dezelfde / de-zelf-de ( vnw )
1同じ; 同様の; 同断な
Die twee gebouwen delen dezelfde ontwerpstijl.
あの二つの建物は、同じデザインを共有しています。
あの二つの建物は、同じデザインを共有しています。
Kruisverwijzing
dezelfde
lemma | meaning |
---|---|
aibeya-相部屋 | een wedstrijd tussen sumoworstelaars van dezelfde stal |
aiyado-相宿 | in dezelfde kamer [dezelfde herberg; hetzelfde hotel] logeren [verblijven] |
aiyotsu-相四つ | (sumo) gevecht tussen twee worstelaars die beiden dezelfde hand bij voorkeur gebruiken (dus beiden rechtsaf beiden links) |
ba-ば | zo (zeer) als; naarmate; in dezelfde mate als |
banshoku-伴食 | eten met een belangrijke [hooggeplaatste] persoon; eten aan dezelfde tafel als de eregast |
bekke-別家 | het zelfstandig worden van een werknemer (die een eigen zaak gaat runnen onder dezelfde naam) |
daburuheddā-ダブルヘッダー | (honkbal) twee wedstrijden na elkaar tegen dezelfde tegenstander |
dōbyō-同病 | dezelfde ziekte |
dōgaku-同学 | dezelfde opleiding [school; studie]; hetzelfde vakgebied |
dōgi-同義 | dezelfde betekenis; synoniem |
dōi-同位 | dezelfde rang [positie] |
dōi-同意 | dezelfde betekenis |
dōitsu-同一 | identiek; (één en) dezelfde |
dōji-同時 | dezelfde tijd; hetzelfde tijdstip |
dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dōjin-同人 | dezelfde persoon; de persoon in kwestie |
dōjitsu-同日 | dezelfde dag [datum] |
dōjitsuchaku-同日着 | aankomst op dezelfde dag |
dōkaku-同格 | dezelfde rang [positie]; gelijke; equivalent |
dōkei-同型 | dezelfde vorm; hetzelfde type |
dōkō-同好 | dezelfde voorkeur [smaak; hobby] |
dōkō-同工 | dezelfde vakmanschap [bekwaamheid] |
dōkōikyoku-同工異曲 | dezelfde vakmanschap, maar met verschillende aanpak [stijl] |
dōkon-同根 | dezelfde wortels [afkomst; oorsprong] |
dōkyū-同級 | dezelfde (school)klas; hetzelfde niveau |
dōmei-同名 | dezelfde naam |
dōmeiijin-同名異人 | naamgenoot; iemand met dezelfde naam |
dōmyō-同名 | dezelfde naam |
dōnen-同年 | dezelfde leeftijd; even oud |
dōnin-同人 | dezelfde persoon; de persoon in kwestie |
dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dōon-同温 | dezelfde temperatuur |
dōon-同音 | hetzelfde geluid; dezelfde klank; homofonie |
dōretsu-同列 | dezelfde rij [kolom] |
dōretsu-同列 | dezelfde rang [niveau; categorie] |
dōritsu-同率 | dezelfde verhouding; hetzelfde tarief [percentage] |
dōritsu-同率 | dezelfde score; een gelijkspel |
dōrui-同類 | dezelfde soort [categorie; klasse] |
dōryō-同量 | dezelfde hoeveelheid; gelijkwaardigheid |
dōseikekkon-同性結婚 | homohuwlijk; huwelijk tussen partners met dezelfde sekse |
dōzoku-同族 | dezelfde familie [stam]; hetzelfde ras |
fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
haridashi-張り出し | een sumoworstelaar die onder de twee hoogste worstelaars (van dezelfde rang) op de ranglijst staat |
hon-本 | dit; deze; dezelfde; huidige |
ichimon-一門 | (behorend tot) dezelfde boeddhistische orde [school; sekte] |
ichimon-一門 | leerlingen van dezelfde meester (van een school der kunsten, vechtsporten, e.d.) |
ichiretsu-一列 | dezelfde vriendschapsband [vriendengroep] |
ichiretsu-一列 | dezelfde rang [graad; reikwijdte] |
ikitōgōsuru-意気投合する | goed met elkaar overweg kunnen; op dezelfde golflengte zitten |
ippitsu-一筆 | handschrift van één en dezelfde persoon |
isshitsu-一室 | dezelfde kamer |
issho-一緒 | één (passend) geheel; bij elkaar; dezelfde categorie |
jōji-畳字 | herhaling van dezelfde kanji of kana (in combinaties) |
jōshūhan-常習犯 | recidive; herhaling van strafbare feiten; het opnieuw vervallen in dezelfde zonde [fouten] |
jōshūhan-常習犯 | veelpleger; recidivist; iemand die steeds dezelfde fouten maakt |
kakekotoba-掛け詞 | een woordspeling; dubbelzinnigheid; woorden met dezelfde uitspraak maar verschillende betekenissen |
kantō-完投 | (honkbal) dezelfde werper gedurende de hele wedstrijd |
kenjinkai-県人会 | prefectuur-vereniging; vereniging [bijeenkomst] van mensen die uit dezelfde prefectuur afkomstig zijn |
kinzoku-勤続 | lange termijn dienstverlening; lang op dezelfde werkplek werken |
ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
noriawaseru-乗り合わせる | (toevallig) met iemand samen reizen [in dezelfde auto, trein, boot, etc.) |
onaidoshi-同い年 | (van) dezelfde leeftijd |
onajiku-同じく | op dezelfde manier; net zo; evenzo; evenzeer |
oyakodenwa-親子電話 | extra telefoontoestel (op dezelfde lijn) |
rensaku-連作 | herhaalde teelt van dezelfde gewassen op dezelfde grond |
renzokuwaza-連続技 | (judo) combinatietechnieken (in dezelfde richting) |
rinsaku-輪作 | wisselbouw (het telen van verschillende gewassen na elkaar op dezelfde grond, om bodemziekten te voorkomen) |
sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
sokujitsu-即日 | dezelfde dag (nog); direct |
sokuya-即夜 | vanavond; op dezelfde avond |
sonohi-其の日 | op die dag; dezelfde dag |
tai-タイ | (muziek) boogje dat noten met dezelfde toonhoogte verbindt |
tanechigai-種違い | halfbroer; halfzus (met dezelfde moeder maar verschillende vaders) |
teodori-手踊り | een dans waarbij een aantal mensen tegelijk dezelfde bewegingen maken |
tōatsusen-等圧線 | isobaar (lijn op een kaart die punten met dezelfde luchtdruk verbindt) |
toritsukeru-取り付ける | frequenteren; vaak naar dezelfde winkel gaan |
tsūkā-つうかあ | elkaar geheel [compleet; volkomen; snel] begrijpen; op dezelfde golflengte zitten |
tsūtoiebakā-つうと言えばかあ | elkaar snel begrijpen; op één lijn [op dezelfde golflengte] zitten |
warizerifu-割り台詞 | in Kabuki, twee acteurs die (in een monoloog) dezelfde gedachten uiten onafhankelijk [onbewust] van elkaar |
zokutō-続投 | honkbal) het blijven pitchen [werpen] (van dezelfde pitcher, zonder wisseling van werper) |