Kruisverwijzing
dj
lemma | meaning |
---|---|
aiganken-愛玩犬 | schoothondje; geliefkoosd hondje; speelgoed hondje |
aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
amashoku-甘食 | een zoet broodje (in de vorm van een berg) |
ankōru-アンコール | Angkor (Cambodja) |
anman-餡饅 | gestoomd (wit) broodje gevuld met bonenpasta |
anpan-餡パン | zoet broodje gevuld met rodebonenpasta |
aoyagi-青柳 | de naam van een bekend volksliedje |
asade-浅手 | klein wondje; vleeswond |
aware-哀れ | Ah; Oh; (als tussenwerpsel: een woordje dat uitdrukking geeft aan diepe gevoelens van bewondering [vreugde; geluk; verdriet]; |
azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
basurōbu-バスローブ | badjas; badmantel; kamerjas |
bēguru-ベーグル | bagel (rond broodje met een gat in het midden) |
bide-ビデ | bidet (klein zitbadje) |
biriken-ビリケン | Billiken (een beeldje gemaakt door de Amerikaanse kunstenaar Florence Pretz uit Kansas City, Missouri) |
buriosshu-ブリオッシュ | brioche (zoet broodje) |
burupen-ブルペン | inwerkruimte; inwerpveldje (honkbal) |
chōbi-掉尾 | einde; slot; laatste stuk; laatste loodjes |
demotēpu-デモテープ | demobandje (geluids- of videoband voor reclame- en marketingdoeleinden) |
dinā・doresu-ディナー・ドレス | avondjurk; avondkleding |
dī・jē-ディー・ジェー | dj; diskjockey; deejay |
donzumari-どん詰まり | einde; slot; uitkomst; laatste loodjes; doodlopende weg |
dorafuto-ドラフト | (Eng.: draft) eerste schets [ontwerp]; kladje |
dōyō-童謡 | kinderliedje; kinderversje |
enbifuku-燕尾服 | jacquet; pandjesjas |
fōku・songu-フォーク・ソング | volksliedje |
fukkan-副官 | adjudant |
fukuchō-副長 | tweede officier [adjudant] (op een marineschip) |
futaba-二葉 | kiem; knop; spruit (met twee blaadjes); twee zaadlobben |
gaun-ガウン | (Eng.: gown) avondjurk; lang gewaad; ochtendjapon; kamerjas |
gōshi-郷士 | (Edo periode) landedelman (uit de samurai klasse); landjonker; jonkheer |
hadajuban-肌襦袢 | een onderhemd met bindkoordjes dat onder de kimono wordt gedragen |
hanabira-花弁 | bloemblaadje |
hanafubuki-花吹雪 | bloemblaadjes die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
hanamushiro-花筵 | (fig.) een bloemenkleed (een laag van op de grond gewaaide bloemblaadjes) |
hansen-帆船 | zeilboot; zeilschip; windjammer |
hanshi-半死 | halfdood; bijna dood; op het randje van de dood |
heishisuru-斃死する | sterven; overlijden; doodgaan; doodvallen; het loodje leggen |
henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
hijura-ヒジュラ | (Arab. hijrah) hidjra (de migratie van de islamitische profeet Mohammed en zijn volgelingen van Mekka naar Medina in 622) |
hinauta-鄙歌 | (oud) volksliedje; plattelands lied |
hinshi-瀕死 | stervende; op het randje van de dood |
hisashiburi-久し振り | een tijdje geleden; na een tijdje |
hitomazu-一先ず | een tijdje [poosje]; voorlopig |
hitonigiri-一握り | een handvol; handjevol; kleine hoeveelheid; klein [gering] aantal |
hobune-帆船 | zeilschip; zeilboot; windjammer |
hodonaku-程無く | spoedig (daarna); kort daarna; iets later; over een tijdje |
hōhi-放屁 | darmgas; windje; scheet |
hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
hotto・doggu-ホット・ドッグ | hotdog (broodje met knakworst) |
ibuningu・doresu-イブニング・ドレス | avondjurk |
ichiji-一時 | voor een poosje [tijdje]; eventjes; tijdelijk |
ierō・jānarizumu-イエロー・ジャーナリズム | riooljournalistiek; boulevardjournalistiek |
ikkoku-一刻 | een ogenblik(je); moment; tijdje; poosje; minuut |
inuhariko-犬張り子 | een hondje van papier-maché |
inukaki-犬搔き | op zijn hondjes zwemmen; zwemmen als een hond |
inukoro-犬ころ | pup; puppy; jong hondje; welp |
ishi-以次 | de adjunct; volgende; hogere (in rang) |
ittoki-一時 | een tijdje; korte tijd; even(tjes) |
jibuchi-ジブチ | Djibouti |
jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
junpūmanpan-順風満帆 | alles verloopt gladjes; alles loopt op rolletjes; het gaat voor de wind |
kaben-花弁 | bloemblaadje |
kahan-過般 | zojuist; onlangs; recent; een tijdje geleden |
kahen-花片 | elk van de bloemblaadjes; kroonblad |
kaiba-海馬 | zeepaardje |
kaimonokago-買い物籠 | boodschappenmand; winkelmandje |
kaitenzushi-回転寿司 | restaurant waar sushi op kleine bordjes op een lopende band langs de klanten gaan (de klanten nemen dan de sushi die ze willen eten zelf van de band) |
kanbojia-カンボジア | Cambodja |
kare-彼 | (vaste) vriend; vrijer; vriendje |
kareshi-彼氏 | (schertsend; plagerig) (vast) vriendje; vrijer |
kataku-花托 | torus; bloembodem (de bovenkant van de bloemsteel waar bloemblaadjes, stampers, etc. aan vastzitten) |
kayaku-加薬 | adjuvans [adjuvant] (niet werkzame stof die wordt toegevoegd aan medicijnen om hun werking te verbeteren) |
kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
keiyōdōshi-形容動詞 | zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord; Japans na-adjectief |
keiyōshi-形容詞 | bijvoeglijk naamwoord; Japans i-adjectief (verbaal adjectief) |
kikan-旗艦 | vlaggenschip (fig.); paradepaardje |
kitsu-詰 | (in kanji combinaties) kritisch [scherp] ondervragen; uitschelden; een standje geven |
koinu-子犬 | pup(py); jong hondje |
komāsharu・songu-コマーシャル・ソング | reclametune; reclameliedje; commercieel muzieknummer |
komichi-小道 | smalle weg; smal pad [paadje; weggetje; straatje; steegje] |
konomae-この前 | recent; laatst; een tijdje geleden |
koppepan-コッペパン | (punt)broodje; puntje |
koyōshū-古謡集 | collectie van oude liedjes |
kuchija-口茶 | nieuwe theeblaadjes toevoegen aan de thee(pot) |
kuchizoe-口添え | advies; aanbeveling; voorspraak; goed woordje |
kumiuta-組歌 | Japans volksliedje; Japanse traditionele melodie |
kuriishi-栗石 | kassei; kinderhoofdje; kinderkopje; straatkei |
kuromizuhiki-黒水引 | zwarte en witte koordjes (op rouwenveloppen) |
kurowassan-クロワッサン | croissant (halvemaanvormig broodje) |
kusaba-草葉 | blaadjes gras; halmen; (gras)sprietjes |
kusayakyū-草野球 | amateur honkbal (op een veldje) |
mafin-マフィン | muffin (cakeje of luxebroodje) |
magonote-孫の手 | rugkrabber (meestal van bamboe, ca. 50 - 60 cm lang, met een handje op het uiteinde) |
mamachari-ママチャリ | omafiets; (dames)fiets met mandje voorop |
manekineko-招き猫 | gelukskatje (beeldje van een kat die met een bewegende voorpoot klanten binnen wenkt (li-poot) of voorspoed en rijkdom binnenhaalt (re-poot)) |
manjū-饅頭 | gestoomd broodje met vulling |
manjūgasa-饅頭笠 | een platte hoed dop met een afgeronde bovenkant (als de vorm van een gestoomd broodje) |
mazā・gūsunouta-マザー・グースの歌 | liedjes [versjes] van Moeder de Gans |
medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
min'yō-民謡 | (traditioneel) volksliedje |
misanga-ミサンガ | een geluksarmbandje (van geknoopt koord) |
momotose-百歳 | honderd jaar; honderdjarige leeftijd |
mōningu-モーニング | (morning coat) jacquet; pandjesjas |
mōningu・doresu-モーニング・ドレス | ochtendjas; ochtendjapon |
mōningu・kōto-モーニング・コート | jacquet; pandjesjas |
murisandan-無理算段 | het de eindjes aan elkaar knopen; het bij elkaar scharrelen (van geld) |
murisandansuru-無理算段する | de eindjes aan elkaar knopen; geld bij elkaar scharrelen [schrapen] |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het aan een tegenstelling) hoewel; ondanks; niettegenstaande |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het een situatie aan) zo (zijnde); aldus; (zo)als |
nagekissu-投げキッス | luchtkus; kushandje |
nai-無い | (achter een ww., zn. of adj., als ontkenning) niet...; geen...; on... |
najiru-詰る | uitschelden; een standje geven; kritisch aanspreken [ondervragen] |
naniwabushi-浪花節 | verhalende liedjes uit de Edo periode |
nanpū-南風 | liedjes uit het zuiden |
nikumanjū-肉饅頭 | gestoomd broodje met vleesvulling |
ochoboguchi-おちょぼ口 | klein rond mondje; getuite lippen |
oiwake-追分 | (afk. van oiwakebushi) een oud volksliedje (oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake) |
oiwakebushi-追分節 | een oud volksliedje (dat werd gezongen door ruiters, oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake, in de Nagano Prefectuur, in de Edo periode) |
okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
okiba-置き場 | (volkstaal) lommerd; pandjeshuis; bank van lening |
omedama-お目玉 | standje; uitbrander; reprimande |
onamidachōdai-お涙頂戴 | tranentrekker; smartlap; melodrama; sentimenteel verhaal [liedje; programma] |
ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | oudje; oude man; oudeheer; ouwe reus; oude vriend |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oudje; beste meid |
ossan-おっさん | (informele term om voor) oude man; oude vent; oudje |
otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
otogame-御咎 | bestraffing; uitbrander; standje; schrobbering |
otoko-男 | vriendje; vrijer |
otsumu-御頭 | (afkorting van otsumuri) hoofd; hoofdje (van een baby); koppie |
piroshiki-ピロシキ | pirozhki (Russische gefrituurde broodjes) |
pītan-ピータン | duizendjarig ei (Chinese delicatesse) |
rakka-落花 | vallende [gevallen] bloesems [bloemblaadjes] |
rangiku-乱菊 | patroon van chrysanten met ongeordende bloemblaadjes (m.n. op familiewapens) |
rōkyoku-浪曲 | ) andere naam voor naniwabushi) verhalende liedjes uit de Edo periode |
sakushisha-作詞者 | liedjesschrijver; tekstschrijver |
seirō-蒸籠 | bamboe stoommandje |
shichiya-質屋 | pandjesbaas; lommerdhouder |
shikaru-叱る | (iem.) een standje geven; berispen; terechtwijzen |
shikkusu・nain-シックス・ナイン | (seksstandje) negenenzestig |
shinigiwa-死に際 | op het randje van de dood; op het punt van overlijden |
shōkyoku-小曲 | een kort [klein] liedje [muziekstukje] |
sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
soware-ソワレ | avondjurk |
suisui-すいすい | (onomatopee) licht; soepel; glijdend; gladjes; vlot |
sunnari-すんなり | (onomatopee) probleemloos; gemakkelijk; vlot; gladjes |
supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
susuharai-煤払い | het huis schoonmaken op oudjaar (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
suzukaze-涼風 | koele bries; verfrissend windje |
tai-たい | (zou) willen; graag willen; wensen (adjectief achtervoegsel, gebruikt als hulpwerkwoord, voor de 1ste pers., of in vraagzinnen voor de 2de pers.) |
tatsunootoshigo-竜の落とし子 | zeepaardje |
tēburu・sentā-テーブル・センター | tafelkleedje (als decoratie op het midden van de tafel) |
teodori-手踊り | eenvoudige dansje bij volksliedjes |
tesage-手提げ | mandje; handbagage; handtas |
tī・bakku-ティー・バック | een T-back; een kledingstuk (b.h., bikini, etc.) met bandjes in T vorm |
tōbi-掉尾 | einde; slot; laatste stuk; laatste loodjes |
tōjōka-頭状花 | bloemhoofdje; korfje (bloeiwijze) |
torinasu-取り成す | bemiddelen; tussenbeide komen; een goed woordje doen (voor iemand) |
torizara-取り皿 | een apart bordje [schaaltje] per persoon (om te eten uit gemeenschappelijke schalen met gerechten) |
toshidensetsu-都市伝説 | broodjeaapverhaal; stadslegende |
tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
uindoburēkā-ウインドブレーカー | windjack |
uindoyakke-ウィンドヤッケ | windjak; windjack |
uindoyakke-ウインドヤッケ | windjack |
yagate-軈て | na een tijdje; spoedig; binnenkort; gauw; uiteindelijk |
yakaifuku-夜会服 | avondjurk |
yakke-ヤッケ | jak; jack; windjak; windjack |
zokka-俗歌 | volkszang; (volks)liedje; deuntje; ballade |
zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
zokugaku-俗楽 | volksmuziek; populaire liedjes |
zokuyō-俗謡 | volksliedje |