akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
dorei-奴隷 | een slaaf |
hōmen-放免 | vrijlating; bevrijding; vrijmaking (als slaaf) |
kabanmochi-鞄持ち | tassendrager (een denigrerende term voor iemand die zijn baas slaafs volgt en zijn tas draagt) |
kitchin・dorinkā-キッチン・ドリンカー | keukendrinker; thuisdrinker (een huisvrouw, die geen baan heeft en verslaafd is aan alcohol) |
koshiginchaku-腰巾着 | hielenlikker; slaafse volgeling |
kurejittohorikku-クレジットホリック | kredietverslaafde |
mayakuchūdokusha-麻薬中毒者 | drugsverslaafde |
rei-隷 | dienaar; slaaf |
ryo-虜 | slaaf |
surabu-スラブ | Slavisch; Slaaf (iem. van het Slavische volk) |
toriko-虜 | slaaf (fig.); verslaafde |
torimaki-取り巻き | aanhanger; (slaafse) volgeling; klaploper |
wākahorikku-ワーカホリック | workaholic. iemand die verslaafd is aan zijn werk; iemand die veel werkt |
yamitsuki-病み付き | het verslaafd [geobsedeerd; bezeten] zijn |