fugiri-不義理 | oneerlijkheid; onrechtvaardigheid; oneer; onrecht; ondankbaarheid |
fukaketsu-不可欠 | onontbeerlijkheid; onmisbaar [essentieel] zijn |
fumajime-不真面目 | onstandvastigheid; gebrek aan eerlijkheid [ernst] |
fusei-不正 | onrechtvaardigheid; onrecht; oneerlijkheid; wangedrag; onregelmatigheid; fraude |
fushōjiki-不正直 | oneerlijkheid; onoprechtheid |
futokugi-不徳義 | immoraliteit; oneerlijkheid; onoprechtheid |
guchoku-愚直 | simpele [ongecompliceerde] eerlijkheid [openhartigheid] |
jakyoku-邪曲 | verdorvenheid; gemeenheid; oneerlijkheid |
jitchoku-実直 | eerlijkheid; betrouwbaarheid |
junryō-順良 | goedaardigheid en deugdzaamheid; eerlijkheid |
kagehinata-陰日向 | oneerlijkheid; onoprechtheid; twee kanten hebben |
kiippon-生一本 | zuiverheid; puurheid; eerlijkheid; rechtlijnigheid |
kōmei-公明 | rechtvaardigheid; gerechtigheid; eerlijkheid |
kōmeiseidai-公明正大 | eerlijkheid; rechtvaardigheid; integriteit; rechtschapenheid |
makoto-誠 | eerlijkheid; oprechtheid; trouw(hartig)heid; toewijding |
nessei-熱誠 | totale [warme] eerlijkheid [oprechtheid] |
nimaijita-二枚舌 | oplichterij; oneerlijkheid; bedrog; onbetrouwbaarheid |
rifujin-理不尽 | onredelijkheid; oneerlijkheid; onwettelijkheid |
seii-誠意 | oprechtheid; eerlijkheid; goede trouw |
seijitsu-誠実 | oprechtheid; eerlijkheid; te goeder trouw |
seiren-清廉 | eerlijkheid; integriteit; onkreukbaarheid |
seirenkeppaku-清廉潔白 | absolute eerlijkheid; onberispelijke integriteit |
shinjitsu-信実 | eerlijkheid; oprechtheid; (te) goeder trouw |
shōjiki-正直 | eerlijkheid; oprechtheid |
sotchoku-率直 | eerlijkheid; oprechtheid |
tanshin-丹心 | oprechtheid, eerlijkheid; trouw |