Kruisverwijzing
Bergen
lemma | meaning |
---|---|
chadana-茶棚 | plank om theegerei op te bergen |
fuseru-伏せる | verbergen; geheim houden |
futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
gomakasu-ごまかす | verbergen; verdoezelen |
himarayayukinoshita-ヒマラヤ雪の下 | bergenia (Bergenia stracheyi) |
hisomaseru-潜ませる | (iets) verbergen; verborgen houden; verstoppen |
jōbako-状箱 | doos om brieven in op te bergen |
kakumau-匿う | iemand onderdak [een schuilplaats] bieden; herbergen |
kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
manzan-満山 | de hele berg; alle bergen |
miyama-深山 | een plek diep in de bergen |
natsuyama-夏山 | bergen met de weelderige begroeiing van de zomer |
nobushi-野武士 | een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent; bergpriester; heremiet |
nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
oki-置き | het opbergen; plaatsen |
okuriookami-送り狼 | een wolf die iemand die in de bergen of bossen loopt een tijd lang achtervolgt en dan plotseling aanvalt |
osameru-収める | leveren; opslaan; opbergen |
sanka-山家 | een huis in de bergen; berghuis |
sankai-山海 | bergen en zeeën |
sankan-山間 | ravijn; kloof (tussen bergen) |
sanki-山気 | koude berglucht; koude [kille] lucht in de bergen |
sankō-山行 | naar de bergen gaan (om te wandelen, klimmen, etc.) |
sankō-山行 | door de bergen gaan [reizen] |
sanrin-山林 | een bos in de bergen |
sanrin-山林 | bergen en bossen |
sanryō-山陵 | bergen en heuvels |
sansai-山塞 | een fort [burcht] in de bergen |
sansai-山塞 | een schuilplaats (in de bergen) van bandieten |
sansai-山菜 | eetbare wilde planten (die in de bergen groeien) |
sansen-山川 | bergen en rivieren |
sansen-山泉 | (landschap met) bergen en rivieren |
sansō-山荘 | vakantiehuis(je); (zomer)huis in de bergen |
sansui-山水 | bergen en water [rivieren of meren] |
sansui-山水 | bergwater; water uit de bergen |
san'ai-山靄 | bergmist; mist in de bergen |
san'u-山雨 | regenval in [uit] de bergen; bergregen |
san'ya-山野 | bergen en velden |
satoyama-里山 | bergen en bossen nabij een bevolkt gebied (waarbij de bewoners in hun levensbehoeften daarvan afhankelijk zijn) |
senpuku-潜伏 | onderduik; schuilhouding; het zich verbergen [verstoppen] |
shimau-仕舞う | opbergen; wegbergen; wegstoppen; wegleggen |
shirikakushi-尻隠し | het verbergen van je eigen fouten [mislukkelingen] |
shunken-峻険 | stijl en hoog zijn (van bergen) |
shunpō-皴法 | in oosterse schilderijen een techniek waarbij extra inkt wordt toegevoegd om de oneffenheden van bergen, rotsen, e.d. realistischer weer te geven |
sōmō-草莽 | onbegaanbaar [onherbergzaam] terrein zoals bergen en rivieren |
sukairain-スカイライン | (Eng.: skyline) horizon; silhouet [contouren] van bergen of gebouwen in de lucht |
suvārubarushotō-スヴァールバル諸島 | Spitsbergen |
terekakushi-照れ隠し | het verbergen van schaamte [verlegenheid] |
tsukurou-繕う | de schijn ophouden; oneffenheden [fouten] verbergen |
waruba-悪場 | (een term uit het bergbeklimmen) een gevaarlijke plek (die moeilijk te beklimmen is) in de bergen |
yahhō-ヤッホー | (roep in de bergen) joehoe |
yakeyama-焼け山 | verbrande [verschroeide] heuvels [bergen] |
yamaai-山間 | ravijn; kloof (tussen bergen) |
yamaarashi-山嵐 | storm in de bergen |
yamabiraki-山開き | het begin [de opening] van het klimseizoen (in de bergen) |
yamabito-山人 | (in de bergen wonende) heremiet; kluizenaar; onsterfelijke |
yamabushi-山伏 | bergpriester; heremiet; een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent |
yamadome-山止め | verbod om de bergen in te gaan [trekken] |
yamafutokoro-山懐 | middenin de bergen; in het hart van de bergen |
yamaga-山家 | een huis in de bergen; berghuis |
yamagari-山狩り | jacht [jagen] in de bergen |
yamagomori-山籠もり | afzondering [ascetische training] in de bergen; retraite |
yamakago-山駕籠 | draagstoel voor in de bergen |
yamakaze-山風 | wind die waait in de bergen |
yamakotoba-山言葉 | taal [jargon] van jagers in de bergen |
yamanosachi-山の幸 | voedselproducten van het land [uit de bergen] |
yamaoku-山奥 | diep in de bergen; in het hart van het berggebied |
yamaoroshi-山颪 | bergwind; wind die waait [raast] door de bergen |
yamaotoko-山男 | een man die afkomstig is uit de bergen; houtvester |
yamasaka-山坂 | bergen en heuvels |
yamase-山背 | koude wind die uit de bergen komt |
yamasekaze-山背風 | koude wind die uit de bergen komt |
yamayama-山山 | bergen |
yamazato-山里 | bergdorp(je); gehucht in de bergen |
yukioroshi-雪下ろし | sneeuwwind; een wind die sneeuw meevoert uit de bergen |
zenzan-全山 | de hele berg; alle bergen |
zushi-厨子 | kastje om sutra's in op te bergen |