combinatie / com-bi-na-tie ( de (v) | znw | combinaties )
1組み合わせ; コンビネーション; コンビ
Kruisverwijzing
combinatie
lemma | meaning |
---|---|
a-啞 | (in kanji combinaties) stom zijn; niet kunnen spreken |
a-堊 | (in kanji combinaties) krijt; kalksteen |
a-痾 | (in kanji combinaties) ziekte |
a-蛙 | (in kanji combinaties) kikker |
ai-哀 | (in kanji combinaties) verdriet; leed; smart; medelijden |
ai-埃 | (in kanji combinaties) (fijn) stof; stofwolk |
ai-相 | (in combinatie met een zelfs.n.w.) zelfde; mede-; gedeelde |
ai-相 | (in combinatie met een werkwoord) elkaar; samen |
ai-隘 | (in kanji combinaties) smal; moeilijk |
aku-握 | (in kanji combinaties) grijpen; beetpakken |
an-安 | (in kanji combinaties) makkelijk; rustig; kalm; redelijk |
an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
an-行 | (in kanji combinaties) gaan; meedragen |
an-諳 | (in kanji combinaties) uit het hoofd leren; onthouden |
an-闇 | (in kanji combinaties) duisternis |
anshō-暗証 | een geheime letter- [cijfer] combinatie voor toegang tot bepaalde gegevens, of voor identificatie van een persoon |
ara-新 | (in kanji combinaties) nieuw; vers |
ba-ば | (in de combinatie: ...nakereba naranai) moeten |
ba-ば | (in de combinaties naraba, iwaba, tatoeba, etc. gebruikt als bijwoord) namelijk; wat betreft; als het |
ba-罵 | (in kanji-combinaties) beledigen; uitschelden |
ba-羽 | (in kanji-combinaties) veer; vleugel |
ba-馬 | (in kanji-combinaties) paard |
bai-培 | (in kanji combinaties) het kweken; laten groeien |
bai-売 | (in kanji combinaties) verkoop; verkopen |
bai-媒 | (in kanji combinaties) bemiddelen |
bai-買 | (in kanji combinaties) kopen |
bai-陪 | (in kanji combinaties) samenkomen; bijwonen; aanwezigheid |
baiasuron-バイアスロン | biatlon (combinatie van ski- en schietwedstrijd) |
baku-瀑 | (in kanji combinaties) waterval |
baku-麦 | (in kanji combinaties) graan |
ban-判 | (in kanji combinaties) zegel; stempel; papierformaat; oordeel |
ban-板 | (in kanji combinaties) plank; plaat |
ban-磐 | (in kanji combinaties) grote steen |
ban-蕃 | (in kanji combinaties) buitenland; (onbeschaafde) buitenlanders |
ban-蛮 | (in kanji combinaties) onbeschaafde volkeren |
banme-番目 | -de [-ste] (in combinatie met rangtelwoorden) |
batsu-伐 | (in kanji combinaties) hout hakken; (de vijand) verslaan |
batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
bei-米 | (in kanji combinaties) rijst |
betsu-蔑 | (in kanji combinaties) neerkijken op; minachten; verachten |
bō-冒 | (in kanjicombinaties) risico; gevaar; begin; opening |
bo-募 | (in kanji combinaties) vragen; werven |
bō-忘 | (in kanji combinaties) vergeten |
bo-慕 | (in kanji combinaties) verlangen; nostalgie; liefhebben; gehecht zijn aan; bewonderen |
bo-暮 | (in kanji combinaties) zonsondergang; schemering; avond; einde |
bō-望 | (in kanji combinaties) vooruit [in de verte] kijken; hopen; verwachten; verlangen |
bo-母 | (in kanji combinaties) moeder |
bu-侮 | (in kanji combinaties) verachten; neerkijken op; minachten; bespotten |
byō-病 | (in kanji combinaties) ziekte; aandoening; kwaal; zwakte; slechte gewoonte |
chi-池 | (in kanji combinaties) vijver; put; reservoir |
chibi-ちび | (in combinaties) versleten |
chō-嘲 | (in kanji combinaties) bespotten; uitlachen; honen |
chō-脹 | (in kanji combinaties) zwelling |
dasu-出す | (in combinatie met andere werkwoorden) beginnen te; naar buiten doen [gaan; bewegen] |
datsu-奪 | (in kanji-combinaties) beroving; plundering |
dei-泥 | (in kanji combinaties) modder; modderige substantie; gefixeerd; vasthoudend |
doku-独 | (in kanji-combinaties) Duitsland |
doku-独 | (in kanji-combinaties) alleen; eenzaam |
doku-読 | (de on-lezing, in kanji-combinaties) lezen |
dōnimo-どうにも | (in combinatie met een ontkenning) op geen enkele manier; op generlei wijze |
ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
en-煙 | (in kanji combinaties) rook; nevel; roet; tabak |
fu-膚 | (in kanji combinaties) huid |
fu-膚 | (in kanji combinaties) oppervlakte; uiterlijk; buitenkant |
fuku-幅 | (in kanji combinaties) breedte |
fuku-腹 | (in kanji combinaties) buik |
fukugō-複合 | combinatie skiën |
fukugōkyōgi-複合競技 | combinatie skiën |
fun-墳 | (in kanji combinaties) grafheuvel; tumulus; (graf)terp |
futsūbun-普通文 | (tekst in) traditionele, literaire schrijfstijl (een combinatie van kanji en kana) |
fuzei-風情 | (in combinatie met een zelfst.naamwoord) in de hoedanigheid van; zoals |
gai-崖 | (in kanji combinaties) klif; steile rotswand |
gai-涯 | (in kanji combinaties) waterkant; oever; rand; grens; begrenzing |
gan-岩 | (in kanji combinaties) rots |
gappei-合併 | combinatie; samenvoeging; samensmelting; fusie |
gattai-合体 | combinatie; verbinding; vereniging |
gei-鯨 | (in kanji combinaties) walvis |
geki-撃 | (in kanji combinaties) (hard) slaan; (met kracht) aanvallen; schieten; hard raken (ook fig.) zien; voelen; tasten |
geki-隙 | (in kanji combinaties) gat; kloof; opening |
gen-言 | (on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
gi-疑 | (in kanji combinaties) twijfel; verdenking; wantrouwen |
gōdō-合同 | combinatie; eenheid; associatie; fusie |
gon-言 | (de on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
ha-波 | (in kanji combinaties) golf |
hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
hai-背 | (in kanji combinaties) rug; achterkant; achteren; tegenstand; opstand; verraad |
haiburiddo・konpyūtā-ハイブリッド・コンピューター | hybride computer (combinatie van analoge en digitale computer) |
haigō-配合 | combinatie; vermenging; samenvoeging |
hairu-入る | (in combinatie met ogen, oren, hoofd, etc.) zien; horen; vernemen; begrijpen; zich concentreren |
han-帆 | (in kanji combinaties) zeil (van een schip) |
harau-払う | (vaak in de combinatie: chi wo harau, dan meestal geschreven als 掃う) geheel verdwijnen |
hei-併 | (in kanji combinaties) parallel; gelijktijdig; naast elkaar; op een rij; combinatie |
heki-壁 | (in kanji combinaties) muur |
hi-彼 | (on-lezing, in kanji combinaties) daar(ginds); die |
hi-肥 | (in kanji combinaties) mest; gier |
hi-肥 | (in kanji combinaties) dik; vet; vol |
hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
hito-一 | (in kanji combinaties) één |
hiyoku-比翼 | een combinatie van de familiewapens van twee geliefden |
hiyokumon-比翼紋 | een combinatie van de familiewapens van twee geliefden |
hō-奉 | (in combinatie met andere karakters) toewijding; offer; eerbied; gehoorzaamheid |
hoku-北 | (in kanji combinaties) noord |
hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
ji-侍 | (in kanji combinaties) dienaar; dienen |
jih-十 | (in kanji combinaties) tien |
jō-場 | (in kanji combinaties) plaats; plek; locatie |
jōji-畳字 | herhaling van dezelfde kanji of kana (in combinaties) |
jūgen-重言 | kanji-combinatie waarin hetzelfde teken wordt herhaald |
jutsu-述 | (in kanji combinaties) verklaren; mededelen; vertellen |
ka-菓 | (in kanji combinaties) vrucht; fruit |
kai-魁 | (in kanji combinaties) groot; enorm |
kaku-各 | (in kanji combinaties) elk; ieder |
kaku-拡 | (in kanji combinaties) vergroting; uitbreiding |
kaku-確 | (in kanjicombinaties) vast; stevig; hard; (water)dicht |
kan-柑 | (in kanji combinaties) citrusvrucht |
kan-汗 | (in kanji combinaties) zweet; transpiratie |
kan-汗 | (in kanji combinaties) Khan (hoofd van nomadische stam) |
kan-漢 | (in kanji combinaties) China; Chinees |
kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
kanwajiten-漢和辞典 | kanji woordenboek (woordenboek met Japanse definities van kanji en kanji combinaties) |
karakami-唐紙 | kleurcombinatie in een kledingstuk (wit aan de buitenzIjde, geel aan de binnenzijde) |
ken-兼 | (in kanji combinaties) en; daarbij; daarnaast; tegelijkertijd |
ken-犬 | (in kanji combinaties) hond |
ken-研 | (in kanji combinaties) polijsten; slijpen; scherper maken; oppoetsen |
ketsu-決 | (in kanji combinaties) beslissend; resoluut; daadkrachtig |
ki-机 | (in kanji combinaties) bureau; schrijftafel; lessenaar |
ki-棄 | (in kanji combinaties) weggooien; wegwerpen; verwerpen; afdanken |
ki-棋 | (in kanji combinaties) bordspel go of (Japans) schaken |
ki-毀 | (in kanji combinaties) breken; vernieling; beschadiging; schade |
ki-毅 | (in kanji combinaties) sterk; krachtig; eigenzinnig |
ki-汽 | (in kanji combinaties) damp; stoom |
ki-生 | (in kanji combinaties) natuurlijk; onbewerkt; zuiver |
kikō-揮豪 | combinatie van kalligrafie en schilderkunst |
kin-勤 | (in kanji combinaties) dienen; in dienst treden; werken |
kin-均 | (in kanji combinaties) gelijkwaardig; uniform |
kin'yūshisannokumiawase-金融資産の組み合わせ | combinatie van financiële activa |
kitsu-詰 | (in kanji combinaties) kritisch [scherp] ondervragen; uitschelden; een standje geven |
kitsu-詰 | (on-lezing; in kanji combinaties) vooroverbuigen; bukken; krom [moeilijk te begrijpen] zijn |
kō-弘 | (in kanji combinaties) uitgebreid; wijd; groot; uitgespreid |
kō-校 | (in kanji combinaties) school |
kō-校 | (in kanji combinaties) drukproef; revisie; gecorrigeerde proef (van een boek, document, etc.); telwoord voor het aantal revisies |
kō-江 | (in kanji combinaties) grote rivier |
ko-狐 | (in kanji combinaties) vos |
koku-刻 | (in kanji combinaties) graveren; snijden; hakken |
komu-込む | (in combinatie met een ander werkwoord) ingaan; inzetten; grondig [voortdurend] doen |
konbinēshon-コンビネーション | combinatie; samenstelling; verbinding |
kumiawase-組み合わせ | combinatie; samenvoeging; sortering |
kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
kutsu-窟 | (in kanji combinaties) grot; spelonk; hol |
kyō-享 | (in kanji-combinaties) ontvangen; ondergaan; aannemen; ondernemen |
kyo-去 | (in kanji combinaties) het weggaan; voorbijgaan; wegnemen |
kyō-驕 | (in kanji combinaties) trots; arrogant |
kyō-驚 | (in kanji combinaties) verrassing; verbazing |
kyū-仇 | (in kanji combinaties) vijand; rivaal; vijandschap; wrok |
kyū-休 | (in kanji combinaties) rust; ontspanning |
kyū-吸 | (in kanji combinaties) slikken; inhaleren; zuigen ademen; absorberen; innemen |
kyū-救 | (in kanji combinaties) hulp; redding |
kyū-旧 | (in kanji combinaties) oud; voormalig; ex- |
kyū-朽 | (in kanji combinaties) rotten; vergaan; vervallen, |
mai-毎 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) elk; ieder; elke keer; ...per... |
maishirin-マイシリン | mycilline (antibioticum, een combinatie van streptomycine en penicilline) |
mana-愛 | (in kanji combinaties) geliefd; dierbaar |
mekatoronikusu-メカトロニクス | mechatronica (combinatie van mechanica, elektrotechniek en informatica) |
mi-未 | (in kanji combinaties) nog niet (gedaan) |
misumatchi-ミスマッチ | verkeerde [slechte] combinatie; wanverhouding |
mo-摸 | (in combinatie met andere kanji) imitatie; kopie |
moku-黙 | (in kanji combinaties) zwijgen; niet spreken |
moyoi-催い | (in combinatie met een zelfst. n.w.) lijken; eruitzien als |
moyoi-催い | (in combinatie met een zelfst. n.w.) voorbereiding |
mu-霧 | (in kanji combinaties) mist; nevel |
nai-無い | in combinatie met koto: (lett.: het feit is er niet dat...) het is niet zo dat...; niet nodig zijn; niet hoeven; niet mogelijk zijn |
namida-涙 | (in combinatie met een zelfstandig naamwoord) een kleine hoeveelheid; een beetje; licht(elijk) |
nan-南 | (in kanji combinaties) zuid; zuiden |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
ne-音 | (in kanji combinaties) geluid; toon; klank |
ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
no-の | in de combinaties no da en no desu: het feit dat; het is zo dat |
nō-納 | (in kanji combinaties) betaling |
nō-納 | (in kanji combinaties) aflevering |
ō-欧 | (in kanji combinaties) Europa |
raku-絡 | (in kanji combinaties) verbinding; verband; verstrengelen; bij elkaar blijven; aansluiten |
ran-濫 | (in kanji combinaties) overvloed; overstroming; overdaad; verspreiding |
ran-爛 | (in kanji combinaties) rotten; ontsteken; etteren; glinsteren; fonkelen |
reki-暦 | (in kanji combinaties) kalender; almanak |
reki-歴 | (in kanji combinaties) historisch (overzicht); chronologisch |
reki-礫 | (in kanji combinaties) kleine steen |
reki-轢 | (in kanji combinaties) overreden zijn |
ren-憐 | (in kanji combinaties) medelijden; compassie |
rendaku-連濁 | (Japanse morfonologie) opeenvolgende stemvoering: een stemloze klank wordt stemhebbend in een combinatie van woorden, b,v, はな (花) + ひ (火) = はなび (花火) |
rengō-連合 | combinatie; unie; coalitie |
renrakuwaza-連絡技 | (judo) combinatietechnieken (in een andere richting) |
renzokuwaza-連続技 | (judo) combinatietechnieken (in dezelfde richting) |
retsu-劣 | (in kanji-combinaties) inferieur; lager; sub- |
rin-林 | (in kanji combinaties) bos; woud |
rin-林 | (in kanji combinaties) verzameling van gelijksoortige dingen of mensen |
rō-郎 | (gebruikt in kanji-combinaties) man; jongen; dienaar |
ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
sa-鎖 | (in kanji combinaties) ketting; slot; vergrendeling; sluiting |
sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
san-山 | (in kanji combinaties) berg |
san-纂 | (in kanji combinaties) verzamelen; samenstellen |
san-蚕 | (in kanji combinaties) zijderups |
sazare-細 | (in kanji combinaties) klein; smal |
sei-棲 | (in kanji combinaties) leven; wonen |
seki-夕 | (in kanji combinaties) avond |
seki-昔 | (in kanji combinaties) vroeger; in het verleden; lang geleden |
sekusutashī-セクスタシー | (seks + ecstacy) een combinatie van de woorden seks en extase |
sen-煎 | (in kanji combinaties) roosteren; grillen |
sen-賤 | (in kanji combinaties) lage stand [status; rang] |
sen-践 | (in kanji combinaties) (op)stappen; staan (op); lopen |
setchū-折衷 | compromis; eclecticisme; combinatie van stijlen [denkvormen; werkwijzen] |
sha-車 | (in kanji combinaties) auto; wagen; voertuig; kar |
shi-姿 | (in kanji combinaties) vorm; figuur |
shi-紙 | (in kanji combinaties) papier |
shi-視 | (in kanji combinaties) zien; beschouwen |
shin-寝 | (in kanji combinaties) slaap; slapen |
shin-新 | (in kanji combinaties) nieuw |
shin-辛 | (in kanji combinaties) pittig; bitter; heet; scherp |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) ziekte; kwaal; aandoening |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) hevig; intens; snel |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) haten; jaloezie; hekel |
shī・esu-シー・エス | (community school) brede school (combinatie van basisschool en extra voorzieningen in één gebouw) |
shō-捷 | (in combinatie met andere kanji) snel; vlug |
shōko-鉦鼓 | bronzen gongtrommel (een combinatie van gong en trommel) |
shōshikōreika-少子高齢化 | een dalend geboortecijfer in combinatie met een vergrijzende bevolking (resulterend in demografische krimp) |
shū-収 | (in kanji combinaties) verzamelen; ophalen; binnenhalen |
shū-愁 | (in kanji combinaties) verdriet |
shu-手 | (in kanji combinaties) hand |
shū-拾 | (in kanji combinaties) oppakken; oprapen; vinden; verzamelen; krijgen; kiezen |
shu-殊 | (in kanji combinaties) buitengewoon; bijzonder; exceptioneel; prijzenswaardig |
shu-狩 | (in kanji combinaties) de jacht; het jagen |
shu-珠 | (in kanji combinaties) parel; ronde bal; kraal |
shū-秋 | (in kanji combinaties) herfst; najaar |
shū-酬 | (in kanji combinaties) belonen; teruggeven; terugbetalen |
shuku-叔 | (in kanji combinaties) oom |
shuku-淑 | (in kanji combinaties) deugdzaam; elegant |
shuku-祝 | (in kanji combinaties) feest; viering |
soku-息 | (in kanji combinaties) adem; ademen; leven; rusten; rente |
son-存 | (in kanji combinaties) bestaan; zijn |
son-村 | (in kanji combinaties) dorp |
sōpurando-ソープランド | combinatie van badhuis + bordeel |
sui-衰 | (in kanji combinaties) verzwakking; achteruitgang; verval |
ta-多 | (in kanji combinaties) veel; talrijk |
tai-耐 | (in kanji combinaties) bestendig; bestand (tegen); -proof |
tai-貸 | (in kanji combinaties) lenen |
tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
tan-譚 | verhaal (dit kanji wordt alleen gebruikt in combinatie met andere kanji) |
tei-帝 | (in kanji combinaties) keizer (zoon van het hemelse rijk) |
tei-帝 | (in kanji combinaties) hemelse god (i.t.t. aardse god) |
tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van rechtspraak |
tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van overheidsaangelegenheden |
tei-貞 | (in combinaties) principieel zijn; kuisheid |
ten-殿 | (in kanji combinaties) paleis |
tō-冬 | (de on-yomi, in kanji-combinaties) winter |
tō-刀 | (in kanji combinaties) zwaard |
tō-東 | (in kanjicombinaties) oost |
tō-桃 | (in kanji combinaties) perzik |
tō-闘 | vechten (dit karakter wordt alleen gebruikt in combinatie met een ander karakter) |
tsui-墜 | (in kanji combinaties) vallen; verdwijnen |
tsui-追 | (in kanji combinaties) inhalen; achtervolgen; opjagen; (ver)volgen; verdrijven |
u-有 | (in kanji combinaties) zijn; bestaan; worden |
u-雨 | (in kanji combinaties) regen |
uchi-打ち | als prefix in combinaties gebruikt om de betekenis te versterken |
uwa-上 | (in kanji combinaties) boven; op; hoog; daarbij; toegevoegd |
wa-和 | (in kanji combinaties) Japan; Japans |
wa-話 | (in kanji combinaties) spreken; zeggen; vertellen; taal; woord; verhaall |
wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
wan-腕 | (in kanji combinaties) arm; bekwaamheid |
wantsū・panchi-ワンツー・パンチ | (boksen) een snelle combinatie van slagen afwisselend met de linker- en rechtervuist |
yasuyasu-安安 | (vaak gebruikt in combinatie met to) vredig; zonder problemen |
yasuyasu-易易 | (vaak gebruikt in combinatie met to) heel gemakkelijk, eenvoudig, simpel; met groot gemak; erg toegankelijk (fig.) |
yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
yotteru-ヨッテル | yachtel, een hotel op een jacht (combinatie van yacht en hotel) |
za-挫 | (in kanji combinaties) verpletteren; breken; verstuiken |
za-挫 | (in kanji combinaties) tegenslag ontmoeten |
zai-在 | (in kanjicombinaties) ergens zijn [wonen; verblijven] |
zen-漸 | (in kanji combinaties) geleidelijk; stap voor stap |
zen-然 | (in kanji combinaties) natuurlijk; toevallig; onvoorzien; vastberaden |
zō-憎 | (in kanji combinaties) haten; hekel; afkeer |
zō-臓 | (in kanji combinaties) ingewanden |
zō-贈 | (in kanji combinaties) geven; schenken; doneren |
zō-造 | (in kanji combinaties) maken; bouwen; samenstellen |
zui-随 | (in kanji combinaties) het volgen; navolgen; begeleiden |