Kruisverwijzing
boer
lemma | meaning |
---|---|
baton-バトン | dirigeerstok; tamboer-majoorstok |
bōajin-ボーア人 | Boer (Ned. immigrant in Zuid-Africa) |
bokujō-牧場 | boerderij; hoeve; ranch |
būajin-ブーア人 | Boer (Ned. immigrant in Zuid-Africa) |
denshin-田紳 | een landheer; herenboer |
fāmu-ファーム | boerderij; hoeve; landbouwbedrijf; boerenbedrijf |
funō-富農 | rijke [welgestelde] boer; welvarende herenboer |
gōnō-豪農 | een rijke boer; heerboer |
hyakushō-百姓 | boeren; plattelandsbewoners |
inakamono-田舎者 | (schertsend) plattelander; provinciaal; boerenkinkel; boerenpummel |
inasakunōgyōsha-稲作農業者 | rijstboer; rijstteler |
jiito-地糸 | draad die niet fabrieksmatig wordt gesponnen (traditioneel vaak gedaan als nevenactiviteit in o.a. het boerenbedrijf) |
makiba-牧場 | boerderij; hoeve; ranch |
mizunomibyakushō-水呑み百姓 | een arme boer |
mushirobata-筵旗 | vlag gemaakt van een mushiro (mat van stro) aan een bamboestok (gebruikt bij boerenopstanden in de Edo-periode) |
nobushi-野武士 | (in de middeleeuwen) boeren die (in groepen) verslagen samoerai aanvielen en zich hun uitrustingen, etc. toeëigenden |
nōdō-農道 | boerenlandpad; boerderijweg |
nōfu-農婦 | landbouwster; boerin |
nōgu-農具 | boerderij werktuigen [gereedschappen] |
nōgyō-農業 | boerenbedrijf; landbouw; veeteelt; bosbouw |
nōhei-農兵 | boerenmilitie; georganiseerde militie bestaande uit boeren |
nōjō-農場 | boerderij; hoeve; landbouwbedrijf |
nōka-農家 | boer; boerderij; boerenfamilie |
nōmin-農民 | agrariër; boer; landbouwer; boerenbevolking; boerenstand |
nōson-農村 | boerendorp; dorp in een agrarisch gebied |
rōnō-老農 | boer [landbouwer; agrariër] op leeftijd |
rōnō-老農 | boer [landbouwer; agrariër] met veel ervaring |
seisanshabeika-生産者米価 | de prijs die de overheid aan de boeren betaalt voor hun rijst (in het kader van de wet op de voedselcontrole) |
sofuhōzu-ソフホーズ | sovchoz, collectieve staatsboerderij ten tijde van de Sovjet-Unie |
sumokku-スモック | (boeren)kiel; jasschort |
sutsūru-スツール | kruk(je); taboeret |
tamburan-タンブラン | (muziekinstrument) tamboerijn |
tanbarin-タンバリン | (muziekinstrument) tamboerijn |
tsubakurame-燕 | zwaluw; boerenzwaluw (Hirundo rustica) |
tsubame-燕 | zwaluw; boerenzwaluw (Hirundo rustica) |
yabottai-野暮ったい | niet modieus [verfijnd; stijlvol]; een beetje boers |
yajin-野人 | een lompe persoon; boerenkinkel |
yamadashi-山出し | plattelander; boerenkinkel; lomperik |
zarusoba-笊蕎麦 | soba (boekweit) noedels met gedroogd zeewier (meestal geserveerd op een bamboerekje) |
zenkokunōminkumiai-全国農民組合 | Nationale Boerenbond |
zennō-全農 | (afk. voor) Nationale Boerenbond |