Kruisverwijzing
bol
lemma | meaning |
---|---|
akahara-赤腹 | Tribolodon hakonensis (een straalvinnige vissensoort uit de familie van karpers) |
akushōmono-悪性者 | een losbandige man; een losbol; een playboy |
amana-甘菜 | Amana edulis (bolgewas uit de leliefamilie, met eetbare bol) |
asobinin-遊び人 | een losbol; playboy |
bōheki-防壁 | verdedigingsmuur; bolwerk; barrière |
bōrāhatto-ボーラーハット | bolhoed |
borero-ボレロ | bolero (kledingstuk) |
borero-ボレロ | bolero (muziek en dans) |
boribia-ボリビア | Bolivia |
borishebizumu-ボルシェビズム | bolsjewisme (Russisch communisme) |
borisheviki-ボリシェヴィキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
borishevizumu-ボリシェヴィズム | bolsjewisme (Russisch communisme) |
bōru-ボール | bal; bol |
bōrui-防塁 | burcht; bolwerk; verdedigingswerk; vesting |
borushebiki-ボルシェビキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
chikyū-地球 | de aarde; aardbol |
chikyūgi-地球儀 | aarde; aardbol; wereldbol; globe |
chorogi-草石蚕 | Chinese [Japanese] artisjok (Stachys sieboldii.) |
daien-大円 | grootcirkel; orthodroom (een cirkel op een boloppervlak waarvan de straal gelijk is aan de straal van de bol) |
dan-檀 | struik (Euonymus sieboldianus) |
dōrakumono-道楽者 | een levensgenieter; losbandig persoon; losbol; vrijbuiter |
fenōru-フェノール | hydroxybenzeen; carbolzuur |
gajō-牙城 | fort; burcht; citadel; bastion; bolwerk |
gojūnotō-五重の塔 | (boeddhistische) pagode met vijf daklagen (symboliserend de vijf elementen: aarde, water, vuur, wind en lucht) |
hakoyanagi-箱柳 | ratelpopulier (Populus tremula var. sieboldii) |
hamayumi-破魔弓 | (oorspronkelijk) de boog om een hamaya af te schieten (nu met een meer symbolische betekenis) |
hanakotoba-花言葉 | de taal der bloemen; (symbolische) betekenis van bloemen |
hatsukadango-二十日団子 | Hatsuka Dango, zoete bolletjes kleefrijst, die op 20 januari gegeten worden |
hatsuonkigō-発音記号 | fonetische symbolen [tekens] |
heitotsusetsuganrenzu-平凸接眼レンズ | vlakbol oculair; planoconvex oculair |
honmaru-本丸 | bolwerk; bastion; hoofdpunt (van iets); hoofdafdeling (van een instelling e.d.) |
igaguri-毬栗 | kastanje in de bolster |
inemuri-居眠り | het (zittend) in slaap vallen; indutten; indommelen; knikkebollen |
insō-印相 | mudra (symbolische handsymboliek bij beelden in verschillende godsdiensten, o.a. Boeddhisme) |
ishigumi-石組み | schikking [groepering] van stenen in een Japanse tuin (waarbij de stenen symbolisch worden gebruikt als eiland, berg, etc.) |
katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
kenjō-堅城 | vesting; burcht; bolwerk; bastion |
kenrui-堅塁 | bolwerk; bastion; vesting |
koboru-コボル | (common business oriented language) COBOL, een computer programmeertaal |
kuyō-九曜 | afkorting van kuyōmon, een afbeelding van een centrale bol die omgeven is door acht andere bollen |
kyōben-教鞭 | stok [staf] van een docent (vroeger om lijfstraffen te geven, nu symbolisch voorwerp) |
kyōmaku-鞏膜 | sclera; harde oogrok (de witte buitenste laag van de oogbol) |
kyoten-拠点 | basis; steunpunt; bolwerk; zekere positie |
kyūkei-球茎 | (plantk.) knol; (bloem)bol |
kyūkin-球菌 | (bolvormige bacterie) coccus; kok; kogelbacterie |
kyūmen-球面 | (wiskunde) bolvormig oppervlak |
kyūmensankakuhō-球面三角法 | boldriehoeksmeting; sferische goniometrie; sferische trigonometrie |
manako-眼 | oog; oogbal; oogbol |
maru-丸 | cirkel; bol |
mayumi-檀 | (de struik) kardinaalshoed [kardinaalsmuts] (Euonymus sieboldianus) |
medama-目玉 | oogbal; oogbol |
menotama-目の玉 | oogbal; oogbol |
mirā・bōru-ミラー・ボール | spiegelbol; discobal |
mochi-餅 | (Japans) kleverig rijstbolletje |
mokkori-もっこり | het uitpuilen [opbollen] van een broek door een erectie |
mokkori-もっこり | het uitpuilen [opbollen] van iets uit kleding of zakken |
nejiro-根城 | vesting; fort; bolwerk; citadel |
nikkei-肉桂 | kaneelboom (Cinnamomum sieboldii) |
nikubuto-肉太 | full-faced; boldfaced (lettertype met dikke lijnen) |
oobagibōshi-大葉擬宝珠 | Hosta sieboldiana |
sakurasō-桜草 | sleutelbloem (Primula sieboldii) |
sekitansan-石炭酸 | fenol; hydroxybenzeen; carbolzuur |
shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
shinborizumu-シンボリズム | symbolisme |
shinchintaisha-新陳代謝 | metabolisme; stofwisseling |
shissanshō-失算症 | acalculie (het onvermogen om cijfers en wiskundige symbolen te herkennen) |
shōchōshugi-象徴主義 | symbolisme |
tābochājā-ターボチャージャー | turbolader; turbocompressor |
taisha-代謝 | stofwisseling; metabolisme |
tama-玉 | bal; bol; globe |
tengu-天狗 | een kobold met een lange neus (Japans fabeldier, half mens, half vogel) |
tōji-蕩児 | losbol; libertijn; lichtmis |
tonboro-トンボロ | tombolo; schoorwal (smalle verbindingsstrook tussen een eiland en het vaste land) |
toppu-トップ | (spinnerij) bol lont; voorgaren |
toriko-取り粉 | rijstmeel, dat (tegen het vastkleven) op het werkblad wordt gestrooid bij het maken van mochi (kleefrijstbolletjes) |
totsumenkyō-凸面鏡 | een convexe [bolvormige; bolle] spiegel |
totsurenzu-凸レンズ | convexe [bolle; positieve] lens |
ugui-石斑魚 | Tribolodon hakonensis (straalvinnige vissensoort uit de familie van karpers) |
urami-恨み | wrok; rancune; wrevel; verbolgenheid; vijandigheid |
yamatakabō-山高帽 | bolhoed |
yamatakabōshi-山高帽子 | bolhoed |
yurine-百合根 | leliewortel; lelie bloembol |
yūyarō-遊冶郎 | een levensgenieter; losbandig persoon; losbol; vrijbuiter |