Kruisverwijzing
bezoek
lemma | meaning |
---|---|
aikyō-愛敬 | het afprijzen; het geven van een extraatje door een winkelier om klanten of bezoekers te trekken |
akushogayoi-悪所通い | regelmatige bezoeken aan een bordeel |
akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushoochi-悪所落ち | een bordeel bezoeken |
akutaimatsuri-悪態祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
angū-行宮 | tijdelijk verblijf gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
anzaisho-行在所 | een tijdelijke accommodatie gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
bijitā-ビジター | bezoeker |
bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bussan-仏参 | een bezoek aan een boeddhistische tempel of een graf (van voorouders) |
bussansuru-仏参する | een boeddhistische tempel [een graf] bezoeken |
chinkyaku-珍客 | een welkome (onverwachte) bezoeker [gast] |
chōza-長座 | lang verblijf [bezoek]; ergens lang blijven |
demuku-出向く | zich begeven [op weg gaan] (naar); zelf [persoonlijk] een bezoek brengen (aan) |
doa・ai-ドア・アイ | kijkgaatje in een deur (om bezoekers te kunnen zien) |
doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
doroppuin-ドロップイン | bezoek zonder reservering of afspraak |
gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
gesuto-ゲスト | gast; bezoeker; logé |
gobusata-御無沙汰 | langdurige afwezigheid van communicatie; iemand lange tijd niet bezoeken of schrijven |
gyōkō-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
haikan-拝観 | bezichtiging; bezoek; het (respectvol) bekijken [aanschouwen] |
haisū-拝趨 | (beleefd woord voor) het bezoeken; bezoek [visite] (aan een ander) |
hakamairi-墓参り | bezoek aan een (familie)graf |
hatasu-果たす | bezoeken van een tempel of heiligdom ter dankbetuiging |
hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
hōfutsu-訪仏 | bezoek aan Frankrijk; het bezoeken van Frankrijk |
hōmon-訪問 | bezoek; visite |
hōmonsuru-訪問する | bezoeken; langs gaan (bij); op visite gaan |
hōnichi-訪日 | een bezoek aan Japan; het bezoeken van Japan |
hōō-訪欧 | een bezoek aan Europa |
hyakudomairi-百度参り | het 100 keer bezoeken van een schrijn of tempel (om te bidden) |
ichigen-一見 | eerste bezoek (van een klant, b.v. in een restaurant) |
iku-行く | bezoeken; bijwonen |
imon-慰問 | bezoek (uit medeleven) aan een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft |
imonsuru-慰問する | (uit medeleven) een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft bezoeken |
inbaundo-インバウンド | bezoek aan Japan door buitenlandse toeristen |
iribitaru-入り浸る | regelmatig [vaak] bezoeken (een bar, etc.) |
irusu-居留守 | het doen alsof je niet thuis bent (voor bezoekers) |
jinchūmimai-陣中見舞い | een helpend [aanmoedigend] bezoek aan soldaten aan het front |
jinchūmimai-陣中見舞い | een helpend [aanmoedigend] bezoek aan mensen die hard moeten werken |
jōraku-上洛 | naar Kyoto gaan; Kyoto bezoeken |
kangeki-観劇 | theaterbezoek; het naar een theater(voorstelling) gaan |
kanran-観覧 | bezichtiging; bezoek; het gaan bekijken; toeschouwen |
kenbutsu-見物 | het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing |
kenbutsusuru-見物する | bezienswaardigheden bezoeken; sightseeën |
kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
kōru-コール | kort bezoek |
kōshikihōmon-公式訪問 | een officieel (staats)bezoek |
kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
kuru-来る | bezoeken; langsgaan (bij iem.) |
kyaku-客 | gast (m); gaste (v); bezoeker (m); bezoekster (v) |
kyakuashi-客足 | aantal klanten; bezoekersaantal |
kyakujin-客人 | bezoek; gast |
kyakuzashiki-客座敷 | salon; ontvangkamer; bezoekerskamer |
marōdo-客人 | bezoeker; gast; klant |
meguru-巡る | rondtrekken; bezoeken; her en der rondlopen |
mensetsukōshoken-面接交渉権 | omgangsrecht; bezoekrecht |
mimai-見舞い | ziekenbezoek; condoleancebezoek |
mimau-見舞う | een ziekenbezoek [condoleancebezoek] afleggen |
mimono-見物 | bezoek; het bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
mimonosuru-見物する | bezoeken; bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
miru-見る | ontmoeten; bezoeken |
miyamairi-宮参り | bezoek aan een Shinto-schrijn [heiligdom] (met baby's, binnen 30 dagen na hun geboorte) |
miyuki-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
nagai-長居 | (op bezoek) blijven plakken; (te) lang blijven |
nenga-年賀 | nieuwjaarsviering; nieuwjaarswens; nieuwjaarsbezoek |
nenshi-年始 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarsbezoek |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een instelling, e.d. (voor praktische doeleinden) |
obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
ōga-枉駕 | uw bezoek (formele stijl) |
ōhō-往訪 | een bezoek (aan iemand); op bezoek gaan |
omairi-御参り | het bezoeken van een heiligdom [tempel; graf] |
omotekata-表方 | (in het theater) personeel dat in direct in contact staat met de bezoekers (kaartverkopers, begeleiders etc) |
oreimairi-御礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
osagari-お下がり | (etens)restjes; kliekjes (aangeboden aan bezoekers, klanten, e.d.) |
ōsetsusuru-応接する | (bezoekers) ontvangen |
otozure-訪れ | bezoek; visite; komst; aankomst |
otozureru-訪れる | bezoeken; een bezoek brengen [afleggen] |
puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
raichō-来朝 | (hist. China, Japan) bezoek aan het hof van een buitenlandse delegatie |
raichō-来朝 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
raien-来園 | bezoek aan een tuin [park; dierentuin] |
raigō-来迎 | aanschouwing van een zonsopgang op een bergtop (wordt vergeleken met Amitabha Boeddha die op bezoek komt met een aureool) |
raihin-来賓 | gast; bezoeker |
raihō-来訪 | een bezoek (van iemand); bezoek ontvangen |
raii-来意 | het doel van het bezoek |
raijō-来場 | aanwezigheid; bezoek; opkomst |
raijōsha-来場者 | bezoekers; toeschouwers |
raikaku-来客 | bezoeker; gast |
raikyaku-来客 | bezoeker; gast |
rainichi-来日 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
raiō-来王 | bezoek aan de koning; hofbezoek |
raiō-来王 | (arch.) bezoek van een koning van een ander volk aan het Chinese keizerlijk hof |
raishin-来診 | huisbezoek door een arts; doktersvisite |
raitaku-来宅 | bezoek [visite] (aan huis) |
raiten-来店 | het komen naar [bezoeken van] een winkel [restaurant] |
raitō-来島 | het komen naar [bezoeken van] een eiland |
reimairi-礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
rinjō-臨場 | bezoek; aanwezigheid; deelname; bijwoning |
sandai-参内 | bezoek aan het keizerlijk paleis |
sanden-参殿 | bezoek aan een paleis |
sandō-参堂 | bezoek aan een tempel of heiligdom |
sandō-参堂 | bezoek aan een hoger geplaatst persoon |
sanjō-参上 | bezoek aan een hoger geplaatst persoon |
sankan-参観 | het bezoeken; inspecteren; rondkijken |
sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
sanpai-参拝 | bezoek aan een heiligdom of tempel |
sanpaikyaku-参拝客 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
sanpaisha-参拝者 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
shiren-試練 | beproeving; bezoeking |
shutsuba-出馬 | zelf op pad gaan; persoonlijk iemand bezoeken |
sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
sōkenbutsu-総見物 | excursies [het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing] |
sōkensuru-総見する | met een grote groep een wedstrijd [voorstelling] bezoeken |
sōyū-曾遊 | eerder bezoek |
tabearuki-食べ歩き | een restaurant trip; verschillende restaurants na elkaar bezoeken [uitproberen] |
tachiyoru-立ち寄る | langsgaan; op bezoek gaan |
taizaikyaku-滞在客 | gast; bezoeker |
tanshō-探勝 | sightseeing; het bezoeken van bezienswaardigheden (mooie landstreken, e.d.) |
tazuneru-訪ねる | bezoeken; een bezoek brengen (aan); langsgaan (bij) |
temiyage-手土産 | een presentje [cadeau] van een bezoeker [bezoekster] |
teramairi-寺参り | (ritueel) tempelbezoek |
toonoku-遠退く | vervreemden (van elkaar); (elkaar) minder vaak zien [bezoeken] |
toritsugi-取り次ぎ | ontvangst; (de deur) opendoen; bezoek binnenlaten |
tsukimairi-月参り | een bezoek aan een heiligdom of tempel één keer per maand op een vaste dag |
ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) bezoeken |
wākingu・horidē-ワーキング・ホリデー | werkvakantie; vakantiereis met werkvergunning (waarbij reizigers mogen werken in het land dat ze bezoeken) |
warukuchimatsuri-悪口祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
yamijiru-闇汁 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
yaminabe-闇鍋 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
yasurau-休らう | (lit.) (tijdelijk) verblijven; bezoeken |
yokkaku-浴客 | badhuis bezoeker [gast] |
yokkyaku-浴客 | badhuis bezoeker [gast] |
yoru-寄る | langs gaan bij; bezoeken |
yōtashi-用足し | toiletbezoek; zijn behoefte doen |
yūkaku-遊客 | bordeelbezoeker |
yukikau-行き交う | regelmatig bezoeken |
yūran-遊覧 | (toeristische) excursie; pleziertochtje; uitstapje; het bezoeken van bezienswaardigheden |