Kruisverwijzing
eerste
lemma | meaning |
---|---|
a-阿 | transliteratie van de eerste letter van het Sanskriet |
adamu-アダム | Adam (naam van de eerste mens in de Bijbel) |
an-案 | een ontwerp; concept; schets; klad (eerste versie) |
anda-安打 | (honkbal) een honkslag (die de slagman in staat stelt het eerste honk te bereiken, zelfs als er geen fout wordt gemaakt door de andere partij) |
arakabe-粗壁 | een muur die (na de eerste laag) nogmaals geschilderd moet worden |
aranuri-粗塗り | eerste pleisterlaag; eerste laag (grond)verf |
asshi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
atai-私 | (eerste persoon enkelvoud, gebruikt door vrouwen of kinderen uit de kasteelstad (shitamachi), of de demi-monde) ik; mij |
atakushi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
atamakara-頭から | vanaf het (allereerste) begin |
atashi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
binsen-便船 | (reizen met) de (eerste) beschikbare boot |
bogo-母語 | moedertaal; eerste taal |
chīfu・mēto-チーフ・メート | eerste stuurman |
chokkeisonzoku-直系尊属 | lineaire afstamming; afstamming in rechte lijn [van de eerste graad] (b.v. vader op zoon) |
chūi-中尉 | (eerste) luitenant; onderluitenant |
daiichigi-第一義 | eerste [originele] betekenis [principe; overweging]; basisprincipe |
daiichii-第一位 | eerste plaats [positie] |
daiichiinshō-第一印象 | eerste indruk |
daiichijisekaitaisen-第一次世界大戦 | de Eerste Wereldoorlog |
daiichininshō-第一人称 | (taalkunde) eerste persoon |
daiikka-第一課 | de eerste les; les 1 |
daiikkyū-第一級 | eersteklas; eersterangs; topniveau |
daiippo-第一歩 | de eerste stap; het begin |
deashi-出足 | de eerste aanval (bij sumo worstelen, e.d.) |
debyū-デビュー | debuut; aanvang; eerste optreden |
dokutorin-ドクトリン | doctrine; leerstelling |
dorafuto-ドラフト | (Eng.: draft) eerste schets [ontwerp]; kladje |
ē・kurasu-エー・クラス | eersteklas |
fāsuto-ファースト | de eerste |
fāsuto-ファースト | (honkbal) eerste honk; eerste honkman |
fāsuto・inpuresshon-ファースト・インプレッション | eerste indruk |
fāsuto・kurasu-ファースト・クラス | eersteklas; topniveau |
fāsuto・kurasu-ファースト・クラス | eersteklas; eersterangs |
fudegashira-筆頭 | eerste trefwoord in een lijst; eerstgenoemde in een naamlijst |
fūga-フーガ | fuga (een meerstemmig muziekstuk waarin verschillende stemmen elkaar imiteren) |
fukubukuro-福袋 | tas met geschenken (die winkels bij de eerste verkoopdag in het nieuwe jaar aan klanten uitdelen) |
fumidasu-踏み出す | vooruitgaan; vooruitlopen; een stap naar voren doen; uitstappen; (fig.) een eerste stap zetten; beginnen; van start gaan |
furonto・rō-フロント・ロー | voorste [eerste] rij; vooraan; voorste gedeelte |
gakugeikai-学芸会 | schoolevenement waarbij kinderen van de lagere school en van (de eerste jaren van) de middelbare school hun muziek- en theaterkunsten vertonen |
ganjitsu-元日 | Nieuwjaarsdag; eerste dag van het nieuwe jaar |
gannen-元年 | het eerste jaar van een nieuwe keizer periode |
ganrai-元来 | in de eerste plaats; om te beginnen |
gantan-元旦 | Nieuwjaarsochtend; de ochtend van de eerste dag van het jaar |
genjin-原人 | de eerste mens (Pithecanthropus-Erectus of Javamens) |
genrōin-元老院 | senaat; Eerste Kamer; Hogerhuis |
goku-極 | topkwaliteit; eerste klas |
gosai-後妻 | (iemands) tweede vrouw (na overlijden of scheiding van zijn eerste vrouw) |
hāfu-ハーフ | (bij voetbal e.d.) speelperiode: (eerste of tweede) helft |
hāfutaimu-ハーフタイム | rust; pauze (tussen de eerste en de tweede helft van een wedstrijd) |
haikurasu-ハイクラス | hoogwaardig; eersteklas; vooraanstaand |
hajime-初め | de eerste |
hajimeni-初めに | (aller)eerst; in eerste instantie; om te beginnen |
hajimete-初めて | (voor) de eerste keer |
hakkai-発会 | de eerste vergadering [bijeenkomst] (van een jaar, semester, etc.) |
haruasashi-春浅し | het allereerste [nog nauwelijks waarneembare] begin van de lente; de eerste vage tekenen van de lente |
haruichiban-春一番 | de eerste lentestorm; krachtige zuidenwind in het begin van de lente |
hashiri-走り | primeur; de [het] eerste van het seizoen |
hassei-発声 | de eerste spreker; voorzanger |
hasshō-発症 | de aanvang [het begin; de eerste symptomen] van een ziekte |
hatsu-初 | de eerste; het begin |
hatsuarashi-初嵐 | eerste storm (in de vroege herfst) |
hatsubasho-初場所 | eerste sumo toernooi van het jaar (januari in Tokio) |
hatsubon-初盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
hatsubutai-初舞台 | debuut; de eerste keer dat men op het podium verschijnt |
hatsugatsuo-初鰹 | de eerste bonito (vis) van het (zomer)seizoen |
hatsuhana-初花 | de eerste bloei |
hatsuharu-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
hatsuhi-初日 | nieuwjaarsochtend; de eerste zonsopgang van het jaar |
hatsuhikō-初飛行 | de eerste vlucht (van een bepaald vliegtuig); luchtdoop |
hatsuhinode-初日の出 | de eerste zonsopgang van het jaar; zonsopgang op nieuwjaarsdag |
hatsukaoawase-初顔合わせ | eerste ontmoeting; eerste treffen |
hatsukoi-初恋 | eerste liefde |
hatsumago-初孫 | eerste kleinkind |
hatsumimi-初耳 | iets voor het eerst [de eerste keer] horen |
hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
hatsumono-初物 | de eerste oogst (b.v. graan, fruit, vis, etc.) van het seizoen |
hatsumonogui-初物食い | een voorkeur voor de eerste oogst [producten] van het seizoen; iemand met een voorkeur voor de eerste oogst [producten] van het seizoen |
hatsunari-初生り | de eerste vruchten van het seizoen |
hatsune-初値 | de eerste beurskoers van het nieuwe jaar |
hatsune-初音 | eerste vogelgezang [vogelenzang] in het nieuwe jaar |
hatsuni-初荷 | eerste verzending [vracht; transport] van het nieuwe jaar |
hatsunori-初乗り | de eerste rit (paard, auto, trein, etc.) in het nieuwe jaar |
hatsushigure-初時雨 | de eerste regen na de overgang van herfst naar winter |
hatsushimo-初霜 | de eerste vorst (van het seizoen) |
hatsuuri-初売り | eerste verkoopdag [openingsdag] van winkels (in het nieuwe jaar) |
hatsuyu-初湯 | eerste bad van het nieuwe jaar; eerste bad van een pasgeboren baby |
hatsuyuki-初雪 | de eerste sneeuw (van het seizoen); eerste sneeuwval |
hatsuyume-初夢 | je eerste droom in het (nieuwe) jaar |
hatsuzan-初産 | eerste bevalling; bevalling van het eerste kind |
hatsuzekku-初節句 | (de viering van) het eerste jongens- [meisjes-] festival van een baby |
hausukīpā-ハウスキーパー | beheerder [beheerster] van een gebouw |
heiro-閉炉 | (in Zen tempels, op eerste dag van de 2de maand van de maankalender) het doven [uitdoen] van de van de vuurhaard [open haard] |
heisagatatōshishintaku-閉鎖型投資信託 | beleggingsfonds dat een vast aantal aandelen uitgeeft via een enkele openbare aanbieding (om kapitaal te verzamelen voor de eerste investeringen) |
hikizome-弾き初め | de eerste keer dat een instrument wordt bespeeld in het nieuwe jaar |
hikizome-弾き初め | een instrument voor de eerste keer bespelen na aankoop ervan |
hitomebore-一目惚れ | liefde op het eerste gezicht |
hitonanoka-一七日 | de zevende dag na het overlijden; de eerste zeven dagen na het overlijden |
hittō-筆頭 | eerste trefwoord in een lijst |
hokku-発句 | de eerste regel (van 5 lettergrepen) van een haiku of tanka gedicht |
hokku-発句 | het eerste vers (van 17 lettergrepen) van een renga gedicht |
honkan-本館 | hoofdgebouw; eerste gebouw (bij oprichting van een bedrijf, organisatie, etc.) |
honshoku-本職 | (v.n.l. in geschriften gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud in overheidsfunctie) ik, naam, in de functie van (politiebeambte)... |
hyōshiki-標識 | verkeersbord; verkeersteken; markering; baken |
ichi-一 | eerste; beste |
ichiban-一番 | de eerste [beste]; nummer 1; -ste (overtreffende trap) |
ichibandori-一番鶏 | het eerste kraaien van de haan (bij zonsopgang) |
ichiban'yari-一番槍 | de initiatiefnemer; degene die als eerste (een belangrijke) actie onderneemt; (lett. degene die de eerste speer gooit) |
ichigakki-一学期 | eerste semester (school) |
ichigen-一見 | eerste bezoek (van een klant, b.v. in een restaurant) |
ichigō-一号 | nummer 1; de eerste |
ichiji-一次 | de eerste (rang; keer); oorspronkelijke; primaire |
ichijisanpin-一次産品 | primaire producten [goederen] (die voorzien in de eerste levensbehoefte van de consument) |
ichijitsu-一日 | de eerste dag (van de maand) |
ichimei-一命 | eerste (levens)taak; opdracht; aanstelling |
ichinensei-一年生 | eerstejaars student [scholier] |
ichinichi-一日 | de eerste dag (van de maand) |
ichininshō-一人称 | (taalkunde) de eerste persoon; (in literatuur) de ik-persoon; ik-vorm |
ichinotori-一の酉 | de eerste Dag van de Haan in de elfde maand; het festival van de Ōtori-schrijn gehouden op die dag |
ichiretsu-一列 | een (wacht)rij; queue; de eerste rij (theater e.d.); op één lijn [rij] |
ichiryū-一流 | top; eerste [hoogste] klas [niveau]; unieke kwaliteit |
ichiryūkigyō-一流企業 | toponderneming; eersteklas bedrijf |
ichishichinichi-一七日 | de zevende dag na het overlijden; de eerste zeven dagen na het overlijden |
iidasu-言い出す | beginnen met praten; als eerste spreken |
ikkai-一階 | begane grond; parterre (Japan: eerste verdieping) |
ikkaisei-一回生 | eerstejaarsstudent |
inisharu-イニシャル | (Eng.: initials) initiaal; initialen; eerste letter(s) |
inishiachibu-イニシアチブ | (Eng.: initiative) initiatief; eerste stap |
ippa-一波 | de eerste golf (van een reeks) |
iroha-伊呂波 | het ABC; de (eerste) beginselen; grondslagen; basis(principes) |
issei-一世 | de eerste van een koning of keizer waarbij de naam van de vorst tevens in de volgende generaties voorkomt (b.v.: Willem I der Nederlanden) |
isseki-一席 | eerste plaats; eerste prijs |
isshintō-一親等 | eerste graad van bloedverwantschap |
ittō-一等 | eersteklas; eersterangs; de beste |
ittōshin-一等親 | eerstegraads verwantschap [familiebetrekkingen]; naaste bloedverwant |
jōgen-上弦 | het eerste kwartier van de maanstand; maansikkel |
jōin-上院 | de Eerste Kamer; het Hogerhuis; de Senaat |
jōjun-上旬 | de eerste tien dagen van de maand; het begin van de maand |
jokyū-女給 | serveerster; barmeisje |
kaburitsuki-齧り付き | stoelen op de eerste [voorste] rij (in theater) |
kaibyaku-開白 | (boeddh.) het begin [de eerste dag] van de rituelen van bidden tot [het doen van geloften aan] Boeddha |
kaikō-開講 | de eerste lezing [cursus] van een reeks |
kaikōichiban-開口一番 | eerste woorden; openingswoorden; begin van een toespraak |
kairo-開炉 | (in Zen tempels, op de eerste dag van de 10de maand van de maankalender) het aansteken van de vuurhaard [open haard] |
kaizome-買い初め | de eerste aankoop van het jaar |
kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
kakiokoshi-書き起こし | (begin van) de eerste zin; openingswoord(en) |
kakizome-書初め | eerste kalligrafie van het jaar |
kakō-華甲 | iemand van 61 jaar oud (het eerste karakter kan worden opsplitst in een zes, een tien, en een één) |
kamihanki-上半期 | het eerste halfjaar; de eerste helft van het (fiscale) jaar |
kaminoku-上の句 | de eerste drie versregels van een waka [tanka; renga] gedicht |
kanben-冠冕 | hoogste rang; eerste klasse |
kanon-カノン | canon, (christelijke) kerkelijke leerstelling |
kaoawase-顔合わせ | eerste ontmoeting; introductie |
kaomise-顔見せ | debuut; eerste verschijning [optreden] |
kāten・rēzā-カーテン・レーザー | (theater) voorprogramma; eerste artiest |
kin-均 | de eerste noot van de Chinese toonladder |
kisō-起草 | het maken [opstellen] van een (eerste) ontwerp [voorstel; plan; wet, etc.] |
kōkoku-抗告 | (jur.) hoger beroep (tegen het vonnis van de eerste aanleg) |
kōkyūryōtei-高級料亭 | eersteklas restaurant; kwaliteitsrestaurant; gourmet restaurant |
komi-込み | handicap van extra punten (voor de eerste speler in het go-spel) |
koroshimonku-殺し文句 | wervende openingszin (bij een eerste ontmoeting); vlotte uitspraak om iemand de versieren |
kotohajime-事始め | begin; start; eerste opzet; eerste stap |
kūzenzetsugo-空前絶後 | zeer zeldzaam; de enige in zijn soort; eens maar nooit meer; de eerste en laatste keer |
kyū-宮 | de eerste stem in het vijf-stemmen systeem van Chinese en Japanse muziek |
kyūkyū-救急 | eerste hulp (medisch); EHBO |
kyūkyūiryōshitsu-救急医療室 | eerste hulpafdeling; EHBO-post; spoedeisende hulppost |
matsunouchi-松の内 | de eerste 7 dagen van het nieuwe jaar |
mazu-先ず | eerst; ten eerste; in eerste instantie |
mazuwa-先ずは | allereerst; ten eerste; om te beginnen |
mejā・rīgu-メジャー・リーグ | (sport) hoofdklasse; eerste divisie; eredivisie |
michiito-道糸 | vislijn (met name het eerste stuk dat aan de hengel zit) |
misomeru-見初める | (op het eerste gezicht) verliefd worden |
momohajimetesaku-桃始笑 | de eerste perzikbloesems |
monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
mōshun-孟春 | eerste maand van de maankalender |
nanbā・wan-ナンバー・ワン | nummer één, de eerste; de beste |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men aanspreekt) een serveerster in een restaurant of hotel |
niibon-新盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
nikai-二階 | eerste verdieping (Japan: tweede verdieping) |
no-の | (dit partikel geeft aan het verband tussen 2 woorden, waarbij het eerste woord een (bijv.) bepaling is van het woord dat na no staat) |
nochizoi-後添い | (iemands) tweede vrouw (na overlijden of scheiding van zijn eerste vrouw) |
ōkyūteate-応急手当 | eerste hulp (behandeling); eerstehulpverlening |
omemie-御目見得 | eerste optreden; debuut; eerste verschijning |
onnamusubi-女結び | vrouwenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop elkaar kruisen (komt sneller los dan de mannenknoop) |
osagari-お下がり | term gebruikt voor de regen of sneeuw die valt tijdens de eerste drie dagen van het nieuwe jaar |
oshie-教え | leer; leerstelling; doctrine; geloof; filosofie |
otokomusubi-男結び | mannenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop evenwijdig lopen (is niet makkelijk los te trekken) |
oyaji-親字 | het eerste karakter [de basis kanji] van een lemma in een kanji woordenboek |
pin-ピン | eerste; beste |
puraimarī・kea-プライマリー・ケア | eerstelijnsgezondheidszorg |
purima・donna-プリマ・ドンナ | prima donna, eerste zangeres aan een opera |
reimeiki-黎明期 | (fig.) dageraad; eerste begin; geboorte |
rikka-立夏 | eerste dag van de zomer (ca. 6 mei, volgens de oude maankalender) |
risshū-立秋 | het begin [de eerste dag] van de herfst (volgens de maankalender op 8 augustus) |
rittō-立冬 | het begin van de winter; de eerste winterdag (volgens de maankalender) |
rōsō-老荘 | de eerste karakters van de twee namen van de Chinese filosofen (in the Taoïstische traditie) Lao Zi (老子) en Zhuang Zi (荘子) |
rosuto・jenerēshon-ロスト・ジェネレーション | verloren generatie (m.n. na de eerste WO) |
sāba-サーバ | ober; kelner; kelnerin; serveerster |
sābā-サーバー | ober; kelner; kelnerin; serveerster |
saisho-最初 | het begin; de start; aanvang; het eerst; de eerste |
saitaru-最たる | (bnw) beste; eerste; belangrijkste |
saizenretsu-最前列 | voorste rij; eerste rij |
saki-先 | voorste; eerste; voorop; eerder |
saku-朔 | de eerste dag van de maand (maankalender) |
sakujitsu-朔日 | de eerste dag van de maand |
sakujitsu-朔日 | (arch.) de eerste tien dagen van de maanmaand |
sashiashi-差し足 | (bij paardenraces) de laatste spurt waarmee een paard de anderen inhaalt en net als eerste over de finish komt |
seihen-正編 | het eerste boekdeel van een serie |
seimen-生面 | eerste ontmoeting |
seisai-正妻 | eerste vrouw (bij polygamie) |
seitsū-精通 | eerste ejaculatie (sperma) |
sen-専 | onontbeerlijk; onmisbaar; essentieel; noodzakelijk; eerste |
senchaku-先着 | het als eerste aankomen |
senpatsu-先発 | het als eerste vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; voor(af)gaan |
sentō-先頭 | eerste lijn; voorhoede; front |
shakkyō-釈教 | de leer [leerstellingen] van Boeddha |
shihatsu-始発 | de eerste trein [bus] die vertrekt (van het station; de halte) |
shikyū-四球 | (honkbal) vrije loop naar eerste honk |
shincha-新茶 | nieuwe, vers geplukte thee; eerste thee van het seizoen |
shinmai-新米 | nieuwe rijst, de eerste rijst(oogst) van het jaar |
shinryō-新涼 | de nieuwe (eerste) koelte van het begin van de herfst |
shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
shisan-試算 | proefberekening; voorlopige [eerste] berekening |
shitami-下見 | een eerste inspectie [onderzoek]; vooronderzoek |
shitayaku-下訳 | ruwe [eerste] vertaling |
shochō-初潮 | de eerste menstruatie |
shodai-初代 | de eerste generatie |
shodan-初段 | de eerste rang [graad]; de eerste dan (judo, karate, etc.) |
shodō-初動 | de eerste schok (van een aardbeving) |
shodōsōsa-初動捜査 | het eerste onderzoek; initieel onderzoek (door de politie); vooronderzoek |
shoen-初演 | de eerste uitvoering; het eerste optreden; première |
shogaku-初学 | de eerste keer studeren; de eerste studie |
shogakusei-初学者 | beginneling; nieuweling; eerstejaars student |
shohan-初版 | de eerste druk [uitgave] (van een boek) |
shohan-初犯 | de eerste overtreding [misdaad]; het eerste vergrijp |
shoho-初歩 | de basis; de grondbeginselen; het beginstadium; de eerste stappen; het ABC (van) |
shojoenzetsu-処女演説 | maidenspeech (eerste redevoering als volksvertegenwoordiger) |
shojoshuppan-処女出版 | iemands eerste publicatie; debuutwerk |
shojun-初旬 | de eerste tien dagen van de maand |
shokai-初会 | eerste ontmoeting; het voor de eerste keer bijeenkomen |
shokai-初回 | de eerste keer; de eerste poging; eerste inning |
shokan-初刊 | eerste editie [druk; oplage] |
shokan-初巻 | eerste (boek)deel van een serie; deel één; eerste hoofdstuk (van een boek) |
shokei-初経 | menarche; eerste menstruatie |
shoken-初見 | iets voor het eerst [de eerste keer] zien |
shoki-初期 | de beginfase; het beginstadium; de eerste periode |
shokibidō-初期微動 | (aardbeving) eerste [inleidende; aanvangs-] trillingen |
shokishōjō-初期症状 | het eerste symptoom |
shokō-初校 | de eerste drukproef; de eerste drukproeflezing |
shokon-初婚 | het eerste huwelijk |
shokyū-初球 | (honkbal) de eerste worp van de pitcher |
shonen-初年 | het eerste jaar; de eerste jaren; de beginjaren |
shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
shonichi-初日 | de eerste dag; openingsdag; de première (van een voorstelling) |
shonin-初任 | eerste benoeming [functie]; het voor het eerst in dienst zijn |
shonyū-初乳 | colostrum; biest; voormelk (de eerste melk na een bevalling) |
shoppana-初っ端 | het begin; de (aller)eerste |
shosaku-初作 | het eerste geproduceerde item [product] |
shosaku-初作 | het eerste werk van een kunstenaar [schrijver] |
shosanpu-初産婦 | primipara; vrouw die voor het eerst een kind heeft gebaard; vrouw die in verwachting is van haar eerste kind |
shosen-初戦 | de eerste wedstrijd; het eerste treffen; de eerste slag [strijd] |
shoshin-初審 | het eerste proces; de eerste hoorzitting |
shoshin-初診 | het eerste medisch onderzoek |
shoshinryō-初診料 | de vergoeding voor het eerste consult (van een patiënt) |
shoshun-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
shoshutsu-初出 | eerste verschijning; eerste optreden |
shotaiken-初体験 | de eerste ervaring [belevenis]; de eerste keer dat men iets doet |
shotaiken-初体験 | de eerste seksuele ervaring |
shotaimen- 初対面 | de eerste ontmoeting (met iemand) |
shote-初手 | het begin; de start; de eerste zet (bij schaken, go, etc.) |
shoya-初夜 | de eerste nacht; bruidsnacht; de eerste (nacht)wacht |
shudai-首題 | titel [eerste zin} van een (Boeddhistische) soetra |
shui-首位 | eerste plek; koppositie; leidende positie |
shukaku-主格 | het nominatief; de eerste naamval |
shushō-首相 | premier; minister-president; eerste minister |
shutsurui-出塁 | (honkbal) het eerste honk bereiken na een honkslag |
sōkō-草稿 | een eerste [ruwe; voorlopige] versie; kladversie (van een document, manuscript, etc.) |
somo-抑 | voor het eerst; de eerste keer |
somosomo-抑 | ten eerste; om te beginnen |
sōrifu-総理府 | kabinet van een premier of eerste minister |
soseki-礎石 | hoeksteen; eerste steen; basis |
suberidome-滑り止め | tweede keuze school [universiteit e.d.] (als men is gezakt voor het toelatingsexamen van de eerste keuze) |
supea-スペア | (bowlen) spare (het omvergooien van alle kegels met de eerste twee worpen) |
supuritto-スプリット | (bowlen) een eerste worp waarna twee groepjes kegels blijven staan |
surī・futto・rain-スリー・フット・ライン | (honkbal) drie-voet-lijn, de lijn die het slagveld verbindt met het eerste honk |
tanda-単打 | (honkbal) (korte) honkslag (waarmee de slagman alleen het eerste honk bereikt) |
tanda-短打 | (honkbal) (korte) honkslag (waarmee de slagman alleen het eerste honk bereikt) |
teigakunen-低学年 | de onderbouw {eerste en tweede klassen] van de lagere school |
teihon-底本 | manuscript; eerste (werk)versie van een geschrift |
tokkyū-特級 | hoogwaaridig [eersteklas; van goede kwaliteit] zijn |
tokoiri-床入り | de consummatie {eerste geslachtsdaad) van een huwelijk |
toppu-トップ | top; toppositie; topniveau; hoogste; beste; eerste |
toshizuyo-年強 | geboren in de eerste helft van het jaar |
tsuitachi-一日 | de eerste dag van de maand |
ubuyu-産湯 | het eerste bad van een pasgeboren baby |
ueitoresu-ウエイトレス | serveerster |
ui-初 | (in samenstellingen) begin; eerste |
uijin-初陣 | eerste gevecht [optreden]; eerste poging |
uimago-初孫 | eerste kleinkind |
uizan-初産 | voor de eerste keer een kind baren |
wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon enkelvoud, tegenwoordig met een nogal arrogante duiding) ik |
wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon meervoud) wij |
wakamizu-若水 | het eerste verse water op Nieuwjaarsdag |
waregachini-我勝ちに | het streven [dringen] om de eerste te zijn; ieder voor zich |
waresakini-我先に | het streven [dringen] om de eerste te zijn; ieder voor zich |
watakushi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
watashi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
yo-余 | (eerste persoon enkelvoud) ik |
yūshōsha-優勝者 | (eerste prijs) winnaar; kampioen |
yutōyomi-湯桶読み | gemengde leeswijze binnen één woord, waarbij het eerste karakter de kun'yomi (Japanse lezing) heeft en het tweede de on'yomi (Chinese lezing) |
yū・bōto-ユー・ボート | U-boot (Unterseeboot, Duitse onderzeeboot [onderzeeër] in gebruik tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog) |
zaraba-ザラ場 | (op de handelsbeurs) continue handel; doorlopende sessie (van de eerste transactie tot de sluiting) |
zenhan-前半 | eerste helft; eerste deel (van twee) |
zenhansei-前半生 | de eerste helft van iemand's leven |
zenhansen-前半戦 | eerste helft van een wedstrijd [gevecht] |
zenki-前期 | eerste semester; vorige semester; vorige periode |
zenpen-前編 | eerste deel; prequel |