Kruisverwijzing
bruid
lemma | meaning |
---|---|
buraidaru-ブライダル | bruids-; huwelijks- |
buraidaru・bēru-ブライダル・ベール | bruidssluier (klimplant) |
buraidaru・bēru-ブライダル・ベール | bruidssluier |
goshinzō-御新造 | (erend woord voor) de vrouw [bruid] van een persoon met een hoge sociale status |
hanamuko-花婿 | bruidegom |
hanayome-花嫁 | bruid |
hanayomegoryō-花嫁御寮 | bruid |
hanayomeishō-花嫁衣装 | bruidsjurk; trouwjurk; bruidsjapon; trouwjapon |
jisankin-持参金 | bruidsschat |
jūn・buraido-ジューン・ブライド | juni bruid (vrouw die in de maand juni trouwt of trouwde) |
kaizoe-介添え | helper; hulp; assistent; secondant; bruidsmeisje; bruidsjonker |
kyandoru・sābisu-キャンドル・サービス | het aansteken van kaarsen door de bruid en de bruidegom bij een huwelijksreceptie |
muko-婿 | bruidegom |
omiyage-御土産 | bruidsschat |
sakazuki-杯 | een drinkgelag; banket; huwelijksdronk (het drinken uit elkaars glazen door bruid en bruidegom op hun huwelijk) |
sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
shinpu-新婦 | bruid |
shinrō-新郎 | bruidegom |
shoya-初夜 | de eerste nacht; bruidsnacht; de eerste (nacht)wacht |
totsugu-嫁ぐ | (in een familie) trouwen; bruid worden |
tsunokakushi-角隠し | hoofdtooi van een traditioneel geklede Japanse bruid |
uchikake-打ち掛け | Japanse bruidsjapon die over de kimono wordt gedragen |
unohana-卯の花 | bruidsbloem; deutzia (Deutzia crenata) |
utsugi-空木 | bruidsbloem; deutzia (Deutzia crenata) |
yome-嫁 | bruid; echtgenote |
yomeiribune-嫁入り舟 | boot(je) om een bruid (pasgetrouwde echtgenote) te vervoeren (naar het huis van de echtgenoot) |
yometori-嫁取り | een bruid nemen; een vrouw trouwen |
yuinōkin-結納金 | gift van de familie van de a.s. bruidegom aan de familie van de a.s. bruid bij een verloving |