Kruisverwijzing
buik
lemma | meaning |
---|---|
ankogata-あんこ型 | de dikke buik van een sumoworstelaar; een dikke sumoworstelaar |
anpuku-按腹 | buikmassage; massagetechniek waarbij over de buik wordt gewreven |
doteppara-土手っ腹 | ingewanden; maag; buik |
fukkō-腹腔 | buikholte |
fuku-腹 | (in kanji combinaties) buik |
fukuchū-腹中 | in je hart; van binnen; in de buik |
fukuheki-腹壁 | buikwand |
fukumaku-腹膜 | buikvlies; peritoneum |
fukutsū-腹痛 | buikpijn; maagpijn |
fukuwajutsu-腹話術 | het buikspreken |
fukuwajutsushi-腹話術師 | buikspreker |
fundoshi-褌 | het schild dat de buik van de krab bedekt |
geri-下痢 | diarree; buikloop |
hara-腹 | buik |
harabai-腹這い | buikligging; het op je buik liggen |
haraita-腹痛 | buikpijn; maagpijn |
harakiri-腹切り | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel seppuku genoemd) |
harasuji-腹筋 | buikspier |
hotei-布袋 | Hotei, god van overvloed en goede gezondheid (afgebeeld met dikke buik en zak op zijn rug), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
iwataobi-岩田帯 | een band [doek] die door zwangere vrouwen gedragen wordt rond de buik (vanaf de vijfde maand van de zwangerschap) |
kafuku-下腹 | de (onder)buik |
kaifukujutsu-開腹術 | laparatomie (buikoperatie) |
ko-股 | (van een mens) onderbuik; kruis; lies |
kuroharahamusutā-クロハラハムスター | (Europese) zwartbuikhamster (Cricetus cricetus) |
mata-股 | onderbuik; lies; kruis |
mizubara-水腹 | een volle buik door teveel water gedronken te hebben |
mugiwaratonbo-麦藁蜻蛉 | (vrouwelijke) witpuntoeverlibel (libelle-soort, Orthetrum albistylum, met een strokleurige buik) |
nesoberu-寝そべる | uitgestrekt [languit] liggen (op buik of zij) |
onaka-お中 | buik |
senpuku-船腹 | zijkanten [buik] van een schip |
sentsū-疝痛 | koliek; buikkramp |
seppuku-切腹 | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel harakiri genoemd) |
shinpuku-心腹 | borst en buik |
shitahara-下腹 | de (onder)buik |
shitappara-下っ腹 | (onder)buik |
shiwabara-皺腹 | gerimpelde buik; de buik van een oude man |
sukeruton-スケルトン | (sport) skeleton (stalen slee waarbij de bestuurder op zijn buik ligt) |
taikobara-太鼓腹 | dikke buik (lett. een buik als een trommel) |