dōhō-同胞 | broeder; kameraad; landgenoot; medemens |
hakuai-博愛 | filantropie; liefdadigheid; broederschap |
harakara-同胞 | landgenoot; broeder; kameraad; medemens |
iruman-イルマン | broer; broeder; monnik |
kangoshi-看護師 | verpleger; broeder |
kessha-結社 | een vereniging; organisatie; stichting; broederschap; genootschap |
kōkan-交歓 | uitwisseling van beleefdheden; verbroedering |
kōkansuru-交歓する | beleefdheden uitwisselen; verbroederen; vriendschap sluiten |
kōtei-孝悌 | (confucianisme) eerbied voor ouderen; kinderlijke gehoorzaamheid; vroomheid; broederliefde |
kōyū-交遊 | vriendschap; broederschap; kameraadschap |
sen'yū-戦友 | strijdmakker; wapenbroeder; krijgsmakker |
shūdōshi-修道士 | monnik; kloosterbroeder |
shūdōsō-修道僧 | monnik; kloosterbroeder |