chūtā-チューター | studiebegeleider; privéleraar; docent |
daikō-代講 | plaatsvervangende docent; invallende leerkracht |
daisensei-大先生 | geniale [grote] meester [leraar, docent] |
insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
jokyōju-助教授 | universitair docent; assistent professor |
jukutō-塾頭 | hoofdonderwijzer [docent; leraar] aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
junkyōju-准教授 | universitair hoofddocent |
kōshi-講師 | docent (hoger onderwijs); spreker; iemand die een lezing geeft |
kyōben-教鞭 | stok [staf] van een docent (vroeger om lijfstraffen te geven, nu symbolisch voorwerp) |
kyōin-教員 | docent; leerkracht; leraar |
kyōkan-教官 | instructeur; docent; leraar |
kyōshi-教師 | leraar; docent; mentor |
kyōshoku-教職 | het beroep van docent [leraar; onderwijzer] |
kyōshokuin-教職員 | onderwijzend personeel; school personeel; docenten en medewerkers van een school |
kyōyu-教諭 | docent; leraar (vanaf basisschool tot vwo) |
manadeshi-愛弟子 | lieveling van de juf [meester; docent]; favoriete leerling |
ongakukyōshi-音楽教師 | muziekleraar; muziekdocent |
sensei-先生 | (aanspreektitel voor) een leraar; docent; professor; arts |
shichō-師長 | docent [meester] en superieur [leidinggevende] |
shidōshuji-指導主事 | begeleider in het (school)onderwijs; docenten begeleider [adviseur] |
shutchōkyōju-出張教授 | docent die les geeft bij een leerling thuis |