang geleden |
sekiageru-咳き上げる | een hoestbui hebben; constant hoesten; ophoesten |
sekibarai-咳払い | kuch; gehoest |
sekibaraisuru-咳払いする | hoesten; kuchen; rochelen; de keel schrapen |
sekidome-咳止め | hoestmiddel; hoestdrank |
sekidomeshiroppu-咳止めシロップ | hoestsiroop |
sekisaba-関鯖 | Seki makreel (vis die wordt gevangen in de Bungo zeestraat, tussen Shikoku en Kyushu)) |
sekishō-石菖 | dwergkalmoes (Acorus gramineus) |
sekiyuyushutsukokukikō-石油輸出国機構 | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)) |
sekkei-設計 | ontwerp; vormgeving; design |
sekkei-雪渓 | sneeuwvallei; besneeuwde vallei; vallei waar zelfs in de zomer sneeuw ligt |
sekken-節倹 | kostenbesparing; zuinigheid |
sekko-セッコ | technieksymbool in de klassieke muziek (in muzieknotatie soms geschreven in de afkorting: sec) |
sekkusu-セックス | seks; geslacht; geslachtsgemeenschap |
sekkusu・chekku-セックス・チェック | geslachtsbepaling onderzoek [medische tests] |
sekuretarī-セクレタリー | secretaris (m); secretaresse (v) |
sekushon・pēpā-セクション・ペーパー | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
semeotosu-責め落とす | iem. beschuldigen en laten bekennen; een bekentenis afdwingen |
semidokyumentarī-セミドキュメンタリー | semidocumentaire; gespeelde documentaire |
seminā-セミナー | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
seminarī-セミナリー | seminarie; theologische hogeschool; priesteropleiding |
semipuro-セミプロ | semi-professioneel |
semipuro-セミプロ | een semiprof [semiprofessional] |
sen-専 | onontbeerlijk; onmisbaar; essentieel; noodzakelijk; eerste |
sen-煎 | (in kanji combinaties) roosteren; grillen |
sen-賤 | (in kanji combinaties) lage stand [status; rang] |
sen-践 | (in kanji combinaties) (op)stappen; staan (op); lopen |
senge-遷化 | (Boeddh.) dood van een hogepriester |
sengi-詮議 | discussie; beraadslaging; overleg; bespreking; overweging |
sengiri-千切り | (groenten) in fijne reepjes gesneden; gesneden à la julienne |
sengyō-専業 | voltijdbaan; hoofdberoep; gespecialiseerd beroep |
senjimon-千字文 | (Qianziwen) klassiek Chinees gedicht van duizend karakters (geschreven door Zhou Xingsi, 470─521) |
senju-専修 | bestudering [beoefening] van de boeddhistische leer; het reciteren van de nenbutsu |
senjukannon-千手観音 | duizend-armige kannon [Avalokiteshvara] |
senjunenbutsu-専修念仏 | aanroeping van de Amida Boeddha (de dagelijkse obesrvatie van de boeddhistische leer in de Jōdo-sekte) |
senka-専科 | gespecialiseerde vakstudie |
senka-戦果 | opbrengsten [resultaat] van de oorlog; wapenfeiten |
senka-泉下 | het hiernamaals; de onderwereld; Hades |
senka-選歌 | selectie gedichten; bloemlezing; een geselecteerd gedicht |
senkotsu-仙骨 | kluizenaarsbestaan; het uiterlijk van een kluizenaar |
senkyoken-選挙権 | stemrecht; kiesrecht |
senkyoku-戦局 | oorlogssituatie; oorlogstoestand |
senmonka-専門家 | specialist; expert; deskundige |
sennorikyū-千利休 | Sen no Rikyū (beroemde theeceremonie-meester 1522-1591) |
sennuki- 栓抜き | flessenopener; flesopener; kurkentrekker |
sensei-先生 | (aanspreektitel voor) een leraar; docent; professor; arts |
sensei-専制 | despotisme |
senseikunsha-専制君主 | absolute vorst [heerser]; despoot |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een gevoelig voorwerp (dat bij diefstal, verlies of zoekraken gevaarlijk kan zijn voor de openbare veiligheid) |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een (import)gevoelig product (waarvan de invoer kan worden beperkt of verboden wanneer er risico bestaat dat de binnenlandse markt verstoord wordt) |
senshuken-選手権 | voorselectie kwalificatie van een atleet [sportman/-vrouw] (voor internationale competities e.d.) |
sensōkoji-戦争孤児 | oorlogswees |
sentankyōfushō-先端恐怖症 | aichmofobie (vrees voor scherpe voorwerpen) |
sentobinsento・gurenadīn-セントビンセント・グレナディーン | Saint Vincent en de Grenadines |
sentoraru・fairu・shisutemu-セントラル・ファイル・システム | centraal bestandssysteem |
senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
separētā-セパレーター | iemand [iets] dat scheidt; afscheider; afscheidingstoestel; centrifugaal machine |
separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
seppitsu-拙筆 | (in bescheidenheid over) het eigen handschrift |
serifugeki-台詞劇 | voorstelling [toneelstuk] met alleen gesproken tekst (zonder muziek, dans, etc.) |
seriotosu-競り落とす | een succesvol [het winnende] bod uitbrengen (op een artikel) |
serufu・kontorōru-セルフ・コントロール | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
sērusu・tōku-セールス・トーク | verkooppraatje; salestalk |
seseribashi-せせり箸 | eetstokjes die worden gebruikt om een beetje te spelen met eten [in het eten zitten te zoeken of prikken] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
sesesshon-セセッション | afscheiding; secessie |
seshiumu-セシウム | cesium (chem. element) |
sesō-世相 | toestand in de wereld; wereldorde; sociale omstandigheden |
sesshō-折衝 | onderhandeling(en); gesprekken |
sesshon-セッション | zitting; vergadering; zittingsperiode; sessie |
sesshū-接収 | confiscatie; inbeslagneming |
sessō-節操 | bestendigheid; standvastigheid; trouw; integriteit |
sessui-節水 | waterbesparing; zuinig [spaarzaam] zijn met water |
sesuna-セスナ | Cessna, (Amerikaans) licht vliegtuig |
setomono-瀬戸物 | Chinees of Japans aardewerk |
setsu-設 | (in kanji combinaties) installeren; voorbereiden; inrichten; vestigen |
setsubitōshi-設備投資 | kapitaalinvestering; investering in outillage [machinerie; apparatuur] |
setsubun-節分 | Setsubun festival (laatste dag van de winter in de maankalender, 3 a 4 febr.; met het ritueel van bonen strooien om boze geesten weg te jagen) |
setsuden-節電 | electriciteitsbesparing |
setsujoku-雪辱 | eerwraak; eerherstel; wraakneming; represaille |
setsumei-説明 | uitleg; beschrijving; verduidelijking |
setsurei-雪嶺 | besneeuwde bergtop |
setsurumento-セツルメント | vestigingswerk in wijken; sociaal werk om de levensomstandigheden in arme buurten te verbeteren |
setsuyaku-節約 | bezuiniging; zuinigheid; besparing |
setsuyakusuru-節約する | bezuinigen; besparen |
setsuzan-雪山 | een besneeuwde berg |
settei-設定 | oprichting; instelling; vestiging; configuratie |
setteisuru-設定する | oprichten; vestigen; instellen; configureren |
setto-セット | toestel; apparatuur |
settoōru-セットオール | gelijke stand in sets bij tennis, tafeltennis, e.d. (waarna een afsluitende set wordt gespeeld om een winnaar aan te wijzen) |
settopointo-セットポイント | setpoint (punt dat een set beslist (tennis, tafeltennis, e.d.) |
seyo-施与 | liefdadigheid; het geven van een aalmoes; dispensatie; genade |
seze-世世 | generaties lang; vele generaties; generatie na generatie |
sha-車 | (in kanji combinaties) auto; wagen; voertuig; kar |
shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
shabushabu-しゃぶしゃぶ | Japans gerecht (aan tafel geserveerd waarbij plakjes vlees met eetstokjes door een pan met bouillon en groenten worden gehaald) |
shafuto-シャフト | as; drijfas (in machines) |
shageki-射撃 | (artillerie)beschieting (zoals vanaf marineschepen e.d.) |
shagi-謝儀 | dankbetuiging; dankoffer; geschenk uit dankbaarheid |
shagī・katto-シャギー・カット | kapsel dat in lagen van verschillende lengtes is geknipt |
shahon-写本 | een (geschreven) manuscript; kopie van een boek |
shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
shainshokudō-社員食堂 | bedrijfskantine; bedrijfsrestaurant |
shakaihokenryo-社会保険料 | sociale verzekeringspremies |
shakaimondai-社会問題 | maatschappelijk probleem [vraagstuk]; sociale kwestie |
shakitto-しゃきっと | (onomatopee) verfrissend; zuiver; netjes; stijlvol |
shakō-遮光 | bescherming tegen licht; verduistering |
shakuhachi-尺八 | Japanse bamboefluit (met 5 gaatjes) |
shakujō-錫杖 | staf van een boeddhistische priester [monnik; asceet] |
shakuyaku-芍薬 | Chinese pioen (Paeonia lactiflora) |
shakyō-写経 | overgeschreven soetra |
shamen-赦免 | gratie; kwijtschelding; amnestie; absolutie |
shamisen-三味線 | shamisen (driesnarig muziekinstrument) |
shamuneko-シャム猫 | siamees; Siamese kat |
shamusōseiji-シャム双生児 | een Siamese tweeling |
sharakusai-洒落臭い | schaamteloos; onbeschaamd; brutaal |
shāshī-シャーシー | een behuizing waarin het moederbord, geheugen, diskettes en andere onderdelen van een computer zijn gemonteerd |
shashinseihan-写真製版 | lichtdruk proces; fotogravure |
shattā・chansu-シャッター・チャンス | beste sluitertijd om een foto te nemen |
shēdo-シェード | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
shi-姿 | (in kanji combinaties) vorm; figuur |
shi-紙 | (in kanji combinaties) papier |
shi-視 | (in kanji combinaties) zien; beschouwen |
shian-思案 | overdenking; overweging; reflectie; bespiegeling; beschouwing |
shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
shiben-至便 | zeer handig [geschikt; gunstig] |
shibireei-痺れ鱝 | sidderrog (Torpediniformes) |
shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
shibirizēshon-シビリゼーション | (Eng.: civilization) beschaving |
shibito-死人 | dode; overledene; gestorvene |
shibo-私募 | verkoop van aandelen buiten de beurs om (aan klein aantal potentiële investeerders) |
shibōkatashō-脂肪過多症 | obesitas; adipositas; vetzucht |
shibosai-私募債 | private (plaatsing van) obligaties |
shiburetto-シブレット | bieslook (Allium schoenoprasum) |
shiburibara-渋り腹 | tenesmus; (pijnlijke) stoelaandrang |
shichigon-七言 | Chinees gedicht waarbij elke regel uit 7 karakters bestaat |
shichigosan-七五三 | (lett. zeven-vijf-drie) een traditioneel Japans festival op 15 november, voor meisjes van drie en zeven jaar oud en jongens van vijf jaar oud |
shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
shichiya-質屋 | pandjesbaas; lommerdhouder |
shichō-市長 | burgemeester |
shichō-師長 | docent [meester] en superieur [leidinggevende] |
shichōsha-視聴者 | toeschouwer; kijker; publiek |
shichuēshon-シチュエーション | situatie; toestand; omstandigheden; positie |
shidaigaki-次第書き | geschreven [gedrukt] programma |
shidashi-仕出し | catering (het leveren van gerechten op bestelling) |
shiden-師伝 | het onderricht van de meester aan zijn leerlingen [volgelingen]; onderricht [les] krijgen van de meester zelf |
shidō-師道 | het juiste pad [gedrag] van de meester [leraar] |
shidō-指導 | advies; raad; instructie; begeleiding |
shidō-祠堂 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
shidokoro-為所 | geschikt moment [goede gelegenheid] om (iets) te doen |
shidōryō-指導料 | advieskosten |
shidōsen-祠堂銭 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
shie-紫衣 | paars priestergewaad; paarse soutane |
shifū-師風 | de (academische of artistieke) stijl van de meester |
shifu-詩賦 | Chinese poëzie |
shigaidenwa-市外電話 | interlokaal (telefoon)gesprek |
shigaku-史学 | (de studie van) geschiedenis |
shigaku-私学 | privéschool; privé opleiding; privé onderwijs |
shigaku-詩学 | Poëtica (leerboek over de dichtkunst van Aristoteles) |
shigei-至芸 | volmaakte [perfecte; meesterlijke; onovertroffen] uitvoering [kunst] |
shigeki-史劇 | historiestuk; historisch drama [toneelstuk] |
shigen-至言 | een waar woord; goed gezegde; toepasselijke [juiste] beschrijving |
shigin-歯齦 | tandvlees |
shigo-私語 | privé [geheim] gesprek |
shigokinshi-私語禁止 | verbod op privégesprekken op het werk |
shigyaku-弑逆 | het doden (door iemand) van zijn vader [meester; heer] |
shihai-支配 | leiding; bestuur; beheer; controle |
shihaisha-支配者 | heerser; bestuurder |
shihaisō-支配層 | de heersende klasse; gevestigde orde |
shihaisuru-支配する | leiden; besturen; beheren; controleren |
shihan-師範 | (groot)meester; instructeur |
shihonjunbikin-資本準備金 | kapitaalreserve(s) |
shihonkin-資本金 | aandelenkapitaal; geïnvesteerd vermogen |
shihontōshi-資本投資 | kapitaalinvestering |
shiigyaku-弑逆 | het doden (door iemand) van zijn vader [meester; heer] |
shiika-詩歌 | Japanse en Chinese poëzie |
shiiru-誣いる | vals beschuldigen; belasteren |
shiisosan-尸位素餐 | er de kantjes aflopen; niet alles doen waar men wel voor wordt betaald |
shiitake-椎茸 | shiitake (paddenstoel: Lentinula edodes) |
shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
shijindaiho-私人逮捕 | burgerarrest; burgerarrestatie |
shijisha-支持者 | aanhanger; voorstander; medestander |
shijō-史上 | in de geschiedenis; (vanuit een) historisch [geschiedkundig] (perspectief) |
shijō-紙上 | geschreven [gedrukt] op papier |
shika-史家 | historicus; geschiedkundige |
shika-詩歌 | Japanse en Chinese poëzie |
shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
shikaisha-司会者 | ceremoniemeester |
shikakehin-仕掛品 | onderhanden werk (term in de financiële administratie voor producten die nog niet gereed zijn en waarvoor nog geen factuur gestuurd is) |
shikan-止観 | (Tendai boeddhisme) meditatie waarbij de geest zich concentreert op een enkel object, zonder afleidende gedachten |
shikan-止観 | (afkorting van makashikan) Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
shikan-祠官 | een Shinto priester |
shikaniku-鹿肉 | hertenvlees |
shikarubeki-然るべき | geschikt; toepasselijk; juist |
shikashinagara-然しながら | echter; desalniettemin; maar toch |
shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
shike-師家 | zenmeester; zazen-leraar |
shike-師家 | Zazen-meester |
shikei-師系 | kunststroming van een meester |
shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
shiken-試験 | examen; tentamen; test |
shikenkikan-試験期間 | testperiode; proefperiode |
shikensuru-試験する | examineren; testen |
shikiji-式次 | programmering [programma; volgorde] van ceremonies [rituelen] |
shikikin-敷金 | waarborgsom; zekerheidsreserve |
shikisokuzekū-色即是空 | vorm [materie] is leegte (boeddhisme); alles is ijdelheid |
shikkaku-失格 | ongeschiktheid; niet gekwalificeerd zijn |
shikkei-失敬 | pardon; sorry; groet van degene die weggaat (gebruikt meestal door mannen) |
shikketsu-失血 | bloedverlies |
shikkō-執行 | uitvoering; voltrekking (van een beslissing, vonnis, e.d.) |
shikkō-失効 | ongeldigheid; verlies van effectiviteit [geldigheid]; het verlopen [vervallen] |
shikkōyaku-執行役 | uitvoerend functionaris [bestuurder; manager] (belast met de bedrijfsvoering) |
shikkusu・nain-シックス・ナイン | (seksstandje) negenenzestig |
shikkyaku-失脚 | misstap; uitglijder; val; ondergang; verlies van positie |
shikō-試航 | (bij schepen) proefvaart; (bij vliegtuigen) proefvlucht; testvlucht |
shikōpurosesu-思考プロセス | denkproces |
shikyō-詩境 | poëtische gemoedstoestand (bij het componeren, lezen of reciteren van een gedicht) |
shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
shimahebi-縞蛇 | Japanse (gestreepte) rattenslang (Elaphe quadrivirgata) |
shimakage-島陰 | de luwte [beschutting] van een een eiland |
shimaru- 閉まる | gesloten worden; vastgebonden worden |
shimegane-締め金 | gesp |
shimeitsūwa-指名通話 | een persoonlijk gesprek (telefoon) |
shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
shimeru-占める | in beslag nemen; omvatten; bevatten; vormen; beslaan; |
shimogakoi-霜囲い | vorstbescherming; beschermlaag tegen de vorst (b.v. stro) |
shimogoe-下肥 | mest (gemaakt van menselijke uitwerpselen) |
shimon-諮問 | consultatie; navraag; (vraag om) advies |
shimoyashiki-下屋敷 | (Edo periode) residentie van de daimyo in de buitenwijken van Edo |
shin-寝 | (in kanji combinaties) slaap; slapen |
shin-新 | (in kanji combinaties) nieuw |
shin-薪 | (in kanji combinaties) brandhout |
shin-辛 | (in kanji combinaties) pittig; bitter; heet; scherp |
shinachiku-支那竹 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
shinadama-品玉 | het jongleren (met ballen, messen, etc.) |
shinaidenwa-市内電話 | lokaal (telefoon)gesprek |
shinansha-指南車 | oud Chinees rijtuig (met een kompas waarvan de naald altijd het Zuiden aangeeft) |
shinasoba-支那蕎麦 | Chinese soba-noedels |
shinbashira-心柱 | (Tenrikyō shintō) hoofdpriester; leider |
shinbi-審美 | gevoel voor schoonheid; esthetisch gevoel voor het onderscheiden van schoonheid |
shinboku-神木 | een boom bewoond door een god of geest |
shinchō-身長 | lichaamslengte; gestalte; postuur |
shinchū-心中 | je ware inborst; innerlijk; hart; geest |
shinchū-真鍮 | messing; (geel)koper |
shinderera-シンデレラ | Assepoester |
shingā-シンガー | zanger (m); zangeres (v) |
shingeki-新劇 | nieuw [Westers] soort theater [toneel]; nieuwe manier van acteren |
shingeki-進撃 | (leger) opmars; aanval; bestorming |
shingekisuru-進撃する | (de vijand) aanvallen; bestormen; opmarcheren |
shiniku-歯肉 | tandvlees; gingiva |
shiniku-死肉 | vlees van een kadaver [karkas] |
shinikuen-歯肉炎 | gingivitis; tandvleesontsteking |
shinin-死人 | dode; overledene; gestorvene |
shinise-老舗 | winkelonderneming met een lange geschiedenis, die van generatie op generatie wordt voortgezet |
shinizokonai-死に損ない | zelfmoordpoging (zonder succes) |
shinji-新字 | kanji die voor het eerst in lesboeken worden gegeven |
shinjikēto・rōn-シンジケート・ローン | gesyndiceerde lening; syndicaatlening |
shinkanazukai-新仮名遣い | de nieuwe kana schrijfwijze [spelling]; de nieuwe regels voor het gebruik van kana, met name de regels zoals vastgesteld door het kabinet in 1964 |
shinkanshōkai-新刊紹介 | boekrecensie; boekbespreking |
shinkeishitsu-神経質 | kieskeurigheid; pietluttigheid |
shinkenshōbu-真剣勝負 | een gevecht met echte zwaarden; een spel dat serieus gespeeld wordt |
shinki-心機 | mentale toestand [houding] |
shinkon-身魂 | ziel; lichaam en geest |
shinkōsei-進行性 | (van ziekte) progressiviteit; voortwoekering |
shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
shinkyō-心境 | gemoedstoestand; mentaliteit |
shinmotsu-進物 | gift; cadeau; presentje |
shinnenkai-新年会 | nieuwjaarsfeest |
shinnyū-侵入 | betreding zonder toestemming (van prive terrein, of verboden terrein); wederrechtelijke betreding |
shinobinaki-忍び泣き | het stilletjes [zacht; onderdrukt] snikken [huilen] |
shinodake-篠竹 | kleine bamboesoort (met smalle bladeren) |
shinopia-シノピア | sinopia (voortekening in houtskool van een frescoschildering) |
shinopushisu-シノプシス | synopsis (korte beschrijving van de inhoud) |
shinpai-心配 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees |
shinpin-神品 | meesterwerk; kalligrafie [schilderij] van de hoogste kwaliteit |
shinpin-神品 | (christelijk-orthodoxe kerk) het priesterschap |
shinposhugi-進歩主義 | progressiviteit |
shinpoteki-進歩的 | progressief; vooruitstrevend |
shinpu-神父 | priester |
shinpuku-臣服 | leenmanschap; ondergeschiktheid; onderworpenheid; vazal zijn |
shinrabanshō-森羅万象 | de Natuur; alles in de natuur; de Schepping; het Universum |
shinrei-心霊 | geest; ziel; spook |
shinri-審理 | beraadslaging; proces; rechtszaak |
shinri-心理 | geestestoestand; geestesgesteldheid |
shinryaku-侵略 | invasie; inval; agressie |
shinryakusensō-侵略戦争 | aanvalsoorlog; agressieoorlog |
shinryakusha-侵略者 | agressor; aanvaller; indringer |
shinsei-親政 | persoonlijke regering [heerschappij; bestuur] van een keizer of koning |
shinsen-新選 | (op)nieuw samengesteld [geselecteerd; bewerkt] zijn |
shinsesaizā-シンセサイザー | synthesizer (muziek) |
shinshi-進士 | (Oud China) iemand die is geslaagd voor een examen om in overheidsdienst te treden |
shinsho-信書 | brief; correspondentie; epistel |
shinshōhitsubatsu-信賞必罰 | het expliciet belonen of bestraffen van gedrag |
shinshoku-神職 | Shinto priester |
shinshoku-神職 | Shinto priesterschap |
shinsotsu-新卒 | een pas [recent] afgestudeerd iemand; iemand die net zijn (school, universiteit, etc.) opleiding heeft voltooid |
shintai-身体 | lichaam; gestel; fysiek |
shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
shintakuginkō-信託銀行 | trust bank (die cliënten in staat stelt transacties met elkaar te verrichten door middel van contracten die trusts genoemd worden) |
shintei-進呈 | het overhandigen [aanbieden] van iets (een gift, e.d.); presentatie |
shintekigaishōgosutoresushōgai-心的外傷後ストレス障害 | (PTSS) posttraumatisch stresssyndroom; posttraumatische stressstoornis (PTSD, post-traumatic stress disorder) |
shinuchū-深宇宙 | de verre ruimte (buiten ons zonnestelsel) |
shin'etsu-信越 | regio aan de Japanse Zee (ten westen van Tokio; Nagano en Niigata) |
shin'in-心因 | psychogenese |
shin'inshōshugi-新印象主義 | neo-impressionisme |
shin'yakuseisho-新約聖書 | het Nieuwe Testament |
shiomushi-塩蒸し | het stomen met zout; voedsel dat is gestoomd met zout |
shiorashii-しおらしい | bewonderenswaardig; aardig; lief; bescheiden |
shioreru-萎れる | depressief [somber; neerslachtig] zijn |
shiori-撓り | (één van de basisprincipes van haiku) het doordringen van de geest [ziel] bij het beschouwen van de natuur |
shippitsusha-執筆者 | schrijver; auteur; medewerker [bijdrager] (aan publicaties) |
shippu-湿布 | (vochtige) kompres |
shiraberu-調べる | onderzoeken; uitzoeken; bestuderen |
shīrakansu-シーラカンス | coelacant (grote beenvis: Coelacanthiformes) |
shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
shirakeru-白ける | (arch.) (alles) onthullen [openbaren] |
shiranui-不知火 | bioluminescentie, het uitstralen van licht door organismen in zee |
shireifune-司令船 | (van een ruimteschip) commando module; bemanningscompartiment |
shiremono-痴れ者 | idioot; dwaas; mafkees; domoor |
shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
shiriomo-尻重 | luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut |
shirīzu-シリーズ | (honkbal) series; kampioenschap |
shiru-汁 | soep; bouillon; vleesnat; jus |
shiruko-汁粉 | zoete rode bonensoep met (gebakken) rijst cakes |
shiryō-死霊 | de geest van een overleden persoon |
shiryōhensan-史料編纂 | geschiedschrijving; historiografie |
shiryoku-死力 | wanhopige poging; uiterste best |
shiryokukensa-視力検査 | oogonderzoek; oogtest |
shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
shisa-示唆 | suggestie; hint; toespeling |
shisai-司祭 | priester |
shisei-四声 | de vier traditionele tonen [toonklassen] in het Chinees |
shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
shisei-四聖 | de Vier Wijzen [Heiligen] (Boeddha, Christus, Confucius en Socrates) |
shisei-市政 | gemeentelijke overheid; lokale overheid; gemeentebestuur; stadsbestuur |
shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
shisei-詩聖 | grote dichter; meester-dichter [-dichteres] |
shisei-詩聖 | eretitel voor de Chinese dichter Du Fu (712 - 770) |
shiseihōshin-施政方針 | bestuurlijk beleid; regeringspolitiek |
shiseki-史籍 | geschiedboek; kroniek |
shisen-詩仙 | eretitel van de Chinese dichter Li Bai (ook wel Li Po genoemd; 701-762) |
shisha-死者 | een dode; overledene; gestorvene |
shisha-試射 | (vuurwapens) afschiet-test; (raketten e.d.) proeflancering |
shīshī-シーシー | afschrift aan emailadres (cc) |
shishi-師資 | meester; leraar |
shishi-師資 | meester en leerling; leraar en student; de relatie tussen meester en leerling |
shishikababu-シシカバブ | shish kebab, een Turks [Perzisch] gerecht (gegrild vlees op een spies) |
shishin-私信 | vertrouwelijke [geheime] correspondentie |
shishisonson-子子孫孫 | de nakomelingen; het nageslacht |
shisho-史書 | geschiedenisboek; kroniek; jaarboek |
shisho-司書 | bibliothecaris (m); bibliothecaresse (bibliothecaris (v) |
shisho-司書 | vakgebied m.b.t. boeken en publicaties |
shishō-師匠 | meester; leraar; instructeur |
shisho-支所 | filiaal; nevenvestiging; bijkantoor |
shishō-私傷 | persoonlijk letsel; blessure opgelopen buiten het werk |
shisho-私書 | (persoonlijke) correspondentie [brief]; persoonlijk (geschreven) document |
shisho-私書 | geheime correspondentie |
shishūbyō-歯周病 | parodontitis (bacteriële infectie in tandvlees) |
shishuku-止宿 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
shīsō-シーソー | wip (speeltoestel) |
shisō-志操 | beginselvastheid; integriteit; standvastigheid; het vasthouden aan je principes |
shisō-死相 | de schaduw des doods (op iemand's gezicht); doodsblik |
shiso-紫蘇 | shiso, eenjarige plant van de muntfamilie (Perilla frutescens) |
shiso-試訴 | test case |
shisō-試走 | testrit; proefrit |
shisōrasu-シソーラス | thesaurus |
shissei-執政 | (overheids-) administratie; bestuur |
shissei-執政 | beheerder; bestuurder; regent; consul |
shissei-失政 | verkeerd beleid; slecht bestuur; wanbestuur; wanbeheer |
shisseishō-失声症 | afonie; stemverlies |
shisso-質素 | eenvoud; soberheid; matigheid; bescheidenheid |
shissoku-失速 | snelheidsverlies |
shīsu-シース | (Eng. sheath) etui (voor potloden, pennen, messen, e.d.) |
shisumasu-為済ます | voltooien; bereiken; (ergens in) slagen; succesvol afronden |
shisutemu・konpōnento-システム・コンポーネント | een stereo set [stereotoren] (bestaande uit afspeelapparatuur, versterker en luidspreker) |
shitabataraki-下働き | ondergeschikte (positie); werk als ondergeschikte |
shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
shitajita-下下 | mijn ondergeschikten |
shitaku-私宅 | woonhuis; privéadres |
shitamawari-下回り | ondergeschikte; werk [dienst] als ondergeschikte |
shitami-下見 | beschot; houten buitenbekleding (van een gebouw) |
shitappa-下っ端 | ondergeschikt; van lagere rang [positie] |
shitasaki-舌先 | mooie praatjes; welbespraaktheid |
shitasōdan-下相談 | voorbereidende [inleidende] gesprekken |
shitatameru-認める | besturen (landgoed, rijk, land, e.d.) |
shitauchi-舌打ち | gesmak (tijdens het eten) |
shitayaku-下役 | ondergeschikte rol [positie; rang] |
shitayomi-下読み | doorlezing; oefening; voorbereiding (op lessen, etc.) |
shitazaya-下鞘 | een hoes voor een zwaard |
shitei-使丁 | concierge; klusjesman |
shitei-師弟 | meester en leerling; leraar en student |
shiten-支店 | filiaal; nevenvestiging; bijkantoor |
shiti・manējāseido-シティ・マネージャー制度 | (city-manager government) gemeenteraadsbestuur |
shītopairu-シートパイル | metalen beschoeiing [damwand] (voor grondwerkzaamheden) |
shitoyaka-淑やか | beleefd; welgemanierd; verfijnd; elegant; damesachtig |
shitsū-歯痛 | kiespijn |
shitsu-湿 | schurft; scabiës |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) ziekte; kwaal; aandoening |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) hevig; intens; snel |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) haten; jaloezie; hekel |
shitsugaikenhansha-膝蓋腱反射 | kniereflex; kniepeesreflex |
shitsugaikotsu-膝蓋骨 | knieschijf |
shitsumei-失明 | verlies [vermindering] van gezichtsvermogen |
shittakaburi-知ったかぶり | het veinzen [voorwenden] (dat men alles weet of helemaal op de hoogte is) |
shittsui-失墜 | verlies; neergang; val; het verliezen [verbeuren; verspelen] |
shiunten-試運転 | testrit; proefrit |
shiwa-皺 | (huid) rimpel; groef; kraaienpootjes |
shiwabuki-咳 | hoest; kuch |
shiwagareru-嗄れる | schor [hees] worden |
shiyōshisan-使用資産 | geïnvesteerd vermogen |
shiyū-雌雄 | de twee seksen [geslachten]; man en vrouw |
shīzā・sarada-シーザー・サラダ | caesarsalade |
shizoku-士族 | (in 1947 afgeschaft als stand of rang) samoerai-familie(lid); afstamming van een samoerai-familie |
shizumu-沈む | zich depressief [down;miserabel] voelen |
shizuru・sēru-シズル・セール | (Eng.: sizzle sales) verkooptechnieken om de kooplust van klanten te bevorderen |
shī・ai-シー・アイ | samengestelde index (Composite Index) |
shī・dī・āru-シー・ディー・アール | CD-R, compact disc recordable (kan slechts één keer worden beschreven, daarna meerdere keren worden gelezen) |
shī・emu-シー・エム | (commercial message) commerciële reclameboodschap |
shī・esu-シー・エス | (communications satellite) communicatiesatelliet |
shī・ī・ō-シー・イー・オー | (chief executive officer) president-directeur; algemeen directeur |
shī・pī・yū-シー・ピー・ユー | (central processing unit) centrale verwerkingseenheid (computerterm) |
shī・tī・bī・tī-シー・ティー・ビー・ティー | (Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty) Het alomvattend kernstopverdrag |
sho-書 | (in kanji combinaties) schrijven; schrijfwerk; kalligrafie; brief; boek; document |
sho-書 | (afk. voor) het Boek der Documenten (Chinees historisch werk) |
shō-省 | provincie (bestuurlijke indeling China) |
shō-証 | (med.) de toestand van een patiënt |
shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
shoan-書案 | bureau; schrijftafel; (traditionele, Japanse) leestafel |
shōatsuyaku-昇圧薬 | vasopressor (medicijn) |
shōatsuzai-昇圧剤 | vasopressor (medicijn) |
shōbainin-商売人 | expert; professional |
shobiku-しょびく | meesleuren; met geweld meetrekken |
shōbō-消防 | het blussen van branden; de brand bestrijden |
shoboshobo-しょぼしょぼ | zwak (van lichaam of geest) |
shōbu-勝負 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
shōbu-菖蒲 | kalmoes (Acorus calamus) |
shobun-処分 | disciplinaire straf; bestraffing |
shōbun-小文 | kort geschrift; korte tekst |
shōchi-勝地 | geschikte plek [locatie] om iets te doen |
shōchi-承知 | kennis; besef |
shōchi-承知 | excuses; vergiffenis |
shōchisuru-承知する | kennis [besef] hebben (van) |
shōchō-省庁 | overheidskantoren; ministeries |
shōdaku-承諾 | toestemming; akkoord; instemming; goedkeuring |
shodan-書壇 | kalligrafie-wereld; kringen van kalligrafie-meesters |
shōden-昇殿 | (met toestemming) de gebedshal van een heiligdom betreden |
shōdoku-消毒 | desinfectie; ontsmetting |
shōdokusuru-消毒する | desinfecteren; ontsmetten |
shōgaisha-障害者 | gehandicapte persoon; persoon met een handicap; persoon met een geestelijke of lichamelijke beperking |
shōgakutōshika-少額投資家 | kleine investeerder |
shōgeki-衝撃 | (woeste) aanval |
shogyōmujō-諸行無常 | (boeddh.) de vergankelijkheid van alles (in de schepping); alle wereldse [aardse] dingen zijn vergankelijk |
shōhai-勝敗 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
shohi-諸費 | diverse [niet-gespecificeerde] uitgaven |
shōhishanundō-消費者運動 | consumenten organisatie (ter bescherming van consumentenbelangen) |
shōin-勝因 | de oorzaak van [sleutel tot] het succes [de overwinning] |
shoin-書院 | studiezaal; studeerkamer; leeszaal |
shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
shojō-書状 | (afk. voor) (priester) functionaris in een Zen tempel belast met correspondentie; secretaris |
shojōjisha-書状侍者 | (priester) functionaris in een Zen tempel belast met correspondentie; secretaris |
shōjutsu-詳述 | gedetailleerde beschrijving |
shōka-昇華 | sublimatie (een chemisch proces waarbij een stof van vaste fase direct overgaat naar gasvormige fase) |
shōkafuryō-消化不良 | indigestie; slechte spijsvertering; dyspepsie |
shokan-書簡 | correspondentie; brief |
shokansen-初感染 | primaire besmetting [infectie] |
shokei-書契 | iets dat opgeschreven is; document; brief |
shokei-書契 | geschreven belofte; promesse |
shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
shoki -書几 | lees- en schrijftafel; bureau |
shoki-書記 | secretaris (m); secretaresse (v); klerk |
shōki-正気 | geestelijke gezondheid; gezond verstand |
shōki-鍾馗 | Shoki, een Chinese god die demonen verjaagt (en daarom vaak als een beeld of afbeelding in de ingang van huizen staat) |
shokki-食器 | eetgerei; tafelgerei (servies en bestek) |
shokkidana-食器棚 | dressoir; servieskast; buffet |
shokkihitosoroi- 食器一揃い | tafelgerei set (servies en bestek) |
shokkingu-ショッキング | schokkend; stuitend; weerzinwekkend; vreselijk |
shokkirui-食器類 | servies; bestek |
shokō-諸公 | (term voor het respectvol aanspreken van een aantal mensen) dames en heren; hooggeëerd publiek |
shokoku-諸国 | verschillende landen [provincies] |
shōku-承句 | tweede regel in een Chinees gedicht van vier versregels |
shōku-承句 | derde of vierde regel in een Chinees gedicht van zeven of acht versregels |
shokubutsujōtai-植物状態 | vegetatieve staat [toestand] |
shokudō-食堂 | restaurant; cafetaria |
shokudōen-食道炎 | slokdarmontsteking; esofagitis |
shokumuhyōka-職務評価 | waardebepaling van de functies binnen een bedrijf |
shokuniku-食肉 | consumptievlees |
shokuniku-食肉 | het eten van vlees |
shokunikushokubutsu-食肉植物 | vleesetende plant |
shokuten-食店 | (term uit de Meiji periode) eethuis; eetgelegenheid; restaurant |
shokuyō-食用 | eetbaar [geschikt om te eten] zijn |
shokuzen-食膳 | (gerecht op) een klein eettafeltje (of dienblad met pootjes) |
shōkyō-商況 | handelscondities; marktsituatie |
shokyō-書経 | het Boek der Documenten (Chinees historisch werk) |
shōkyohō-消去法 | de methode van eliminatie; eliminatieproces |
shōmakyō-照魔鏡 | een magische spiegel (uit Chinese en Japanse volksverhalen) die de ware aard van de duivel onthult |
shomen-書面 | document; geschrift; akte |
shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
shōmyō-小名 | (Kamakura- en Muromachi-periodes) een feodale leenheer (daimyo) van lagere rang |
shōnen-正念 | mindfulness (vorm van boeddhistische meditatie) |
shōnenba-正念場 | het moment van de waarheid; een keerpunt (in het leven); alles-of-niets [erop-of-eronder] situatie |
shōnen'in-少年院 | justitiële Jeugdinrichting; opvoedingsgesticht |
shōnetsujigoku-焦熱地獄 | inferno; brandende hel (de zesde hel van de acht in het Boeddhisme) |
shōnika-小児科 | kindergeneeskunde; pediatrie |
shōnin-上人 | hoge priester; heilige |
shonyū-初乳 | colostrum; biest; voormelk (de eerste melk na een bevalling) |
shoppiku-しょっぴく | meesleuren; met geweld meetrekken |
shōrei-省令 | ministrieel besluit; ministeriële verordening |
shōro-松露 | shōro (eetbare paddenstoel, Rhizopogon rubescens) |
shōron-小論 | kort essay [artikel; opstel] |
shōron-小論 | mijn essay [artikel; opstel] |
shōron-詳論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
shoruisōken-書類送検 | doorsturing [verwijzing; renvooiering] van een strafzaak met bewijstukken, geschriften, documenten e.d. |
shōrūmu-ショールーム | showroom; toonzaal; presentatieruimte |
shoryō-所領 | domein; (bestuurs)gebied |
shōryōe-精霊会 | Bon festival |
shōryoku-省力 | arbeidsbesparing, besparing op mankracht |
shoryū-書流 | kalligrafieschool; kalligrafiestroming; kalligrafietraditie |
shōsei-小成 | klein beetje succes; kleine prestatie; bescheiden resultaat |
shōsei-小生 | (formeel, bescheiden, mannelijk taalgebruik) ik |
shōsei-小生 | (Chinees theater) toneelrol van jongeman |
shōsenkyoku-小選挙区 | een klein kiesdistrict (met één zetel) |
shōsenkyokuhireidaihyōheiritsusei-小選挙区比例代表並立制 | kiesstelsel bestaande uit kiesdistricten met één zetel en proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten met meerdere zetels |
shōsenkyokusei-小選挙区制 | kiestselsel van kiesdistricten met één zetel |
shōsha-小社 | ons bedrijf; wij (bescheiden wijze om tegen een ander over je eigen bedrijf te spreken) |
shōsha-照射 | bestraling; irradiatie; blootstelling (aan stralen) |
shōshasuru-照射する | bestralen |
shōshi-尚歯 | (archaïsch) respect voor de ouderen |
shoshi-書誌 | uitleg en beschrijving van boeken (over formaat, materiaal (grondstoffen) en productiewijze) |
shoshi-書誌 | bibliografie; boekbeschrijving; bibliologie |
shoshi-諸姉 | een groot aantal vrouwen; (ook gebruikt als aanspreektitel of pers. vnw.) dames (u; jullie) |
shōshikai-尚歯会 | bijeenkomst [feest] voor ouderen |
shōshikōreika-少子高齢化 | een dalend geboortecijfer in combinatie met een vergrijzende bevolking (resulterend in demografische krimp) |
shoshin-初審 | het eerste proces; de eerste hoorzitting |
shōshinmono-小心者 | timide [bedeesde] persoon; lafaard |
shōshitsu-焼失 | verwoesting [vernietiging] door brand |
shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
shōshō-少少 | (beleefder synoniem voor 少し) een beetje; eventjes |
shōtai-正体 | (shinto) de geest van een god(heid) die in een voorwerp huist |
shōyaku-生薬 | natuurgeneesmiddel; natuurlijk medicijn (plantaardig of dierlijk) |
shōyō-慫慂 | advies; aanbeveling; aansporing |
shōyōbun-商用文 | zakelijke brief; zakelijke correspondentie |
shōzōga-肖像画 | (geschilderd) portret; portrettekening |
shū-収 | (in kanji combinaties) verzamelen; ophalen; binnenhalen |
shū-愁 | (in kanji combinaties) verdriet |
shu-手 | (in kanji combinaties) hand |
shū-拾 | (in kanji combinaties) oppakken; oprapen; vinden; verzamelen; krijgen; kiezen |
shu-殊 | (in kanji combinaties) buitengewoon; bijzonder; exceptioneel; prijzenswaardig |
shu-狩 | (in kanji combinaties) de jacht; het jagen |
shu-珠 | (in kanji combinaties) parel; ronde bal; kraal |
shū-秋 | (in kanji combinaties) herfst; najaar |
shū-酬 | (in kanji combinaties) belonen; teruggeven; terugbetalen |
shubi-首尾 | ontwikkeling; loop van gebeurtenissen; afloop; uitkomst; resultaat |
shubiikkan-首尾一貫 | samenhang; consistentie; cohesie |
shubōsha-首謀者 | brein; mastermind; genie (in criminele ondernemingen [acties] |
shūbunnohi-秋分の日 | herfstnachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de herfst (op 22 of 23 september) |
shūchaku-執着 | gehechtheid; fixatie; obsessie |
shuen-酒宴 | feest; borrel; banket |
shufu-首府 | hoofdstad (waar ook de overheid meestal zetelt) |
shūfuku-修復 | restauratie; reparatie |
shūfukusuru-修復する | restaureren; repareren |
shūgakuryokōsaki-修学旅行先 | bestemming van een school [studie] reis; (studie)reisdoel |
shugan-主眼 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
shūgen-祝言 | viering; festiviteiten |
shūgi-衆議 | publieke discussie; volksraadpleging; meerderheidsbesluit |
shugo-守護 | bescherming; beveiliging; verdediging; bewaking |
shugoseijin-守護聖人 | beschermheilige; patroonheilige; schutspatroon |
shugosuru-守護する | beschermen; bewaken; verdedigen; beveiligen |
shugotenshi-守護天使 | beschermengel |
shugyō-執行 | (boeddh.) hoofdpriester die verantwoordelijk is voor administratie en tempelzaken |
shūgyō-終業 | het einde van een semester [schooljaar] |
shuheki-酒癖 | gewoontes [gedrag] wanneer men dronken is |
shuhi-種皮 | zaadhuid; zaadvlies |
shui-主位 | leidende [beste] positie; hoogste rang |
shujin-主人 | gastheer; echtgenoot, man; de heer des huizes |
shujinkō-主人公 | (erenaam) echtgenoot; familiehoofd; heer des huizes |
shujō-拄杖 | staf van een zen-priester [monnik] |
shujō-拄杖 | rekwisiet in het No theater (lange bamboestaf) |
shūkaku-収穫 | (fig.) oogst; opbrengst; vruchten; goed resultaat; prestatie |
shukan-主観 | subject; het (beschouwende) ik; ik-heid |
shuki-手記 | (voor zichzelf opgeschreven) notities [aantekeningen]; herinneringen; memoires |
shuki-酒器 | sake-serveerset (fles of kannetje + kopjes) |
shukikensa-酒気検査 | blaastest |
shukke-出家 | boeddhistische priester [monnik; non] |
shukkin-出勤 | aanwezigheid [presentie] op het werk; het naar het werk gaan; op het werk komen; inklokken |
shukkin-出金 | (uit)betaling; uitgave; financiering; investering |
shukō-首肯 | (een knik met het hoofd als) toestemming; instemmend knikken |
shuku-叔 | (in kanji combinaties) oom |
shuku-宿 | onderdak; huisvesting; logies |
shuku-淑 | (in kanji combinaties) deugdzaam; elegant |
shuku-祝 | (in kanji combinaties) feest; viering |
shukubō-宿坊 | vertrekken [kamers] van priesters [monniken] in een tempel |
shukubō-宿坊 | ruimte voor shinto-priesters voor religieuze reiniging [purificatie] e.d |
shukubō-宿望 | (vurige) hoop [verlangen]; lang gekoesterde wens [ambitie] |
shukuen-宿怨 | een oude, lang gekoesterde, wrok |
shukuen-宿縁 | lotsbestemming |
shukuen-祝宴 | feestelijk banket; feestmaal |
shukuga-祝賀 | viering; festiviteit; gelukwens |
shukugan-宿願 | een lang gekoesterde wens |
shukugō-宿業 | karma (het resultaat van goede en slechte daden in een vorig leven) |
shukuhai-祝杯 | feestdronk; toost |
shukuhaku-宿泊 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
shukui-宿意 | langgekoesterde hoop [verlangen; ambitie] |
shukumei-宿命 | (levens)lot; noodlot; bestemming |
shūkurīmu-シュークリーム | (Frans: chou á la crème) roomsoesje |
shukusaijitsu-祝祭日 | nationale feestdag |
shukyō-酒興 | vermaak tijdens een drankfeest; vermakelijkheden |
shūkyōkaikaku-宗教改革 | (protestantse) Reformatie |
shūmai-シューマイ | Chinese gestoomde dumplings gevuld met vlees |
shumei-主命 | bevel van de heerser [meester] |
shumērubunmei-シュメール文明 | Soemerische beschaving |
shumīzu-シュミーズ | (dames)hemd |
shunbunnohi-春分の日 | lentenachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de lente (op 20 of 21 maart) |
shundei-春泥 | modder door gesmolten sneeuw in de lente |
shunga-春画 | Japanse erotische prent, meestal als blokdruk (ukiyo-e) |
shunjun-逡巡 | aarzeling; besluiteloosheid |
shunmin-春眠 | lenteslaap; diepe slaap (in de lange lentenacht) |
shunō-主脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
shunō-首脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
shunpū-春風 | lentewind; lentebries |
shunsetsu-春節 | Chinees Nieuwjaar; Lentefeest (Chūn Jié) |
shunshū-春愁 | lente melancholie [depressie] |
shunto-しゅんと | depressief; neerslachtig; terneergeslagen; somber |
shuntō-春灯 | nachtlampjes in de lente |
shuppanbutsu-出版物 | uitgave; uitgifte; publicaties |
shuppinbutsu-出品物 | een geëxposeerd stuk [werk]; een expositiestuk |
shuran-酒乱 | beschonken; bezopen |
shūren-修練 | geestelijke en technische training (in kunstvormen, vechtkunsten e.d.) |
shūsai-秀才 | (de meest) getalenteerde [briljante] persoon [student] |
shuseki-酒席 | banket; feest; borrel |
shushasentaku-取捨選択 | selectie; de beste uitkiezen |
shūshi-秋思 | herfstdepressie; najaarsdepressie |
shūshifu-終止符 | punt (leesteken) |
shūshigae-宗旨替え | verandering (van ideologie, interesse, etc.) |
shushō-手抄 | handgeschreven kopie; uittreksel; samenvatting |
shushō-首相 | premier; minister-president; eerste minister |
shūshokushiken-就職試験 | een test [examen] om te kunnen beoordelen of een kandidaat geschikt is voor baan |
shussan'iwai-出産祝い | geboortefeest |
shussan'iwai-出産祝い | felicitaties [cadeaus] bij een geboortefeest |
shussatsu-出札 | kaartverkoop; het verkopen van toegangskaarten [kaartjes] |
shussesaku-出世作 | (in de kunst of literatuur) een werk dat de maker roem [erkenning; aanzien] opleverde; meesterwerk; debuut(werkstuk) |
shusshi-出資 | investering; kapitaalinbreng |
shusshikin-出資金 | geldinvestering; geïnvesteerd geld |
shusshin-出身 | afgestudeerd zijn |
shusshinsha-出身者 | afgestudeerde; alumnus; vroegere inwoner |
shūsui-秋水 | een goed [scherp] geslepen zwaard |
shutchōkyōju-出張教授 | het lesgeven bij een leerling thuis |
shutchōkyōju-出張教授 | docent die les geeft bij een leerling thuis |
shutsugen-出現 | verschijning; opkomst; manifestatie |
shuturumu・unto・dorangu-シュトゥルム・ウント・ドラング | (psychologie) sturm-und-drang (onrustig overgangstijdperk in adolescentie) |
shūyō-収容 | logies; onderdak; toelating |
shūyōsuru-収容する | onderdak [huisvesting] geven; interneren |
shūzen-修繕 | herstel; reparatie; restauratie; herbouw |
sō-僧 | monnik; priester; sangha |
sō-早 | (in kanji combinaties) vroeg; spoedig; snel |
soba-蕎麦 | boekweit (plant: Fagopyrum esculentum) |
sōbai-早梅 | vroege pruimenbloesems |
sobame-側妻 | geliefde; minnares; maîtresse; concubine |
sobame-側妻 | dienares(se) (van iemand met hoge status) |
sōbetsu-総別 | over het algemeen; in het algemeen; meestal |
sōbō-僧坊 | woonvertrekken van priester in een boeddhistische tempel; (boeddhistische) priesterwoning |
sōchō-総長 | president [rector magnificus] van een universiteit [Hogeschool] |
sōda-そうだ | (bevestiging aan het einde van een zin) dat is zo; dat klopt; blijkbaar |
sōdanninoru-相談に乗る | advies geven; adviseren |
sōdansuru-相談する | raadplegen; bespreken; overleggen |
sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
sodeyama-袖山 | mouwkop; mouwinzet (Westerse kleding) |
sōdō-騒動 | vechtpartij; knokpartij; uit de hand gelopen feest |
sōfuku-僧服 | kleding(stuk) [habijt] van een (boeddhistische) priester |
sofutobōru-ソフトボール | softbal (de bal waarmee softbal wordt gespeeld) |
sōga-爪牙 | een (trouwe) dienaar die zijn meester beschermt; iemands rechterhand (fig.) |
sogai-疎外 | het negeren [op afstand houden] van iemand; iemand koeltjes behandelen |
sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
sōgakari-総掛かり | totale kosten [besteding] |
sogan-訴願 | petitie; rekest; verzoekschrift |
sōgana-草仮名 | man'yōgana geschreven in cursieve (sōsho) stijl |
sōgi-争議 | meningsverschil; geschil; ruzie; twist; conflict |
sōgō-総合 | synthese; samenvoeging; integratie |
sōgōgachi-総合勝ち | (judo) overwinning door samengestelde winst |
sōgōgakka-総合学科 | een extra keuzevak dat op middelbare scholen wordt aangeboden naast de algemene en gespecialiseerde vakken |
sogoshisu-総合指数 | samengestelde index (Composite Index) |
sōgu-装具 | accessoires; (kleine) ornamenten; sieraden |
sōi-僧衣 | habijt; priestergewaad; monnikspij |
sōiten-相違点 | geschilpunt; punt van verschil; onderscheid |
sōkenbutsu-総見物 | excursies [het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing] |
sōki-総記 | algemene beschrijving |
sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
sōkō-奏功 | succes; prestatie |
sōkō-奏効 | effectiviteit; succes |
sokō-粗肴 | een bescheiden [nederige] term voor gerechten die men een ander aanbiedt |
sōkoban-倉庫番 | magazijnmeester |
sōkōkai-壮行会 | een (groots) afscheidsfeest |
sokonau-損なう | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
sōkonbokuhi-草根木皮 | wortels van kruiden en schors van bomen (gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde) |
sokoneru-損ねる | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
sōkonmokuhi-草根木皮 | wortels van kruiden en schors van bomen (gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde) |
soku-息 | (in kanji combinaties) adem; ademen; leven; rusten; rente |
sokubai-即売 | verkoop ter plekke (verkoop van tentoongestelde voorwerpen direct in de tentoonstellingsruimte) |
sokudatsubin-速達便 | expressepost; expresbrief |
sokudokuka-速読家 | snellezer; iemand die snel leest |
sokui-即位 | troonsbestijging; kroning |
sokuisuru-即位する | de troon bestijgen |
sokuseki-足跡 | prestatie; bereikt resultaat |
sokutatsu-速達 | expresse; expressebestelling |
sōkyo-巣居 | (arch.) nestbouw en bewoning |
sōkyokuseishōgai-双極性障害 | bipolaire stoornis; manisch-depressieve stoornis |
sokyūken-遡及権 | vorderingsrecht om ontvangen wissels [cheques] te gelde te maken |
somoji-其文字 | jij (aanspreekvorm gebruikt door hofdames) |
somurie-ソムリエ | sommelier; wijnkelner; keldermeester |
son-存 | (in kanji combinaties) bestaan; zijn |
son-村 | (in kanji combinaties) dorp |
sonbō-存亡 | leven of dood; bestaan; bestemming; lot |
sonchō-尊重 | respect; waardering; achting |
sonchō-村長 | burgemeester van een dorp |
sōnen-壮年 | de bloei van het leven; de beste jaren van het leven |
songan-尊顔 | (respectvol woord voor het gezicht van iemand anders) uw gezicht [gelaat; voorkomen] |
songen-尊厳 | waardigheid; prestige |
sonjiru-損じる | (iem. of iets) schade toebrengen; beschadigen; verwonden; krenken |
sonka-尊家 | (respectvol woord voor het huis of de familie van iemand anders) uw huis; uw familie |
sonkai-損壊 | schade; beschadiging; vernieling; vernietiging |
sonkan-尊翰 | (respectvol woord voor een brief van een ander) uw brief |
sonkei-尊兄 | (respectvol) uw oudere broer |
sonkei-尊兄 | (respectvol gebruikt als aanspreektitel voor de tweede persoon tussen mannen met een gelijke status) u |
sonkei-尊敬 | respect; achting |
sonkeigo-尊敬語 | erend [respectvol] taalgebruik |
sonkeisuru-尊敬する | respecteren; (hoog)achten |
sonkin-損金 | (financieel) verlies |
sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
sonomama-其の儘 | in een onveranderlijke staat [toestand]; intact |
sonota-其の他 | de anderen; de rest; en anderen; et cetera; enzovoort |
sonshitsu-損失 | verlies (van geld, bezittingen, etc.) |
sonsho-尊書 | (respectvol woord voor een brief van een ander) uw brief |
sonshoku-遜色 | minderwaardigheid; ondergeschiktheid |
sonzai-存在 | het bestaan; het leven; de aanwezigheid |
sonzaisuru-存在する | bestaan |
sonzoku-存続 | voortbestaan; voortzetting; vervolg |
sonzuru-損ずる | (iem. of iets) schade toebrengen; beschadigen; verwonden; krenken |
son'ekikeisansho-損益計算書 | winst- en verliesrekening; resultatenrekening |
sōō-相応 | doelmatigheid; overeenkomstigheid; geschiktheid |
sōō-相応 | (boeddh.) de verbinding tussen [vereniging van] lichaam en geest |
sōon-宋音 | Song-lezing (de Japanse uitspraak van Chinese karakters uit de Song dynastie; vooral van woorden gerelateerd aan het Zen Boeddhisme) |
sopurano-ソプラノ | sopraan (hoge zangstem); sopraanzangeres |
soraosoroshii-空恐ろしい | onbestemd [vaag] onrustig [angstig] |
sōrā・mirā-ソーラー・ミラー | zonnespiegel; helioscoop |
sōrā・shisutemu-ソーラー・システム | het zonnestelsel |
sōrā・shisutemu-ソーラー・システム | zonne-energiesysteem |
soredake-其れだけ | des te meer [minder]; zoveel als; in verhouding |
soredake-其れだけ | dat is alles; alleen dat; niet meer dan dat |
soredemo-それでも | toch; desalniettemin |
sorei-祖霊 | voorouderlijke geesten (n Japan de geesten van overledenen waarvoor al bepaalde herdenkingsdiensten zijn gehouden, b.v. 33 of 50 jaar na hun dood) |
sorenimokakawarazu-其れにも拘わらず | niettemin; desondanks; niettegenstaande; toch |
sorewasateoki-それはさておき | los daarvan; behalve dat; afgezien van dat; dat buiten beschouwing gelaten |
sorezore-其れ其れ | elk; ieder; respectievelijk |
sōridaijin-総理大臣 | minister-president; premier |
sorosoro-そろそろ | langzaam; zachtjes; geleidelijk |
sōryo-僧侶 | boeddhistische priester [monnik] |
sōseki-僧籍 | (Boeddh.) het ambt van priester of monnik |
sōsetsu-総説 | algemene discussie [bespreking]; overzicht |
sōsha-奏者 | instrumentalist; speler; bespeler van een muziekinstrument |
sōsha-掃射 | beschieting; geweervuur; spervuur; mitraillade |
sōshiki-葬式 | begrafenis; teraardebestelling; uitvaart; begrafenisplechtigheid |
soshina-粗品 | een klein cadeau [geschenk; presentje] |
soshioguramu-ソシオグラム | sociogram (voorstelling van relaties in een sociale groep) |
sōshitsu-喪失 | verlies; het kwijtraken |
soshō-訴訟 | rechtszaak; (rechts)geding; proces |
soshōhiyō-訴訟費用 | proceskosten |
soshōkeizoku-訴訟係属 | het in behandeling [hangende; onbeslist] zijn |
sōshoku-僧職 | (boeddh.) priesterschap |
sōtai-僧体 | de gestalte [het uiterlijk] van een (boeddhistische) monnik |
sōtai-総体 | het geheel; alles |
sōtei-想定 | veronderstelling; hypothese; aanname; verwachting; inschatting |
sōten-争点 | punt van discussie; probleem in kwestie |
sotetsu-蘇鉄 | vredespalm; Japanse sagopalm |
sōtō-総統 | alleen-heerser; opperbevelhebber; (machtige) president |
sotoberi-外耗 | de verhouding tussen het verlies van de hoeveelheid graan bij vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
sotsugyōsei-卒業生 | afgestudeerde |
sotsui-訴追 | vervolging; tenlastelegging; aanklacht; beschuldiging |
sotto-そっと | stilletjes; zachtjes |
souru-ソウル | ziel; geest |
sōutsubyō-躁鬱病 | manisch-depressieve psychose |
soware-ソワレ | (Frans: soirée) soiree; avondvoorstelling; avondfeest |
soyokaze-微風 | lichte wind; zacht briesje |
soyosoyo-そよそよ | zachtjes |
sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
sōzarai-総浚い | repeteren [herhalen; opnieuw bestuderen] (hetgeen men geleerd heeft) |
sōzu-僧都 | op één na hoogste rang van een Boeddhistische priester |
su-巣 | (vogel)nest |
sū-数 | lot; noodlot; (voor)bestemming |
sube-術 | (vastgestelde) methode; manier; werkwijze |
subete-全て | alles; helemaal; volledig |
subuta-酢豚 | zoetzuur varkensvlees; varkensvlees in zoetzure saus |
sūchi-数値 | uitkomst [resultaat] van een berekening |
suchuwādesu-スチュワーデス | stewardess |
sudatsu-巣立つ | het nest verlaten (ook fig.) |
suenoyo-末の世 | latere generaties; latere jaren; in de toekomst |
suezen-据え膳 | de avances van een vrouw |
sugi-杉 | Japanese ceder (Cryptomeria japonica) |
sugina-杉菜 | (paardenstaart) Heermoes (een plant, Equisetum arvense) |
sugosu-過ごす | (tijd) doorbrengen [besteden] |
sui-粋 | de essentie; het beste; het belangrijkste |
sui-衰 | (in kanji combinaties) verzwakking; achteruitgang; verval |
suihi-水肥 | vloeibare mest |
suihō-水泡 | (vloeistof) schuim; belletjes; bruis |
suimin'igaku-睡眠医学 | slaapgeneeskunde |
suisentosho-推薦図書 | aanbevolen boek(en) [literatuur; leeslijst] |
suishō-推奨 | aanbeveling; advies |
suisō-吹奏 | het bespelen van een blaasinstrumenten |
suisoku-推測 | schatting; hypothese; vermoeden; veronderstelling |
suisui-すいすい | (onomatopee) licht; soepel; glijdend; gladjes; vlot |
suitai-酔態 | dronkenschap; roes |
suitō-水筒 | veldfles; waterfles |
suiton-水団 | in soep gekookte (platte) meelballetjes [knoedels] |
suīto・hāto-スイート・ハート | (Eng.: sweetheart) geliefde; lief(je); lieverd; minnaar; minnares |
suitsuketabako-吸い付け煙草 | een al aangestoken sigaret (om aan iemand te geven) |
suiyaku-水薬 | vloeibaar medicijn; geneesmiddel in drankvorm; medicinaal drankje |
suiyo-酔余 | dronken [beschonken] zijn; onder invloed zijn (van alcohol) |
suiyōeki-水様液 | waterig oogvocht (vloeistof in het oog die de ruimte tussen het hoornvlies en de lens (en rondom de lens) opvult) |
suizō-膵臓 | pancreas; alvleesklier |
suizōen-膵臓炎 | alvleesklierontsteking; pancreatitis |
suji-筋 | spier; pees |
suji-筋 | een gerelateerde kwestie [zaak] |
sujibaru-筋張る | gespierd zijn [worden] |
sujibaru-筋張る | formeel [stijfjes] zijn [worden] |
sukaidaibingu-スカイダイビング | (Eng.: sky diving) parachutespringen |
sukeruton-スケルトン | (sport) skeleton (stalen slee waarbij de bestuurder op zijn buik ligt) |
sukīinsutorakutā-スキーインストラクター | ski-instructeur; skileraar; skilerares |
sukījō-スキー場 | ski resort; skicentrum; skihelling |
sukimasangyō-隙間産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
sukiyaki-鋤焼き | sukiyaki, een Japans eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
sukoshi-少し | eventjes; korte tijd |
suku-剝く | in dunne reepjes snijden |
sukurappu・ando・birudo-スクラップ・アンド・ビルド | methode bij het maken van een nieuwe begroting van een organisatie (inefficiënte onderdelen worden geschrapt en vervangen door nieuwe) |
sukurēpā-スクレーパー | schraper; schraapmes; krabber |
sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
sumai-住まい | het wonen; leven; bestaan |
sumashi-澄まし | netjes [stijfjes; preuts] zijn; iem. die netjes [stijfjes; preuts] is |
sumashi-澄まし | (bakje) water om sake kopjes af te spoelen (tijdens een feest of banket) |
sumika-住み処 | woonplaats; residentie; woning |
suminikui-住み難い | niet geschikt [onaangenaam] om in te wonen |
sumitsuki-墨付き | commentaar ingestoken in een klassiek boekwerk |
sumitsuku-住み着く | zich (ergens) vestigen; gaan wonen |
sumiyoi-住み良い | aangenaam [plezierig; geschikt] om te wonen |
sumizumi-隅隅 | elk hoekje en gaatje; alle hoeken en gaatjes; alle kanten [facetten; details]; de fijne kneepjes |
sumu-住む | (棲む) nesten; nestelen van vogels (in takken) |
sunameno-砂目の | gestippeld; gepointilleerd |
sunawachi-即ち | precies; niets anders dan; niet meer en niet minder |
suneate-脛当て | scheenbeschermers |
sungen-寸言 | kernachtige [korte en geestige] opmerking; kwinkslag; boutade |
sunnari-すんなり | (onomatopee) probleemloos; gemakkelijk; vlot; gladjes |
sunpyō-寸評 | een korte beoordeling [bespreking]; kort commentaar |
sunzun-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |
supaiku-スパイク | (schoenen met) spikes (nagels of noppen) |
supan・obu・kontorōru-スパン・オブ・コントロール | spanwijdte (een management-begrip dat aangeeft aan hoeveel ondergeschikten een manager moet leidinggeven) |
sūpā・bouru-スーパー・ボウル | de Super Bowl (de kampioenswedstrijd tussen de twee winnende teams van resp. de American Football Conference en de National Football Conference) |
supea-スペア | reserve; reserveonderdeel; vervanging |
supearibu-スペアリブ | spareribs; krabbetjes |
supea・kī-スペア・キー | reservesleutel |
supēsu-スペース | spatie (leesteken) |
supēsushatoru-スペース・シャトル | spaceshuttle; ruimteveer |
supēsushippu-スペースシップ | ruimteschip; ruimtevaartuig |
supēsu・shatoru-スペース・シャトル | ruimteveer; spaceshuttle |
supīchi-スピーチ | spraak; toespraak; rede; voordracht |
supīchi・serapī-スピーチ・セラピー | logopedie; spraaktherapie; spraakles |
supirichuaru-スピリチュアル | spiritueel; geestelijk |
supiritto-スピリット | geest; ziel |
supiritto-スピリット | spook; geest |
supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
suponsā-スポンサー | investeerder; financier |
supotto・ado-スポット・アド | reclamespot; televisiespot |
supotto・komāsharu-スポット・コマーシャル | reclamespotje dat op bepaalde tijdstippen wordt uitgezonden |
supuritto-スプリット | (bowlen) een eerste worp waarna twee groepjes kegels blijven staan |
surabu-スラブ | stuk gesteente; steenplaat; betonplaat; staalplaat |
suranpu-スランプ | (economische) recessie; inzinking; terugval |
surību-スリーブ | koker; huls; hoes |
surī・banto-スリー・バント | (honkbal, a bunt with two strikes) een (opofferings)stootslag van de slagman bij twee slag |
surī・dimenshon-スリー・ディメンション | drie dimensies; 3D |
surotto・mashin-スロット・マシン | automaat (voor kaartjes, drank, sigaretten, etc.) |
suru-する | beslissen |
suru-する | oordelen; beschouwen (als); veronderstellen |
surudoi-鋭い | scherp (van mes, naald, etc.) |
surumeika-鯣烏賊 | vliegende inktvis (Todarodes pacificus) |
susuki-薄 | Chinees prachtriet; Japans pampasgras (Miscanthus sinensis) |
sutādasuto-スターダスト | sterrenstof; sterrenwolk; kosmische stofdeeltjes |
sutaddoresu・taiya-スタッドレス・タイヤ | (auto) winterbanden zonder spijkerbeslag |
sutairu-スタイル | figuur; gestalte; vorm |
sutanbai-スタンバイ | paraat [bereikbaar; klaar; reserve] zijn |
sutandādo・tesuto-スタンダード・テスト | standaard test |
sutandoin-スタンドイン | vervanger (iemand die bij filmopnames een acteur vervangt) |
sutāringu・burokku-スターリング・ブロック | een groep landen (voornamelijk uit het Britse Gemenebest) die hun munteenheid aan het pond sterling koppelden |
sutaru-廃る | beschadigd worden (eer, reputatie, e.d.) |
sutearingu-ステアリング | besturing; stuurinrichting |
sutedī-ステディー | stabiel; gestaag |
sutēki-ステーキ | biefstuk; lap vlees |
sutekki-ステッキ | zweep (paardenraces) |
sutenresu-ステンレス | roestvrij (staal) |
sutenresukō-ステンレス鋼 | roestvrij staal |
sutenresu・suchīru-ステンレス・スチール | roestvrij staal |
sutēshon・kōru-ステーション・コール | een internationaal gesprek waarbij de aanvrager niet een bepaalde persoon hoeft te spreken |
sutēto・amachua-ステート・アマチュア | door de overheid gesubsidieerde amateursporter |
sutorakuchādo・puroguramingu-ストラクチャード・プログラミング | gestructureerd programmeren |
sutoreputomaishin-ストレプトマイシン | streptomycine (bacteriëndodend geneesmiddel) |
sutoresu-ストレス | (geestelijke) spanning; stress; druk |
sutorēto-ストレート | in één keer; winnen zonder verliespunt |
sutoringusu-ストリングス | (in een orkest) de (bespelers van) snaarinstrumenten |
sutorippā-ストリッパー | stripdanser (m); stripdanseres (v) |
sutōru-ストール | stool (lange bandstrook door priesters gedragen) |
suu-吸う | zuigen; met kleine slokjes drinken |
suzukaze-涼風 | koele bries; verfrissend windje |
suzumebachi-雀蜂 | wesp; horzel |
suzumeodori-雀踊り | musjesdans, waarbij de bewegingen van mussen door de dansers worden geïmiteerd (traditionele dans uit de 19de eeuw, wordt nog opgevoerd op festivals) |
suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van gegrilde mussenvlees |
suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van kleine gegrilde visjes op een spies |
suzutake-篠竹 | kleine bamboesoort (Sasamorpha) |
ta-多 | (in kanji combinaties) veel; talrijk |
tabearuki-食べ歩き | een restaurant trip; verschillende restaurants na elkaar bezoeken [uitproberen] |
tabenokoshi-食べ残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
tabi-足袋 | tabi, Japanese sok (met een split tussen de tenen voor het dragen van teenslippers) |
tabihōshi-旅法師 | reizende boeddhistische priester |
tabirako-田平子 | Lapsanastrum apogonoides (een plant) |
tabisaki-旅先 | (reis)bestemming; reisdoel |
tabisō-旅僧 | reizende [rondtrekkende] priester |
tābochājā-ターボチャージャー | turbolader; turbocompressor |
tābojetto-ターボジェット | turbinestraalmotor |
tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
tachiiru-立ち入る | naar binnen gaan; ingaan; betreden (ook zonder toestemming) |
tachisugata-立ち姿 | staande figuur [gestalte]; pose |
taeru-絶える | verbroken [vernietigd] worden; ophouden te bestaan; uitsterven |
taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
tagu・matchi-タグ・マッチ | professionele worstelwedstrijden van tagteams |
tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
tai-対 | tegenover(gestelde); contra; versus; tegen |
tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
tai-耐 | (in kanji combinaties) bestendig; bestand (tegen); -proof |
tai-貸 | (in kanji combinaties) lenen |
tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
taiatsu-耐圧 | drukbestendigheid |
taidō-胎動 | tekenen [indicaties] van verandering |
taieki-退役 | het op non-actief stellen van machines, vaartuigen, e.d. (na lang gebruik) |
taigaku-退学 | het van school gestuurd zijn [worden] |
taigyō-大業 | grote [enorme] klus [taak; onderneming; geweldige prestatie |
taihen-大変 | ernstig [afschuwelijk; vreselijk] zijn |
taihi-堆肥 | compost; mest |
taihitsu-大筆 | meesterwerk in kalligrafie, dichtkunst, proza, e.d. |
taihō-大砲 | geschut; artillerie; kanon |
taiho-逮捕 | arrestatie; gevangenneming |
taihojō-逮捕状 | arrestatiebevel |
taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
taihoreki-逮捕歴 | arrestatie verleden; arrestatie register |
taihosuru-逮捕する | arresteren; gevangennemen |
taii-大意 | de kern; essentie; (hoofd)strekking; het algemene idee; een korte samenvatting |
taijōhōshin-帯状疱疹 | herpes zoster; gordelroos |
taika-大家 | meester; expert; eminent geleerde [vakman] |
taika-大火 | een groot [verwoestend] vuur |
taikai-大会 | congres; conferentie |
taikaku-体格 | lichaamsbouw; constitutie; fysiek gestel |
taikatebukuro-耐火手袋 | hittebestendige [vuurvaste} handschoen |
taikatsusuru-大喝する | met een harde stem de les lezen; uitschelden |
taikō-大功 | grote verdienste; prestatie; (helden)daad; wapenfeit |
taikoban-太鼓判 | teken van toestemming [garantie] |
taikomochi-太鼓持ち | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten en geisha tijdens een feest; stemmingmaker; animator |
taikyoku-大局 | algemene [globale] situatie [omstandigheid]; algemene [globale] toestand; breder geheel; het grote beeld; het algehele overzicht |
taikyokuken-太極拳 | Tai Chi (Chuan), traditionele Chinese vechtkunst |
taima-大麻 | cannabis; marihuana; wiet; hasj; hasjiesj |
taimei-待命 | in afwachting van orders [instructies; aanstelling] |
taimen-体面 | eer, reputatie; waardigheid; prestige |
taimuzu・sukuea-タイムズ・スクエア | Times Square (plein in Manhattan, New York) |
tainaitōshi-対内投資 | inkomende investeringen; buitenlandse investeringen in Japan |
tainetsu-耐熱 | hittebestendigheid |
tainin-体認 | deskundigheid op basis van ervaring; door ervaring wijs geworden |
tainōshobun-滞納処分 | beslaglegging naar aanleiding van een betalingsachterstand |
taiō-対応 | geschiktheid; gepastheid; afstemming |
taiōgenri-対応原理 | (natuurkunde) correspondentieprincipe |
tairanto-タイラント | tiran; despoot |
tairei-大礼 | staatsceremonie (b.v. de troonsbestijging van een koning) |
tairitsusuru-対立する | tegen [afkerig] zijn; tegengesteld zijn |
tairyōkenkyo-大量検挙 | massa-arrestatie |
tairyū-対流 | convectiestroom; convectiestroming |
taisaku-大作 | (in kwaliteit) een meesterwerk |
taisan-耐酸 | zuurbestendig zijn |
taisei-体制 | de gevestigde orde; de autoriteiten; het regime; het bewind |
taisei-耐性 | resistentie (b.v. tegen antibiotica); weerstand; tolerantie |
taisekidanseiritsu-体積弾性率 | compressiemodulus; massa [volume] modulus |
taisekigan-堆積岩 | sedimentair gesteente; afzettingsgesteente |
taisekisayō-堆積作用 | sedimentatie; depositie proces |
taisen-対戦 | strijd; gevecht; confrontatie; tweestrijd |
taisenshahō-対戦車砲 | antitankgeschut; antitankgeweer |
taisha-大赦 | amnestie; generaal pardon |
taishakuten-帝釈天 | (boeddh.) een beschermgod, Sakra devānām Indra (Śakra, Heer van de Devas) |
taishin-対審 | confrontatie in een proces (tussen verdachte en aanklager) |
taishin-耐震 | aardbevingsbestendigheid |
taishinkōzō-耐震構造 | aardbevingsbestendige constructie |
taishitsu-体質 | fysieke [lichamelijke] gesteldheid |
taishoku-耐食 | corrosie resistentie; roestbestendigheid |
taishōteki-対照的 | tegenovergesteld; contrasterend |
taisui-耐水 | waterbestendig [waterproef; waterproof ] zijn |
taisuisei-耐水性 | waterbestendigheid |
taisuiseibeniya-耐水性ベニヤ | (water -en weerbestendig) multiplex |
taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
taiwanbōzu-台湾坊主 | atmosferische depressie [cycloon] in de Oost-Chinese Zee |
taiyōkei-太陽系 | het zonnestelsel |
taiyōkōsen-太陽光線 | zonnestralen |
taizanhokuto-泰山北斗 | autoriteit; deskundige; beroemdheid |
tai・burēku-タイ・ブレーク | (tennis) speciale game om set te beslissen (bij een stand van 6-6) |
taji-他事 | andere zaak [kwestie]; iets anders |
tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
takaibiki-高鼾 | luid gesnurk |
takebera-竹べら | puntig bamboemes |
takedakeshii-猛猛しい | wild; woest; vermetel; dapper; brutaal |
takegushi-竹串 | bamboe spies [pin] (m.n. voor voedsel) |
takenoko-竹の子 | bamboescheut; bamboespruit |
takezao-竹竿 | bamboepaal; bamboestok |
takku-タック | (gestikte) plooi (kleding) |
takumashii-逞しい | krachtig; resoluut; wilskrachtig |
tama-霊 | ziel; geest |
tamamatsuri-霊祭り | vooroudersfestival; festival van de doden (om de geesten van de voorouders te verwelkomen, in de zevende maand van de maankalender) |
tamamono-賜物 | cadeau; geschenk; gift |
tamamono-賜物 | resultaat uitkomst; vrucht |
tamaru-貯まる | gespaard worden; zich opstapelen |
tamashii-魂 | ziel; geest |
tamasudare-玉簾 | Witte westenwindbloem (Zephyranthes candida) |
tameike-溜め池 | waterreservoir; spaarbekken; (irrigatie) vijver |
tamerau-躊躇う | aarzelen; weifelen; besluiteloos zijn; twijfelen |
tameshigiri-試し斬り | het testen van de scherpte van een zwaard (op mensen of dieren) |
tamesu-試す | pogen; proberen; testen; experimenteren |
tamokuteki-多目的 | multipurpose; voor meerdere doeleinden geschikt; multifunctioneel |
tamurosuru-屯する | gestationeerd [gelegerd; ingekwartierd] zijn |
tan-タン | tong (vleesgerecht, zoals ossentong) |
tanabata-七夕 | Tanabata, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
tanabatamatsuri-七夕祭り | Tanabata festival, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
tanbishugi-耽美主義 | estheticisme |
tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
tanetsuke-種付け | het fokken [paren] met het beste mannetje en vrouwtje (bij dieren) |
tangonosekku-端午の節句 | Japanse feestdag voor jongens (elk jaar op 5 mei) |
tanimachi-谷町 | (sumo) beschermheer; mecenas; geldschieter (van een worstelaar of stal) |
tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
tanken-短剣 | kort zwaard; dolk; mes; ponjaard |
tānkī-ターンキー | gebruiksklaar; kant-en-klaar; alles inbegrepen |
tankidaigaku-短期大学 | (2-jarige) hogeschool [universiteit] (opleidend tot Bachelor diploma) |
tanku-タンク | tank; reservoir |
tanku-短躯 | klein postuur; kleine gestalte |
tankyū-探求 | zoektocht; queeste |
tanmen-タンメン | Chinese noedelsoep met roergebakken vlees en groenten |
tanomu-頼む | vragen; verzoeken; bestellen |
tanpatsuki-単発機 | eenmotorig toestel (vliegtuig) |
tanraku-短絡 | verkorting (v.e. procedure); voorbarige conclusies |
tanrakusuru-短絡する | voorbarige conclusies trekken; te snel handelen [oordelen] |
tanren-鍛練 | geestelijke en lichamelijke training [discipline] |
tansei-端整 | fatsoenlijk [respectabel; netjes; rechtschapen; mooi] zijn |
tanshō-丹霄 | (ambts)woning [residentie] van de keizer |
tansu-箪笥 | (kleren)kast; ladekast; dressoir; commode |
tanza-端座 | (bij Zen meditatie) de correcte [voorgeschreven] zitpositie |
tarabagani-鱈場蟹 | rode koningskrab (Paralithodes camtschaticus) |
tarako-鱈子 | kabeljauw eitjes [kuit] |
tare-垂れ | lendebeschermer (kendō) |
taremaku-垂れ幕 | een (hangende) langwerpige strook stof waarop (van boven naar beneden) iets geschreven staat |
tarutaru・sōsu-タルタル・ソース | tartaarsaus (mayonaise met mosterd, kappertjes, augurk, e.d.) |
taryōchūmon-多量注文 | grote bestelling; bestelling van grote hoeveelheden |
tashinamu-嗜む | voorzichtig [bescheiden] zijn |
tashisentakushikitesuto-多肢選択式テスト | multiplechoicetest; multiplechoicetoets; meerkeuzetoets |
tassei-達成 | prestatie; resultaat; succes; verwezenlijking |
tasseikan-達成感 | voldaan gevoel; gevoel van voldoening; gevoel succes [iets bereikt] te hebben |
tasseisuru-達成する | presteren; (resultaat) bereiken; verwezenlijken |
tassha-達者 | ervaring; vakmanschap; bekwaamheid; meesterschap |
tassha-達者 | meester; expert; vakman |
tataru-祟る | een slecht resultaat [slechte situatie] teweegbrengen [veroorzaken] |
tategumi-縦組み | verticale typografie; verticale leesrichting |
tateito-縦糸 | schering (op een weefgetouw gespannen draden) |
tatenuki-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
tateshi-殺陣師 | choreograaf van scenes met zwaardgevechten (voor film, toneel, etc.) |
tatetoosu-立て通す | (tot het einde) voortduren [blijven bestaan] |
tatewari-縦割り | verticale [hiërarchische] organisatiestructuur |
tateya-建屋 | gebouw (voor opslag en gebruik van (zware) machines, apparatuur, e.d.) |
tatsuben-達弁 | welbespraaktheid |
tatsubun-達文 | goed geschreven [duidelijke] tekst |
tatsujin-達人 | expert; meester; deskundige; iemand die in een bepaalde vak, kunst of ambacht excelleert |
tatsutaage-竜田揚げ | (met sojasaus en mirin) gemarineerde, in aardappelmeel gerolde, en daarna gefrituurde stukjes kip of vis |
taun'uea-タウンウエア | stadskleding; (nette) kleding die geschikt is om in de stad te dragen |
taun・hausu-タウン・ハウス | huis in de stad; rijtjeshuis; woningcomplex |
taun・mītingu-タウン・ミーティング | gemeentevergadering (met inwoners en gemeentebestuurders) |
tayū-大夫 | Shinto priester (van een lage rang) |
tazai-多罪 | (een beleefde term om je te verontschuldigen voor onbeleefdheid, nalatigheid, e.d.) excuses (voor...) |
tazuki-方便 | middelen van bestaan; levensonderhoud |
tebikaeru-手控える | in reserve houden |
tebiki-手引き | begeleiding; hulp; advies |
tebiroi-手広い | ruim; wijd; uitgestrekt |
tēburu・chāji-テーブル・チャージ | couvert-kosten (restaurant) |
tēburu・supīchi-テーブル・スピーチ | korte toespraak aan tafel tijdens een diner |
tēburu・tōku-テーブル・トーク | tafelgesprek |
tedori-手取り | netto salaris; besteedbaar inkomen |
tegakeru-手がける | hanteren; bedienen; beheren; besturen; behandelen |
tegaki-手書き | handschrift; handgeschreven manuscript |
tegakide-手書きで | handgeschreven |
tegara-手柄 | (grote) prestatie; kunstukje; staaltje; knap werk |
tegatakashitsuke-手形貸付け | voorschot op promesse; lening op rekening |
tegire-手切れ | het verbreken van relaties [verbindingen] |
tegirei-手奇麗 | mooi [netjes] (afgewerkt) handwerk |
tegoma-手駒 | een geslagen stuk (bij shōgi, Japans schaken) |
tegoma-手駒 | (na)volger; ondergeschikte |
tegoro-手頃 | geschikt; passend |
tegoto-手事 | listen [trucjes] van prostitués om klanten binnen te lokken |
tei-低 | (in kanji combinaties) laag |
tei-帝 | (in kanji combinaties) keizer (zoon van het hemelse rijk) |
tei-帝 | (in kanji combinaties) hemelse god (i.t.t. aardse god) |
tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van rechtspraak |
tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van overheidsaangelegenheden |
tei-貞 | (in combinaties) principieel zijn; kuisheid |
teian-提案 | voorstel; suggestie |
teiboku-低木 | heester; struik; kreupelhout |
teichaku-定着 | bevestiging; vastzetting; vasthechting; vestiging |
teidan-鼎談 | gesprek met drie partijen; tripartiete gesprek |
teigaku-停学 | (tijdelijke) schorsing voor het volgen van klassen [colleges] |
teigaku-定額 | vastgesteld bedrag |
teiginsuru-低吟する | neuriën; zachtjes [binnensmonds] zingen |
teihon-底本 | manuscript; eerste (werk)versie van een geschrift |
teiji-定時 | vastgesteld [vooraf bepaald] tijdstip; vaste tijd |
teiji-提示 | vertoning; presentatie; het tonen; laten zien |
teijisuru-提示する | tonen; laten zien; presenteren |
teike-手生け | een geisha als vrouw of minnares nemen |
teikeishi-定型詩 | verzen in vaste vorm (poëziestijl) |
teikoku-定刻 | afgesproken [vastgestelde] tijd; tijdschema |
teikyūbi-定休日 | vaste vrije dag; vaste dag dat iets gesloten is |
teire-手入れ | politie-inval; arrestatie |
teiritsu-定律 | vastgestelde wet [regelgeving] |
teiritsuhō-定率法 | degressieve afschrijvingsmethode |
teiron-定論 | gevestigde theorie; algemeen gangbare mening |
teisatsu-偵察 | verkenning; bespieding; bespionering |
teisei-帝政 | monarchistisch (keizer of koning) bewind [bestuur; heerschappij] |
teishiki-定式 | vastgestelde norm [vorm]; voorgeschreven ritueel [gebruik] |
teishutsu-提出 | presentatie; indiening; inlevering |
teishutsusuru-提出する | indienen; inleveren; presenteren |
teitaku-邸宅 | villa; landhuis; paleis; residentie |
teitaraku-体たらく | moeilijke toestand; lastige situatie |
tejun-手順 | procedure; proces; stappen (fig.); maatregelen |
tekake-手掛け | maitresse |
teki-摘 | (in kanji combinaties) (op)pakken; vasthouden; plukken; knippen; snijden; knijpen |
teki-笛 | (Chinese) fluit |
tekihi-適否 | geschiktheid; gepastheid |
tekiki-手利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
tekiroku-摘録 | samenvattting; résumé |
tekirokusuru-摘録する | samenvatten; resumeren |
tekisei-適性 | geschiktheid; bekwaamheid |
tekiseikensa-適性検査 | onderzoek [test] naar geschiktheid; proeve van bekwaamheid |
tekisetsu-適切 | passend [geschikt; correct] zijn |
tekishisuru-敵視する | vijandig staan tegenover; iemand als vijand beschouwen [tegemoet treden] |
tekisu-適す | passen; geschikt zijn (voor) |
tekisuru-適する | passen; geschikt zijn (voor) |
tekisuto・fairu-テキスト・ファイル | tekstbestand |
tekitō-適当 | correctheid; geschiktheid |
tekiyaku-適役 | een geschikte rol [functie; baan] |
tekizai-適材 | de juiste [geschikte] persoon (voor een functie) |
tekkaku-適格 | geschiktheid; bekwaamheid; competentie |
tekketsu-鉄血 | (lett. ijzer en bloed) sterke krijgsmacht (verwijzing naar een toespraak van Bismarck van Pruisen) |
tekki-適期 | juiste tijd; geschikte periode (b.v. om te planten of te oogsten) |
tekkō-手甲 | handbescherming (van leer of katoen) |
tekomai-手古舞 | festival dans (Edo periode) |
tekunosutoresu-テクノストレス | technostress (de negatieve invloed die het gebruik van computers heeft op de mens) |
temane-手真似 | (hand)gebaar; geste; teken; pantomime |
temiyage-手土産 | een presentje [cadeau] van een bezoeker [bezoekster] |
temizu-手水 | water om je handen te bevochtigen (bij het maken van mochi (Japanse rijstcakes)) |
temochishikin-手持ち資金 | ter beschikking staande fondsen; geld [kapitaal] dat er beschikbaar is |
temori-手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
ten-天 | de voorzienigheid; het lot; de lotsbestemming |
ten-展 | (in kanji combinaties) het tentoonstellen; tentoonstelling |
ten-殿 | (in kanji combinaties) paleis |
ten-篆 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
tendaizasu-天台座主 | de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
tendāroin-テンダーロイン | (rundvlees) ossenhaas; lendenbiefstuk |
tenjihin-展示品 | tentoongesteld [geëxposeerd] voorwerp [kunstwerk] |
tenjiku-天竺 | aanduiding bij (Chinese) gerechten: erg [te] pittig |
tenjikurōnin-天竺浪人 | een persoon zonder vast adres; een zwerver |
tenjō-殿上 | (afk. voor) ruimtes [vertrekken] in het paleis |
tenjōnoma-殿上の間 | ruimtes [vertrekken] in het paleis |
tenka-天下 | (afk. voor) keizer; zoon des hemels |
tenka-天下 | (erenaam voor) keizerlijke prins [prinses]; prins-regent |
tenkai-展開 | (wiskunde) desintegratie; uitwerking |
tenkan-天冠 | hoofddeksel [kroon] van een jonge keizer (bij zijn troonsbestijging) |
tenkeigenso-典型元素 | hoofdgroep-element; representatief element |
tenki-天気 | het weer (weersgesteldheid) |
tenki-転帰 | het resultaat [gevolg] van een ziekte; de laatste fase van een ziekteproces |
tenkō-天功 | hemels werk; werk [prestatie; gave] van de hemel [de natuur; het universum] (of van de keizer als plaatsvervanger van de hemel) |
tenkyo-転居 | verhuizing; verandering van (woon)adres |
tenmei-天命 | (levens)lot; bestemming |
tennenkinenbutsu-天然記念物 | een beschermde diersoort [plantensoort] |
tennenkinenbutsu-天然記念物 | een beschermde habitat [leefgebied]; een beschermde geologische formatie |
tennōheika-天皇陛下 | Zijne Majesteit de Keizer |
tennōtanjōbi-天皇誕生日 | de verjaardag van de keizer (nationale feestdag; 23 februari) |
tennyo-天女 | nimf van het hemelrijk; engel; hemelgeest (v) |
tenperaga-テンペラ画 | tempera schilderij; schilderij met tempera (verfsoort) geschilderd |
tenpon-点本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
tenpura-天麩羅 | tempura (stukken vis of groente in een beslag gedoopt en gefrituurd) |
tensaku-典策 | (klassiek) boekwerk (m.n. over geschiedenis) |
tensho-篆書 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
tenshoku-転職 | carrièreswitch; verandering van beroep [(loop)baan] |
tenshon-テンション | (emotionele) spanning; gespannenheid; zenuwachtigheid |
tentaku-転宅 | verhuizing; verandering van (woon)adres |
tentan-恬淡 | onverschilligheid; ongeïnteresseerdheid; onbekommerdheid |
tentōmushi-天道虫 | lieveheersbeestje |
teodori-手踊り | eenvoudige dansje bij volksliedjes |
teppeki-鉄壁 | een onneembare vesting; een solide [ijzersterke] verdediging |
terakoya-寺子屋 | (historisch, pre-modern Japan) klein klaslokaal in een tempel (om buurtbewoners basisles te geven in lezen, schrijven en rekenen) |
terasen-寺銭 | betaling van geleend geld (voor gok doeleinden) met vaste rentetoeslag |
terasu-テラス | terras; bordes |
terebijon-テレビジョン | televisie; tv-toestel |
terebikyoku-テレビ局 | televisiestation |
terekusai-照れくさい | gênant; pijnlijk; beschamend; vernederend; ongemakkelijk |
tereya-照れ屋 | een verlegen [bedeesde; schuwe] persoon |
teri-照り | zonneschijn; mooi [zonnig] weer |
teriyaki-照り焼き | teriyaki: gegrilde vis of vlees in gezoete sojasaus |
tēru-テール | tael (Chinese weeg-eenheid) |
tesagebukuro-手提げ袋 | handtas; damestasje; boodschappentas |
tesha-手者 | een bekwaam [kundig; getalenteerd; rijk] persoon; meester |
teshita-手下 | een ondergeschikte; volgeling; loopjongen |
tessera-テッセラ | tesserae |
tessō-鉄窓 | raam met (ijzeren) tralies ervoor |
tesuki-手漉き | handgemaakt [handgeschept] papier |
tesukigami-手漉き紙 | handgemaakt [handgeschept] papier |
tesutamento-テスタメント | Testament (Bijbel) |
tesuto-テスト | test; examen |
tesutosuron-テストステロン | testosteron |
tesutoxmassu-テストxマッサ | test met kerst |
tesuto・doraibā-テスト・ドライバー | testrijder |
tesuto・kēsu-テスト・ケース | test case; proefproces |
tesuto・kyanpēn-テスト・キャンペーン | proefcampagne; testperiode |
tesuto・māketto-テスト・マーケット | testmarkt |
tesuto・patān-テスト・パターン | testbeeld (tv) |
tēta・tēto-テータ・テート | onderonsje; vertrouwelijk gesprek; tête-à-tête |
tetorapoddo-テトラポッド | tetrapod, golfbrekerelement (vierpotig betonblok, gebruikt om de kust te beschermen tegen de zee) |
tetori-手取り | een listige [geslepen; sluwe] persoon |
tetoron-テトロン | Tetoron (de Japanse handelsnaam voor polyester) |
tetsuan-鉄案 | een onherroepelijke [definitieve] beslissing; onwrikbaar besluit |
tetsubō-鉄棒 | (turntoestel) rekstok |
tetsumenpi-鉄面皮 | schaamteloosheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
tetsuri-哲理 | filosofie; filosofische begrippen [principes] |
tetsuzai-鉄剤 | ijzerpreparaat; een geneesmiddel dat ijzer bevat |
tetsuzuki-手続き | procedure(s); proces; stappen; maatregelen |
teuchi-手打ち | (Edo periode) dankbetuiging van een kabuki-acteur aan een beschermheer [patroon] |
tēze-テーゼ | stelling; these; thesis |
tezume-手詰め | sterke aandrang [pressie]; stevig doordrukken |
tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
tīchi・in-ティーチ・イン | een (politieke) discussiebijeenkomst op een universiteit tussen professoren en studenten |
tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
tīrūmu-ティールーム | tearoom; theesalon |
tī・bakku-ティー・バック | een T-back; een kledingstuk (b.h., bikini, etc.) met bandjes in T vorm |
tō-冬 | (de on-yomi, in kanji-combinaties) winter |
tō-刀 | (in kanji combinaties) zwaard |
tō-東 | (in kanjicombinaties) oost |
tō-桃 | (in kanji combinaties) perzik |
tōbi-掉尾 | einde; slot; laatste stuk; laatste loodjes |
tobinukeru-飛び抜ける | de beste zijn; boven iedereen uitsteken (fig.); uitmunten |
tobirae-扉絵 | frontispies; fronton; versiering voorgevel |
tobogan-トボガン | tobogan (Canadees-Indiaanse slee) |
tōbuhogo-頭部保護 | hoofdbeschermer; kap [helm] om het hoofd te beschermen |
tōchakuyoteijikoku-到着予定時刻 | geschatte [verwachte] aankomsttijd |
tochinoki-栃の木 | Japanse paardenkastanje (Aesculus turbinata) |
todokemono-届け物 | bezorging; (post)bestelling; levering |
todokemono-届け物 | geschenk; cadeau |
todokesaki-届け先 | bestemming; adres van de ontvanger (van een bezorging, bestelling, levering e.d.) |
tōdori-頭取 | president; bankdirecteur |
togameru-咎める | beschuldigen; berispen; verwijten; ter verantwoording roepen |
tōgō-投合 | overeenstemming; overeenkomst; gelijkgestemdheid |
togu-研ぐ | slijpen (mes, etc.) |
tōgyosuru-統御する | heersen; regeren; besturen; controle hebben (over) |
tōhi-当否 | geschiktheid; gepastheid |
tōhin-盗品 | gestolen goederen; buit |
tōhinkobai-盗品故買 | handel in gestolen goederen; heling |
tōji-当時 | op dat moment; destijds; toentertijd |
tōjin-唐人 | een Chinees |
tōjinmage-唐人髷 | een haarstijl voor dames (Edo- tot Meiji-periode) |
tōjiru-投じる | investeren in; ergens geld in stoppen |
tōjitsu-当日 | op die [deze] dag; op de dag dat...; op de afgesproken datum |
tōkai-韜晦 | verberging; het verborgen houden; verzwijgen; bescheidenheid |
tōkashihonriekiritsu-投下資本利益率 | rendement op geïnvesteerd kapitaal |
tokinashi-時無し | geen vaste [vastgestelde] tijd; aldoor; de hele tijd |
tokinashi-時無し | (afk. voor 時無し大根) een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
tokinashidaikon-時無し大根 | een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
tokinoujigami-時の氏神 | iemand die precies op het juiste moment komt om te helpen |
tokiokosu-説き起こす | beginnen te bespreken [vertellen] |
tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
tokkuri-徳利 | een fles (met een smalle hals) voor sake [sojaolie; zijn, e.d.] |
tokkyū-特急 | sneltrein; exprestrein |
tokobashira-床柱 | steunbalk van een tokonoma (alkoof [nis] in de muur waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
tokoiri-床入り | de consummatie {eerste geslachtsdaad) van een huwelijk |
tokomise-床店 | marktkraam; bestelwagen (omgebouwd voor straatverkoop) |
tokonoma-床の間 | alkoof [nis] in de muur (waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
tokoro-所 | huis; adres |
tokorobanchi-所番地 | (iemands) adres |
tokorogaki-所書き | (geschreven; opgegeven) adres |
tokubetsuku-特別区 | de 23 speciale wijken in Tokio, die autonome gemeenten zijn met een eigen bestuur |
tokuhain-特派員 | correspondent (verslaggever ter plaatse) |
tokuhitsu-禿筆 | (bescheiden term voor) het eigen schrijfwerk |
tokuhon-読本 | leerboek; lesboek; tekstboek; boek voor beginners |
tokuhon-読本 | leesboek (i.t.t. prentenboek) |
tokui-得意 | voldoening; tevredenheid (over de eigen prestaties) |
tokuren-得恋 | een succesvolle liefdesrelatie; een romantische relatie hebben |
tokuri-徳利 | een fles (met smalle hals) voor sake [sojaolie, azijn, e.d.] |
tokusen-特選 | het maken van een speciale selectie; speciaal geselecteerde zaken [goederen] |
tokusenjōyu-特選醤油 | sojasaus van de beste sojabonen |
tokusha-特赦 | amnestie; speciale pardonregeling |
tokyō-都響 | Tokyo Metropolitan Symfonieorkest |
tōkyoku-登極 | troonsbestijging |
tōkyōtokōkyōgakudan-東京都交響楽団 | Tokyo Metropolitan Symfonieorkest |
tōkyū-討究 | onderzoek; research |
tomegane-留め金 | gesp; sluiting |
tomegu-留め具 | sluiting; gesp; haak; knip; grendel; veerslot (van een deur) |
tomeru-泊める | laten logeren; onderdak geven; huisvesten |
tomoare-ともあれ | in elk geval; hoe dan ook; boven alles; ondanks alles |
tomobiki-友引 | een dag (in de zesdaagse cyclus) waarop iemands geluk dat van zijn vrienden beïnvloedt (daarom gunstig voor bruiloften, maar niet voor begrafenissen) |
tomomachi-供待ち | wachtruimte voor dienaren (die op hun meester wachten) |
tomomachi-供待ち | (ook de benaming voor) dienaren (die op hun meester wachten) |
tomonau-伴う | met zich meebrengen; resulteren; gepaard gaan met |
ton-遁 | (in kanji combinaties) vluchten; ontsnappen; ontwijken; vermijden |
ton-頓 | (boeddh.) in één keer de verlichting bereiken (zonder voorproces van studie en training) |
toneriko-梣 | es; essenboom (Fraxinus japonica) |
tonerikozai-トネリコ材 | essenhout; hout van de Japanse es (Fraxinus japonica) |
tōnin-当人 | de persoon in kwestie; de betrokken persoon |
tonkorera-豚コレラ | varkenspest |
tonniku-豚肉 | varkensvlees |
tono-殿 | heer; meester |
tono-殿 | aanspreektitel voor iemands (leen)heer, meester of echtgenoot |
tonosamagaeru-殿様蛙 | zwart-gespikkelde kikker (Pelophylax nigromaculatus) |
tonsura-トンスラ | tonsuur; kruinschering (priester; monnik, e.d.) |
tōnyōbyō-糖尿病 | diabetes; suikerziekte |
tōnyū-投入 | het investeren |
tōon-唐音 | de T'ang-lezing van een kanji (de Japanse uitspraak van Chinese karakters van na de Song-dynastie) |
toorina-通り名 | de naam waaronder een persoon bekend is; alias; artiestennaam; bijnaam |
toppu-トップ | top; toppositie; topniveau; hoogste; beste; eerste |
tora-虎 | (informeel) beschonkenheid; dronkenschap; dronkenlap; zuiplap |
torafugu-虎河豚 | tijger kogelvis (Takifugu rubripes) |
torai-渡来 | oversteek en aankomst (vanuit overzeese gebieden [landen]) |
toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
torakkuutenshu-トラック運転手 | vrachtwagenchauffeur; vrachtwagenbestuurder |
torakōma-トラコーマ | trachoom (oogbindvliesontsteking) |
toramaeru-捕らまえる | arresteren; staande houden; tegenhouden; (laten) stoppen |
torawareru-捕らわれる | gevangen [opgepakt; gearresteerd] worden |
toriatsukaidaka-取り扱い高 | omzet; handelsvolume; omvang van de transacties |
toribashi-取り箸 | serveer eetstokjes |
torigai-鳥貝 | zeeschelp; kokkel (Fulvia mutica) |
torihikidaka-取引高 | aantal transacties; omzet |
toriinfuruenza-鳥インフルエンザ | vogelgriep; vogelpest |
torikata-捕り方 | agent; diender; politieman (die iemand arresteert) |
toriko-取り粉 | rijstmeel, dat (tegen het vastkleven) op het werkblad wordt gestrooid bij het maken van mochi (kleefrijstbolletjes) |
torikomisagi-取り込み詐欺 | oplichterij; zwendel; flessentrekkerij |
torimagireru-取り紛れる | druk (bezig) [in beslag genomen] zijn |
torimono-捕り物 | arrestatie; aanhouding; inhechtenisneming |
torimotsu-取り持つ | gasten ontvangen; een etentje [feestje] geven |
torimuneniku-鶏胸肉 | kippenborst (vlees) |
toriniku-鶏肉 | kippenvlees |
torinoichi-酉の市 | Tori-no-ichi festival (gehouden op de dag van de haan in november bij de Otori-schrijn) |
torinokeru-取り除ける | opzij leggen; reserveren |
torinokomochi-鳥の子餅 | witte en (roze)rode rijstcakes (in de vorm van een vogelei), uitgedeeld bij feestelijke gelegenheden |
toriosaeru-取り押さえる | grijpen; vangen; arresteren |
torishikiru-取り仕切る | een zaak runnen; alles zelf regelen; alles onder controle hebben |
torishimariyaku-取締役 | directeur; bestuurder |
torishimariyakukai-取締役会 | raad van bestuur |
torite-捕り手 | diender; agent; politieman (die iemand arresteert) |
toriyoseru-取り寄せる | sturen; zenden; bestellen |
toro-とろ | het (halfvette) vlees van de blauwvintonijn |
tōrui-盗塁 | (honkbal) een honk stelen; een gestolen honk |
tōryūmon-登竜門 | de poort tot succes |
tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
tosatsu-屠殺 | het slachten van dieren (voor vlees) |
tōsatsu-盗撮 | het heimelijk [stiekem; zonder toestemming] nemen van foto's; het fotograferen met een verborgen camera |
tōsen-唐船 | Chinese boot; Chinese jonk; schip gebouwd in Chinese stijl |
tōsen-当選 | verkiezing; succes; benoemd zijn |
tōshaban-謄写版 | mimeograph; stencilmachine; gestencilde kopie |
tōshi-唐紙 | Chinees (rijst)papier (m.n. voor kalligrafie en schilderkunst) |
tōshi-投資 | investering |
tōshi-透視 | (medisch) fluorescopie; röntgen; radioscopie |
tōshigaisha-投資会社 | beleggingsmaatschappij; investeringsmaatschappij |
tōshiginkō-投資銀行 | investeringsbank |
tōshika-投資家 | investeerder; geldschieter; belegger |
tōshikeikaku-投資計画 | investeringsplan; beleggingsplan |
toshin-兎唇 | hazenlip; gespleten lip |
tōshinmeigara-投信銘柄 | handelsnaam van een investeringsfonds |
toshinokoro-年の頃 | geschatte leeftijd; ongeveer zo oud |
tōshishikin-投資資金 | investeringsgelden |
tōshishintaku-投資信託 | beleggingsfonds; investeringsfonds |
tōshisuru-投資する | investeren |
tōshō-凍傷 | bevriezing (van lichaamsdeel); beschadiging [verwonding] als gevolg van bevriezing |
tōsō-刀装 | zwaardonderdelen (zoals gevest, stootplaat, schede, e.d.) |
tōsu-刀子 | (lett.: kort zwaard) mes voor dagelijks gebruik in de oudheid |
tōsuishiken-透水試験 | waterdoorlaatbaarheidstest |
tōsuto-トースト | toost (heildronk; feestdronk) |
tōtō-滔滔 | onstuimig [turbulent; woest; snelstromend] zijn |
totsugu-嫁ぐ | (arch.) geslachtsgemeenschap hebben |
tou-問う | beschuldigen; de schuld geven |
towaie-とは言え | desalniettemin; toch |
tōyhōken-投票権 | kiesrecht; stemrecht |
tōyu-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
tōyūshi-投融資 | investering en kredietverlening |
tōzai-東西 | oost en west; het Oosten en het Westen |
tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
tsaratusutora-ツァラトゥストラ | (Iraanse profeet) Zarathoestra (Zarathustra of Zoroaster) |
tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
tsuba-鍔 | stootplaat [handbeschermer] van een zwaard [degen] |
tsubamenosu-燕の巣 | zwaluwnest |
tsuberukurinhannō-ツベルクリン反応 | tuberculinereactie; mantouxtest |
tsūbīto-ツービート | tweeslag (ritme) |
tsubureru-潰れる | platgeslagen [verpletterd] worden |
tsubushinedan-潰し値段 | restwaarde; schrootwaarde |
tsūchi-通知 | mededeling; kennisgeving; advies |
tsuchinoe-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
tsugaru-津軽 | Tsugaru, de westelijke regio van de prefectuur Aomori |
tsui-墜 | (in kanji combinaties) vallen; verdwijnen |
tsui-追 | (in kanji combinaties) inhalen; achtervolgen; opjagen; (ver)volgen; verdrijven |
tsuina-追儺 | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
tsuinin-追認 | ratificatie; bekrachtiging; bevestiging |
tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
tsuiren-対聯 | een couplet in Chinese poëzie |
tsūjōkokkai-通常国会 | normale [reguliere] sessie van het Parlement |
tsūjōsonshitsu-通常損失 | algemeen [standaard] verlies |
tsuka-柄 | heft; gevest (van zwaarden, messen of dolken); steel of greep (van b.v. borstels); handvat |
tsukaeru-使える | geschikt [capabel] zijn |
tsukaisaki-使い先 | datgene waar geld aan besteed wordt |
tsukaisutechūshaki-使い捨て注射器 | wegwerp injectiespuit |
tsukaite-使い手 | (schermen, speerwerpen, e.d.) meester |
tsūkajunbikin-通貨準備金 | monetaire reserve; valuta-reserve |
tsukamaeru-捕まえる | oppakken; arresteren; vangen |
tsukamaru-捕まる | (op)gepakt [gearresteerd] worden |
tsukamaru-掴まる | gepakt [gearresteerd; gevangen] worden |
tsukasadoru-司る | besturen; beheren |
tsukau-使う | gebruiken; verbruiken; toepassen; bedienen (machines, etc.) |
tsukebumi-付け文 | liefdesbrief |
tsukedai-付け台 | de toog [toonbank; eetbar] in een sushirestaurant |
tsukedashi-付け出し | systeem dat een voorkeursstatus geeft aan succesvolle amateur sumoworstelaars |
tsukeki-ツケ木 | houten balkjes gebruikt als kleppers (kabuki theater) |
tsukepen-つけペン | schrijfpen; kroontjespen (pen die je in inkt moet dopen om te schrijven) |
tsukeru-着ける | (een plek; bestemming) bereiken; aankomen [stoppen] bij |
tsukesage-付け下げ | een Japanse kimono met tsukesage patronen |
tsukikage-月影 | de gestalte [verschijning; vorm] van de maan |
tsukishitagau-付き従う | dienen; ondergeschikt zijn |
tsukkomu-突っ込む | insteken; induwen; inproppen; instampen; (niet netjes) inpakken |
tsukkomu-突っ込む | (snel of hard) induiken; invliegen; inrammen; opbotsen; bestormen; aanvallen |
tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
tsuku-即く | (de troon) bestijgen |
tsukudani-佃煮 | zeevruchten, vlees of zeewier gekookt in sojasaus en mirin |
tsukue-机 | bureau; schrijftafel; lessenaar |
tsukune-捏ね | Japanse gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukune-捏ね | (afk. voor) gefrituurde gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukune-捏ね | (afk. voor) gebakken gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukune-捏ね | (afk. voor) een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukuneage-捏ね揚げ | gefrituurde gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukuneimo-捏ね芋 | een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukuneyaki-捏ね焼き | gebakken gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukurigoto-作り事 | vervalsing; namaak; verzinsel; leugen; smoesje; onzin |
tsukurimi-作り身 | plakjes rauwe vis (sashimi) |
tsukurou-繕う | (uiterlijk, haar, kleding etc.) verzorgen ; netjes maken |
tsukushi-土筆 | een nieuwe scheut [loot] van de heermoes (Equisetum arvense) |
tsuma-妻 | (meestal geschreven in hiragana) garnering (van sashimi met groenten, zeewier, e.d.); versiering; opmaak; toevoeging |
tsumadateru-爪立てる | op de (topjes van) zijn tenen staan |
tsumagake-爪掛け | een hoesje over het uiteinde van geta (houten sandalen), om de tenen te beschermen tegen regen en sneeuw |
tsumami-摘み | snuifje; korreltje; mespuntje |
tsumamidasu-摘まみ出す | (iets) met je vingers [(eet)stokjes] weghalen [ergens uithalen] |
tsumaranai-詰まらない | saai; vervelend; oninteressant |
tsumaru-詰まる | [volgestopt; gevuld] worden |
tsumarutokoro-詰まるところ | om kort te zijn; uiteindelijk; alles goed en wel; als puntje bij paaltje komt |
tsumigoe-積み肥 | compost; mest |
tsuminokoshi-積み残し | restant; achtergebleven bagage [vracht] |
tsumisuru-罪する | beschuldigen; aanklagen; veroordelen; bestraffen |
tsumitate-積み立て | het sparen; geld verzamelen [reserveren] |
tsumitatekin-積立金 | reserve; spaargeld |
tsumitatekin-積立金 | ingehouden winst; winstreserve |
tsundoku-積ん読 | meer boeken kopen dan je leest; boeken kopen en ongelezen laten |
tsurisugara-吊巣雀 | buidelmees (Remis pendulinus) |
tsuriwa-吊り輪 | (turntoestel) ringen |
tsurugi-剣 | tweesnijdend zwaard; zwaard met twee snijvlakken |
tsūshin-通信 | communicatie; correspondentie; nieuws; bericht; verslag; mededeling |
tsūshin'eisei-通信衛星 | communicatiesatelliet |
tsūshin'in-通信員 | correspondent; verslaggever |
tsutomeru-努める | pogen; wagen; zich inzetten (voor); zijn best doen; zich toeleggen op |
tsutsugiri-筒切り | (gesneden in) ronde plakjes [schijfjes] |
tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
tsutsushimi-慎み | (Edo periode) strafmaatregel in de vorm van huisarrest bij de hofadel en krijgsadel |
tsūwa-通話 | telefoongesprek |
tsuyagoto-艶事 | liefdesaffaire; romance |
tsuyokisuji-強気筋 | haussier; haussespeculant |
tsuzumayaka-約やか | bescheiden |
tsuzure-綴れ | lapjes; repen; snippers |
tsuzurikata-綴り方 | het schrijven [de compositie] van een opstel [essay] |
u-有 | (in kanji combinaties) zijn; bestaan; worden |
u-雨 | (in kanji combinaties) regen |
ubamegashi-姥目樫 | eik (Quercus phillyraeoides) |
ube-宜 | (wordt gebruikt als bevestiging) waarlijk; waarachtig; inderdaad; echt |
ubenau-諾う | toestemmen; instemmen; bevestigen; akkoord gaan; gehoorzamen |
ubuge-産毛 | donshaar; nesthaar; lanugo |
ubusunagami-産土神 | beschermgod van de geboorteplaats (van iemand) |
uchi-打ち | als prefix in combinaties gebruikt om de betekenis te versterken |
uchiakebanashi-打ち明け話 | bekentenis; open en eerlijk verhaal [gesprek] |
uchiawase-打ち合わせ | voorbespreking; voorbereiding; inleidend gesprek |
uchiawaseru-打ち合わせる | van te voren [vooraf] regelen [beslissen] |
uchideshi-内弟子 | bij een leermeester inwonende student (die huistaken verricht als betaling voor onderwijs) |
uchidome-打ち止め | einde van een wedstrijd [optreden; sessie] |
uchiiwai-内祝い | familiefeest |
uchiiwai-内祝い | geschenk [cadeau] bij een familiefeest |
uchimono-打ち物 | smeedijzer; gesmeed ijzer |
uchishizumu-打ち沈む | gedeprimeerd [ontmoedigd; neerslachtig; terneergeslagen] zijn |
uchitsukeru-打ち付ける | (steentjes) gooien tegen |
uchiwa-内輪 | bescheidenheid; gematigdheid; soberheid; kleine hoeveelheid |
uchūkichi-宇宙基地 | ruimtestation |
uchūrenrakusen-宇宙連絡船 | spaceshuttle; ruimteveer |
uchūsen-宇宙船 | ruimteschip; ruimtevaartuig |
uchūsutēshon-宇宙ステーション | ruimtestation |
udekiki-腕利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
udonge-優曇華 | de eitjes van de gaasvlieg |
uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
uerudan-ウエルダン | doorbakken (van vlees) |
uesutan-ウエスタン | westers; westelijk |
uesutan-ウエスタン | western (wildwestfilm) |
uesutan・myūjikku-ウエスタン・ミュージック | westerse muziek; country muziek |
uesutan・rīgu-ウエスタン・リーグ | (honkbal competitie) Westelijke divisie |
uesuto-ウエスト | (Eng.: west) westen |
uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
uhatsu-有髪 | een boeddhistische monnik of non die niet is kaalgeschoren; het niet kaalgeschoren zijn |
uindō-ウインドー | Window (computer besturingssysteem) |
uirō-外郎 | traditionele Japanse gestoomde zoetigheid (gemaakt van rijstmeel en suiker) |
uirōmochi-外郎餠 | traditionele Japanse gestoomde zoetigheid (gemaakt van rijstmeel en suiker) |
uitto-ウイット | scherpzinnigheid; geestigheid; gevatheid; vernuft; spitsvondigheid |
ujiuji-うじうじ | (onomatopee) aarzelend; besluiteloos |
ukabareru-浮かばれる | erkenning krijgen; succesvol zijn |
ukaberu-浮かべる | zich herinneren; voor de geest halen |
ukaseru-浮かせる | bezuinigen; besparen |
ukasu-浮かす | bezuinigen; besparen |
uke-受け | ontvanger; container; reservoir |
ukein-受印 | stempel van waarborg; stempel van bevestiging |
uketorinin-受取人 | ontvanger; geadresseerde |
ukewatashi-受け渡し | bezorging; bestelling; transactie; overmaking; betaling |
ukezara-受け皿 | schotel (servies) |
ukibukuro-浮き袋 | zwemband; zwemvest; reddingsboei |
ukihashi-浮き橋 | pontonbrug; scheepjesbrug |
ukisu-浮き巣 | een drijvend (vogel)nest |
uma-午 | paard (7de Chinese sterrenbeeld) |
umaku-うまく | succesvol; fortuinlijk |
umauma-うまうま | bekwaam; vakkundig; netjes |
umibōzu-海坊主 | Umibōzu, een legendarisch zeemonster (met een geschoren hoofd zoals een Boeddhistische monnik) |
umibōzu-海坊主 | groene zeeschildpad |
umigame-海亀 | zeeschildpad |
umihebi-海蛇 | zeeslang |
uminohi-海の日 | Dag van de Zee (Japanse nationale feestdag, op de 3de maandag in juli) |
umisen'yamasen-海千山千 | (fig.) een geslepen persoon; een oude rot; een sluwe vos |
umiushi-海牛 | zeehaas (zeeslakkensoort Aplysia depilans) |
un-運 | lot; lotsbestemming; geluk |
unagasu-促す | aandringen; aansporen; bespoedigen; dringend verzoeken; op het hart drukken |
unajū-鰻重 | gegrilde paling en rijst geserveerd in (op elkaar gestapelde) lakdozen |
unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
uneri-うねり | golfslag; deining; hoge golven (als gevolg van een depressie) |
unki-運気 | lot; lotsbestemming; geluk |
unmeiteki-運命的 | voorbestemd; noodlottig |
untei-雲梯 | horizontale ladder; speel(klim)toestel |
unten-運転 | het autorijden; (een auto) besturen |
untensuru-運転する | autorijden; (een voertuig) besturen |
un'ei-運営 | beheer; bestuur; besturing; management |
un'eisuru-運営する | besturen; beheren; managen |
un'yōshūeki-運用収益 | rendement op [inkomsten uit] vermogensbeheer; investeringsrendement; investeringsopbrengst |
uonbin-ウ音便 | (taalkunde) klankverandering waarbij klanken als ku, gu, hi, bi, en mi worden uitgesproken als u |
uoza-魚座 | (sterrenbeeld) Vissen (Pisces) |
urabon-盂蘭盆 | Bon festival |
uragaki-裏書き | endossement; bevestiging |
uraganashii-心悲しい | weemoedig; verdrietig; triest |
urahara-裏腹 | het tegendeel; tegen(over)gestelde; omgekeerde |
urakaze-浦風 | zeewind; zeebries |
uramachi-裏町 | achterafstraten; zijstraatjes; achterafsteegjes; achterbuurt |
uramitsurami-恨み辛み | ingehouden [opgekropte] rancune; wrok; ressentiment |
uramu-恨む | een wrok koesteren (tegen iemand); rancune voelen jegens iemand |
uranagaya-裏長屋 | rijtjeshuis (in een steegje) |
urikata-売り方 | (effectenbeurs) verkoper; baissier; baissespeculant |
ūroncha-ウーロン茶 | oolong thee (Chinese theesoort) |
urumeiwashi-潤目鰯 | ronde haring (vis, Etrumeus teres) |
urushi-漆 | Japanse [Chinese] lak (gebruikt voor lakwerk) |
usa-憂さ | somberheid; zwaarmoedigheid; droefgeestigheid; neerslachtigheid; melancholie; weemoed |
ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
ushirokizu-後ろ傷 | beschadiging aan de achterzijde (b.v. van een auto) |
ushirokizu-後ろ傷 | verborgen wond of beschadiging (uit het verleden) |
ushiromuki-後ろ向き | regressie; terugval |
usoji-嘘字 | niet correct geschreven kanji (Japans of Chinees karakter) |
usu-臼 | usu, grote Japanse vijzel (o.a. gebruikt om het deeg te stampen voor mochi, Japanse balletjes van kleefrijst) |
usuakinai-薄商い | weinig handel [transacties] |
usuba-薄刃 | dun mes; mes met dun lemmet |
usuba-薄刃 | snede; snijkant (van een mes, etc.) |
usugiri-薄切り | dun gesneden plakje |
usutā・sōsu-ウスター・ソース | worcestersaus (worcestershiresauce) |
utaguchi-歌口 | (waka) poëziestijl |
utaite-歌い手 | zanger (m); zangeres (v) |
utayomi-歌詠み | dichter [dichteres] (van waka) |
utsu-打つ | laten klinken; bespelen (muziekinstrument) |
utsubyō-鬱病 | depressie; melancholie |
utsuribashi-移り箸 | eetstokjes waarmee achter elkaar iets uit verschillende gerechten wordt aangeraakt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
utsuru-移る | aangestoken [geïnfecteerd] worden |
utsushidasu-映し出す | afbeelden; beschrijven; uitbeelden; voorstellen; tonen |
utsuwa-器 | bekwaamheid; gave; aanleg; talent; vaardigheid; geschiktheid |
uttaeru-訴える | iemand aanklagen; voor de rechter dagen; een proces [zaak] aanspannen |
uttetsuke-打って付け | ideaal [perfect; meest geschikt; meest passend; precies goed] zijn |
uwa-上 | (in kanji combinaties) boven; op; hoog; daarbij; toegevoegd |
uwae-上絵 | geschilderde [bedrukte] figuren [patronen] op doek |
uwagaki-上書き | adressering van een brief aan de buitenzijde |
uwagaki-上書き | adressering (en beschrijving van de inhoud) op een kist |
uyamau-敬う | respecteren; respect tonen; eren; hoogachten |
uyamuya-有耶無耶 | onduidelijk [vaag; onbestemd; onbepaald] zijn |
uyokyokusetsu-紆余曲折 | wendingen; complicaties; wisselvalligheden |
uyū-烏有 | niets; niet bestaand; helemaal niets |
uzutakai-堆い | opgestapeld; op een hoop |
wa-和 | (in kanji combinaties) Japan; Japans |
wa-話 | (in kanji combinaties) spreken; zeggen; vertellen; taal; woord; verhaall |
wabi-詫び | verontschuldiging; excuses |
wabigoto-詫び言 | verontschuldiging; excuses; boetedoening |
wabiru-侘びる | eenzaam [angstig; bezorgd; triest; depressief; pessimistisch; teleurgesteld; in de war] zijn |
wabisabi-侘寂 | wabisabi, een Japans esthetisch concept waarin de aanvaarding van vergankelijkheid en imperfectie centraal staat |
wabishii-侘しい | verdrietig; triest; troosteloos; somber; pijnlijk |
wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
wadai-話題 | onderwerp van gesprek; discussiepunt; thema |
wagiri-輪切り | (gesneden in) ronde plakjes [schijfjes] |
wagon-和琴 | zessnarige Japanse citer |
wagon・sābisu-ワゴン・サービス | bereiding van gerechten (op een etenskar) bij de tafel van de klanten in een restaurant |
wagoto-和事 | een liefdesscène in Kabuki theater |
wagyū-和牛 | Japans runderras (gefokt voor het vlees) |
wagyū-和牛 | wagyu rundvlees |
wahei-話柄 | onderwerp van gesprek |
waipu-ワイプ | het wissen van gegevens van opnamebanden en hardeschijven |
wairudokyatto・sutoraiki-ワイルドキャット・ストライキ | wilde stakingsactie; staking zonder toestemming van de vakbondsleiders |
wai・daburyū・shī・ē-ワイ・ダブリュー・シー・エー | Young Women’s Christian Association, een beweging die zich inzet voor leiderschap en rechten van vrouwen en meisjes |
wajō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Shingon boeddhisme) |
wajō-和尚 | (groot)meester in de Japanse krijgskunsten |
wakachigaki-分かち書き | het scheiden van (Japanse) woorden door spaties |
wakadanna-若旦那 | jongeheer; jonge meester; jonge echtgenoot |
wakamuki-若向き | bestemd voor [gericht op] jonge mensen |
wakan-和漢 | Japan en China; Japans en Chinees |
wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
wakarebanashi-別れ話 | gesprek over een scheiding [beëindiging van een relatie] |
wakareme-分かれ目 | scheidslijn; tweesprong; splitsing; keerpunt |
wakaremichi-分かれ道 | zijweg; kruising; splitsing; tweesprong |
wakasama-若様 | jonge meester |
wakatono-若殿 | jonge heer; jonge meester |
wākēshon-ワーケーション | telewerken vanaf een vakantiebestemming |
wakon-和魂 | Japanse geest [ziel] |
wakonkansai-和魂漢才 | Japanse geest doordrenkt met Chinese kennis [wetenschap] |
wakonyōsai-和魂洋才 | Japanse geest doordrenkt met Westerse kennis [wetenschap] |
wakun-和訓 | Japanse lezing en uitspraak van een Chinees karakter |
wan-腕 | (in kanji combinaties) arm; bekwaamheid |
wanman・kā-ワンマン・カー | een trein, bus of tram met maar 1 personeelslid (de bestuurder die ook de functie van conducteur vervult) |
wantan-ワンタン | wantan (Chinees gevuld deegballetje) |
warabī-ワラビー | wallaby (kleine kangoeroesoort) |
warazuka-藁塚 | opgestapelde bundel stro; strobaal |
wareru-割れる | gebroken [gespleten; gekraakt] worden |
waribashi-割り箸 | wegwerp eetstokjes (die je zelf splijt) |
waribikishōsha-割引商社 | makelaar in kortingsobligaties |
warigaki-割り書き | (bijgeschreven) opmerkingen; aantekeningen; annotaties |
warigo-破り子 | een (houten) lunchbox met vakjes |
waruasobi-悪遊び | gemene streek; schelmenstreek; slechte [kwade] geneugten [pleziertjes] |
wārudo・shirīzu-ワールド・シリーズ | Amerikaans kampioenschap honkbal (World Series) |
warujie-悪知恵 | sluwheid; listigheid; geslepenheid; doortraptheid |
warukuchimatsuri-悪口祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
warusawagi-悪騒ぎ | druk [lawaaiig] feestgedruis; pretmakerij |
warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
waseieigo-和製英語 | Japans pseudo-Engels woord (een Japans woord samengesteld uit één of meerdere Engelse leenwoorden) |
wasenjōyaku-和戦条約 | vredesverdrag |
washi-和紙 | washi, (traditioneel handgeschept) Japans papier |
washo-和書 | boek geschreven in het Japans |
wasserumanhannō-ワッセルマン反応 | Wassermannreactie (medische test genoemd naar de bacterioloog August von Wassermann) |
wasupu-ワスプ | (White Anglo-Saxon Protestant) WASP (blanke Amerikaanse protestant met Britse voorouders) |
wataame-綿飴 | suikerspin; gesponnen suiker |
watagashi-綿菓子 | suikerspin; gesponnen suiker |
watagumo-綿雲 | schapenwolkjes; cumuluswolken |
wataribashi-渡り箸 | eetstokjes waarmee iets uit het ene na het andere gerecht wordt gepakt zonder tussendoor wat rijst te eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
watashibashi-渡し箸 | eetstokjes die op de kom gelegd zijn (onjuist gebruik van eetstokjes) |
watō-話頭 | gespreksonderwerp; onderwerp van gesprek |
wayō-和様 | (elegante) Japanse kalligrafiestijl |
wayō-和洋 | Japan en het westen; Japanse stijl en westerse stijl |
wazamono-業物 | een scherp zwaard (gemaakt door een meestervakman) |
webuadoresu-ウェブアドレス | webadres; internetadres |
webudezainā-ウェブデザイナー | webdesigner; websitebouwer |
windouzu-ウィンドウズ | Windows (het computerbesturingssysteem van Microsoft) |
ya-夜 | (in kanji combinaties) nacht; avond |
yabai-やばい | (bij jongeren) geweldig; het beste; te gek |
yaban-野蛮 | barbaarsheid; wreedheid; onbeschaafdheid |
yabankoku-野蛮国 | onbeschaafd [barbaars; primitief] land |
yaboyō-野暮用 | een saaie klus; oninteressant karwei |
yabudatami-藪畳 | (Kabuki) toneel decorstuk, dat een bamboestruikgewas voorstelt |
yabuka-藪蚊 | gestreepte steekmug [muskiet] (Aedes) |
yaburekabure-破れかぶれ | wanhoop; verlies aan zelfbeheersing |
yachōhogoku-野鳥保護区 | vogelreservaat; beschermd gebied voor vogels |
yachōkansatsu-野鳥観察 | het vogelen; vogels observeren [bestuderen] |
yado-宿 | huis(vesting); verblijf(plaats); onderdak; logies; accommodatie; herberg; hotel |
yadosu-宿す | bevatten; omvatten; huisvesten; in zich hebben |
yaiba-刃 | lemmet (van een mes); kling (van een zwaard) |
yaiba-刃 | generieke naam voor zwaarden, messen, etc. |
yajiru-野次る | joelen; uitjouwen; beschimpen; belachelijk maken\ |
yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
yajū-野獣 | beest; wild dier |
yakai-夜会 | feestavond; soiree |
yakamashiya-喧し屋 | een kieskeurig [veeleisend] persoon |
yakata-屋形 | paleis; herenhuis; residentie (van de adel) |
yakazu-矢数 | het aantal raakgeschoten pijlen |
yakazu-矢数 | een krijgskunst waarbij zoveel mogelijk pijlen achter elkaar geschoten worden |
yakibuta-焼き豚 | gegrild [geroosterd] varkensvlees |
yakigushi-焼き串 | vleespin; spies; spit |
yakimono-焼き物 | gegrild gerecht (vis, vlees, etc.) |
yakiniku-焼き肉 | (op houtskool) gegrild vlees |
yakisoba-焼き蕎麦 | roerbak gerecht met boekweitnoedels; (Chinees) cho mein |
yakitori-焼き鳥 | spiesjes met geroosterde kipblokjes |
yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
yakubutsu-薬物 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
yakubyō-疫病 | epidemie; pest |
yakubyōgami-疫病神 | Yakubyōgami, een boze god die mensen ziek maakt en rampen veroorzaakt; god van de pest |
yakuharai-厄払い | exorcisme; ritueel om boze geesten uit te drijven; ceremoniële reiniging van het kwaad |
yakuhin-薬品 | medicijn; geneesmiddel; chemisch produkt |
yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
yakuinhoken-役員保険 | bestuursverzekering |
yakurigaku-薬理学 | farmacologie; geneesmiddelenleer |
yakurisayō-薬理作用 | medicinale werking; de werking van geneesmiddelen |
yakushoku-役職 | beleidsfunctie; bestuursfunctie |
yakushu-薬種 | ingrediënten voor geneesmiddelen; Chinese kruiden |
yakushu-薬酒 | medicijndrank; geneeskrachtige [medicinale] drank |
yakusō-薬草 | geneeskruiden; geneeskrachtige kruiden |
yakusokutegata-約束手形 | promesse; schuldverklaring |
yakute-約手 | promesse; schuldverklaring |
yakutō-薬湯 | geneeskrachtig bad |
yamaboko-山鉾 | decoratief praalstuk dat wordt rondgedragen tijdens een festival |
yamabushi-山伏 | bergpriester; heremiet; een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent |
yamagara-山雀 | (bonte) mees (Parus varius) |
yamajiro-山城 | kasteel op een bergtop [berghelling]; bergvesting |
yamakujira-山鯨 | wild zwijnenvlees |
yamaotoko-山男 | een man die afkomstig is uit de bergen; houtvester |
yamatodamashii-大和魂 | de Japanse geest [ziel] |
yamatogokoro-大和心 | de Japanse geest [ziel] |
yamibusshi-闇物資 | artikelen [goederen] van de zwarte markt; illegaal geïmporteerde [gesmokkelde] goederen; geheime voorraden |
yamiji-闇路 | in een toestand zijn waar men geen onderscheidingsvermogen meer heeft; van de goede weg afgedwaald zijn |
yamikin-闇金 | geldtransacties zonder wettelijke toestemming; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
yamikin'yū-闇金融 | geldtransacties door bedrijven of organisaties, die daarvoor geen wettelijke toestemming hebben; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
yamine-闇値 | de prijs op de zwarte markt; een prijs die niet de officieel vastgestelde prijs is |
yaminonishiki-闇の錦 | iets dat geen effect [succes] heeft |
yaminooku-闇の奥 | The Heart of Darkness, de titel van een roman uit 1902 van Joseph Conrad (1857-1924) |
yaminoyo-闇の夜 | iets dat geen effect [succes] heeft |
yaminoyononishiki-闇の夜の錦 | iets dat geen effect [succes] heeft; (lett.: in het donker valt zelfs het schitterendste brokaat niet op) |
yamisōba-闇相場 | de prijs op de zwarte markt; een prijs die niet de officieel vastgestelde prijs is |
yamitorihiki-闇取引 | illegale transacties |
yamucha-ヤムチャ | yum cha (Kantonese brunch met Chinese thee en dim sum) |
yanagiba-柳刃 | smal keukenmes met toelopende punt voor het snijden van m.n. sashimi, e.d. |
yangu・adaruto-ヤング・アダルト | jongvolwassene; adolescent |
yannurukana-已んぬるかな | alles is afgelopen; dit is het einde; er is niets meer aan te doen |
yaoya-八百屋 | iemand met een wijde belangstelling [interesse] (lett. voor 800 onderwerpen) in wetenschap, kunst, e.d.; homo universalis |
yappī-ヤッピー | (young urban professional) yuppie |
yarehasu-破れ蓮 | gehavende [gescheurde] lotusbladeren (in de herfst) |
yarikomeru-遣り込める | iem. neerbuigend toespreken; iem. tot zwijgen brengen |
yaru-遣る | geven; aanbieden; toestaan |
yasagata-優形 | een slanke, verfijnde figuur [gestalte] |
yasakebi-矢叫び | het geschreeuw van twee legers die op elkaar schieten |
yasatsu-野冊 | plantenpers (twee bamboe plankjes waartussen bladeren en bloemen geperst worden om ze te drogen) |
yashi-野史 | onofficiële [particuliere] geschiedschrijving (term binnen de Chinese geschiedschrijving) |
yashi-野師 | straatventer [straathandelaar]; straatartiest (tijdens festiviteiten) |
yasume-安め | nederigheid; bescheidenheid |
yasuryōriya-安料理屋 | een goedkoop restaurant |
yasuurihi-安売り日 | een koopjesdag |
yatai-屋台 | (verkoop)stalletje; kraam (op een markt, festival, bij een tempel, etc.) |
yatsumeunagi-八つ目鰻 | prik (vissoort, Petromyzontiformes) |
yatto-やっと | eindelijk (met veel moeite); ten langen leste; uiteindelijk; tenslotte |
yawara-柔ら | een stootkussen van stro dat ter bescherming aan de zijkant van schepen werd gehangen |
yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
yō-洋 | oost en west |
yō-洋 | (afk. voor) het Westen; Occident |
yobawari-呼ばわり | het bestempelen; noemen |
yobawarisuru-呼ばわりする | bestempelen (als); noemen |
yobi-予備 | reserve |
yobimono-呼び物 | bezienswaardigheid; manifestatie; evenement; attractie; hoogtepunt |
yobō-予防 | bescherming; preventie; profylaxe |
yobōsuru-予防する | beschermen; voorkomen |
yōbu-洋舞 | westerse [Europese] dans |
yōdai-容態 | (medische) aandoening [kwaal]; lichamelijke gesteldheid [conditie] |
yōfū-洋風 | westerse stijl |
yōfuku-洋服 | westerse kleding (kostuum; jurk) |
yōga-洋画 | Westers schilderij; Westerse schilderkunst |
yōga-洋画 | Westerse film |
yōgaku-洋学 | studie van westerse taal en cultuur |
yōgashi-洋菓子 | (westerse) patisserie; gebak |
yōgi-容疑 | verdenking; aanklacht; beschuldiging |
yōgo-擁護 | bescherming; verdediging; bijstand; steun |
yōgo-洋語 | westerse taal; talen van westerse landen |
yōgo-洋語 | Japans leenwoord uit een westerse taal |
yōgo-養護 | bescherming; verpleging; verzorging |
yōgogakkō-養護学校 | speciale school; school voor speciaal onderwijs (voor kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking) |
yogoreru-汚れる | vies worden; bevuild [besmet] raken |
yogoreta-汚れた | vies (geworden); besmet geraakt |
yogosu-汚す | vuil maken; besmeuren; bevuilen |
yōgukyōka-用具教科 | de instrumentvakken, vakken zoals taal en wiskunde, waarvan de kennis als instrument kan dienen bij het bestuderen van de inhoudsvakken |
yohaku-余白 | witruimte; negatieve ruimte (in kunst en design) |
yōhatsu-洋髪 | haarkapsel in westerse stijl |
yōhin-洋品 | westerse artikelen (veelal kleding, accessoires, cosmetica, etc.) |
yōhon-洋本 | een westers boek; boek gepubliceerd in het Westen |
yōhon-洋本 | een boek gebonden in de westerse stijl |
yoi-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
yoigokochi-酔い心地 | aangeschoten [in een roes] zijn; een vrolijke dronk (hebben) |
yoin-余韻 | weergalm; resonantie; echo; nagalm |
yoin-余韻 | suggestief [veelbetekenend] zijn |
yojijukugo-四字熟語 | vierkarakterwoord; woord bestaande uit vier karakters [kanji] |
yojitsu-余日 | resterende tijd (tot); aantal dagen (tot) |
yojō-余剰 | rest; restant; overschot; hetgeen overblijft |
yojō-余情 | implicaties; suggesties; suggestief zijn; emoties oproepen; blijvende indruk achterlaten |
yōjo-妖女 | verleidster; vamp; heks; tovenares |
yōkai-妖怪 | geest; spook; verschijning; monster |
yōkan-洋館 | een huis [gebouw] in Westerse [Europese] stijl |
yōkan'iro-羊羹色 | de (roestachtige) kleur die ontstaat wanneer kleuren als zwart en paars vervagen |
yokaze-夜風 | nachtwind; avondbries |
yōken-用件 | zaak; kwestie; aangelegenheid; dingen die gedaan moeten worden |
yōken-要件 | belangrijke zaak [kwestie] |
yōki-妖姫 | een sprookjesachtig mooie vrouw; een betoverende schoonheid |
yoki-斧 | kleine bijl; hakmes |
yōkin-洋琴 | yangqin, Chinees snaarinstrument (hakkebord) |
yokka-翼下 | (fig.) bescherming; onder zijn vleugels [hoede] (nemen) |
yōkō-洋行 | (studie)reis (vanuit Japan) naar het buitenland [het Westen] |
yokogumi-横組み | horizontale typografie; horizontale leesrichting |
yokomoji-横文字 | Europese [Westerse] talen |
yokomono-横物 | horizontaal geschreven tekst; horizontaal opgehangen kunstwerk |
yokowari-横割り | horizontale [platte] organisatiestructuur |
yoku-良く | goed; grondig; precies; zorgvuldig |
yokuatsu-抑圧 | onderdrukking; repressie |
yōkun-幼君 | een jonge heer [meester; prins] |
yokuutsushō-抑鬱症 | depressie |
yōkyū-洋弓 | het (westers) boogschieten |
yōma-洋間 | kamer [ruimte] in westerse stijl; westerse kamer |
yōmaku-羊膜 | vruchtvlies (in baarmoeder bij zwangerschap) |
yomatsuri-夜祭り | nachtfestival; nachtfeest |
yomei-余命 | de laatste levensjaren; de rest van je leven |
yomikata-読み方 | leeswijze; uitspraak (v.e. karakter) |
yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
yomikomu-読み込む | nauwkeurig lezen; grondig bestuderen |
yomikudasu-読み下す | Chinese tekst in het Japans overzetten |
yomikyō-読響 | Yomiuri Nippon Symfonieorkest |
yomimono-読み物 | lectuur; leesstof; leesvoer |
yomiurikōkyōgakudan-読売日本交響楽団 | Yomiuri Nippon Symfonieorkest |
yondai-四大 | universiteiten of hogescholen met vierjarige opleidingen |
yonetsu-余熱 | restwarmte; aanhoudende hitte |
yonige-夜逃げ | het in de nacht (alles in de steek laten en) op de vlucht slaan |
yoō-餘殃 | tegenspoed; rampspoed (als bestraffing voor wandaden) |
yori-より | (bijwoord) meer; des te meer |
yorisou-寄り添う | dicht tegen elkaar aan zitten [kruipen; blijven]; zich tegen elkaar aan nestelen |
yorisuguru-選りすぐる | selecteren (uit de beste opties) |
yoroke-蹌踉 | wankeling; struikeling; gestrompel |
yorozuya-万屋 | een alleskunner; manusje-van-alles |
yōsai-要塞 | fort; burcht; vesting |
yosebashi-寄せ箸 | eetstokjes waarmee men (kom met) een gerecht naar zich toe trekt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
yosen-予選 | eliminatie van mogelijke opties (om de beste te selecteren) |
yosenkai-予餞会 | een afscheidsfeest |
yōshi-容姿 | (iemand's) verschijning; voorkomen; uiterlijk; gestalte |
yōshi-洋紙 | westers papier |
yoshi-葦 | riet (Phragmites) |
yōshi-養子 | geadopteerd kind; pleegkind (meestal mannelijk) |
yōshiki-洋式 | westerse stijl [manier] |
yōshō-要衝 | een (strategisch) belangrijke positie [plaats]; essentieel punt; zaak van levensbelang |
yōshoku-洋食 | westers eten [koken]; westerse gerechten [keuken] |
yoshū-予習 | (voor de les) voorbereiding; oefening |
yōshu-洋酒 | Westerse (niet Japanse) wijn en sterke drank |
yoshūsuru-予習する | (studie, les, etc.) voorbereiden |
yosōrieki-予想利益 | geschatte [verwachte] winst |
yōsu-要す | inkorten; samenvatten; resumeren |
yōsuru-要する | inkorten; samenvatten; resumeren |
yōten-要点 | hoofdpunt; kernpunt; het essentiële [voornaamste; cruciale] punt; de essentie |
yōtoji-洋綴じ | westerse manier boekbinden |
yotsu-四つ | (afk. voor) in vieren gesneden; kwarto; papierafmeting (b.v. van fotopapier, 25,5cm x 30,5cm) |
yotsude-四つ手 | (afk. voor) een vierarmig visnet (een net hangend aan vier gebogen bamboestokken) |
yotsudeami-四つ手網 | een vierarmig visnet (een net hangend aan vier gebogen bamboestokken) |
yotsugiri-四つ切り | in vieren gesneden |
yowaki-弱気 | zwakheid; bedeesdheid; lafheid |
yowakisuji-弱気筋 | baissier; baissespeculant; contramineur |
yowarime-弱り目 | [moment] tijd van zwakte; verzwakte toestand |
yoyaku-予約 | reservering; boeking; afspraak; belofte |
yōyaku-漸く | uiteindelijk; tenslotte; ten langen leste |
yoyakusuru-予約する | reserveren; boeken |
yoyo-代代 | vele [opeenvolgende] generaties |
yozai-余財 | financiële reserve(s); beschikbaar [overtollig] geld |
yozakura-夜桜 | (het kijken naar) kersenbloesems in de nacht |
yu-湯 | gesmolten metaal |
yūben-雄弁 | welbespraaktheid; welsprekendheid |
yubi-hanashiken-指-鼻試験 | vinger-neus-test (medisch) |
yubikiri-指切り | elkaar een belofte [eed] doen met in elkaar gehaakte [gestrengelde] pinken |
yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbezorging; postbestelling |
yūbun-右文 | respect [waardering] voor het geschreven woord [geschriften; literatuur] |
yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
yūdōjinmon-誘導尋問 | suggestieve [gerichte] vraag |
yūgao-夕顔 | fleskalebas (Lagenaria siceraria) |
yūgengaisha-有限会社 | een besloten vennootschap; een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid |
yūgigu-遊戯具 | speeltoestel (zoals glijbaan, etc., b.v. in speeltuinen) |
yūgu-遊具 | speeltoestel |
yūgun-遊軍 | reservetroepen; mobiele eenheid; vliegende brigade |
yūgun-遊軍 | reserve; vervanger; iemand die stand-by staat om in te vallen |
yūhen-雄編 | meesterwerk |
yūhitsu-右筆 | (bij de krijgsadel) iemand die belast is met het schrijven van documenten in adelijke families |
yuibishugi-唯美主義 | estheticisme |
yuibutsushikan-唯物史観 | materialistische opvatting [interpretatie] van de geschiedenis |
yuigon-遺言 | testament; laatste wilsbeschikking |
yuigonjō-遺言状 | testament; laatste wilsbeschikking |
yuigonsha-遺言者 | erflater (m); erflaatster (v); testateur |
yuigonsho-遺言書 | testament; laatste wilsbeschikking |
yuinō-結納 | (ceremoniële) uitwisseling van verlovingsgeschenken |
yuinōhin-結納品 | verlovingsgeschenk |
yuishiki-唯識 | boeddhistische filosofie dat alle objecten worden gemanifesteerd door bewustzijn |
yuishin-唯心 | (boeddh.) alle verschijnselen zijn een manifestatie van de geest; de geest als de enige echte realiteit |
yuisho-由緒 | geschiedenis; afkomst |
yuiwata-結い綿 | een geknoopte strik (van katoen of zijde), als versiering op presentjes |
yūjūfudan-優柔不断 | besluiteloosheid |
yūkaku-遊客 | toerist; toeschouwer; reiziger |
yūkaku-遊郭 | rosse buurt met vergunning (afgeschaft in Japan in 1957) |
yūkensha-有権者 | stemgerechtigde; kiesgerechtigde |
yūki-結城 | (afk. van Yūki-momen) een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi) |
yukiba-行き場 | bestemming; plaats om naar toe te gaan |
yukigakoi-雪囲い | strodek voor planten of bomen als bescherming voor sneeuw |
yukimi-雪見 | het kijken naar de sneeuw; het genieten van een besneeuwd landschap |
yūkimomen-結城木綿 | een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi |
yukishiro-雪代 | gesmolten sneeuw; smeltwater |
yukitsuku-行き着く | (de bestemming) bereiken; uitkomen op [bij]; tot de conclusie komen |
yukiyama-雪山 | een besneeuwde berg |
yukke-ユッケ | Koreaans rauw vleesgerecht (tartaar) |
yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
yūkon-幽魂 | geest [ziel] van een dode [overledene] |
yukue-行方 | richting; bestemming; waar men heengaat |
yukue-行方 | plaats van bestemming; verblijfplaats; waar men zich bevindt |
yukue-行方 | toekomst; waar het heengaat; resultaat |
yumichi-湯道 | gietloop (voor gesmolten metaal); gietkanaal; glijgoot |
yūmorasu-ユーモラス | humoristisch; grappig; geestig |
yūmoresuku-ユーモレスク | humoreske (humoristisch toneel- of muziekstuk) |
yunaiteddo・nēshonzu-ユナイテッド・ネーションズ | Verenigde Naties |
yunesuko-ユネスコ | UNESCO, de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) |
yunikkusu-ユニックス | UNIX (besturingssysteem computer) |
yunisefu-ユニセフ | UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties (United Nations International Children's Emergency Fund, nu genoemd: United Nations Children's Fund) |
yunittogatatōshishintaku-ユニット型投資信託 | unit investment trust, Amerikaans beleggingsfonds dat op de beurs wordt verhandeld en een vaste effectenportefeuille heeft met een vaste levensduur |
yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
yunitto・shisutemu-ユニット・システム | eenheden systeem; internationaal meetsysteem (bij fabricage volgens bepaalde vastgestelde normen) |
yunyūkachōkin-輸入課徴金 | (heffing van) speciale tarieven en toeslagen op geïmporteerde goederen |
yūranchi-遊覧地 | een recreatie [vakantie] verblijf; resort |
yūrankyaku-遊覧客 | toerist(en); dagjesmens(en) |
yūrei-幽霊 | spook(beeld); geestesverschijning; schim |
yūro-ユーロ | euro; Europese munteenheid |
yūrobijon-ユーロビジョン | Eurovisie (Organisatie van Europese tv-stations) |
yūrotsūka-ユーロ通貨 | Europese valuta; Euro |
yurui-緩い | los(jes); zacht; mild; vrijgevig |
yurushi-許し | toestemming |
yurusu-許す | toestaan; toelaten |
yuruyuru-緩緩 | langzaam (aan); rustig; losjes |
yūryo-憂慮 | angst; bezorgdheid; zorg; vrees |
yūsei-有性 | sekse; kunne; geslacht |
yūseigachi-優勢勝ち | (judo) overwinning door overmacht [bij scheidsrechter's besluit] |
yūseigaku-優生学 | eugenetica; eugenese; rasveredeling |
yūsetsu-融雪 | dooi; smeltende sneeuw; gesmolten sneeuw |
yūshi-有志 | geïnteresseerde; voorstander; medestander; vrijwilliger |
yūshiki-有識 | geleerdheid; goede algemene ontwikkeling; deskundigheid |
yūshikisha-有識者 | deskundige; autoriteit (in een vakgebied); expert |
yushimenshoku-諭旨免職 | ontslagname na een officieel advies; gedwongen ontslagname |
yushitaigaku-諭旨退学 | de school verlaten na een officieel advies |
yūshōreppai-優勝劣敗 | het recht van de sterkste; natuurlijke selectie (overleving van degenen die het best aan de omgeving aangepast zijn) |
yutōyomi-湯桶読み | gemengde leeswijze binnen één woord, waarbij het eerste karakter de kun'yomi (Japanse lezing) heeft en het tweede de on'yomi (Chinese lezing) |
yuttari-ゆったり | losjes; ruim |
yūutsu-憂鬱 | melancholie; depressie; droefgeestigheid; zwaarmoedigheid |
yūwa-宥和 | verzoening; vredestichting |
yūwaronsha-宥和論者 | vredestichter |
yūwaseisaku-宥和政策 | vredespolitiek |
yūyūjiteki-悠悠自適 | een rustig, teruggetrokken leven leiden; eervolle rust na een welbesteed leven |
yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
yū・āru・eru-ユー・アール・エル | wegpagina-adres (uniform resource locator) |
yū・enu-ユー・エヌ | VN (Verenigde Naties) |
yū・etchi・efu-ユー・エッチ・エフ | ultra-hoge frequenties (tussen 300 en 3000 MHz in het radiospectrum) |
za-挫 | (in kanji combinaties) verpletteren; breken; verstuiken |
za-挫 | (in kanji combinaties) tegenslag ontmoeten |
zabon-ザボン | pompelmoes (Citrus maxima) |
zagaku-座学 | studie [les; onderricht e.d.] in de collegebanken (i.t.t. praktijkles) |
zai-在 | (in kanjicombinaties) ergens zijn [wonen; verblijven] |
zaigaku-在学 | (op een school) ingeschreven zijn (als leerling of student) |
zaike-在家 | leek; niet-geestelijke |
zaimei-在銘 | gesigneerd ondertekend] zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.) |
zain-ザイン | bestaan; wat is |
zaiō-在欧 | verblijvend [gevestigd; gestationeerd] in Europa |
zairyō-材料 | feiten; bewijsvoering; basis (voor een besluit); motivering |
zaisanka-財産家 | een rijke [welgestelde; gefortuneerde] persoon |
zaisei-財政 | openbare financiën [financiële toestand]; overheidsfinanciën |
zaiseki-在籍 | ingeschreven staan; aangemeld zijn (bij een school, vereniging, sportclub, etc.) |
zaiten-在天 | in de hemel zijn (van een god of geest) |
zako-雑魚 | kleine [jonge] visjes |
zakuzaku-ざくざく | (in) veel stukken (zoals klein gesneden groenten of een stapel munten) |
zandaka-残高 | (bank)saldo; resterend saldo |
zange-懺悔 | berouw; schuldbesef; spijt; wroeging |
zangen-讒言 | laster; kwaadsprekerij; belastering; ongegronde beschuldiging |
zangensuru-讒言する | belasteren; kwaadspreken; valse beschuldigingen uiten |
zanmu-残務 | werkachterstand; werk dat is blijven liggen; resterende [ongedane] werkzaamheden; dingen die nog gedaan moeten worden |
zannyo-残尿 | urine residu (in de blaas) |
zanpan-残飯 | overgebleven voedsel; restjes; kliekjes |
zanryū-残留 | het resteren; overblijven; achterblijven |
zanryūsuru-残留する | resteren; overblijven; achterblijven |
zansa-残渣 | residu |
zansai-残滓 | overblijfsel; restant |
zansai-残滓 | bezinksel; residu |
zanshi-残滓 | overblijfsel; restant |
zanshi-残滓 | bezinksel; residu |
zanson-残存 | overleving; voortbestaan |
zanteki-残敵 | de overgebleven vijand; het resterende vijandelijke leger |
zappi-雑費 | (diverse) kleine uitgaven [bestedingen] |
zaraba-ザラ場 | (op de handelsbeurs) continue handel; doorlopende sessie (van de eerste transactie tot de sluiting) |
zarusoba-笊蕎麦 | soba (boekweit) noedels met gedroogd zeewier (meestal geserveerd op een bamboerekje) |
zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
zashiki-座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
zashikiwarashi-座敷童 | (Tohoku-regio in de prefectuur Iwate) geestachtige wezens, vaak in de verschijning van een jong kind met een rood gezicht en kortgeknipt haar |
zatsu-雑 | mengeling; varia; ongesorteerde artikelen |
zatsuboku-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
zatsueki-雑役 | klusje(s); (losse) karweitjes; corvee |
zatsuon-雑音 | geruis; geluid; ruis (van harttonen, frequenties, e.d.) |
zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
zatsuwa-雑話 | kletspraatjes; geklets; gebabbel; geroddel |
zatsuyō-雑用 | allerlei klussen [karweitjes; werkzaamheden] |
zatta-雑多 | divers [ongeordend; ongeorganiseerd; ongesorteerd] zijn |
zehi-是非 | beslist; zeker; hoe dan ook; ten koste van alles |
zehitomo-是非とも | in ieder geval; wat er ook gebeurt; ten koste van alles |
zeichiku-筮竹 | (50) bamboestokjes, die worden gebruikt om de toekomst te voorspellen |
zeiniku-贅肉 | overtollig [teveel] vlees [vet] |
zekkashinkei-舌下神経 | nerves hypoglossus (12de hersenzenuw) |
zekke-絶家 | uitgestorven familie; familie waarvan alle leden zijn overleden |
zekkōchō-絶好調 | (perfecte) topvorm; beste vorm |
zekku-絶句 | een Chinese dichtvorm (kwatrijn) |
zemi-ゼミ | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
zemināru-ゼミナール | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
zen-全 | alles; geheel; compleet |
zen-漸 | (in kanji combinaties) geleidelijk; stap voor stap |
zen-然 | (in kanji combinaties) natuurlijk; toevallig; onvoorzien; vastberaden |
zen-然 | (als achtervoegsel) -achtig; in de toestand van...; zoals... |
zenbu-全部 | helemaal; alles; allemaal |
zenchizennō-全知全能 | alwetendheid en almacht; alles weten en alles kunnen |
zenerarisuto-ゼネラリスト | generalist; algemeen deskundige |
zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
zengaku-全学 | de gehele universiteit [hogeschool] |
zengaku-禅学 | de leer [doctrines] en training van het zenboeddhisme |
zengakuren-全学連 | (afk. voor) Japanse nationale federatie van zelfbesturende studentenverenigingen (opgericht in 1948) |
zenka-全科 | het hele curriculum; de hele cursus; alle lessen |
zenkan-善管 | goed management; goed bestuur |
zenki-前期 | eerste semester; vorige semester; vorige periode |
zenko-全戸 | de gehele familie; iedereen in de familie; alle families [huizen] (in de buurt; stad) |
zenkokunōgyōkyōdōkumiairengōkai-全国農業協同組合連合会 | Nationale federatie van landbouwcoöperaties |
zenkokutaikai-全国大会 | nationale conventie; nationaal (partij)congres; nationale competitie; nationaal toernooi |
zenmetsu-全滅 | complete verwoesting; vernietiging |
zenmon-禅門 | iemand die formeel boeddhist wordt (inclusief scheren van het hoofdhaar en voorgeschreven kleding) |
zenmondō-禅問答 | zen raadsel (in gesprek tussen zenmeester en leerling) |
zennihongakuseijichikaisōrenkō-全日本学生自治会総連合 | Japanse nationale federatie van zelfbesturende studentenverenigingen (opgericht in 1948) |
zennō-全農 | (afk. voor) Nationale federatie van landbouwcoöperaties |
zense-前世 | een vorig leven [bestaan] |
zensei-善政 | een goede regering; goed bestuur [beleid] |
zensen-全線 | (van trein, tram, bus) de hele lijn (van begin tot eind); alle lijnen [routes] |
zensen-全線 | alle verkeersroutes; alle wegen |
zensen-全線 | (tijdens een oorlog); het hele front; alle frontlinies |
zenshi-前史 | voorgeschiedenis; prehistorie |
zenshin-善心 | moreel besef; geweten; rechtschapenheid |
zenshitsu-禅室 | hoofdpriester van een tempel |
zenshō-全勝 | alle wedstrijden gewonnen hebben; het behalen van een volledige overwinning zonder verliespunten |
zensho-全書 | een verzamelbundel; verzameld werk; compleet boek (met alle theorieën en geschriften van een bepaalde persoon of op een bepaald vakgebied) |
zenshō-全焼 | volledige verwoesting door vuur; volledig verbrand [afgebrand] zijn |
zensho-前書 | het vorige boek; het eerder geschreven [gepubliceerde] boek |
zenshō-前生 | een vorige leven [bestaan] |
zensho-善処 | passende maatregelen; het beste (doen); de beste manier |
zensho-善書 | meester-kalligraaf |
zensho-善書 | een goed boek; moreel recht [morele wet] volgens de geschriften |
zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
zensō-禅僧 | monnik die zenboeddhisme bestudeert, en zenmeditatie (zazen) beoefent |
zentei-前庭 | vestibulum; voorhof (medisch, b.v. van het oor) |
zentōnyōbyō-前糖尿病 | prediabetes |
zentoryōen-前途遼遠 | een lange weg (te gaan); het doel [de bestemming] is ver weg |
zenwa-禅話 | dialoog [gesprek; verhandeling] in het Zen Boeddhisme |
zen'eitanka-前衛短歌 | avant-garde tanka (van een revolutionaire beweging in tanka-poëzie o.l.v Kunio Tsukamoto, in de vijftiger en zestiger jaren) |
zen'yasai-前夜祭 | de vooravond van een festival [gebeurtenis; ceremonie] |
zesuchā-ゼスチャー | gebaar; handgebaar; geste |
zetsesshon-ゼツェッション | Sezession of Secession, (een benaming voor verschillende kunstbewegingen aan het eind van de 19e eeuw) |
zettō-絶倒 | het overmand worden door hevige emoties |
zō-憎 | (in kanji combinaties) haten; hekel; afkeer |
zō-臓 | (in kanji combinaties) ingewanden |
zō-贈 | (in kanji combinaties) geven; schenken; doneren |
zō-造 | (in kanji combinaties) maken; bouwen; samenstellen |
zōbutsu-贓物 | gestolen goederen |
zōbutsukobai-贓物故買 | heling van gestolen goederen |
zōchi-増置 | het vestigen van meer bedrijven [kantoren; organisaties] |
zōgoseibun-造語成分 | de componenten van een samengesteld woord |
zōhatsu-増発 | vergroting van de uitgifte van bankbiljetten, obligaties, e.d. |
zōhin-贓品 | gestolen goederen [waar] |
zōketsu-造血 | bloedvorming; hematopoëse; hemopoëse |
zōki-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
zokkan-属官 | lagere bestuursambtenaren bij een overheidsinstantie |
zokkasuru-俗化する | populariseren; vulgariseren; verpesten; vercommercialiseren; verlagen |
zokkibon-ぞっき本 | boekrestanten; boeken voor goedkope prijzen |
zokkō-続稿 | een doorlopend manuscript; voortzetting [uitbreiding] van een bestaand manuscript |
zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
zokudan-俗談 | alledaagse conversatie; gesprek over over alledaagse dingen |
zokuen-俗縁 | seculiere connecties [relaties]; familieleden van monniken en priesters |
zokuen-続演 | heropvoering [continuering] van een toneelstuk of voorstelling (vanwege succes) |
zokugaku-俗楽 | volksmuziek; populaire liedjes |
zokuji-俗事 | alledaagse [gewone; wereldse] zaken [dingen; karweitjes] |
zokujin-俗人 | een onbeschaafd [smakeloos; stijlloos] persoon |
zokujin-俗塵 | alledaagse [gewone; wereldse] zaken [dingen; karweitjes] |
zokuraku-続落 | gestage daling |
zokuri-属吏 | een ondergeschikte [lage] ambtenaar [functionaris] |
zokuryō-属僚 | een ondergeschikte (ambtenaar) |
zokuseken-俗世間 | het dagelijkse bestaan |
zokutai-俗体 | de gestalte [het uiterlijk] van een leek [niet-geestelijke] |
zomeku-騒く | feestvieren; plezier maken |
zōmotsu-臓物 | (voor consumptie) orgaanvlees [ingewanden] (van dieren) |
zōni-雑煮 | soep met rijstcakes en groenten (traditioneel gerecht voor Nieuwjaarsdag) |
zonjiru-存じる | (nederig werkwoord voor) weten; beseffen; denken |
zonzuru-存ずる | (nederig werkwoord voor) weten; beseffen; denken |
zoroasutā-ゾロアスター | (Iraanse profeet) Zoroaster (Zarathoestra of Zarathustra) |
zoroasutākyō-ゾロアスター教 | zoroastrianisme (leer van Zarathoestra) |
zororito-ぞろりと | slordig [losjes] gekleed; te opzichtig [formeel] gekleed |
zuanka-図案家 | ontwerper; designer |
zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zubazuba-ずばずば | (onomatopee) uitgesproken; eerlijk; recht op de man af |
zui-随 | (in kanji combinaties) het volgen; navolgen; begeleiden |
zuiheishikō-水平思考 | het lateraal denken (het anders ordenen van bestaande informatie om zo tot nieuwe informatie te komen) |
zuihitsu-随筆 | essay |
zuihitsuka-随筆家 | essayist; schrijver van essays |
zuiichi-随一 | de beste; grootste; belangrijkste |
zuijū-随従 | navolging; ondergeschiktheid |
zuiki-芋茎 | stengels van de taro plant (Colocasia esculenta) |
zuimaku-髄膜 | hersenvlies; meninges |
zuimakuen-髄膜炎 | meningitis; hersenvliesontsteking |
zuisō-随想 | vrije [losse] bespiegelingen [gedachten; herinneringen] |
zukan-図鑑 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek |
zukezuke-ずけずけ | (onomatopee) openhartig; (onaangenaam) oprecht; onverbloemd; er geen doekjes om winden |
zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zunzun-ずんずん | snel ; vlug; gestaag; met grote stappen |
zurekomu-ずれ込む | uitgesteld [vertraagd; verplaatst; verzet] worden |
zuroku-図録 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek [verslag] |
zuru-狡 | sluwe [geslepen] persoon |
zurui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
zurukeru-ずるける | niet veel doen; de kantjes eraf lopen; spijbelen; lui zijn |
zutazuta-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |