Kruisverwijzing
aard
lemma | meaning |
---|---|
abareuma-暴れ馬 | onhandelbaar paard |
abu-虻 | daas; paardenvlieg; horzel |
aburagami-油紙 | oliepapier; geolied papier (papier gedrenkt in paraffineolie waardoor het vochtwerend is) |
ada-仇 | wrok; wrevel; rancune; haat; boosaardigheid |
agaki-足掻き | het krabben [schrapen] over de grond (b.v. met de hoeven door een paard) |
agaku-足掻く | (van paarden met hun voorpoten) het klauwen [krabben] over de grond |
ageuma-上げ馬 | het laatste paard als afsluiting bij een wedstrijd boogschieten te paard |
agohige-顎鬚 | sik; geitensik; geitenbaard |
ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
aiba-愛馬 | lievelingspaard; geliefd [favoriet] paard |
aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
aisō-愛想 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; voorkomendheid; gastvrijheid; hulpvaardigheid |
aisō-愛想 | gunst; welwillendheid; hulpvaardigheid |
aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
aisukageryū-愛洲陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] (ontstaan in de Muromachiperiode) |
aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
aizōsuru-愛蔵する | zorgvuldig bewaren; als waardevol [geliefd bezit] beschouwen |
ai・esu・bī・enu-アイ・エス・ビー・エヌ | ISBN (internationaal standaardboeknummer) |
ajiwau-味わう | genieten van; waarderen |
akaiwashi-赤鰯 | (spottende term voor) een roestig, bot zwaard |
akatsuchi-赤土 | rode aarde [klei] |
akki-悪気 | boze geest; kwaadaardigheid; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
akuba-悪罵 | een wild [ontembaar] paard |
akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
akuchishiki-悪知識 | een kwaadaardig iemand die mensen op het slechte pad brengt |
akudō-悪道 | (boeddh.) het slechte pad volgen, d.w.z. in deze wereld slechte dingen doen en daardoor na de dood in de hel komen |
akui-悪意 | kwaadaardigheid (t.o.v. iem.); slechte bedoelingen |
akujo-悪女 | een slechte [boosaardige] vrouw |
akumateki-悪魔的 | duivels; demonisch; kwaadaardig |
akunin-悪人 | boosaardige [kwaadwillende] persoon |
akusei-悪性 | (med.) maligniteit; kwaadaardigheid (van een ziekte) |
akuseirinpashu-悪性リンパ腫 | een kwaadaardige lymfoom [lymfkliergezwel] |
akuseishuyō-悪性腫瘍 | een kwaadaardige tumor |
akuseputansu-アクセプタンス | acceptatie; aanvaarding |
akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
akushitsu-悪質 | een slecht karakter; kwaadaardig [gemeen] zijn |
akushō-悪性 | een kwaadaardig [boosaardig; slecht; verdorven; gemeen] karakter |
akushootoshi-悪所落し | (op een paard) over een steile weg naar beneden rijden |
akusō-悪相 | een kwaadaardig [boosaardig] uiterlijk |
akuto-悪徒 | een slechte [kwaadaardige] man |
akutoku-悪徳 | een oneerlijke [onrechtvaardige] daad; corruptie; verdorvenheid; onzedelijkheid |
akuzairyō-悪材料 | een ongunstige omstandigheid [voorwaarde] die de beurs negatief beïnvloedt; een negatieve factor |
amai-甘い | zachtaardig; mild; vleiend; (al te) toegeeflijk; meegaand |
amari-余り | rest; restant; restwaarde |
amatchoroi-甘っちょろい | te optimistisch; te gemakkelijk (in de omgang); te onverantwoordelijk [goedaardig; naïef; simpel] |
ame-飴 | van aardappel- of rijstzetmeel gemaakte zoete snoep; lolly; (eventueel ook drop) |
amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
ametsuchi-天地 | hemel en aarde; het universum; de wereld |
anagama-穴窯 | anagama-oven (voor aardewerk; tunnelvormig, oorspronkelijk in een helling gegraven) |
anagomori-穴籠もり | het overwinteren van dieren in holen in de aarde of in bomen |
anba-鞍馬 | (turntoestel) paard |
anbun-案分 | een evenredige verdeling volgens de standaard [criteria] |
andā・pā-アンダー・パー | onder par (golfterm voor minder dan het standaard aantal slagen) |
animaru・supōtsu-アニマル・スポーツ | diersporten; sport met dieren (zoals paardrijden, hondensleeën, etc.) |
anka-安価 | oppervlakkigheid; lichtvaardigheid |
an'i-安位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
ao-青 | blauwzwart (paard) |
aori-障泥 | (paardrijden) een leren spatlap aan een zadel |
aouma-青馬 | een blauwachtig zwart paard; een zwart paard met blauwe glans |
appare-天晴れ | bewonderenswaardig |
arabian・raito-アラビアン・ライト | lichte ruwe olie uit Saoedi-Arabië (de standaard bij het bepalen van de olieprijs) |
arabu-アラブ | Arabische volbloed (paard) |
arauma-荒馬 | een wild [ongetemd] paard |
arigatami-有り難味 | waarde; zegen; verdienste |
arumajikikōi-あるまじき行為 | ongepast gedrag; onwaardige handeling |
asagake-朝駆け | het paardrijden vroeg in de ochtend |
asagakesuru-朝駆けする | paardrijden vroeg in de ochtend |
ashige-葦毛 | grijs (vachtkleur van paarden) |
asshukukichō-圧縮記帳 | een aantekening [notering] van verminderde waarde (bij een financiële transactie) |
āsu-アース | aarde (elektrotechniek) |
āsu-アース | aarde (planeet) |
asutoronōto-アストロノート | astronaut; ruimtevaarder |
atai-価 | prijs; waarde; kosten |
atara-可惜 | helaas; spijtig; betreurenswaardig |
ataribachi-当たり鉢 | (aardewerk) vijzel (om te malen) |
atorakushon-アトラクション | attractie; bezienswaardigheid |
atsuryokuhenshitsu-圧力変質 | het verschijnsel dat gesteenten in aardlagen onder druk veranderen [metamorfoseren] |
au-合う | aan de standaard voldoen; aan criteria voldoen |
awaremu-哀れむ | bewonderen; waarderen; houden van; gevoelig [ontvankelijk] zijn (voor) |
ayani-奇に | eigenaardig; vreemd (genoeg] |
a'nekumēne-アネクメーネ | gebieden op aarde die door extreme omstandigheden (droogte, hitte, hoogte, etc.) niet permanent door mensen bewoond kunnen worden |
ba-ば | (na de izenkei van een ww. in modern Japans en achter de mizenkei in klassiek Japans wordt er een voorwaarde [conditie] uitgedrukt) als; indien |
ba-馬 | (in kanji-combinaties) paard |
baba-馬場 | paardenrenbaan |
bafun-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
bagu-馬具 | paardentuig |
bahitsu-馬匹 | paarden |
baien-梅園 | pruimenboomgaard |
bairin-梅林 | pruimen boomgaard |
bajō-馬上 | op een paard; te paard |
bajō-馬上 | het paardrijden |
bajō-馬上 | paardrijder; ruiter |
bajō-馬上 | oorlogvoering te paard |
bajutsu-馬術 | paardrijderskunst; rijkunst |
baken-馬券 | weddenschapskaart voor paardenraces |
bakken-抜剣 | het trekken van het zwaard |
baku-縛 | (boeddh.) een andere naam voor de wereldse [aardse] verlangens |
bakurō-博労 | paardenhandelaar |
bakusai-博才 | vaardigheid met gokken |
bakushin-爆心 | explosiecentrum; explosiehaard |
bakyaku-馬脚 | been [voet] van een paard |
bakyaku-馬脚 | zijn ware aard [karakter] |
ban-バン | (value-added network) netwerkdienst met toegevoegde waarde (een gehost serviceaanbod met aanvullende diensten) |
banba-輓馬 | trekpaard |
banbutsu-万物 | alles tussen hemel en aarde (alle levende wezens en dingen in de schepping) |
baniku-馬肉 | paardenvlees |
banushi-馬主 | paardeneigenaar; bezitter van paarden |
banushi-馬主 | eigenaar [bezitter] van racepaarden |
ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
barei-馬齢 | leeftijd van een paard |
bariki-馬力 | paardenkracht |
baryō-馬糧 | paardenvoer |
baryū-バリュー | waarde |
baryū・anarishisu-バリュー・アナリシス | waardebepaling; waardeanalyse |
baryū・enjiniaringu-バリュー・エンジニアリング | systematische methode om de waarde van projecten, processen of diensten te verbeteren |
basha-馬車 | paardenkoets; paard-en-wagen; rijtuig |
bashauma-馬車馬 | rijtuigpaard; koetspaard; trekpaard |
bashu-馬主 | paardeneigenaar; bezitter van paarden |
bashu-馬主 | eigenaar [bezitter] van renpaarden |
basori-馬橇 | arrenslee; paardenslee |
bāsudē-バースデー | verjaardag |
bāsudē・kēki-バースデー・ケーキ | verjaardagstaart |
batei-馬丁 | paardenknecht; oppasser van een officier; lakei |
batei-馬蹄 | paardenhoef |
batsugun-抜群 | weergaloos [uitstekend; subliem; ongeëvenaard] zijn |
battō-抜刀 | het trekken van een zwaard; een getrokken zwaard |
battōtai-抜刀隊 | een speciale (met Japanse zwaarden bewapende) politie-eenheid (Meiji-periode) |
bazoku-馬賊 | bandieten te paard (specifiek in de Chinese Qing dynastie) |
bengosuru-弁護する | verdedigen; rechtvaardigen |
benkai-弁解 | verklaring; rechtvaardiging; uitleg; excuus |
benmei-弁明 | rechtvaardiging; verontschuldiging; verweer; rehabilitatie |
betsuwaku-別枠 | buitengewone norm [standaard]; speciaal geval |
bokken-木剣 | houten zwaard |
bokudenryū-卜伝流 | traditionele school [stijl] voor zwaardvechten |
bokutō-木刀 | houten zwaard |
bonsai-凡才 | middelmatigheid; matige vaardigheid [bekwaamheid] |
bonsai-凡才 | een persoon met matige vaardigheid [bekwaamheid] |
borokuso-襤褸糞 | geringschattend [kleinerend; waardeloos] zijn |
bōshi-帽子 | smeedpatroon op een zwaardpunt |
bunbu-文武 | literaire en militaire kunsten; de pen en het zwaard |
bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
bunburyōdō-文武両道 | vaardig met zowel de pen als met het zwaard; meester in zowel literaire als krijgskunsten |
bunkozō-文庫蔵 | opslagplaats [opbergplaats; opbergruimte] voor waardevolle boeken |
bure-ぶれ | kleine (vaak onbedoelde) beweging met de camera, waardoor een bewogen [onscherpe] foto [opname; video] wordt gemaakt |
bushōhige-無精髭 | stoppelbaard; stoppel(s) |
butchigiru-打っ千切る | met een ruime marge winnen (m.n. bij paardenraces) |
chaire-茶入れ | aardewerken pot om thee in te bewaren |
chi-値 | waarde; niveau |
chigaku-地学 | aardwetenschap(pen); geowetenschap(pen); natuurkundige aardrijkskunde |
chigatana-血刀 | met bloed bevlekt [bloederig] zwaard |
chihyō-地表 | aardoppervlak |
chijin-地神 | agrarische goden; goden van het land [de aarde] |
chikaradameshi-力試し | test van fysieke kracht [vaardigheden]; proeve van bekwaamheid |
chikin-チキン | lafaard; bangerik |
chikuba-竹馬 | hobbelpaard |
chikyū-地球 | de aarde; aardbol |
chikyūgai-地球外 | buitenaards |
chikyūgi-地球儀 | aarde; aardbol; wereldbol; globe |
chikyūondanka-地球温暖化 | de opwarming van de aarde |
chimei-知命 | 50 jaar (oud); 50ste verjaardag |
chinbun-珍聞 | uitzonderlijk [vreemd; merkwaardig] verhaal [nieuws] |
chinbunkibun-珍聞奇聞 | een vreemd [merkwaardig] verhaal |
chinchō-珍重 | het veel waarde hechten aan; iets koesteren; met zorg bewaren |
chiri-地理 | aardrijkskunde; geografie; topografie |
chirigaku-地理学 | geografie; aardrijkskunde |
chirudo-チルド | gekoeld; koud bewaard |
chishitsu-地質 | geologische kenmerken; de aard [structuur] van de bodem |
chishitsugaku-地質学 | geologie; aardkunde |
chishō-地象 | verschijnselen die zich voordoen op aarde (zoals aardverschuivingen en aardbevingen) |
chītā-チーター | jachtluipaard; cheeta |
chōba-跳馬 | (turnen) paardsprong |
chōken-長剣 | lang zwaard |
chokutō-直刀 | recht zwaard (zonder kromming in het lemmet [in de kling]) |
chōkyōshi-調教師 | dierentemmer (paarden, honden, of wilde dieren in een circus) |
chōshuritsu-聴取率 | cijfer dat de luisterdichtheid van, en waardering voor radioprogramma's aangeeft |
chōtō-長刀 | lang zwaard; hellebaard |
chū-宙 | lucht; hemel; ruimte; tussen hemel en aarde |
chūshin-中震 | middelzware aardbeving; aardbeving van gemiddelde intensiteit |
daba-駄馬 | werkpaard; lastpaard; pakpaard |
dafu-懦夫 | een lafaard; een timide [bange] man |
dahon-駄本 | een slecht [waardeloos] boek |
daichi-大地 | de aarde (t.o. de hemel) |
daihyō-代表 | vertegenwoordiger; agent; representant; afgevaardigde; (sport) selectie |
daihyōdan-代表団 | delegatie; afvaardiging |
daijin-大尽 | miljonair; rijkaard; magnaat |
daijōdan-大上段 | houding met een zwaard boven het hoofd |
dairinin-代理人 | afgevaardigde; vertegenwoordiger; (plaats)vervanger |
daishinsai-大震災 | aardbevingsramp |
daitō-大刀 | een groot zwaard |
daitō-大刀 | de grootste van twee zwaarden |
dakōken-蛇行剣 | (recht) zwaard met golvend lemmet |
dakuhi-諾否 | aanvaarding of verwerping; instemming of weigering; ja of nee |
danbira-段平 | breed zwaard |
danro-暖炉 | kachel; (vuur)haard |
danshaku-男爵 | aardappelsoort (danshaku-imo) |
dasu-出す | op de post doen; (op)sturen; versturen; wegbrengen; afvaardigen |
dāto・kōsu-ダート・コース | (paardenrennen of motor races) onverharde baan |
deforuto-デフォルト | standaardwaarde; standaardnorm |
dekisokonai-出来損ない | een nietsnut ; waardeloos figuur [persoon] |
denomi-デノミ | denominatie (in Japan, de afronding van de waarde van munteenheden) |
denominēshon-デノミネーション | denominatie (in Japan, de afronding van de waarde van munteenheden) |
deregēshon-デレゲーション | delegatie; afvaardiging |
derigēshon-デリゲーション | delegatie; afvaardiging |
dobashi-土橋 | met aarde bedekte brug; aarden brug |
dobei-土塀 | aarden wal; verdedigingsmuur van zand of aarde |
dobin-土瓶 | (aardewerk) theepot; theekan |
dochū-土中 | ondergronds; (in) de aarde [grond] |
dōgane-胴金 | metalen ring om het handvat van een zwaard of speer |
doheki-土壁 | aarden muur; muur van klei |
dojō-土壌 | (tuin)grond; aarde |
dokai-土塊 | een kluit aarde; een klomp klei |
doki-土器 | aardewerk |
dokkai-読解 | begrijpend lezen; leesvaardigheid |
dokkaika-読解力 | goede leesvaardigheid hebben; goed begrijpend kunnen lezen; |
dokkaikatesuto-読解力テスト | leesvaardigheidstest; toets begrijpend lezen |
dokke-毒気 | kwaadaardigheid; wrok |
dokki-毒気 | kwaadaardigheid; wrok |
doku-毒 | kwaadaardigheid; boosheid; wrok |
dokuhitsu-毒筆 | kwaadaardige pen; schrijven om iemand te kwetsen |
dokujiryoku-読字力 | leesvaardigheid |
dokuke-毒気 | kwaadaardigheid; wrok |
dokutoku-独特 | eigenaardigheid; bijzonderheid; uniekheid |
dōmoto-胴元 | (paardsport, etc) bookmaker, bookie |
donabe-土鍋 | aardewerken pot [stoofpan] |
dontō-鈍刀 | een bot [stomp] zwaard |
dorui-土塁 | grondwerk; graafwerk; aarden wal |
dōryō-同量 | dezelfde hoeveelheid; gelijkwaardigheid |
dosa-土砂 | aarde en zand |
dosha-土砂 | aarde en zand |
doshasaigai-土砂災害 | modderstroom; aardverschuiving |
dosshiri-どっしり | waardig; beheerst |
dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
dotanba-土壇場 | (Edo periode) aarden platform waar executies [onthoofdingen) plaatsvonden |
dozō-土蔵 | pakhuis; opslagplaats (met dikke, aarden muren) |
efunanbā-エフナンバー | f-nummer; diafragmagetal; diafragmawaarde (fotografie) |
eigyōken-営業権 | goodwill (immateriële vastgoedwaarde van een bedrijf gebaseerd op zijn traditie en sociaal vertrouwen) |
eirian-エイリアン | een alien; buitenaards wezen |
ekisha-駅舎 | (vroeger) de halteplaats voor postkoetsen, paarden, koeriers en reizigers (diende tevens als herberg) |
ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
emono-得物 | bijzondere techniek [kundigheid; vaardigheid] |
endaka-円高 | waardevermeerdering van de yen; een sterke yen |
enritchi-エンリッチ | de smaak [kwaliteit; voedingswaarde] (van voedsel) verhogen |
enten-宛転 | soepel (van bewegingen); waardig; vloeiend; zoetgevooisd (van stem) |
en'yasu-円安 | waardevermindering van de yen; een zwakke yen |
eru・enu・jī-エル・エヌ・ジー | vloeibaar aardgas (LNG: liquefied natural gas) |
esukurō-エスクロー | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
etai-得体 | karakter; aard |
faito-ファイト | vechtlust; strijdvaardigheid |
fandamentaruzu-ファンダメンタルズ | (economie) fundamentele voorwaarden; basisvoorwaarden; basisindicatoren |
fēsu-フェース | nominale waarde; pari |
fēsu・baryū-フェース・バリュー | nominale waarde; pari |
fubin-不敏 | traagheid; onvermogen; gebrek aan talent [vaardigheid] |
fudegashira-筆頭 | hoofd [leidinggevende] in een organisatie (soms crimineel van aard) |
fudekake-筆掛け | rek [standaard] voor schrijfpenselen |
fudeoki-筆置 | penseel standaard |
fudōsangyō-不動産業 | (vastgoed)makelaar(s); makelaardij; de onroerend goed sector (in de economie) |
fugainai-腑甲斐無い | laf; slap; lusteloos; futloos; tam; bedeesd; nietswaardig |
fugi-不義 | onrechtvaardigheid; zedeloosheid; ongepastheid; wangedrag |
fugiri-不義理 | oneerlijkheid; onrechtvaardigheid; oneer; onrecht; ondankbaarheid |
fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
fukakachi-付加価値 | meerwaarde; toegevoegde waarde |
fumendai-譜面台 | muziekstandaard |
fumikatameru-踏み固める | aanstampen; vaststampen; plat stampen (aarde, sneeuw, e.d.) |
funiai-不似合い | onwaardig, ongeschikt; ongepast |
furendorī-フレンドリー | vriendelijk; vriendschappelijk; aardig |
furikaekyūjitsu-振替休日 | een toegewezen vrije dag (als men op de standaard vrije dag naar school of werk moet) |
furikomeru-降り籠める | regenen [sneeuwen] waardoor mensen binnen blijven |
furyō-不良 | slecht [inferieur; minderwaardig] zijn |
fusei-不正 | onrechtvaardigheid; onrecht; oneerlijkheid; wangedrag; onregelmatigheid; fraude |
fushin-普請 | bouw; aanleg; vervaardiging; constructie |
fushinsetsu-不親切 | onvriendelijkheid; onaardigheid; onbeleefdheid; lompheid |
fushinsuru-普請する | bouwen; aanleggen; vervaardigen |
fushō-不肖 | onwaardig [onbekwaam; onervaren; ongeschoold] zijn |
fushōji-不祥事 | betreurenswaardig incident; vervelend voorval; schandaal |
fushoku-腐植 | humus; teelaarde |
futokui-不得意 | iemands zwakke punt; slecht zijn in bepaalde vaardigheden |
fuwatarikogitte-不渡り小切手 | ongeldig verklaarde cheque |
gachi-雅致 | kunstvaardigheid; goede smaak; elegantie; verfijning |
gaizen-慨然 | verontwaardiging; teleurstelling; verdriet |
gakumen-額面 | nominale waarde; pari |
gakumenkabushiki-額面株式 | nominale waarde van een aandeel |
gakumenkakaku-額面価格 | nominale waarde |
gakumenware-額面割れ | een lager geworden marktwaarde van obligaties en aandelen (t.o.v. de uitgegeven prijs) |
gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
gansekiken-岩石圏 | lithosfeer; aardkorst |
ganshu-癌腫 | carcinoom; kankergezwel; (kwaadaardige) tumor |
gara-柄 | karakter; aard; aanleg |
geden-下田 | minder goed [onvruchtbaarder] geworden rijstveld |
gei-芸 | kundigheid; vaardigheid; artistiek talent |
geiinbashoku-鯨飲馬食 | drinken (m.n. alcohol) als een walvis en eten als een paard |
geijutsukahada-芸術家肌 | een artistieke aard [aanleg] hebben; er schuilt een kunstenaar in (hem; haar) |
gejō-下乗 | het uitstappen; afstappen; afstijgen (van een paard) |
gejō-下乗 | verbod om te paard [in een voertuig] het terrein van een tempel [schrijn; heiligdom] op te gaan |
gekai-下界 | de [deze] wereld; de aarde (beneden de hemel) |
gekifun-激憤 | heftige verontwaardiging [woede] |
gekishin-激震 | zware aardbeving |
genchiikichi-検知閾値 | meetdrempel; minimale te meten waarde |
genkashōkyaku-減価償却 | afschrijving; waardevermindering; afwaardering |
genkō-玄功 | diepgaande verdienstelijke [lofwaardige] daad |
geomanshī-ゲオマンシー | geomantiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
gi-伎 | vakmanschap; vaardigheid |
gifun-義憤 | terechte verontwaardiging |
gigun-義軍 | (leger voor) een goede, rechtvaardige strijd [oorlog] |
giin-議員 | parlementslid; raadslid; afgevaardigde |
gijin-義人 | een rechtvaardig [deugdzaam; rechtschapen] persoon |
gijutsu-技術 | vakmanschap; een kunst; techniek; bekwaamheid; vaardigheid; kundigheid |
gikō-技巧 | vakmanschap; (technische) vaardigheid [kunde]; techniek |
ginzen-銀髯 | (zilver)grijze bakkebaarden; witte baard |
giretsu-義烈 | heldhaftigheid; heldenmoed; sterk rechtvaardigheidsgevoel |
giryō-技量 | vaardigheid; bekwaamheid; vermogen |
go-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
gojūnotō-五重の塔 | (boeddhistische) pagode met vijf daklagen (symboliserend de vijf elementen: aarde, water, vuur, wind en lucht) |
gunba-軍馬 | legerpaard; strijdros; oorlogspaard |
gunjisaibansho-軍事裁判所 | (standaard benaming voor) krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof in Japan |
guntō-軍刀 | sabel; militair zwaard |
gurōbaru・sutandādo-グローバル・スタンダード | wereldwijde standaard; globale norm |
gushinui-串縫い | Japanse standaard manier van naaien met parallelle stiksels |
gūyū-偶有 | toevallige eigenschap; bij toeval een bepaalde eigenschap [vaardigheid] hebben |
gūyūsei-偶有性 | toevallige eigenschap; bij toeval een bepaalde eigenschap [vaardigheid] hebben |
gyokusekikonkō-玉石混淆 | een mengeling van goede en slechte [waardevolle en waardeloze] dingen (lett. een mengsel van edelstenen en stenen) |
gyōretsu-行列 | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
gyosuru-御する | een paard berijden; een koets besturen |
gyōyō-業容 | de aard [omvang en inhoud] van het bedrijf |
gyūba-牛馬 | koeien en paarden |
gyūinbashoku-牛飲馬食 | gulzig eten en drinken (lett. drinken als een rund en eten als een paard) |
habaki-鎺 | metalen ring tussen het lemmet en het handvat van een zwaard |
hada-肌 | karakter; aard; temperament |
hai-はい | hup; hop; vooruit; vort! (als aansporing aan paarden, e.d.) |
haiburiddo-ハイブリッド | (planten, dieren) kruising; bastaardvorm |
haikara-ハイカラ | haardracht in westerse stijl |
haikei-拝啓 | Geachte heer/mevrouw [formele standaarduitdrukking om een brief te openen] |
haiken-佩剣 | omgegord [aangegord] zwaard; het dragen van een zwaard |
haikurasu-ハイクラス | hoogwaardig; eersteklas; vooraanstaand |
haitōochi-配当落ち | (notering) ex dividend (zonder bijrekening van de waarde) |
hajikakureru-恥隠る | de schaamte bespaard [niet geopenbaard] worden |
hajiki-土師器 | Japans Haji aardewerk [keramiek] (werd geproduceerd in de Kofun-, Nara- en Heian-perioden) |
hakanai-儚い | vluchtig; kortstondig; vergankelijk; van voorbijgaande aard; tijdelijk |
haken-派遣 | uitzending; afvaardiging; het sturen |
hakku-白駒 | schimmel (wit paard) |
hakuba-白馬 | een wit paard |
hakuju-白寿 | (viering [feest] voor) de 99ste verjaardag |
hami-馬銜 | bit (metalen mondstuk voor een paard of ander trek- of lastdier) |
hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival ter viering van de verjaardag van Boeddha (8 april) |
hanamichi-花道 | de gang waardoor sumo-worstelaars van de kleedkamer naar de ring lopen (en v.v.) |
hanamidō-花御堂 | een zaaltje versierd met bloemen voor de viering van de verjaardag van Boeddha (8 april) |
hanappashi-鼻っぱし | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
hanappashira-鼻っ柱 | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
hanasu-放す | (bij het koken) stukjes [plakjes] (groente, aardappel, etc.) toevoegen aan water of bouillon |
handikurafuto-ハンディクラフト | handwerk; handvaardigheid; ambacht |
haneru-跳ねる | springen; opspringen; stuiteren (van een bal); steigeren (van een paard) |
hangenki-半減期 | (chemie) halfwaardetijd; halveringstijd |
haraguroi-腹黒い | boosaardig; kwaadwillig; gemeen |
harakiri-腹切り | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel seppuku genoemd) |
harau-払う | (met een zwaard, stok e.d.) heen en weer zwaaien |
hassō-八双 | één van de houdingen [standen] bij zwaardvechten |
hatago-旅籠 | (Edo-periode) mand [kist] met het voedsel voor de paarden op reis |
hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
hatashite-果たして | in dat geval; daardoor; zodoende; dientengevolge |
hatsunori-初乗り | de eerste rit (paard, auto, trein, etc.) in het nieuwe jaar |
hausu・ējenshī-ハウス・エージェンシー | makelaar; makelaardij; woningbureau |
hayaashi-早足 | draf (van een paard) |
hayauchi-早打ち | spoedkoerier; een zeer snel postpaard; het snel verzenden [bezorgen] {van een boodschap) |
hazureru-外れる | afwijken (van de standaard); afwijkend zijn |
he-屁 | iets dat waardeloos is |
heichara-平ちゃら | kalm; rustig; bedaard |
heigo-平語 | standaard [alledaagse; gewone] taal |
heihō-兵法 | vechtsporten (zoals zwaardvechten) |
heika-平価 | pari; pariteit; referentiewaarde |
heiro-閉炉 | (in Zen tempels, op eerste dag van de 2de maand van de maankalender) het doven [uitdoen] van de van de vuurhaard [open haard] |
heishinteitō-平身低頭 | het buigen tot in het stof; het zich ter aarde werpen |
heishinteitōsuru-平身低頭する | diep buigen; zich ter aarde werpen; knielen |
heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
hen-変 | vreemdheid; merkwaardigheid |
henchikurin-へんちくりん | vreemd [raar; eigenaardig; merkwaardig] zijn |
henni-変に | eigenaardig; vreemd; ongewoon |
henreihin-返礼品 | bedank-cadeautje; retourgeschenk (in waardering voor een gunst of schenking van iemand) |
hensa-偏差 | verschil in waarde |
hensachi-偏差値 | afwijkende waarde |
henseiki-変声期 | de leeftijd waarop bij jongens de stem verandert [zwaarder wordt]; de leeftijd dat jongens de baard in de keel krijgen |
hensen-変遷 | verandering; overgang; wisselvalligheid; wederwaardigheid; lotswisseling |
heppoko-へっぽこ | slecht; inferieur (in vaardigheid); nutteloos |
hiaringu-ヒアリング | het luisteren; luistervaardigheid |
hige-髭 | snor; baard |
higezura-髭面 | behaard [bebaard] gezicht |
higuchi-火口 | brander; brandhaard |
hihīn-ヒヒーン | (onomatopee) hinnik (van een paard) |
hiken-比肩 | het gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
hikensuru-比肩する | gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
hikka-筆架 | rek [standaard] voor schrijfpenselen |
hiku-引く | trekken (aan); slepen; leiden (een paard, e.d.) |
hikyōmono-卑怯者 | lafaard; angsthaas |
himoto-火元 | brandhaard; oorsprong [ontstaan] van een brand |
hinbutsu-品物 | alles tussen hemel en aarde |
hinkaku-品格 | waardigheid; goede smaak; elegantie |
hitogara-人柄 | karakter; aard; persoonlijkheid |
hitoko-火床 | (vuur)haard; rooster; stookplaats |
hitoshii-等しい | eender; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
hitsui-筆意 | schrijfvaardigheid; schrijfstijl; houding bij het kalligraferen |
hitsuyōjōken-必要条件 | noodzakelijke voorwaarden, vereisten |
hitteki-匹敵 | gelijkwaardig zijn; goed vergelijkbaar zijn |
hitteki-匹敵 | gelijkwaardige tegenstander |
hittekisuru-匹敵する | gelijkwaardig zijn aan; zich kunnen meten met; niet onderdoen voor; opgewassen zijn tegen |
hiyaringu-ヒヤリング | het luisteren; luistervaardigheid |
hiyoku-肥沃 | vruchtbaarheid (van grond, aarde) |
hizara-火皿 | haardrooster |
hogeibosen-捕鯨母船 | grote walvisvaarder; moederschip bij de walvisvangst |
hogeisen-捕鯨船 | walvisvaarder |
hōka-砲架 | kanonwagen; affuit; (marine) rolpaard [rampaard} |
hōken-宝剣 | een kostbaar [belangrijk; eervol] zwaard. |
hōmumēdo-ホームメード | eigengemaakt; zelf vervaardig [bereid] |
honji-本地 | oorspronkelijke vorm; (iemand's) ware aard; (iemand's) diepste gedachten |
honkakuteki-本格的 | volwaardig; volledig; totaal; volslagen; regelrecht; serieus |
honmatsutentō-本末転倒 | verkeerd beoordelen wat belangrijk en onbelangrijk is; het paard achter de wagen spannen |
honsei-本性 | (iemands) ware aard [karakter] |
honshitsu-本質 | ware aard [natuur]; essentie (van iets); intrinsieke [wezenlijke] kwaliteit [waarde] |
honshō-本性 | (iemands) ware aard [karakter] |
hon'ikahei-本位貨幣 | standaardvaluta |
hoohige-頬髯 | bakkebaard(en) |
hoshiashige-星葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
hōshin-芳信 | (beleefde term) uw (vriendelijke; gewaardeerde] brief |
hōten-宝典 | waardevol boek; thesaurus |
hottate-掘っ立て | een paal [pilaar] direct in de grond [aarde] plaatsen (zonder frame of standaard) |
hōyoku-豊沃 | vruchtbaarheid (van grond, aarde) |
hyō-豹 | luipaard; panter |
hyōdo-表土 | toplaag; bovenlaag; bovenste laag aarde [grond]; bovengrond |
hyōhen-豹変 | (verwijzing naar de vacht van een luipaard) plotselinge verandering van gedrag (en taalgebruik) |
hyōjun-標準 | standaard; norm |
hyōjungo-標準語 | standaardtaal |
hyōjunhensa-標準偏差 | (statistiek) standaardafwijking; standaarddeviatie |
hyōjunka-標準化 | standaardisatie |
hyōka-評価 | taxatie; waardebepaling; schatting |
hyōka-評価 | evaluatie; waardering; erkenning; beoordeling |
hyōkason-評価損 | waardeverlies; boekwaardeverlies |
hyōkasuru-評価する | taxeren; ramen; (de waarde) schatten |
hyonna-ひょんな | vreemd; onverwacht; toevallig; ongewoon; eigenaardig |
iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
ichigaini-一概に | onvoorwaardelijk; zonder voorbehoud; zonder uitzondering |
ichigo-苺 | aardbei |
ichijirushii-著しい | opvallend; opmerkelijk; merkwaardig |
ichijisenkin-一字千金 | woorden van waarde; belangrijke woorden |
ichimon'oshimi-一文惜しみ | een gierigaard; vrek |
idō-異動 | wijziging van voorwaarden in een overeenkomst [contract] |
ierō・zōn-イエロー・ゾーン | waarschuwingsgebied voor aardverschuivingen |
igen-威厳 | waardigheid; statigheid |
iigai-言い甲斐 | het vermelden waard (zijn) |
iiwake-言い訳 | excuus; verantwoording; rechtvaardiging; uitleg |
iiwakesuru-言い訳する | zich excuseren [verdedigen; rechtvaardigen]; verantwoording afleggen |
ijiwarui-意地悪い | gemeen; hatelijk; boosaardig; wraakzuchtig |
ikan-遺憾 | teleurstelling; betreurenswaardig zijn |
ikari-怒り | woede; verontwaardiging; rancune; wrok |
ikidoori-憤り | woede; verontwaardiging |
ikidooru-憤る | woedend [razend; ontstemd; verontwaardigd] zijn; zich beledigd voelen |
ikiuma-生き馬 | een levend paard |
ikōru-イコール | gelijk; overeenkomstig; gelijkwaardig |
imo-芋 | aardappel; taro |
imoban-芋版 | stempel gemaakt van een aardappel [taro] |
imogayu-芋粥 | rijstepap met zoete aardappel |
imohori-芋掘り | het aardappelrooien; aardappelrooier |
inferioritī・konpurekkusu-インフェリオリティー・コンプレックス | minderwaardigheidscomplex |
inukuguri-犬潜り | een gat in hek of heg, waardoor hond in en uit kan lopen |
ippon'yari-一本槍 | (iemands) speciale vaardigheid |
irori-囲炉裏 | verzonken haard; stookplaats (vierkant en centraal in de leefruimte) |
isaki-伊佐木 | grombaard; knorvis (Parapristipoma trilineatum) |
isamiashi-勇み足 | te ver gaan [teveel je best doen; overijverig zijn] (en daardoor falen) |
isei-遺制 | uit vroeger tijden bewaard gebleven systeem; verouderde gewoonten |
ishin-威信 | gezag; prestige; aanzien; waardigheid |
ishiyakiimo-石焼き芋 | zoete aardappel geroosterd [gepoft] op hete stenen |
ishizuki-石突き | (metalen) dop om het uiteinde [de punt] van een stok (zwaardschede; wapenstok; paraplu, wandelstok, e.d.] |
ishu-意趣 | wrok; wrevel; boosaardigheid |
ISOkikaku-ISO規格 | ISO-standaard [norm; specificatie] |
issei-一斉 | gelijkheid; gelijkwaardigheid |
itawashii-労しい | hartverscheurend; zielig; beklagenswaardig; meelijwekkend |
itteichi-一定値 | constante waarde |
ittō-一刀 | één zwaard |
ittō-一刀 | één zwaardslag |
ittōryōdan-一刀両断 | met één slag (van het zwaard) doormidden snijden |
iyaō-否応 | aanvaarding of afwijzing; akkoord of niet akkoord; eens of oneens; ja of nee |
iyō-威容 | een plechtige [statige; waardige; deftige] verschijning [houding] |
iyō-異様 | ongewoonheid; eigenaardigheid |
iyū-畏友 | gewaardeerde [gerespecteerde] vriend |
izonsei-依存性 | afhankelijkheid; afhankelijke aard |
ī・tī-イー・ティー | (extraterrestial) buitenaards |
jaaku-邪悪 | wreedheid; kwaadaardigheid; gemeenheid |
jagaimo-じゃが芋 | aardappel |
jajauma-じゃじゃ馬 | een onhandelbaar [weerspannig] paard |
janohige-蛇の髭 | slangenbaard (plant: Ophiopogon japonicus) |
janohige-蛇の鬚 | slangenbaard (plant, Ophiopogon japonicus) |
jiban-地盤 | grond(laag); oppervlaktelaag; aardkorst |
jibutsu-持仏 | een boeddhistisch beeld dat altijd wordt gedragen of in huis bewaard, als beschermgod |
jidori-地鳥 | een vrije uitloop kip (die in Japan aan bepaalde strenge voorwaarden moet voldoen) |
jigami-地神 | agrarische goden; goden van het land [de aarde] |
jigane-地金 | (iemands) ware karakter [aard] |
jigōjitoku-自業自得 | boeten voor zijn fouten; zijn verdiende loon krijgen; de gevolgen [consequenties] (van zijn daden) moeten aanvaarden |
jihibiki-地響き | aardtrilling; ondergrondse trilling [beving]; ondergronds gerommel |
jijin-自刃 | zelfdoding met een zwaard [mes] |
jikasei-自家製 | eigengemaakt; zelf vervaardigd [bereid] zijn |
jikasōgaku-時価総額 | totale actuele marktwaarde |
jikkei-実刑 | gevangenisstraf zonder uitstel uitgevoerd; onvoorwaardelijke gevangenisstraf |
jikkeihanketsu-実刑判決 | gevangenisstraf zonder uitstel uitgevoerd; onvoorwaardelijke gevangenisstraf |
jikobengo-自己弁護 | zelfrechtvaardiging, zelfverdediging; excuus |
jiman-自慢 | trots; zelfwaardering; verwaandheid; arrogantie |
jimen-地面 | grond; aardoppervlak |
jimichi-地道 | normale loopsnelheid (van een paard e.d.) |
jinba-人馬 | man [ruiter] en paard |
jinbutsu-人物 | persoonlijkheid; aard; karakter |
jindōteki-人道的 | humaan; menswaardig; menslievend |
jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
jingi-仁義 | naastenliefde en rechtvaardigheid (in confucianisme) |
jingi-神器 | heilige schat (m.n. de drie heilige schatten van de keizerlijke troon, het zwaard, het juweel, de spiegel) |
jingi-神祇 | de goden van de hemel en de goden van de aarde |
jinjō-尋常 | eerlijk [prijswaardig; stijlvol] zijn |
jinkai-塵界 | de gewone [alledaagse; aardse] wereld |
jiomanshī-ジオマンシー | geomatiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
jishin-地震 | aardbeving |
jishinchitai-地震地帯 | aardbevingsgebied |
jishinsōjitsu-自信喪失 | minderwaardigheidscomplex |
jishō-自称 | zelfbenoemde; zelfverklaarde; zelf beschrevene |
JISkikaku-JIS規格 | Japanse Industriële Standaarden |
jison-自尊 | zelfrespect; eigenwaarde; zelfachting |
jisonshin-自尊心 | (gevoel van) eigenwaarde; zelfrespect; trots |
jisu-ジス | (Japanese Industrial Standard) Japanese industriële standaard |
jitsugi-実技 | praktische bekwaamheid [vaardigheid] |
jitsuryoku-実力 | (werkelijke) kracht; vermogen; competentie; talent; vaardigheid |
jōba-乗馬 | paardrijden |
jōbasuru-乗馬する | paardrijden |
jōbun-条文 | artikel; clausule; voorwaarde |
jōhōshūsei-上方修正 | opwaartse aanpassing [herziening; waardering] (van aandelen of kapitaal) |
jōkan-条款 | artikel; voorwaarde; clausule |
jōken-条件 | voorwaarde; conditie |
jōkenhansha-条件反射 | een geconditioneerde [voorwaardelijke] reflex |
jōkentsuki-条件付き | met [onder] voorwaarde(n) |
jōkenzukenatsuinshōsho-条件付捺印証書 | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
jokkī-ジョッキー | jockey (paardrijder) |
jōkō-条項 | clausule; artikel; bepaling; voorwaarde |
jōmon-縄文 | (afk. voor) Jōmon aardewerk (met een touw-patroon) |
jōmondoki-縄文土器 | Jōmon-aardewerk (met touwpatroon, gemaakt tijdens de Jōmon-periode) |
jōonhozonkanōhin-常温保存可能品 | producten die op kamertemperatuur kunnen worden bewaard |
jōsashi-状差し | brievenstandaard; brievenhouder |
jōseki-定石 | een vaste zet [reeks zetten] bij go of Japans schaken; een standaard tactiek [methode; formule] |
jōyokachi-剰余価値 | overwaarde; meerwaarde; toegevoegde waarde |
judaku-受諾 | het accepteren; onderschrijven (van voorwaarden, verdragen, etc.) |
jūjigun-十字軍 | kruistocht; kruisvaarder |
jukusu-熟す | rijpen (fig.); goed ontwikkeld zijn [worden] (b.v. gedachte, plan, gelegenheid, vaardigheid) |
jukusuru-熟する | rijpen (fig.); goed ontwikkeld zijn [worden] (b.v. gedachte, plan, gelegenheid, vaardigheid) |
junō-受納 | aanvaarding; aanname; ontvangst |
junryō-順良 | goedaardigheid en deugdzaamheid; eerlijkheid |
junshisan-純資産 | netto waarde; netto (eigen) vermogen; netto activa |
junzen-純然 | beslist; uiteraard; volslagen |
jurōjin-寿老人 | Jurōjin, god van een lang leven (vaak afgebeeld met lange baard en staf), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
juryō-受領 | aanvaarding; acceptatie; ontvangst |
jutsu-術 | een kunst; een techniek; operatie; een bekwaamheid; een vaardigheid; een kundigheid |
kaba-河馬 | nijlpaard |
kachi-価値 | waarde |
kachihandan-価値判断 | waardeoordeel |
kachikan-価値観 | waardebegrip; normbesef |
kachiku-家畜 | vee; levende have (koeien, paarden, varkens, schapen, etc.) |
kadai-架台 | standaard; statief |
kaenshiki-火焔式 | aardewerk uit het midden van de Jomon-periode met deze decoratie |
kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
kageryū-陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] ontstaan in de Muromachiperiode (de verkorte vorm van [愛洲陰流] aisukageryū) |
kaheikachi-貨幣価値 | monetaire waarde; de waarde van een munteenheid |
kahō-家宝 | familiestuk (vaak van grote of historische waarde); familiebezit; erfstuk |
kaiba-海馬 | zeepaardje |
kaigorōjinhokenshisetsu-介護老人保健施設 | bejaardentehuis; bejaardenhuis |
kaikaburu-買い被る | overschatten; overwaarderen; te hoog (in)schatten |
kain-下院 | de Tweede Kamer; het Lagerhuis; het Huis van Afgevaardigden |
kairo-開炉 | (in Zen tempels, op de eerste dag van de 10de maand van de maankalender) het aansteken van de vuurhaard [open haard] |
kaisha-膾炙 | iets dat algemeen bekend [geliefd; gewaardeerd] is |
kaisho-楷書 | de (standaard) vierkante [blok] stijl van kanji (Chinese karakters); standaardschrift |
kaitouranma-快刀乱麻 | (vakkundige) besluitvaardigheid |
kajiki-梶木 | (verzamelnaam voor makreelachtige zeevissen zoals) zwaardvis; zeilvis; marlijn |
kajōkazei-加重課税 | zwaardere belastingen |
kajūsuru-加重する | verzwaren; zwaarder maken; verergeren |
kakaku-価格 | prijs; kosten; waarde |
kakeme-掛け目 | leenwaarde; verhouding van de hoogte van een lening t.o.v, het onderpand |
kakōbōeki-加工貿易 | verwerkingshandel (handel waarbij producten worden geëxporteerd die zijn vervaardigd van ingevoerde materialen) |
kaku-格 | norm; standaard |
kakuage-格上げ | verhoging in status; promotie; bevordering; opwaardering |
kakuzuke-格付け | beoordeling; waardering; classificatie |
kamisabiru-神さびる | indrukwekkend [eerbiedwaardig; prachtig] zijn [eruit zien] |
kan-款 | wetsartikelen; artikel [voorwaarde; paragraaf] in een overeenkomst |
kanagutsuwa-金轡 | metalen bit (mondstuk voor paarden) |
kanba-悍馬 | een onstuimig [onhandelbaar; weerbarstig] paard |
kanba-汗馬 | een bezweet [zwetend] paard |
kaneme-金目 | waarde (in geld) |
kanemochi-金持ち | een rijk iemand; rijkaard |
kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
kanreki-還暦 | 60ste verjaardag |
kansei-官製 | door de overheid [overheidsbedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
kansengen-感染源 | besmettingshaard |
kansha-感謝 | dank; dankbaarheid; waardering |
kanshasuru-感謝する | bedanken; waarderen; dankbaar zijn |
kanshin-感心 | bewonderenswaardig [indrukwekkend] zijn |
kanshō-鑑賞 | waardering (van kunst etc.) |
kanshōsuru-鑑賞する | (kunst, etc.) waarderen; bewonderen; appreciëren |
kansō-観相 | fysionomie; iemands gezicht of uiterlijk beschouwd als spiegel van zijn aard en karakter |
karen-可憐 | zieligheid; beklagenswaardigheid |
kari-仮 | tijdelijk [vluchtig; van voorbijgaande aard] zijn |
karishakuhō-仮釈放 | voorwaardelijke vrijlating [invrijheidstelling] |
karotōsen-夏炉冬扇 | iets dat nutteloos is, zoals een haard in de zomer of een waaier in de winter |
karu-駆る | voortdrijven; voortjagen; opdrijven (van vee); het paard de sporen geven |
kashira-頭 | topdeel aan het eind van de zwaardgreep |
kashō-過賞 | onverdiende lofprijzing; overdreven complimenten; overwaardering |
kashōhyōka-過小評価 | onderschatting; onderwaardering |
kasu-滓 | minderwaardig [waardeloos] overschot [restant]; rotzooi; uitschot; waardeloze mensen |
katagi-気質 | temperament; aard; karakter |
katamari-塊 | kluit (aarde); brok; homp (vlees) |
katana-刀 | (Japans) zwaard |
kau-買う | waarderen |
kawarake-土器 | (ongeglazuurd) aardewerk |
kebukai-毛深い | harig; behaard |
kechinbō-けちん坊 | gierigaard |
kedarakeno-毛だらけの | harig; behaard |
kei-桂 | het paard in het Japans schaakspel shōgi |
keiba-競馬 | de paardenrennen; paardenraces |
keigu-敬具 | Hoogachtend (formele standaarduitdrukking om een brief af te sluiten) |
keijishūkyō-啓示宗教 | (door God aan de mensen) geopenbaarde religie |
keimukan-刑務官 | cipier; gevangenisbewaarder; detentiebegeleider |
keisanpu-経産婦 | multipara; vrouw die meerdere kinderen heeft gebaard |
keisotsu-軽率 | onvoorzichtigheid; lichtvaardigheid; onbesuisdheid |
kekkonkinenbi-結婚記念日 | (de verjaardag van een bruiloft) trouwdag; huwelijksdag; bruiloftsdag |
kemikaru・shūzu-ケミカル・シューズ | schoeisel vervaardigd van synthetische materialen; kunstleren schoenen |
ken-剣 | zwaard; bajonet; sabel |
kenba-犬馬 | honden en paarden |
kenbutsu-見物 | het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing |
kenbutsusuru-見物する | bezienswaardigheden bezoeken; sightseeën |
kenchikujōken-建築条件 | bouwvoorwaarden; bouwvoorschriften |
kendō-剣道 | kendō (Japans zwaardvechten) |
kendon-慳貪 | gebrek aan mededogen; wreedheid; onvriendelijkheid; kwaadaardigheid |
kengeki-剣劇 | een toneelstuk [film] waarin zwaardgevechten voorkomen |
kengeki-剣戟 | zwaardvechten |
kengō-剣豪 | een meester in het zwaardvechten |
kenjutsu-剣術 | schermen; kendo; zwaardvechten |
kenkaku-剣客 | zwaardvechter; (kendo) schermer |
kenkon-乾坤 | hemel en aarde; het heelal; universum |
kenkyaku-剣客 | zwaardvechter; (kendo) schermer |
kennan-剣難 | (de. rampspoed van) het gewond of gedood worden door een zwaard |
kenpitsu-健筆 | het vaardig [goed] schrijven van een tekst |
kenpō-剣法 | het zwaardvechten; zwaardvechtkunst |
kensetsusuru-建設する | bouwen; vervaardigen; opzetten; optrekken; oprichten |
kenshikibaru-見識張る | zich wijs [belangrijk; waardig] voordoen; doen alsof je wijs [slim] bent |
kenzai-顕在 | duidelijke zichtbaarheid [aanwezigheid]; onmiskenbaarheid; gemanifesteerd [geopenbaard] zijn |
kera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
kessaku-傑作 | (van) een bizarre [vreemde; eigenaardige] kwaliteit zijn |
kī-キー | toon; toonaard (muziek) |
ki-気 | aard; karakter |
kiba-騎馬 | het paardrijden |
kiba-騎馬 | paardrijder; ruiter |
kibakeikan-騎馬警官 | bereden politie; politie te paard |
kibakyokugei-騎馬曲芸 | acrobatiek [stunts; kunstjes] te paard |
kichō-貴重 | kostbaar [waardevol] zijn |
kidachi-木太刀 | houten zwaard |
kidate-気立て | geestelijke instelling; aard; karakter |
kie-帰衣 | aanvaarding van een geloof (shinto, boeddhisme, e.d.) |
kigokoro-気心 | temperament; geaardheid; karakter; inborst |
kihai-跪拝 | kniebuiging; teraardewerping; prosternatie; knielend aanbidden [vereren] |
kihin-気稟 | aangeboren karakter [aard; temperament] |
kihon-基本 | basis; fundament; standaard |
kihonhōshin-基本方針 | basis richtlijn; standaard beleid |
kihonteki-基本的 | fundamenteel; basaal; standaard |
kijiku-機軸 | rotatieas van de aarde |
kijō-騎乗 | het paardrijden |
kijun-基準 | standaard; maatstaf; criterium; norm |
kijun-規準 | standaard; basis; criterium; norm; referentie |
kijunchi-基準値 | standaardwaarde |
kikaku-規格 | standaard; norm |
kikakuhan-規格判 | standaard afmeting [maat; grootte] |
kikakuka-規格化 | standaardisatie; normalisatie |
kikan-旗艦 | vlaggenschip (fig.); paradepaardje |
kikimono-聞き物 | iets dat de moeite waard [belangrijk] is om te horen |
kikitori-聞き取り | luistervaardigheid in [auditief begrip van] een vreemde taal |
kikkai-奇っ怪 | vreemd [merkwaardig; mysterieus; raar] zijn |
kimyō-奇妙 | eigenaardigheid; merkwaardigheid |
kin-均 | (in kanji combinaties) gelijkwaardig; uniform |
kinchō-金打 | een plechtige belofte [eed] (afgelegd door samoerai met hun zwaarden tegen elkaar gedrukt, en door vrouwen met spiegels) |
kinguzu・ingurisshu-キングズ・イングリッシュ | standaard (correct) Engels in het Verenigd Koninkrijk |
kingu・saizu-キング・サイズ | groter dan de standaard grootte |
kinhon'i-金本位 | goudstandaard |
kinhon'isei-金本位制 | (het systeem van) de goudstandaard |
kinichi-忌日 | sterfdag; verjaardag van het overlijden van een persoon (waarop boeddhistische herdenkingsrituelen worden uitgevoerd) |
kinji-矜持 | zelfrespect; trots; waardigheid |
kinjichi-近似値 | geschatte waarde; waarde bij benadering; schatting |
kinki-錦旗 | keizerlijke standaard [vaandel] |
kinmanka-金満家 | rijkaard; rijke stinkerd |
kinoji-喜の字 | 77ste verjaardag |
kinpin-金品 | geld en sieraden; waardevolle spullen |
kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
kippu-きっぷ | aard; karakter; temperament |
kiriau-切り合う | de degens kruisen (met); vechten met zwaarden |
kiriha-切刃 | scherpe kant (bij zwaarden e.d.) |
kirijini-切り死に | dood door een zwaardgevecht |
kirikorosu-切り殺す | (iem.) doodsteken; neersabelen; doden met een zwaard of mes |
kirin-騏驎 | mythisch dier in het oude China (met lichaam van een hert, staart van een koe, en hoeven van een paard) |
kiritsukeru-切りつける | steken [slaan] met een wapen (mes, zwaard, e.d.) |
kiritsukeru-切り付ける | iemand steken [snijden; verwonden] (met een mes, zwaard, e.d.) |
kisei-既製 | kant-en-klaar (vervaardigd) zijn; (confectie) klaar om te dragen zijn |
kisha-騎射 | het boogschieten te paard |
kishitsu-気質 | temperament; aard; karakter |
kisho-奇書 | zeldzaam [waardevol] boek [document]; zeldzame [waardevolle] brief [uitgave] |
kishō-気性 | temperament; aard; karakter (vaak met negatieve connotatie) |
kishōkachi-希少価値 | een hoge waarde van iets doordat het zeldzaam is |
kisokōjo-基礎控除 | basisinhouding [standaardinhouding] op (belastbaar) inkomen |
kitaichi-期待値 | verwachte waarde |
kitei-既定 | standaard [vastgesteld] zijn |
kiteretsu-きてれつ | vreemd; raar; ongewoon; merkwaardig |
kodachi-小太刀 | kort zwaard |
kōdō-公道 | rechtvaardigheid; gerechtigheid |
kōdo-黄土 | löss (gele aarde) |
kodōgu-小道具 | accessoires [decoraties] voor zwaarden (b.v. op de stootplaat, de greep, e.d.) |
kōfu-交付 | overhandiging; uitvaardiging; verlening; toekenning; uitgifte |
kōfun-公憤 | publieke verontwaardiging |
kogane-小金 | een klein fortuin; redelijke som geld; aardig bedrag |
kōhei-公平 | onpartijdigheid; rechtvaardigheid |
kōhi-高批 | (beleefd ontvangen) kritiek van anderen; uw gewaardeerde kritiek |
koiguchi-鯉口 | opening bij de schede van een zwaard |
kōkanjōken-交換条件 | uitwisselingsvoorwaarden; (uit)ruilvoorwaarden |
kōkikōreishairyōhoken-後期高齢者医療保険 | zorgverzekering voor bejaarden |
kokoro-心 | hart; ziel; geest; gevoelens; mentaliteit; karakter; aard; persoonlijkheid |
kokoroiki-心意気 | karakter; neiging; inborst; temperament; geaardheid |
kokoronikui-心憎い | bewonderenswaardig; prachtig; uitstekend; perfect |
kokubandai-黒板台 | schoolbord (op standaard) |
kokudo-国土 | domein; grondgebied; land; aardrijk |
kokudo-国土 | (boeddh.) het aardse leven |
kokui-国威 | nationaal prestige [gezag]; nationale eer [waardigheid] |
kokuminsei-国民性 | volksaard |
kokusaihyōjunkakikō-国際標準化機構 | Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO) |
kokyū-呼吸 | vaardigheid; truc; handigheid |
kōkyū-高級 | topkwaliteit; hoogwaardig [chic; luxueus] zijn |
kōmei-公明 | rechtvaardigheid; gerechtigheid; eerlijkheid |
kōmeiseidai-公明正大 | eerlijkheid; rechtvaardigheid; integriteit; rechtschapenheid |
kōmuru-被る | ontvangen (van een gunst; vriendelijkheid; rechtvaardige bejegening) |
kōnan-硬軟 | hardheid en zachtheid; strengheid en zachtaardigheid |
kōnā・wāku-コーナー・ワーク | vaardigheid in het nemen van bochten (schaatsen, autorace, etc.) |
konrei-坤霊 | aardgod |
kōreisha-高齢者 | oude mensen; ouderen; bejaarden; mensen op hoge leeftijd |
kōri-公理 | (logica) axioma, een niet bewezen (maar als grondslag aanvaarde) bewering |
kōrin-降臨 | neerdaling (naar aarde van een godheid); verschijning; (goddelijke) openbaring |
korō-古老 | een oudere persoon; een bejaarde |
kōsaku-工作 | ambacht; handvaardigheid |
kōsakubutsu-工作物 | industrieel vervaardigde producten |
kōsha-巧者 | vakkundigheid; vaardigheid; bekwaamheid; slimheid |
koshigatana-腰刀 | een kort zwaard (zonder stootplaat) gedragen op de heup |
koshirae-拵え | (een algemene term voor) zwaard-onderdelen (greep, stootplaat, zwaardschede e.d.) |
kosumonōto-コスモノート | kosmonaut; ruimtevaarder |
kote-籠手 | een handschoen die beschermd is met metaal of hard leer (wordt o.a. gedragen bij de Japanse zwaardvechtkunst Kendo) |
kotō-古刀 | een oud [antiek] zwaard |
kotsubako-骨箱 | kist [doos] met de as [botten] van een overledene; doos waarin een urn wordt bewaard |
kouma-子馬 | veulen; jong paard |
kōyu-鉱油 | aardolie; ruwe olie [petroleum] |
kōzairyō-好材料 | gunstige voorwaarden, die een positief effect hebben op de beurs; een hausse |
kūbun-空文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
kuchioshii-口惜しい | ergerlijk; irritant; vervelend; spijtig; betreurenswaardig; jammerlijk |
kuchitori-口取り | een paard (bij de teugels) leiden |
kudaranai-下らない | waardeloos; onbeduidend |
kuīnsaizu-クイーンサイズ | een standaard maat voor bedden en kleding (tussen kingsize en normaal in) |
kuīnzu・ingurisshu-クイーンズ・イングリッシュ | standaard (correct) Engels in het Verenigd Koninkrijk |
kuishinbō-食いしん坊 | gulzigaard; veelvraat; slokop |
kunigara-国柄 | nationaal karakter; nationale geaardheid |
kuntō-薫陶 | aardewerk maken door klei te kneden terwijl men wierook brandt (waardoor de geur in de klei gaat) |
kuoritī-クオリティー | kwaliteit; waarde; eigenschap |
kūpon-クーポン | coupon; (waarde)bon; voucher; plaatsbewijs |
kuraimake-位負け | het onwaardig zijn aan [niet de kwaliteiten hebben voor] zijn titel [positie]; tekort schieten |
kureuchi-塊打ち | het fijnmaken van de plaggen die bij het omploegen van aarde zijn ontstaan |
kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
kuriirodo-栗色土 | kastanjebruine aarde |
kuro-畔 | een voetpad [aarden richel] tussen de rijstvelden |
kurotsuchi-黒土 | zwarte aarde |
kurūpu-クループ | kroep (het achterste deel van de romp van het paard) |
kūsai-空際 | horizon (het punt waar hemel en aarde elkaar raken) |
kusakeiba-草競馬 | lokale paardenrace (op het platteland) |
kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
kusaru-腐る | degenereren; verdorven [ontaard; corrupt] worden |
kuse-癖 | afwijking; eigenaardigheid |
kutsuwa-轡 | bit (mondstuk voor paarden) |
kyakudo-客土 | aarde van een andere plek die wordt toegevoegd om de bodemgesteldheid te verbeteren |
kyakuuke-客受け | ontvangst [waardering] van het publiek; populariteit |
kyapashitī-キャパシティー | capaciteit; hoeveelheid; bekwaamheid; vaardigheid; vermogen |
kyōji-矜持 | zelfrespect; trots; waardigheid |
kyōkan-凶漢 | slechterik; boosaardige man; schurk |
kyokudai-極大 | maximum; hoogste waarde; hoogste punt |
kyōma-京間 | standaardafmeting van de afstand tussen pilaren in de Japanse architectuur (ca. 1.95 meter) |
kyōma-京間 | tatami-mat met een standaardafmeting van ca. 191 cm x 95,5 cm |
kyōshitsu-教室 | particuliere school (voor speciale vaardigheden) |
kyōtsūgo-共通語 | gemeenschappelijke taal; standaardtaal |
kyoyōryō-許容量 | maximaal toelaatbare waarde [hoeveelheid] |
kyūmuin-厩務員 | paardenknecht; verzorger van paarden (m.n. racepaarden); stalknecht |
kyūsha-厩舎 | paardenstal; koeienstal |
magatta-曲がった | oneerlijk; verdorven; slecht; kwaadaardig |
mago-馬子 | een pakpaard voerman [menner] |
maguso-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
mairudo-マイルド | zacht; zachtaardig; mild |
maisō-埋葬 | begrafenis; teraardebestelling |
majorika-マジョリカ | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
majorikayaki-マヨリカ焼き | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
makotoshiyaka-真しやか | aannemelijk (maar niet waar) zijn; geloofwaardig zijn (b.v. van een leugen) |
mantoru-マントル | (geologie) mantel (laag tussen aardkorst en kern) |
manyufakuchua-マニュファクチュア | vervaardiging; fabricage; productie |
marinā-マリナー | zeeman; zeevaarder; matroos |
maronie-マロニエ | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
marunomi-丸呑み | iets accepteren zoals het is; een gegeven paard niet in de mond kijken |
masshu・poteto-マッシュ・ポテト | aardappelpuree |
matorikkusu-マトリックス | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
maunto-マウント | (plaatsing op) een voetstuk; standaard; zetting; montering |
mazumazu-先ず先ず | toelaatbaar; aanvaardbaar; acceptabel; afdoende |
meberi-目減り | vermindering van waarde |
medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
meibunka-明文化 | schriftelijke vaststelling [bepaling]; schriftelijke overeenkomst; voorwaarde |
meigi-名義 | rechtvaardiging |
meimokukakaku-名目価格 | nominale waarde |
mein・banku-メイン・バンク | hoofdbank van een bedrijf (de bank met de hoogste kredietwaardigheid) |
meiseki-名跡 | beroemde plaats [plek; bezienswaardigheid] (met historische waarde) |
meisho-名所 | bezienswaardigheid |
meisū-名数 | een bepaald [precies] aantal; bepaalde hoeveelheid; numerieke waarde |
meiyo-名誉 | eer; glorie; faam; reputatie; goede naam; prestige; waardigheid |
mekajiki-眼梶木 | zwaardvis |
mekugi-目釘 | pin [angel] (van een zwaard) |
mēkuin-メークイン | een aardappelsoort, May Queen |
menboku-面目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; aanzien; eer; reputatie; prestige; waardigheid |
menuki-目貫 | zwaard ornament (op het gevest) |
mēn・banku-メーン・バンク | hoofdbank van een bedrijf (de bank met de hoogste kredietwaardigheid) |
meritto-メリット | waarde |
meyasu-目安 | criterium; standaard; maatstaf |
midoku-味読 | het met veel plezier [waardering] lezen (van een boek) |
midokusuru-味読する | (een boek) met veel plezier [waardering] lezen |
migotae-見応え | de moeite waard om te zien; indrukwekkend |
mimizu-蚯蚓 | regenworm; pier; aardworm |
mindo-民度 | culturele [economische; maatschappelijke] standaard (van een volk); levensstandaard |
mine-峰 | de achterkant van het lemmet van een zwaard |
mirugai-海松貝 | paardenschelp; gaperschelp (Tresus keenae) |
misanpu-未産婦 | nullipara; een vrouw die nooit kinderen heeft gebaard |
mishiranu-見知らぬ | vreemd; eigenaardig; onbekend |
misshon-ミッション | delegatie; afvaardiging; gezantschap |
mitsuzō-密造 | illegale vervaardiging [productie]; illegaal distilleren [stoken] van sterke drank |
mochigusare-持ち腐れ | afval; bezit [voorwerp] zonder waarde |
mochimae-持ち前 | iemand's karakter [eigenschappen; aard] |
modoriuri-戻り売り | verkoop (van aandelen) op het moment dat een lagere marktwaarde weer omhoog gaat |
mōhitsu-毛筆 | penseel (vervaardigd met natuurlijke materialen, zoals diereharen); kwast |
mokuba-木馬 | houten paard; hobbelpaard |
mokuba-木馬 | paard (turntoestel) |
mokuzō-木造 | vervaardigd uit hout; van hout; houten |
momiage-揉み上げ | bakkebaarden; tochtlatten |
momu-揉む | aanzwepen (om paarden harder te laten rennen) |
mongaifushutsu-門外不出 | verbod op het meenemen van waardevolle boeken of artikelen uit een collectie |
monogusa-物臭 | luiheid; sloomheidheid; luiaard; een lui iemand |
mononoaware-物の哀れ | een sterk (ethisch) gevoel [waardering] voor schoonheid (van de natuur) |
mononokazu-物の数 | iets belangrijks; iets dat de moeite waard is |
monosashi-物差し | meetlat; maatstaf (ook fig.); standaard; toets(steen) |
moreru-漏れる | uitkomen; onthuld [geopenbaard] worden |
moritsuchi-盛り土 | dijk; verhoogde grond [aarde]; het ophogen van grond |
mosamosa-もさもさ | behaard (persoon); dichtbegroeid (planten) |
mōshiwake-申し訳 | onbeduidend; klein; bescheiden; niet noemenswaard |
mōshiwakenai-申し訳ない | het spijt mij zeer; ik voel mij bezwaard; verontschuldiging; dank voor uw hulp |
mōsuto・baryuaburu・purēyā-モースト・バリュアブル・プレーヤー | meest waardevolle speler |
mottai-勿体 | waarde; belang (hechten aan) |
mottainai-勿体ない | niet waard [onwaardig] zijn; onverdiend |
mottomorashii-尤もらしい | geloofwaardig; serieus |
mozaiku-モザイク | (biologie: dier of plant met genetische eigenschappen van verschillende soorten) hybride; entbastaard |
muchiuchi-鞭打ち | deel van het lichaam van paarden waar de ruiter op slaat met zijn zweep |
mugaku-無学 | (boeddh.) spiritueel niveau waarbij men bevrijd is van aardse verlangens en studie niet langer nodig is om dat te bereiken |
muhi-無比 | ongeëvenaard zijn |
muhōsha-無法者 | bandiet; vogelvrijverklaarde misdadiger |
mujirushi-無印 | een atleet of paard met weinig kans om te winnen. |
mujōken-無条件 | onvoorwaardelijkheid |
muka-無価 | onbetaalbaar; van ongekende waarde |
muka-無価 | zonder waarde; gratis |
mukabaki-行縢 | (his.) een van herten- of berenbont gemaakte beenbekleding (voor krijgers bij het paardrijden of de valkenjacht) |
mukago-零余子 | broedknop; propagule (plantaardig materiaal) |
mukōiki-向こう意気 | vechtlust; strijdlustigheid; strijdvaardigheid |
mumei-無名 | zonder reden; niet te rechvaardigen; onverdedigbaar |
mumei-無銘 | ongesigneerd zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.); niet ondertekend; anoniem |
mushashugyō-武者修行 | naar andere delen van het land reizen om bijzondere vaardigheden te leren (b.v. in de muziek of de krijgskunst) |
musō-無双 | ongeëvenaard [weergaloos; zonder weerga] zijn |
musumegokoro-娘心 | meisjesachtige geest [hart; aard]; meisjesachtige onschuld |
musutangu-ムスタング | mustang (Noord-Amerikaans prairiepaard) |
mute-無手 | zonder talent [vaardigheden] |
mutekatsuryū-無手勝流 | (een andere naam voor) Bokudenryû (school voor zwaardvechten) |
muzei-無税 | belastingvrij; gevrijwaard zijn van belastingheffing |
myō-妙 | eigenaardigheid; mysterie |
nadokoro-名所 | beroemde [bekende; interessante] plaats; bezienswaardigheid |
naisu・gai-ナイス・ガイ | aardige vent [kerel] |
naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
naito-ナイト | ridder; paard (schaken) |
naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
naku-泣く | onwaardig [niet netjes; verkeerd] zijn |
namakemono-怠け者 | luiaard; luierik; lui mens |
namakemono-樹懶 | (zoogdier) luiaard; ai; oenau |
nasakenai-情けない | schandelijk; jammerlijk; betreurenswaardig |
nashonaru・aidentitī-ナショナル・アイデンティティー | volksaard; volkskarakter; nationale indentiteit |
nashonaru・kyarakutā-ナショナル・キャラクター | volksaard; volkskarakter; nationaal karakter |
nashonaru・minimamu-ナショナル・ミニマム | nationale minimum levenstandaard |
natsuimo-夏芋 | een andere benaming voor een (gewone) aardappel |
nattoku-納得 | instemming; aanvaarding; volgzaamheid; toegeeflijkheid; meegaandheid |
ne-値 | prijs; waarde; kosten |
netsu-熱 | een ziekte die gepaard gaat met) hoge koorts |
netsuryō-熱量 | hoeveelheid warmte; calorische waarde |
neuchi-値打ち | waarde; prijs |
neuchi-値打ち | schatting; raming; waardering |
ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
ni-丹 | rode aarde (bevat cinnaber of kwiksulfide) |
nigeuma-逃げ馬 | koploper (paardenraces) |
nigirikawa-握り革 | het leer dat om het heft van een zwaard of de handgreep van een boog gewikkeld is |
nigiriya-握り屋 | een zuinig [gierig] iemand; een vrek [krent; gierigaard] |
nihon-二本 | de twee zwaarden van een samoerai (een lange en een korte) |
nihonsangyōkikaku-日本産業規格 | Japanese industriële standaard |
nihonsankei-日本三景 | de drie bewonderingswaardige landschappen in Japan (Matsushima, Amanohashidate, en Miyajima) |
nikujaga-肉じゃが | Japans stoofgerecht (met vlees, aardappelen en soms ook groenten ) |
ningenmi-人間味 | menselijkheid; menslievendheid; zachtaardigheid |
ningensei-人間性 | de menselijke natuur [aard]; menselijkheid |
ninjō-人情 | menselijk gevoel; menselijkheid; vriendelijkheid; menselijke aard |
niten'ichiryū-二天一流 | een school voor zwaardvechten [kendo] waarbij met één zwaard in elke hand wordt gevochten |
nitōdate-二頭立て | tweespan; rijtuig voor twee paarden |
nitōryū-二刀流 | een school voor zwaardvechten [kendo] waarbij met één zwaard in elke hand wordt gevochten (opgericht door Miyamoto Musashi, 1584-1645) |
nō-能 | talent; vaardigheid; bekwaamheid; gave |
nobegane-延べ金 | dolk; zwaard |
nōju-納受 | aanvaarding; aanname; ontvangst |
nokoru-残る | (bewaard) blijven; blijven liggen |
nomu-飲む | een dolk, zwaard, e.d. (onder de kleren verborgen) dragen |
nōryoku-能力 | vaardigheid; bekwaamheid; competentie; vermogen; capaciteit |
nukimi-抜き身 | ontbloot [(uit de schede) getrokken] zwaard |
nyūsu・baryū-ニュース・バリュー | nieuwswaarde |
o-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
ōdō-横道 | kwaad; kwaadaardigheid; zonde; verdorvenheid |
ōdo-黄土 | löss (gele aarde) |
ogasawararyū-小笠原流 | een school die gespecialiseerd is in krijgsvoering en strategieën [of in boogschieten en paardrijden] |
ogosoka-厳か | plechtig [eerbiedwaardig; deftig; indrukwekkend] zijn |
oi-老い | een oude persoon; bejaarde; de ouderen |
oikiri-追い切り | (bij paarden) een trainingsrace; testrit (om de conditie van het paard vast te stellen voor de echte race) |
oikirichōkyō-追い切り調教 | een snelheidstraining (van paarden) |
ojiisan-お爺さん | oude man; grijsaard |
ōka-王化 | de heilzame invloed in de wereld van een goede [rechtvaardige] koning |
okera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
okite-掟 | instelling; aard; karakter |
okutanka-オクタン価 | octaangetal; octaanwaarde |
omeshichirimen-御召し縮緬 | (hoogwaardige) crèpe zijde |
omoshiroi-面白い | leuk; interessant; aardig |
on-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
ōna-媼 | oude(re) [bejaarde] vrouw |
onaji-同じ | hetzelfde; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
onara-おなら | iets dat waardeloos is |
ondanka-温暖化 | opwarming van de aarde |
ondankasuru-温暖化する | opwarmen (van de aarde) |
onkō-温厚 | zachtaardig [vriendelijk] zijn |
oogui-大食い | iem. die veel eet; een veelvraat; gulzigaard; smulpaap |
ooya-大家 | huisbaas; waard; herbergier; gastheer |
ōrudo-オールド | oud; bejaard; antiek |
ōrudo・taimā-オールド・タイマー | een ouderwets persoon; een bejaarde |
oshii-惜しい | spijtig; betreurenswaardig; teleurstellend |
oshii-惜しい | kostbaar; belangrijk; waardevol |
otoshigo-落とし子 | onwettig [onecht] kind; bastaard |
oyaimo-親芋 | stengelknol van de taro (zoete aardappel) |
pā-パー | equivalent; van gelijke waarde; nominale waarde |
pā-パー | par (golfterm: score die gelijk is aan het standaard aantal slagen) |
padokku-パドック | omheinde weide voor paarden (bij een paardenstal of renbaan) |
paradaisu-パラダイス | (fig.) een paradijs (op aarde) |
pechika-ペチカ | Russisch (gemetseld) fornuis [open haard] |
pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
pī・esu-ピー・エス | (Pferdestärke) paardenkracht |
pokkuri-ぽっくり | het geluid van de hoeven van een paard dat stapvoets loopt |
ponī-ポニー | pony (klein paardenras) |
ponītēru-ポニーテール | paardenstaart (haardracht met het haar samengebonden in een staart) |
poteto-ポテト | aardappel |
punpun-ぷんぷん | (onomatopee) geagiteerd; woedend; verontwaardigd |
puraisu-プライス | prijs; waarde |
puremiamu-プレミアム | (economie) premium, waarde boven pari |
purodakushon-プロダクション | productie; vervaardiging; opbrengst |
purodakushon・shearinguhōshiki-プロダクション・シェアリング方式 | methode gebruikt bij contracten voor olie- en aardgasexploratie in ontwikkelingslanden |
raidingu-ライディング | paardrijden |
raido-ライド | een rit; het rijden (in een auto, etc); het berijden (van een paard, e.d.) |
rakuba-落馬 | een val van een paard |
rakubasuru-落馬する | van een paard vallen [geworpen worden] |
rakuyaki-楽焼き | raku aardewerk (met de hand gevormd en op lage temperatuur gebakken) |
rei-例 | standaard; gewoon; altijd hetzelfde |
reiken-霊剣 | heilig zwaard (met mystieke krachten) |
reisei-冷静 | kalmte; rust; bedaardheid; evenwichtigheid |
renjuku-練熟 | bekwaamheid; vaardigheid; vakkundigheid; behendigheid; ervaring |
renzen'ashige-連銭葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
reopon-レオポン | leopon (kruising tussen een leeuwin en een mannelijke luipaard) |
ressei-劣勢 | minderwaardigheid; nadeel; ongunstige situatie |
retsujaku-劣弱 | minderwaardigheid |
retteru-レッテル | etiket; label (op iemand als waardeoordeel) |
rettōkan-劣等感 | minderwaardigheidscomplex |
rihatsu-理髪 | kapsel; coupe; haardracht |
riken-利剣 | scherp zwaard |
riken-利剣 | (Boeddh.) beeldspraak voor de wijsheid of boeddhistische leer die nodig is om aardse verlangens en kwade krachten te kunnen verwerpen |
rinsho-臨書 | het nauwkeurig overschrijven van kanji naar een (klassiek) schrijfmodel (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
rinzen-凛然 | imponerend; waardig en moedig; statig; indrukwekkend; ontzagwekkend |
ro-炉 | (open) haard; (smelt)oven |
rōba-老馬 | een oud paard; paard op leeftijd |
rōban-牢番 | gevangenisbewaarder; bewaker; cipier |
robata-炉端 | dichtbij [rond] de (open) haard |
rōdōkijunhō-労働基準法 | Japanse Arbeidsnormenwet; Standaard Arbeidsrechtenwet |
rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
rōfu-老父 | oude vader [bejaarde] |
rōjin-老人 | oudere (persoon); bejaarde |
rōjinhōmu-老人ホーム | bejaardentehuis; bejaardenhuis |
rōken-老犬 | oude [bejaarde] hond |
rōkihō-労基法 | (afk. voor) Japanse Arbeidsnormenwet; Standaard Arbeidsrechtenwet |
rusuban-留守番 | huisbewaarder; iemand die op het huis past |
rusui-留守居 | huisbewaarder; iemand die op het huis past |
ryanko-両個 | (een denigrerende term voor) een samoerai (met twee zwaarden) |
ryō-良 | goedheid; goedaardigheid; van goede kwaliteit; iets goeds |
ryōsho-猟書 | het zoeken naar boeken van uitzonderlijke waarde en beperkte oplage |
ryōsho-良書 | een goed [waardevol] boek |
ryōtōzukai-両刀遣い | met twee zwaarden tegelijk kunnen vechten; iemand die met twee zwaarden tegelijk vecht |
ryōtōzukai-両刀遣い | vaardig [bekwaam] zijn in twee verschillende vakgebieden [takken van kunst]; een expert op twee verschillende vakgebieden |
ryūchō-流暢 | spreekvaardigheid |
ryūma-竜馬 | een zeer goed [uitmuntend] paard |
ryūme-竜馬 | een zeer goed [uitmuntend] paard |
sabu-左武 | respect [waardering] voor vechtsporten |
sadoru-サドル | zadel (voor paard, fiets, etc.) |
sage-下げ | (afk. voor) (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
sageo-下げ緒 | (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
sainō-採納 | overneming; aanneming; aanvaarding; adoptie |
saishoku-菜食 | plantaardig voedsel; een groente-fruit dieet |
saitaku-採択 | aanneming; aanvaarding; selectie |
saitakusuru-採択する | (een voorstel, wet, etc.) aannemen; aanvaarden; selecteren |
saiteki-最適 | uiterste geschiktheid; beste oplossing [voorwaarde] |
saiten-採点 | waardering; beoordeling; cijfers |
saitō-彩陶 | plateel keramiek (beschilderd Chinees aardewerk) |
saiwan-才腕 | vaardigheid; bekwaamheid; talent |
saiyūshūsenshu-最優秀選手 | meest waardevolle speler |
sakusei-作成 | vervaardiging van een documenten, e.d |
sangokuichi-三国一 | ongeëvenaard [uniek] in Japan, China en India |
sanka-参稼 | iemand met een speciale functie [vaardigheid] binnen een organisatie |
sankei-三景 | de drie bewonderingswaardige landschappen in Japan (Matsushima, Amanohashidate, en Miyajima) |
sansai-三彩 | aardewerk gemaakt met drie (maar soms ook twee of vier) soorten gekleurd glazuur, op lage temperatuur gebakken |
sansai-三才 | hemel, aarde en de mensen |
sanshunojingi-三種の神器 | de drie heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
sansūkentei-算数検定 | rekenvaardigheid test |
saodachi-竿立ち | (van paarden, e.d.) het recht overeind staan; op de achterpoten staan; steigeren |
sarabureddo-サラブレッド | raspaard; volbloed; stamboekdier; rasdier |
sashiashi-差し足 | (bij paardenraces) de laatste spurt waarmee een paard de anderen inhaalt en net als eerste over de finish komt |
sashichigaeru-刺し違える | elkaar steken (met een zwaard, mes, e.d.) |
sashizoe-差し添え | een kort zwaard (dat samen met een groot zwaard door de samoerai werd gedragen) |
satan-嗟嘆 | bewondering; waardering; lof |
satei-査定 | waardebepaling; schatting |
satsujin-殺陣 | zwaardgevecht |
saya-鞘 | (zwaard)schede |
sayamaki-鞘巻 | een kort zwaard zonder rand (zoals door samurai naast hun lange zwaard werd gedragen) |
sei-性 | aard; karakter |
seiba-征馬 | reispaard; paard om op reis te gaan |
seiba-征馬 | oorlogspaard |
seigi-正義 | gerechtigheid; rechtvaardigheid |
seiheki-性癖 | natuurlijke aanleg; aard; karakter |
seiin-正員 | volwaardig lid; formeel gekwalificeerd lid |
seijisei-政治性 | politiek karakter; politieke aard |
seika-正価 | nettoprijs; standaardprijs; catalogusprijs |
seika-製菓 | vervaardiging van zoetwaren |
seika-製靴 | het vervaardigen van schoenen; het schoenmaken |
seikaku-性格 | (iem.'s) karakter; aard; persoonlijkheid |
seikatsuhogohō-生活保護法 | Wet op de openbare bijstand (ter garantie van een minimumlevensstandaard) |
seikatsusuijun-生活水準 | levensstandaard |
seikika-正規化 | normalisatie; standaardisatie |
seikō-製鋼 | vervaardiging [productie] van staal |
seimoku-井目 | (bij het go-spel, als er een groot verschil in vaardigheid is) het vooraf plaatsen van 9 stenen op het bord door de slechtste speler |
seiryūtō-青竜刀 | Chinees slagzwaard [kromzwaard] (met op het uiteinde van het handvat een blauwe draak als versiering) |
seisaku-製作 | vervaardiging; productie; fabricage |
seisei-凄清 | treurig en beklagenwaardige situatie |
seisei-精製 | zorgvuldige [nauwkeurige] fabricage [vervaardiging] |
seishi-製紙 | (het proces van) het vervaardigen [maken] van papier |
seishitsu-性質 | aard; karakter; temperament |
seitetsu-製鉄 | vervaardiging van ijzer |
seitō-正当 | iets dat rechtvaardig [rechtmatig; legitiem; terecht] is |
seitōbōei-正当防衛 | (gerechtvaardigde; gewettigde) zelfverdediging |
seitoku-生得 | aangeboren kwaliteit [gave; talent]; aard; karakter |
seiun-青雲 | onthechting van de wereld [van het aardse bestaan] |
seiyaku-制約 | beperking; restrictie; voorwaarde |
seiyaku-製薬 | vervaardiging van geneesmiddelen [medicijnen] |
seiyōtochinoki-西洋栃の木 | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
seizō-製造 | vervaardiging; productie; fabricage |
seizōsuru-製造する | vervaardigen; produceren; fabriceren |
sekai-世界 | de wereld; aarde |
sekki-石器 | steengoed (zwaar, hard aardewerk of keramiek) |
senjutsu-仙術 | bovenaardse krachten [geheim van onsterfelijkheid] van een bergkluizenaar [heremiet] |
sensei-先生 | (tot febr. 2024 gevangenis jargon, aanspreektitel voor) cipier; gevangenbewaarder |
sensha-戦車 | (arch.) strijdwagen (met twee of vier paarden) |
sensuji-千筋 | patroon van dunne verticale strepen (op textiel of aardewerk) |
sentangijutsu-先端技術 | hoogwaardige technologie; geavanceerde technologie |
sentanzairyō-先端材料 | hoogwaardige [geavanceerde] materialen |
seppuku-切腹 | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel harakiri genoemd) |
seramikkusu-セラミックス | keramiek; aardewerk |
setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
setomono-瀬戸物 | Chinees of Japans aardewerk |
setsudo-節度 | gematigdheid; matiging; standaard; norm; regel(s) |
setsurin-節臨 | het overschrijven van een passage [versregel] van een originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
shaba-娑婆 | (boeddh.) het aardse leven; de wereld van de stervelingen |
shaba-車馬 | (lett. wagen en paard) paard en wagen; voertuig |
shaba-車馬 | trekpaard; werkpaard |
shado-赭土 | (geologie) utisol; rode aarde |
shagī-シャギー | ruig; behaard; wild; grof; oneffen |
shaikaitsūnen-社会通念 | algemeen (maatschappelijk) geaccepteerde ideeën en waarden |
shakaisei-社会性 | sociaal karakter; sociale aanleg [aard] |
shakaiseigi-社会正義 | social rechtvaardigheid [gerechtigheid] |
shakudo-尺度 | ijkmaat; maatstaf; meetlat; standaard; |
sharuman-シャルマン | bekoorlijk; charmant; aardig |
shayōzoku-社用族 | werknemers die genieten van een hoge levensstandaard op kosten van de baas (via hoge onkostennota's) |
shiba-死馬 | dood paard |
shibiru・minimamu-シビル・ミニマム | civiel minimum (minimum levensstandaard voor burgers in steden) |
shibuchin-渋ちん | een vrek; gierigaard; gierig [vrekkig] persoon |
shibugaki-渋柿 | astringente kaki (een kakisoort met hoog gehalte aan tannine, waardoor ze bitter smaken, en langer moeten rijpen om eetbaar te worden) |
shibun-死文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
shichinenki-七年忌 | zevende verjaardag van een overlijden |
shichōritsu-視聴率 | kijkcijfer; waarderingscijfer (van tv-programma's) |
shidai-四大 | (boeddha.) de vier elementen (aarde, water, vuur en wind) |
shidai-四大 | (taoïsme) de vier grote dingen: Tao, Hemel, Aarde en Koning |
shidaigenso-四大元素 | de vier klassieke elementen (water, aarde, lucht en vuur) |
shiden-紫電 | fel licht; glinstering van een (scherp) zwaard |
shidō-斯道 | het goede [rechtvaardige] pad; de menselijke manier [aanpak] |
shido-示度 | (van een meetinstrument) de afgelezen stand [waarde] |
shijiritsu-支持率 | (publiek; openbaar) waarderingscijfer |
shijōkakaku-市場価格 | marktwaarde; koerswaarde; marktprijs |
shikkōyūyo-執行猶予 | voorwaardelijke veroordeling[gevangenisstraf]; opschorting; schorsing; uitstel van executie |
shina-品 | kwaliteit; waarde |
shinai-竹刀 | bamboe zwaard (gebruikt bij kendō) |
shingen-震源 | hypocentrum (van aardbeving) |
shinken-真剣 | een echt zwaard (geen houten zwaard) |
shinken-神剣 | het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
shinkenshōbu-真剣勝負 | een gevecht met echte zwaarden; een spel dat serieus gespeeld wordt |
shinme-神馬 | heilig paard (in een shinto schrijn) |
shinpyōsei-信憑性 | geloofwaardigheid; betrouwbaarheid |
shinsai-震災 | aardbeving; aardbevingsramp |
shinsei-心性 | natuur; aard; karakter; gemoed |
shinsei-真性 | de ware aard; echtheid; zuiverheid; reinheid |
shinsei-神性 | goddelijkheid; godheid; goddelijke aard |
shinsozai-新素材 | hoogwaardige materialen |
shintō-新刀 | een nieuw zwaard |
shintō-新刀 | een zwaard gemaakt na 1615 |
shintōatsu-浸透圧 | osmotische waarde [druk] |
shintōryū-新当流 | traditionele school [stijl] voor zwaardvechten |
shin'ō-震央 | epicentrum (van aardbeving) |
shiorashii-しおらしい | bewonderenswaardig; aardig; lief; bescheiden |
shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
shiriomo-尻重 | luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut |
shirome-白目 | kille [kwaadaardige] ogen |
shirouma-白馬 | een wit paard |
shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
shisanhyōka-資産評価 | waardering [waardebepaling] van activa |
shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
shisei-資性 | aard; aangeboren kwaliteiten; natuurlijke talenten |
shisetsudan-使節団 | delegatie; afvaardiging; gezantschap |
shitanamezurisuru-舌舐めずりする | likkebaarden; watertanden |
shitazaya-下鞘 | een hoes voor een zwaard |
shitsu-質 | kwaliteit; waarde |
shitsu-質 | aard [karakter]; (aangeboren) aanleg [talent] |
shiwanbō-吝ん坊 | gierigaard; vrek |
shōbun-性分 | aard; aangeboren karakter |
shōchū-焼酎 | shōchū, Japanse alcoholische drank (gemaakt van o.a. rijst, zoete aardappel, bruine suiker) |
shodō-初動 | de eerste schok (van een aardbeving) |
shōfuku-妾腹 | een buitenechtelijk kind; bastaard |
shōgaigakushū-生涯学習 | levenslange training [oefening] (in technische vaardigheden, kunstvormen, e.d.) |
shogyō-諸行 | alle aardse dingen |
shogyōmujō-諸行無常 | (boeddh.) de vergankelijkheid van alles (in de schepping); alle wereldse [aardse] dingen zijn vergankelijk |
shojiryoku-書字力 | schrijfvaardigheid |
shōkanjō-召喚状 | dagvaarding |
shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
shōken-証券 | waardepapier; effect; certificaat |
shokibidō-初期微動 | (aardbeving) eerste [inleidende; aanvangs-] trillingen |
shokijōken-初期条件 | de beginvoorwaarde; de initiële voorwaarde |
shokubutsusei-植物性 | het vegetatief [plantaardig] zijn |
shokubutsuseishibō-植物性脂肪 | plantaardig vet |
shokubutsuyu-植物油 | plantaardige olie |
shokubutsuyushi-植物油脂 | plantaardige oliën en vetten |
shokumuhyōka-職務評価 | waardebepaling van de functies binnen een bedrijf |
shokunōkyū-職能給 | salaris [loon] dat is gebaseerd op de functiebeoordeling [functiewaardering; werk evaluatie]] |
shōne-性根 | aard; karakter |
shōninkanmon-証人喚問 | dagvaarding; het oproepen van getuige |
shōryakuji-省略時 | standaard; norm |
shosanpu-初産婦 | primipara; vrouw die voor het eerst een kind heeft gebaard; vrouw die in verwachting is van haar eerste kind |
shoshi-庶子 | een buitenechtelijk kind; bastaard |
shōshinmono-小心者 | timide [bedeesde] persoon; lafaard |
shōtoku-生得 | aangeboren kwaliteit [gave; talent]; aard; karakter |
shōyaku-生薬 | natuurgeneesmiddel; natuurlijk medicijn (plantaardig of dierlijk) |
shu-殊 | (in kanji combinaties) buitengewoon; bijzonder; exceptioneel; prijzenswaardig |
shugi-手技 | vaardigheid; handwerk |
shūgyō-修業 | training ter uitbreiding van kennis en vaardigheden; afronding [voltooiing] van een opleiding |
shujinkō-主人公 | pensionhouder; herbergier; waard; werkgever; eigenaar |
shukkasashizusho-出荷指図書 | leveringsvoorschrift; leverantie voorwaarden; verschepingsvoorschriften |
shukueki-宿駅 | pleisterplaats; poststation (om van paarden te wisselen) |
shunba-駿馬 | excellent (ren)paard |
shunme-駿馬 | excellent (ren)paard |
shuran-酒乱 | dronkelap; dronkaard |
shuren-手練 | vaardigheid; bekwaamheid |
shuryokuginkō-主力銀行 | hoofdbank van een bedrijf (de bank met de hoogste kredietwaardigheid) |
shusshoku-出色 | aanzien; waardering |
shūsui-秋水 | een goed [scherp] geslepen zwaard |
shutsuba-出馬 | (te paard) eropuit gaan [vertrekken] (b.v. naar het slagveld) |
shuwan-手腕 | talent; gave; bekwaamheid; vaardigheid |
sōden-桑田 | moerbeiboomgaard; moerbeiplantage |
sofuto・rōn-ソフト・ローン | zachte lening (met gunstige aflossingsvoorwaarden) |
sofuto・tatchi-ソフト・タッチ | zachtheid; zachtaardigheid; zacht aanvoelen; zachte aanpak |
sōgoginkō-相互銀行 | coöperatieve spaarbank, een financiële instelling die eigendom is van haar spaarders of klanten |
sōkenbutsu-総見物 | excursies [het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing] |
sokuchi-測地 | landmeting; aardmeting |
sokuho-速歩 | draf (van paard) |
sokuteichi-測定値 | meetwaarde |
sokuteigenkai-測定限界 | meetlimiet; maximale meetwaarde |
songen-尊厳 | waardigheid; prestige |
sono-園 | tuin; park; boomgaard |
sonoseika-そのせいか | kwam het daardoor?; is dat vanwege …? |
sonotame-其の為 | daarom; daardoor; als gevolg daarvan; met dat doel |
sonshoku-遜色 | minderwaardigheid; ondergeschiktheid |
sōsharu・sukiru-ソーシャル・スキル | sociale vaardigheden (Engels: social skill) |
sōshiki-葬式 | begrafenis; teraardebestelling; uitvaart; begrafenisplechtigheid |
sōtō-相当 | gelijkwaardigheid |
soyō-素養 | basistraining; opleiding; verworven kennis [vaardigheid] |
sozōdai-塑造台 | modelschijf; modelleer standaard |
sūchi-数値 | numerieke waarde |
sūchi-数値 | aflezing [meetwaarde] (op een meter, pomp, etc.) |
sueki-須恵器 | Sue aardewerk, Japans blauwgrijs aardewerk (geproduceerd vanaf het late Kofun-tijdperk tot de Heian-periode) |
sugina-杉菜 | (paardenstaart) Heermoes (een plant, Equisetum arvense) |
sui-水 | water, één van de 5 elementen (water, vuur hout, metaal en aarde) |
suijun-水準 | niveau; standaard |
suikaku-酔客 | dronkaard; dronkenlap; zuiplap; zuipschuit |
suikyaku-酔客 | dronkaard; dronkenlap; zuiplap; zuipschuit |
suīto・poteto-スイート・ポテト | (Eng.: sweet potato) zoete aardappel |
sukiru-スキル | vaardigheid; bekwaamheid |
sukiru・inbentorī・shisutemu-スキル・インベントリー・システム | inventarisering van de vaardigheden, opleidingen en ervaringen van de werknemers van een bedrijf |
suku-梳く | (haar) (uit)kammen; (wol) kaarden |
sunao-素直 | mildheid; zachtaardigheid; gehoorzaamheid |
sutandādo-スタンダード | standaard; norm |
sutandādohan-スタンダード版 | standaard versie |
sutandādohan-スタンダード版 | standaardmodel |
sutandādohan-スタンダード版 | standaarduitvoering; basisuitvoering |
sutandādo・mōdo- スタンダード・モード | standaardmodus (computer term) |
sutandādo・nanbā-スタンダード・ナンバー | standaard (muziek) nummer |
sutandādo・tesuto-スタンダード・テスト | standaard test |
sutando-スタンド | standaard; stelling |
sutekki-ステッキ | zweep (paardenraces) |
sutēkusu-ステークス | (paarden)race met prijzengeld |
sutorakku・auto-ストラック・アウト | (honkbal) uitgegooid met drie slag (waardoor de slagman uit is) |
sutoroberī-ストロベリー | aardbei |
tachi-太刀 | een (lang) zwaard |
tachi-質 | aard; karakter; soort; temperament |
tachikaze-太刀風 | het zoevende geluid [geruis] van een zwaardslag; de wind veroorzaakt door een zwaardslag |
tachimochi-太刀持ち | (bij samoerai) zwaarddrager |
tachinarabu-立ち並ぶ | gelijkwaardig zijn (aan) |
tachisabaki-太刀捌き | (de wijze van) het hanteren van een zwaard; hoe iemand zijn zwaard hanteert; schermkunst |
tachisaki-太刀先 | de punt van een zwaard |
tadareru-爛れる | (fig.) verdorven; ontaard |
taeru-耐える | waard zijn |
taigimeibun-大義名分 | een goede [geloofwaardige] reden, rechtvaardiging |
taihaku-太白 | taihaku(imo); een soort zoete aardappel |
taimen-体面 | eer, reputatie; waardigheid; prestige |
taimurī-タイムリー | (honkbal) een slag waardoor een honkloper kan scoren (timely hit) |
taimurī・hitto-タイムリー・ヒット | (honkbal) een slag waardoor een honkloper kan scoren (run-scoring hit) |
tainei-太寧 | aarde |
taiō-対応 | overeenstemming (met); gelijkwaardigheid |
taishin-大震 | zware [grote] aardbeving |
taishin-耐震 | aardbevingsbestendigheid |
taishinkōzō-耐震構造 | aardbevingsbestendige constructie |
taishitsu-体質 | karakter; aard; natuur |
taitō-対当 | equivalentie; gelijkwaardigheid; overeenkomstigheid |
taitō-帯刀 | het dragen van een zwaard |
taka-高 | hoogte; waarde; hoeveelheid |
takumi-匠 | handvaardigheid; (vak)bekwaamheid |
tamaru-貯まる | gespaard worden; zich opstapelen |
tamatebako-玉手箱 | waardevolle schat (die niet zomaar aan iedereen wordt getoond); ;doos van Pandora |
tamaya-霊屋 | ruimte waar een overledene tijdelijk ligt opgebaard tot de begrafenis |
tan-丹 | rode aarde (bevat cinnaber of kwiksulfide) |
tanhon'i-単本位 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
tanhon'iseido-単本位制度 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
tanjōbi-誕生日 | verjaardag; geboortedag |
tanken-短剣 | kort zwaard; dolk; mes; ponjaard |
tanpopo-蒲公英 | paardenbloem (Taraxacum) |
tanshō-探勝 | sightseeing; het bezoeken van bezienswaardigheden (mooie landstreken, e.d.) |
tariru-足りる | voldoende [genoeg] zijn; de moeite waard zijn |
tateshi-殺陣師 | choreograaf van scenes met zwaardgevechten (voor film, toneel, etc.) |
tatsunootoshigo-竜の落とし子 | zeepaardje |
tatsutaage-竜田揚げ | (met sojasaus en mirin) gemarineerde, in aardappelmeel gerolde, en daarna gefrituurde stukjes kip of vis |
tattoi-尊い | waardevol; kostbaar; onschatbaar |
tedare-手足れ | bedrevenheid; vaardigheid; handigheid |
tegatana-手刀 | (karate)slag met de hand; de hand als zwaard gebruiken |
tegatashijō-手形市場 | markt voor handelspapier [bankbiljetten; commerciële waardepapieren] |
tei-帝 | (in kanji combinaties) hemelse god (i.t.t. aardse god) |
teisenjōken-停戦条件 | de voorwaarden voor de wapenstilstand |
tekka-鉄火 | zwaarden en geweren |
tekka-鉄火 | gewelddadigheid; boosaardigheid |
tekkaba-鉄火場 | (informeel, niet standaard) gokhuis; gokhol; goktent |
tenchi-天地 | hemel en aarde; het universum; de wereld |
tenchikaibyaku-天地開闢 | de schepping [het ontstaan] van hemel en aarde |
tenchishinmei-天地神明 | de god(en) van hemel en aarde |
tenjō-天壌 | hemel en aarde; de hele wereld; het universum |
tenjōtenge-天上天下 | de hele wereld; hemel en aarde |
tenka-天下 | de wereld [aarde] |
tenkaippin-天下一品 | uniek [bijzonder, weergaloos; ongeëvenaard] zijn |
tenkan-天冠 | traditioneel hoofddeksel gedragen tijdens boogschieten te paard, kagura-dans, e.d. |
tenkei-典型 | standaardvorm; (standaard)model; typisch voorbeeld (van); archetype |
tenki-天機 | geheimen der natuur [schepping; hemel en aarde] |
tenki-天機 | aanleg; karakter; aard; aangeboren kwaliteiten; natuurtalent |
tenma-伝馬 | postpaard; pakpaard |
tennendoseiganryō-天然土性顔料 | aardkleurig pigment |
tennengasu-天然ガス | aardgas |
tennōtanjōbi-天皇誕生日 | de verjaardag van de keizer (nationale feestdag; 23 februari) |
tenpan-典範 | model; norm; standaard |
tenpen-天変 | buitengewone verschijnselen (in de hemel en op aarde); natuurramp |
tenperamento-テンペラメント | temperament; aard; stemming |
tensei-天性 | natuur; karakter; aard |
tenshi-天資 | aard; ongeboren aanleg, natuurlijke gave(n) |
tenzen-恬然 | kalmte; sereniteit; bedaardheid; zelfbeheersing |
terīnu-テリーヌ | terrine (aardewerken kom) |
tēruberuto-テールベルト | groene aarde; groen pigment (schilderkunst) |
teruterubōzu-照る照る坊主 | pop van wit papier of katoen, opgehangen aan de dakrand in de hoop om daardoor de volgende dag mooi weer te krijgen |
tetori-手取り | een ervaren [vaardige] sumoworstelaar |
tezaiku-手細工 | handwerk; handvaardigheid; ambacht |
tō-刀 | (in kanji combinaties) zwaard |
tobinoru-飛び乗る | op (een paard) springen; in een (rijdende) trein [bus, e.d.] springen; aan boord springen |
tochi-土地 | grond; land; aarde; bodem |
tochinoki-栃の木 | Japanse paardenkastanje (Aesculus turbinata) |
tōdai-灯台 | ouderwetse olielamp op een standaard |
tōhi-当否 | goed of fout; rechtvaardigheid |
tōitsu-統一 | eenwording; vereniging; hereniging; unificatie; standaardisatie |
tōitsusuru-統一する | herenigen; verenigen; consolideren; standaardiseren |
tōjōsuru-搭乗する | baarden (instappen in vliegtuig) |
tōka-等価 | gelijkwaardigheid; equivalentie (aan) |
tōken-刀剣 | (algemene term voor) zwaard (met één snijvlak of met twee snijvlakken) |
tōkenranbu-刀剣乱舞 | wilde zwaarddans |
tōki-陶器 | (zacht) porselein (aardewerk); keramiek |
tōki-騰貴 | toename (van prijs of waarde) |
tōkō-刀工 | zwaardsmid; zwaardenmaker |
tōkon-刀痕 | snede [litteken] veroorzaakt door een zwaard |
tokubetsukyōshitsu-特別教室 | speciaal uitgeruste klaslokalen (voor vakken als muziek, handvaardigheid, huishoudkunde, e.a., ook gebruikt als audio-visuele ruimte) |
tokuhain-特派員 | afvaardiging; delegatie; vertegenwoordiger |
tokuhitsu-特筆 | noemenswaardig; vermeldenswaardig |
tokui-得意 | (iemands) specialiteit; sterke punt; vaardigheid |
tokusa-木賊 | schaafstro (een plant, Equisetum hyemale; paardenstaartenfamilie) |
tokushoku-特色 | kenmerk; eigenschap; aard; eigenaardigheid |
tokushu-特殊 | bijzonderheid; eigenaardigheid |
tōkyū-等級 | classificatie; waardering |
tomonau-伴う | met zich meebrengen; resulteren; gepaard gaan met |
toraashige-虎葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
toranoko-虎の子 | (fig.) schat; waardevol voorwerp |
torēdo・tāmuzu-トレード・タームズ | handelsvoorwaarden |
torie-取り柄 | waarde; verdienste |
torihikijōken-取引条件 | handelsvoorwaarden; koopvoorwaarden |
tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
tōsei-陶製 | keramiek; aardewerk; porselein |
tōshin-刀心 | het onscherpe gedeelte van de kling in de handgreep (van een zwaard) |
tōshin-刀身 | kling (plat snijgedeelte van een zwaard) |
toshiyori-年寄り | een oudere; bejaarde; oud persoon; ouder iemand |
tōshō-刀傷 | snijwond [verwonding] door een zwaard veroorzaakt |
tōshō-刀匠 | zwaardsmid; iemand die zwaarden smeedt |
toshoken-図書券 | boekenbon (met geldwaarde) |
tōtoi-尊い | waardevol; kostbaar; onschatbaar |
tsuba-鍔 | stootplaat [handbeschermer] van een zwaard [degen] |
tsūbaifō-ツーバイフォー | bouwmethode van houten huizen gebruik makend van standaard balken van twee bij vier duim |
tsubushinedan-潰し値段 | restwaarde; schrootwaarde |
tsuchi-土 | aarde; klei; grond |
tsuchiiro-土色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
tsuchikabe-土壁 | aarden muur; muur van klei |
tsuchikeiro-土気色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
tsuchikure-土塊 | een kluit aarde; een klomp klei |
tsugō-都合 | reden; voorwaarde |
tsūjōsonshitsu-通常損失 | algemeen [standaard] verlies |
tsuka-塚 | aardverhoging; terp; (graf)heuveltje; tumulus |
tsuka-柄 | heft; gevest (van zwaarden, messen of dolken); steel of greep (van b.v. borstels); handvat |
tsukune-捏ね | (afk. voor) een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukuneimo-捏ね芋 | een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukurite-作り手 | maker; vervaardiger; producent |
tsukuru-作る | maken; vervaardigen; fabriceren; in elkaar zetten; bouwen; componeren |
tsurugi-剣 | tweesnijdend zwaard; zwaard met twee snijvlakken |
uchibu-打ち歩 | (economie) premium, waarde boven pari |
uchiko-打ち粉 | poeder om (zwaarden) te poetsen |
uchūhikōshi-宇宙飛行士 | ruimtevaarder; astronaut |
ude-腕 | bekwaamheid; vaardigheid |
udemae-腕前 | bekwaamheid; vaardigheid |
ui-愛い | fijn; goed; aardig; mooi; bewonderenswaardig |
ukesho-受書 | brief van aanvaarding (bevel, verzoek, e.d.) |
uma-午 | paard (7de Chinese sterrenbeeld) |
uma-午 | (oude tijd notatie) uur van het paard (rond het middaguur) |
uma-馬 | paard |
umabune-馬槽 | voerbak [trog] voor een paard |
umadashi-馬出し | een rechte paardenrenbaan |
umadashi-馬出し | een aarden wal voor een kasteel (om vertrek en aankomst van ruiters niet aan de vijand te laten zien) |
umagaeshi-馬返し | het punt op een bergpas waar het te steil wordt, waardoor een paard niet meer verder kan en moet omkeren |
umanori-馬乗り | het paardrijden |
umanori-馬乗り | paardrijder; ruiter |
umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
umanushi-馬主 | paardeneigenaar; bezitter van paarden |
umanushi-馬主 | eigenaar [bezitter] van renpaarden |
untengijutsu-運転技術 | rijvaardigheid; rijtechniek |
uragaki-裏書き | dagvaarding; sommatie |
uranari-末生り | vrucht die groeit aan het uiteinde van een tak of stengel (en daardoor onvolgroeid en onrijp is) |
urayamashii-羨ましい | benijdenswaardig; jaloersmakend |
ushin-有心 | de standaard vorm van een waka gedicht |
usukuchi-薄口 | dun [fijn; delicaat] voorwerp (b.v. aardewerk, porselein) |
utsuwa-器 | bekwaamheid; gave; aanleg; talent; vaardigheid; geschiktheid |
wabisabi-侘寂 | wabisabi, een Japans esthetisch concept waarin de aanvaarding van vergankelijkheid en imperfectie centraal staat |
wakōdōjin-和光同塵 | het niet overmatig tonen van kennis en daardoor met anderen in goede verhouding kunnen staan |
wanori-輪乗り | het paardrijden in een cirkel |
wanraitingu・shisutemu-ワンライティング・システム | één standaard [basis] formulier voor verschillende administratieve toepassingen |
wantō-彎刀 | krom zwaard (zoals de katana in Japan) |
warikireru-割り切れる | (kunnen) aanvaarden; tevreden zijn (met); overtuigd zijn (van) |
warubireru-悪びれる | (dit w.w. wordt gebruikt in ontkennende zinnen) te verlegen zijn; zich klein [minderwaardig] voelen; rusteloos [zenuwachtig] zijn |
warugi-悪気 | kwade bedoelingen [opzet]; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
warumono-悪者 | een slechte [kwaadaardige; verdorven] persoon; een schurk; een boef; een schoft |
warushi-悪し | (klassieke vorm van 悪い) niet goed; geen goede indruk makend; slecht; kwaadaardig; verdorven |
waza-技 | techniek; vaardigheid; handigheid; manoeuvre |
wazamono-業物 | een scherp zwaard (gemaakt door een meestervakman) |
wazashi-業師 | een technische man; iemand met goede vaardigheden |
webuhyōjun-ウェブ標準 | webstandaard |
yabusame-流鏑馬 | het boogschieten te paard; een boogschutter te paard |
yadonushi-宿主 | waard; herbergier; (hotel)eigenaar; hospita; gastheer |
yaiba-刃 | lemmet (van een mes); kling (van een zwaard) |
yaiba-刃 | generieke naam voor zwaarden, messen, etc. |
yakiimo-焼き芋 | geroosterde [gepofte] zoete aardappel |
yakimono-焼き物 | keramiek; aardewerk; porselein |
yakkan-約款 | overeenkomst; voorwaarde; clausule |
yakugara-役柄 | iemands rol [positie]; de aard [kenmerken] van iemands positie |
yakumuki-役向き | iemands rol [positie]; de aard [kenmerken] van iemands positie |
yamakuzure-山崩れ | grondverschuiving; grondverzakking; aardverschuiving (ook fig.) |
yamatoimo-大和芋 | Japanse yam (soort aardappel, Dioscorea japonica) |
yamatsunami-山津波 | modderstroom; steenlawine; aardverschuiving |
yami-闇 | een ordenloze staat; zonder [zeden] normen en waarden |
yasashii-優しい | lief; vriendelijk; aardig; elegant |
yasashikusuru-優しくする | aardig [vriendelijk] zijn tegen iemand |
yaseude-瘦せ腕 | weinig levenskracht en vaardigheden hebben |
yashiro-社 | plaats waar een god(heid) ter aarde komt; plaats waar deze god(heid) wordt vereerd |
yasukikurai-安き位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
yasuukeai-安請け合い | een ondoordachte [lichtvaardige] belofte |
yasuukeaisuru-安請け合いする | lichtvaardig [overhaast] een belofte doen (die men niet kan nakomen) |
yasuuri-安売り | op lichtvaardige wijze bereidwillig zijn |
yobidashijō-呼び出し状 | dagvaarding |
yobimono-呼び物 | bezienswaardigheid; manifestatie; evenement; attractie; hoogtepunt |
yobine-呼び値 | vraagprijs; bod; koerswaarde; prijsnotering |
yoidore-酔いどれ | dronkaard; zuiplap; dronkenlap |
yokkai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
yokotaeru-横たえる | (een zwaard, etc.) (aan zijn zijde) dragen |
yokoyure-横揺れ | het heen-en-weer bewegen (van gebouwen, e.d. bij aardbevingen) |
yokukai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
yomigotae-読み応え | het lezen waard zijn |
yōmuin-用務員 | conciërge; huisbewaarder |
yōnin-容認 | toelating; goedkeuring; aanvaarding; acceptatie |
yosomono-余所者 | (geen standaard term, soms onbeleefd) buitenlander; vreemdeling; buitenstaander; outsider |
yowamushi-弱虫 | lafaard; bangerik; zwakkeling; slappeling; watje |
yūbun-右文 | respect [waardering] voor het geschreven woord [geschriften; literatuur] |
yūetsukan-優越感 | meerderwaardigheidsgevoel; gevoel van superioriteit |
yugamu-歪む | pervers [gedegenereerd; ontaard] zijn; koppig [tegendraads] zijn |
yūigi-有意義 | zinvol [belangrijk; de moeite waard] zijn |
yuiitsumuni-唯一無二 | de enige echte; ongeëvenaard [onovertroffen; uniek] zijn |
yūkashōken-有価証券 | (verhandelbare) waardepapieren; verhandelbare effecten |
yunikōn-ユニコーン | een startende onderneming die (al snel) een marktwaardering heeft bereikt van meer dan 1 miljard dollar |
yunyūizondo-輸入依存度 | de mate van (economische) afhankelijkheid van import (verhouding tussen invoerwaarde en nationale productie) |
yūran-遊覧 | (toeristische) excursie; pleziertochtje; uitstapje; het bezoeken van bezienswaardigheden |
yurikaeshi-揺り返し | naschok (bij aardbeving) |
yushi-油紙 | oliepapier; geolied papier (papier gedrenkt in paraffineolie waardoor het vochtwerend is) |
yūshihiritsu-融資比率 | de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning |
yūshū-優秀 | excellent [superieur; uitmuntend; bewonderenswaardig] zijn |
yūshun-優駿 | renpaard; racepaard |
yusō-油層 | aardolielaag (geologische laag waarin olie wordt aangetroffen) |
yū・esu・bī-ユー・エス・ビー | USB (universele seriële bus, standaard voor de aansluiting van randapparatuur op computers) |
zaimei-在銘 | gesigneerd ondertekend] zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.) |
zanzen-嶄然 | prominent [in 't oog lopend; opzienbarend; uitblinkend; uitmuntend; ongeëvenaard] zijn |
zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
zenrin-全臨 | het overschrijven van een gehele originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
zessan-絶賛 | veel waardering; grote bewondering; lovende kritiek |
zettai-絶対 | absoluut; onvoorwaardelijk |
zettaichi-絶対値 | de absolute waarde |
zezehihi-是是非非 | onbevooroordeeld [eerlijk en rechtvaardig] zijn |
zōhei-造兵 | de vervaardiging van wapens (en munitie) |
zōka-増価 | waardevermeerdering |
zokuseken-俗世間 | de (aardse; seculiere) wereld [maatschappij] |
zuhō-図法 | projectie (b.v. van het aardoppervlak) op een kaart |
zuri-ずり | rotsgruis; rotsaarde (uit een mijn) |
zuryō-受領 | ontvangst; aanvaarding |