Kruisverwijzing
EK
lemma | meaning |
---|---|
a-啞 | (in kanji combinaties) stom zijn; niet kunnen spreken |
a-痾 | (in kanji combinaties) ziekte |
abaredasu-暴れ出す | onrustig [wild] (beginnen te) worden; beginnen tekeer te gaan |
abata-痘痕 | pok; pokput (litteken van de pokziekte); pokdalig zijn |
abekobe-あべこべ | omgekeerd; binnenstebuiten; tegenovergesteld |
abemaria-アベ・マリア | Ave Maria (katholiek gebed) |
abiriti-アビリティ | bekwaamheid; vermogen |
abunagenai-危なげない | veilig; zeker |
aburajimiru-油染みる | vettig worden; olievlekken krijgen |
aburakasu-油粕 | lijnkoek; oliekoek |
aburasashi-油差し | olieblik; oliekan; oliespuit |
aburatsubo-油壺 | oliekan; oliebusje; smeerbus |
aburidashi-炙り出し | geschreven [getekend] met onzichtbare inkt (wordt zichtbaar na verhitting) |
abusutorakuto-アブストラクト | uittreksel; samenvatting |
achira-あちら | die kant (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker); daar; die |
adajio-アダジオ | adagio (muziekterm) |
adājo-アダージョ | adagio (muziekterm) |
adesugata-艶姿 | bevallige [bekoorlijke; charmante] verschijning |
adeyaka-艶やか | aantrekkelijk; bekoorlijk; glamoureus |
adobento-アドベント | advent (de vier weken voor Kerstmis) |
adohokku-アドホック | ad hoc; in dit (specifieke) geval; in deze zaak |
adoman-アドマン | reclameman; reclametekstschrijver |
adoresuchō-アドレス帳 | adresboek |
aete-敢えて | helemaal niet; zeker niet |
afurodite-アフロディテ | Afrodite (Griekse godin) |
afutā・dāku-アフター・ダーク | boektitel van Haruki Murakami |
agari-上がり | beklimming |
age-上げ | (muziek) verhogen van de toon |
agechō-揚げ超 | een overschot aan schatkist inkomsten door betalingen uit de publieke sector; netto ontvangsten |
agemaki-揚巻 | een geknoopt koord aan de achterkant van een harnas of helm |
agemaki-揚巻 | (afk. voor) een tweekleppige schelp (Sinonovacula constricta) |
agemakigai-揚巻貝 | een tweekleppige schelp (Sinonovacula constricta) |
ageoroshi-上げ下ろし | prijzen en bekritiseren |
agetsurau-論う | redetwisten; discussiëren; bekritiseren |
agohimo-顎紐 | kinriem; kinband (aan een hoofddeksel) |
agora-アゴラ | agora (centraal stadsplein in het oude Griekenland) |
agura-胡坐 | kleermakerszit; met gekruiste benen zitten |
ahō-阿呆 | dwaasheid; een dwaas; een idioot; een zot; een gek |
ahō-阿呆 | (als scheldwoord) idioot; gek |
ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
ahodarakyō-阿呆陀羅経 | een satirische parodie op Boeddhistische teksten |
ahōguchi-阿呆口 | dom geklets; alleen maar onzin praten |
ahokusai-阿呆臭い | belachelijk; lachwekkend; dwaas; idioot; gek |
ahorashii-阿呆らしい | belachelijk; dwaas; gek |
aiaishii-愛愛しい | schattig; lief; charmant; aantrekkelijk |
aibeya-相部屋 | een kamer delen (hotel; ziekenhuis, e.d.) |
aichōban-愛聴盤 | lievelingsplaat (muziek) |
aichōshūkan-愛鳥週間 | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
aidagara-間柄 | relatie; betrekking(en); band |
aidoku-愛読 | voorliefde voor lezen; met plezier [vaak; regelmatig] een bepaald boek [tijdschrift] lezen |
aidokusho-愛読書 | het favoriete boek (van iemand); lievelingsboek |
aienkien-合縁奇縁 | een ongewone relatie, tot stand gekomen door een speling van het lot |
aigan-哀願 | smeekbede; verzoek |
aigyō-愛楽 | (boeddh.) de zoektocht naar; wens [verlangen] |
aihan-合判 | gezamenlijke handtekening; gemeenschappelijk zegel |
aiin-合印 | keurzegel; keurmerk; merkteken |
aijirushi-合印 | merkteken; identificatieteken |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikata-合方 | muzikale begeleiding (Japanse traditionele muziek, zoals bij Kabuki en No theater) |
aiki-愛器 | favoriete [lievelings-] (muziek)instrument [gereedschap] |
aikokukōtō-愛国公党 | Nationalistische (politieke) partij |
aikurushii-愛くるしい | zeer lieftallig; mooi; aantrekkelijk; lief(lijk); schattig |
aikyō-愛敬 | aantrekkelijkheid; charme |
aikyō-愛敬 | het afprijzen; het geven van een extraatje door een winkelier om klanten of bezoekers te trekken |
aikyōbokuro-愛敬黒子 | schoonheidsvlekje [tache de beauté] |
aikyōzuku-愛嬌付く | aantrekkelijk [schattig; lieflijk] worden |
aimamieru-相見える | op audiëntie zijn (bij een vorst); een onderhoud [gesprek] hebben (met een vorst) |
aimochi-相持ち | de rekening opsplitsen waarbij ieder voor zichzelf betaalt |
ainogakkō-愛の学校 | (lett. de school van de liefde) de Japanse titel van het boek |
airisu-アイリス | Iris (Griekse godin) |
aisatsu-挨拶 | wraak; afrekening (jargon van de yakuza, Japanse gangsters) |
aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
aiseki-相席 | het delen van een tafel met een onbekende (in een restaurant, e.d.) |
aishēdo-アイシェード | oogscherm; zonneklep |
aishiau-愛し合う | vrijen; seks hebben; de liefde bedrijven |
aisho-愛書 | van boeken houden |
aisho-愛書 | lievelingsboek; favoriete boek |
aishoka-愛書家 | iem. die van boeken houdt; een bibliofiel |
aiso-哀訴 | verzoek; smeekbede; petitie |
aisō-愛想 | de rekening (in een restaurant e.d.) |
aisotōpugensa-アイソトープ検査 | isotopenonderzoek |
aisufōru-アイスフォール | ijswaterval; ijswand; met ijs bedekte (rots)wand; ijslawine |
aisu・rinku-アイス・リンク | (overdekte) ijsbaan |
aitemu-アイテム | item; post (op rekening of begroting); punt; artikel; artikel; ding; voorwerp |
aitō-哀悼 | medeleven; condoléance(s); rouwbeklag |
aitōsuru-哀悼する | rouwen; treuren; weeklagen |
aiwa-哀話 | een droevig [triest] verhaal; een tragische episode [geschiedenis]; een zielig [deerniswekkend] verhaal |
aizu-合図 | teken; aanwijzing; signaal; sein |
aizuchi-相槌 | instemmende geluiden [gebaren]; tussenwerpsels (om te laten merken dat je luistert en om het gesprek op gang te houden) |
aizukawashi-愛ずかわし | aantrekkelijk; boeiend |
aizusuru-合図する | signaleren; een teken [aanwijzing; sein] geven; gebaren |
ai・esu・bī・enu-アイ・エス・ビー・エヌ | ISBN (internationaal standaardboeknummer) |
ajitāto-アジタート | agitato (muziekterm) |
ajitsuke-味付け | gekruid; met toevoeging van smaakmakers |
ajiwai-味わい | charme; aantrekkelijkheid |
akabikari-垢光り | glimmende plek op kleding (door aangekoekt vuil) |
akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
akahada-赤肌 | lege (onbegroeide) plekken in het landschap; kale berghelling |
akahon-赤本 | (kusasōshi) prentenboekje uit Edo periode |
akahon-赤本 | sprookjesprentenboeken voor kinderen (met rode kaft) |
akahon-赤本 | triviaalliteratuur; goedkoop boek (qua inhoud of uitgave) |
akaieka-赤家蚊 | gewone steekmug (Culex pipiens) |
akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
akane-茜 | Aziatische meekrap (plant, Rubia akane); meekrapwortel |
akane-茜 | meekraprood (kleur (die van de wortel van de plant gemaakt wordt) |
akaragao-赤ら顔 | een rood gezicht (rode vlekken op gezicht) |
akarisaki-明かり先 | de richting waar het licht heen schijnt; de plek waar het licht op schijnt |
akarumi-明るみ | een verlichte plek; in het licht |
akarumi-明るみ | openbaar; aan het licht gekomen |
akashi-証し | bewijs; blijk; teken |
akasu-証す | bewijzen; getuigen; onthullen; verzekeren |
akaunto-アカウント | rekening (bij een bank, etc.) |
akiaji-秋味 | gezouten zalm (uit noordelijke streken van Japan) |
akiresuken-アキレス腱 | achilleshiel (kwetsbare plek) |
akisu-空き巣 | een inbreker; insluiper |
akkan-圧巻 | het beste deel; het hoogtepunt (van een boek, voorstelling, voordracht, etc.) |
akkerakanto-あっけらかんと | zorgeloos; onverschillig; nonchalant; laconiek |
akkigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akkō-悪口 | één van de 10 slechte daden [zonden], nl. het kwaadspreken |
akkōzōgon-悪口雑言 | gevloek; schelden; verbaal geweld; afgeven op; schadelijke roddels |
akku-悪口 | (boeddh.) één van de 10 slechte daden [zonden], nl. het kwaadspreken |
aku-悪 | het kwaad [de slechtheid] (van natuur, zoals ziekte, natuurrampen, etc.); ondeugd |
aku-悪 | slecht; onbekwaam |
aku-悪 | afkeer; hekel; haat |
aku-悪 | kwaadspreken; laster |
aku-飽く | ergens genoeg van hebben; het zat worden; er moe [ziek] van worden |
akuachinto-アクアチント | aquatint (etstechniek) |
akubi-悪日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
akuchi-悪血 | slecht bloed (bloed dat door ziekte een verkeerde samenstelling heeft) |
akudoi-あくどい | opzichtig; felgekleurd |
akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
akuen-悪縁 | een noodlottige relatie die men niet kan verbreken |
akugi-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
akugyaku-悪逆 | ondeugendheid; kattenkwaad; schelmenstreek |
akuhyō-悪評 | slechte [negatieve] recensie [kritieken]; beledigende opmerking(en) |
akukigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akume-悪目 | gebrek(en); een fout; een vergissing |
akunichi-悪日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
akunuki-灰汁抜き | het wegnemen van een bittere [wrange] smaak van iets (b.v. groente) (door het eerst te weken of koken) |
akurobatto-アクロバット | acrobaat; acrobatiek |
akusei-悪性 | (med.) maligniteit; kwaadaardigheid (van een ziekte) |
akusei-悪政 | slechte politiek [slecht bestuur]; wanbeleid |
akuseiinfuru-悪性インフレ | een ernstige ontsteking |
akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
akusho-悪所 | een gevaarlijke plek |
akusho-悪所 | een slechte plek; rosse buurt; bordeel |
akusho-悪書 | een slecht [verdorven] boek (qua inhoud) |
akushogayoi-悪所通い | regelmatige bezoeken aan een bordeel |
akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushon・risāchi-アクション・リサーチ | actieonderzoek |
akushoochi-悪所落ち | een bordeel bezoeken |
akusō-悪相 | een slecht [kwaad] voorteken [voorgevoel] |
akutaimatsuri-悪態祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
akutare-悪たれ | met opzet kattenkwaad uithalen; een schelmenstreek uithalen; zich slecht [wild] gedragen |
akuten-悪点 | een slechte beoordeling [recensie]; kwade kritiek |
akyumurētā-アキュムレーター | accumulator; accu (elektrische batterij) |
ama-尼 | katholieke non |
amadare-雨垂れ | uitroepteken |
amadokoro-甘野老 | welriekende salomonszegel (plant: Polygonatum odoratum) |
amae-甘え | gebrek aan zelfredzaamheid; (emotionele) afhankelijkheid van anderen |
amakuchi-甘口 | van zoet houden; een zoetekauw zijn |
amami-甘み | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
amamori-雨漏り | het lekken van regenwater; doorregenen |
amani-甘煮 | voedsel (vis, vlees, groenten, e.a.) gekookt met suiker of mirin |
amaochi-雨落ち | plek waar regendruppels van de dakrand vallen |
amaooi-雨覆い | dekzeil; tarpaulin |
amatō-甘党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
amayoke-雨除け | tarpaulin; regenscherm; waterdicht zeildoek |
ameni-飴煮 | een gerecht waarin vis, etc. is gekookt met suiker |
ameyu-飴湯 | zoete moutstroop gekookt met kaneel en andere kruiden tot een drank (medicijn of zomerdrankje) |
amihan-網版 | (boekdrukken) halftoon; autotypie |
amime-編み目 | breisteek |
āmin-アーミン | hermelijn embleem [patroon] (in de heraldiek) |
amiten-網点 | halftoon druktechniek |
amiuchi-網打ち | een werptechniek bij sumo (lijkend op een net werpen) |
an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
an-暗 | geheimzinnigheid; verborgenheid; stiekem zijn |
ana-穴 | tekort |
ana-穴 | open plek; schuilplaats |
anaba-穴場 | een hele goede plek (voor duiken, vissen, kamperen, e.d.), die niet bekend is bij het grote publiek |
anaguma-穴熊 | (het omsingelen van de koning in de hoek van zijn eigen kamp) een tactiek bij shogi (Japans schaken) |
anapaisutosu-アナパイストス | anapest (drielettergrepige versvoet van 2 korte of onbeklemtoonde en 1 lange of beklemtoonde lettergrepen) |
anata-彼方 | daarginds; daarheen (weg van spreker en toehoorder) |
anaume-穴埋め | een tekort aanvullen; vacatures invullen; iets compenseren [goedmaken] |
anaunsu-アナウンス | aankondiging; bekendmaking |
anaunsumento-アナウンスメント | aankondiging; bekendmaking |
anaunsusuru-アナウンスする | aankondigen; bekendmaken |
anchikku-アンチック | antiek |
anchoko-あんちょこ | spiekbriefje |
andante-アンダンテ | andante (muziekterm: rustig) |
anesamaningyō-姉様人形 | een papieren pop gekleed in traditionele Japanse kimono |
anesan-姉さん | zus(ter); mevrouw; juffrouw (een woord waarmee men beleefd een vrouw aanspreekt) |
anesankaburi-姉さん被り | handdoek om het hoofd gewikkeld |
anfora-アンフォラ | amfoor; amfora (Griekse vaas) |
angājuman-アンガージュマン | engagement (politieke en maatschappelijke betrokkenheid) |
angō-暗号 | geheimtaal; geheime code [tekens] (letters of cijfers); wachtwoord |
angōkagijutsu-暗号化技術 | coderingstechniek(en) |
angōkaidoku-暗号解読 | het breken [ontsleutelen; ontcijferen] van een geheime code; decodering |
angū-行宮 | tijdelijk verblijf gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
anguru-アングル | hoek; perspectief |
anguru-アングル | gezichtspunt; oogpunt; optiek |
anihakaran'ya-豈図らんや | onverwacht; tegen de verwachting; verbazingwekkend |
anime-アニメ | animatie; animatiefilm; tekenfilm |
animēshon-アニメーション | animatie; animatiefilm; tekenfilm |
anisakisushō-アニサキス症 | haringwormziekte (anisakiasis) |
anjerasu-アンジェラス | angelus (gebed in rooms-katholieke kerk) |
anjiru-按じる | onderzoeken |
anjō-あんじょう | goed; bekwaam (Osaka-dialect) |
ankatto-アンカット | ongesneden [onopengesneden] (boek) |
ankētochōsa-アンケート調査 | enquête onderzoek [vragenlijst] |
anketsu-暗穴 | een scheldwoord als dwaas, gek, e.d. |
anki-暗鬼 | angst uit onzekerheid [twijfel; illusie] |
ankokutairiku-暗黒大陸 | het zwarte [onbekende] continent (Afrika) |
ankōru-アンコール | encore; toegift (muziek) |
ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
anmitsu-餡蜜 | een kommetje met verschillende zoete ingrediënten (vruchten, zoete bonen, e.a.), bedekt met suikerstroop |
anna-あんな | zulke; zo'n; zoals dat [die] (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker) |
annai-案内 | een gids (boek); een toelichting |
annaiki-案内記 | een reisgids; reisboek |
annaisho-案内書 | een handleiding; handboek; een (reis)gids; reisboek |
annenonikki-アンネの日記 | het dagboek van Anne Frank |
ano-あの | dat; die (op afstand van zowel de spreker als de toehoorder) |
anpea-アンペア | ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte) |
anpontan-安本丹 | een dwaas; idoot; gek |
anpu-暗譜 | het uit het hoofd leren van muzieknoten |
anpuku-按腹 | buikmassage; massagetechniek waarbij over de buik wordt gewreven |
anpusuru-暗譜する | muzieknoten uit het hoofd leren |
anrakuisu-安楽椅子 | gemakkelijke [comfortabele; lekker zittende] stoel; luie stoel |
ansatsu-暗殺 | een (politieke) moordaanslag |
ansatsusuru-暗殺する | een (politieke) moord begaan; iem. vermoorden |
ansho-暗所 | een donkere plek; een onopvallende plek |
anshokyōfushō-暗所恐怖症 | nyctofobi (beklemmende vrees voor duisternis) |
antatchaburu-アンタッチャブル | outcast; onaanraakbare (Hindoeklasse) |
anten-暗点 | een gedeeltelijke uitval van het gezichtsveld; blinde vlek; scotoom |
anten-暗転 | een verduistering op het toneel bij een scène- [decor] wisseling zonder het doek neer te laten |
antena-アンテナ | antenne (voor ontvangst elektromagnetische golven) |
antīku-アンティーク | antiek; een antiquiteit |
antō-暗闘 | een geheime vete; verborgen [bedekte] vijandigheid |
anza-安座 | kleermakerszit; met gekruide benen [de benen over elkaar] zitten |
anzaisho-行在所 | een tijdelijke accommodatie gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
anzan-暗算 | hoofdrekenen |
anzansuru-暗算する | (iets) uit het hoofd berekenen [uitrekenen] |
an'ei-暗影 | een slecht voorteken |
an・tsū・kā-アン・ツー・カー | all-weather wegdek [oppervlak]; (kunststof) baan die bestand is tegen alle weersinvloeden |
aoaza-青痣 | blauwe plek |
aobukure-青膨れ | een blauwe (opgezwollen) plek (op de huid) |
aodake-青竹 | groene bamboe (net afgeknipt) |
aoiroshinkoku-青色申告 | blauwe aangifte (soort aangifte inkomstenbelasting waarbij speciale inkomstenaftrek mogelijk is) |
aoitori-青い鳥 | ook gebruikt in de betekenis van: geluk (dat men niet bemerkt ook al is het dichtbij) |
aojiroi-青白い | blauw-wit; bleek |
aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
aomuke-仰向け | het naar boven gekeerd zijn; rugligging |
aori-煽り | lage gezichtshoek (fotografie) |
aoyagi-青柳 | de naam van een bekend volksliedje |
aozameru-蒼褪める | bleek worden |
apetaito-アペタイト | eetlust; trek |
apīru-アピール | aantrekkingskracht |
aposutiiyu-アポスティーユ | apostille; legalisatie handtekening |
aradateru-荒立てる | verheffen; boos worden; opvoeren; opsteken |
araiageru-洗い上げる | grondig onderzoeken [inspecteren] |
araihari-洗い張り | een kimono eerst uit elkaar halen en dan de delen apart wassen en uitgespreid [uitgerekt] laten drogen |
arainaosu-洗い直す | (van voren af aan) opnieuw onderzoeken |
araitateru-洗い立てる | goed onderzoeken [inspecteren]; onder de loep nemen |
araizarashi-洗い晒し(の) | verwassen; (door vaak wassen) vaal; verkleurd; verbleekt |
arakasegi-荒稼ぎ | het veel geld binnenharken; woekeren; speculeren; profiteren |
arani-粗煮 | gerecht van visafval (kop, staart, graten, etc.), gekookt in sojasaus met suiker |
arasagashi-粗探し | kieskeurig zijn; gauw kritiek [aanmerkingen] hebben |
arasu-荒らす | verwoesten; vernielen; beschadigen\; breken |
arasu-荒らす | binnenvallen; binnendringen; inbreken |
aratameru-改める | nakijken; onderzoeken; inspecteren; tellen |
arau-洗う | informeren (naar); onderzoeken; openbare; blootleggen (fig.) |
arawa-露 | openbaar [openlijk; publiek] zijn |
araware-表れ | uitdrukking; uiting; teken; uitkomst; resultaat |
arawaza-荒技 | een gedurfde, krachtige techniek (in vechtsporten) |
are-あれ | dat; die (op afstand van zowel de spreker als de toehoorder) |
areguretto-アレグレット | allegretto (muziekterm) |
areguro-アレグロ | allegro (muziekterm) |
arekuruu-荒れ狂う | woedend zijn; razen; tekeer gaan |
arenji-アレンジ | bewerking (muziek, toneel, etc.) |
arenjimento-アレンジメント | bewerking (muziek, toneel, etc.) |
aria-アリア | (muziekterm) aria |
ariadone-アリアドネ | Ariadne (figuur uit de Griekse mythologie) |
āriajin-アーリア人 | Ariër (Indo-Europees sprekende Indiër of Iraniër) |
arīna-アリーナ | arena; (klassiek) amfitheater; ring; piste |
aru-或る | een zekere; een bepaalde; één of ander; ene; sommige |
arubamu-アルバム | album (foto, muziek) |
arukadia-アルカディア | Arcadia; Arcadië (landschap op de Peloponnesus, Griekenland; in de literatuur voorgesteld als ideaal) |
arupejio-アルペジオ | arpeggio (muziekterm) |
arupinisuto-アルピニスト | alpinist; bergbeklimmer |
arurukan-アルルカン | harlekijn; nar; clown |
aruto-アルト | alto (muziekterm) |
arutsafu-アルツァフ共和国 | de republiek Artsach (Nagorno-Karabach) |
arutsuhaimābyō-アルツハイマー病 | de ziekte van Alzheimer |
arutsuhaimāgatachihō-アルツハイマー型痴呆 | de ziekte van Alzheimer |
asaguroi-浅黒い | donker(gekleurd); donkere huidkleur; gebruind (door de zon) |
asai-浅い | bleek |
asaji-浅茅 | (afk. van) de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
asajiu-浅茅生 | de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
asamashii-浅ましい | bespottelijk; meelijwekkend; zielig |
asaru-漁る | zoeken naar [in]; op zoek gaan naar; doorzoeken |
asazuke-浅漬け | licht gepekelde [ingelegde] groenten |
asejimiru-汗染みる | zweetvlekken [zweetplekken] (in kleding) krijgen |
asemidoro-汗みどろ | doorweekt [kletsnat] van het zweet |
aseru-焦る | opgewonden [in paniek] raken; angstig worden |
ashibayani-足早に | met snelle pas; met flinke [kwieke] tred |
ashigakari-足掛かり | steunpunt; voetsteun; houvast; plek om je voet neer te zetten |
ashioto-足音 | een teken dat iets nadert [dichterbij komt] |
ashita-明日 | ochtend (in klassiek Japans) |
ashiwaza-足技 | (judo) been [voet] techniek |
asobigokoro-遊び心 | liefde voor muziek; het houden van muziek |
asoko-あそこ | daar; die plaats (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker) |
assai-アッサイ | assai (muziekterm) |
asshukukichō-圧縮記帳 | een aantekening [notering] van verminderde waarde (bij een financiële transactie) |
āsu-アース | aarde (elektrotechniek) |
asu-明日 | in de nabije toekomst |
asuko-あすこ | daarginds (een plek bij de spreker en gesprekspartner verwijderd) |
asurechikku-アスレチック | atletiek |
asutorodōmu-アストロドーム | Astrodome (overdekt sportstadion met doorzichtige koepel) |
asutorotāfingu-アストロターフィング | astroturfing (het door overheden of bedrijven in scène zetten van burgerinitiatieven om de indruk te wekken dat het spontane acties zijn) |
atamadekkachi-頭でっかち | boekenwijsheid; boekengeleerde; intellectueel; theoreticus |
atamakazu-頭数 | aantal personen [mensen]; quorum; numerieke sterkte |
atamauchi-頭打ち | het bereiken van een limiet [piek; plafond; bovengrens] |
atarazusawarazu-当たらず障らず | zich op de vlakte houden; zich niet blootgeven; zich diplomatiek gedragen |
atarimae-当たり前 | juist; geschikt; vanzelfsprekend; logisch; normaal |
ataru-当たる | aangedaan [ziek] worden (door) |
atasshe・kēsu-アタッシェ・ケース | diplomatenkoffer; attachécase; attachékoffer |
atchi-あっち | die kant (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker); daar; die |
ate-当て | dekkleed; bekleding; hoes; vulling |
ateburi-当て振り | (bij het dansen) de gebaren maken die passen bij de (inhoud van de) tekst van het zangstuk |
ategau-宛てがう | (juist) verdelen; distribueren; uitdelen; toewijzen; toekennen |
ateji-当て字 | het gebruik van karakters naar klank en niet naar betekenis; een fonetisch equivalent van een kanji |
atekomi-当て込み | ergens op rekenen [hopen]; iets ergens van verwachten; verwachting; hoop |
atekomi-当て込み | in het theater het publiek bespelen in de hoop applaus te krijgen |
atekomu-当て込む | rekenen op een goed resultaat; verwachten; uitzien naar |
atekosuru-当て擦る | insinueren (dat); op een bedekte manier een aantijging maken tegen iem.; onder de dekmantel van een heel ander verhaal tegen iem. een ironische opmerk |
atekoto-当て事 | verwachting(en); hoop; berekening |
atekoto-当て言 | een insinuatie; sarcastische opmerking; steek onder water |
atenpo-アテンポ | a tempo (muziekterm) |
atenuno-当て布 | een strijkdoek |
aterareru-当てられる | geraakt [getroffen] worden; schade oplopen; geraakt [gekwetst; beledigd] worden |
ateru-当てる | toekennen; toewijzen; benoemen |
ateru-当てる | verdelen; uitdelen; toekennen; bestemmen; aanwijzen |
atetsukeru-当て付ける | toekennen; benoemen |
atezuppō-当てずっぽう | een ruwe schatting; een wilde gok; willekeurig [in 't wilde weg] iets doen [zeggen] |
ātisutikku-アーティスティック | artistiek; kunstzinnig |
atoato-後後 | hierna; toekomstig; in de (verre) toekomst |
atoiresakidashihō-後入れ先出し法 | (voor berekenen van voorraadomzet) de LIFO methode (last-in, first-out) |
atojisari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
atorakutibu-アトラクティブ | aantrekkelijk |
atorandamu-アトランダム | ad random; willekeurig |
atozusari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
atozusarisuru-後退りする | terugkrabbelen; terugtrekken; terugdeinzen |
atsui-厚い | dik (boek, muur, etc.) |
atsuraeru-誂える | een opdracht geven [verstrekken]; een bestelling plaatsen |
attorandamu-アットランダム | at random; willekeurig |
autokōnā-アウトコーナー | buitenste hoek; buitenhoek (sportterm) |
autorain-アウトライン | omtrek; contour |
awabigaeshi-鮑返し | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
awabimusubi-鮑結び | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
awai-淡い | licht; zwak; bleek; vaag; flauw; flets |
awaiirono-淡い色の | lichtgekleurd |
awajimusubi-淡路結び | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
aware-哀れ | het zielig [armzalig] zijn; in een meelijwekkende situatie verkeren |
awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
awatefutameku-慌てふためく | in paniek [verward; geagiteerd] raken |
awateru-慌てる | in de war zijn; in paniek zijn |
azatoi-あざとい | slim; sluw; berekenend; gewetenloos |
ba-ば | (na de izenkei van een ww. in modern Japans en achter de mizenkei in klassiek Japans wordt er een voorwaarde [conditie] uitgedrukt) als; indien |
ba-ば | (in klassiek Japans drukt het uit: reden, oorzaak) omdat; doordat |
ba-場 | plaats; plek; situatie; (vak)gebied; scène |
bachi-罰 | vloek |
bachiatari-罰当たり | zondig [vervloekt; ondankbaar] zijn |
bachisukāfu-バチスカーフ | bathyscaaf (duiktoestel voor diepzeeonderzoek) |
bādo・wīku-バード・ウィーク | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
bafun-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
bagupaipu-バグパイプ | doedelzak (muziekinstrument) |
bai-培 | (in kanji combinaties) het kweken; laten groeien |
baiasu-バイアス | voorspanning (elektriciteit) |
baiboku-売卜 | waarzeggerij; toekomstvoorspelling |
baiburēshon-バイブレーション | vibrato (muziek) |
baichi-培地 | (biologie) voedingsbodem (voor het kweken van micro-organismen en cellen) |
baiden-売電 | de verkoop van elektriciteit door particulieren, bedrijven, e.d. aan elektriciteitsbedrijven |
baiden-買電 | het kopen van elektriciteit door elektriciteitsbedrijven van andere ondernemingen |
baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
baimei-売名 | reclame maken voor jezelf; iets doen omwille van de publiciteit; publiciteit zoeken |
baindingu-バインディング | verband; lint; (boek)band |
baioeshikkusu-バイオエシックス | bio-ethiek |
baiorin-バイオリン | viool (muziekinstrument) |
baisekusharu-バイセクシャル | biseksueel |
baisekusharu-バイセクシャル | een biseksueel (iem. die bisexueel is) |
baisekushuaru-バイセクシュアル | biseksueel |
baisekushuaru-バイセクシュアル | een biseksueel (iem. die bisexueel is) |
baishōsekininhoken-賠償責任保険 | aansprakelijkheidsverzekering |
baishun-買春 | (klandizie van) prostitutie; betaalde seks |
baita-売女 | prostituée; hoer; lichtekooi |
baiyō-培養 | kweek; teelt |
baka-馬鹿 | een dwaas; idioot; gek |
baka-馬鹿 | dwaasheid; gekheid |
bakaatari-馬鹿当たり | een grote hit (muziek; honkbal, e.a.) |
bakabanashi-馬鹿話 | dom gepraat [geklets] |
bakabayashi-馬鹿囃子 | orkest [muziek] bij een festival |
bakasu-化かす | betoveren; beheksen; misleiden; bedriegen |
bakkaku-麦角 | moederkoren (ziekte in granen) |
bakken-抜剣 | het trekken van het zwaard |
bakkin-罰金 | geldboete; bekeuring; bon |
bakkuappu-バックアップ | reservekopie; backup (computerterm) |
bakkuguraundo・myūjikku-バックグラウンド・ミュージック | achtergrondmuziek |
bakubaku-漠漠 | uitgestrekt; grenzeloos; eindeloos |
bakuchiku-爆竹 | voetzoeker; rotje |
bakuryūshu-麦粒腫 | gerstekorrel; strontje in het ooglid (hordeolum) |
bakusho-曝書 | het (buiten) luchten [drogen] van boeken (tegen schimmel en insecten) |
bakusuru-駁する | weerleggen; tegenspreken |
bamen-場面 | plaats; plek; scène |
bamu-ばむ | (achtervoegsel achter zelfs.n.w., met de betekenis zoals, lijkend) -ig; -achtig |
bamyūda-バミューダ | bermudashort; korte broek |
bāmyūda・shōtsu-バミューダ・ショーツ | bermudashort; korte broek |
bāmyūda・toraianguru-バミューダ・トライアングル | Bermudadriehoek (zeegebied bij de Bermuda-eilanden) |
banba-輓馬 | trekpaard |
banbi-バンビ | Bambi (reekalfje in het boek van Felix Salten; later in de Disney film) |
bandana-バンダナ | kleurige (katoenen) halsdoek |
bando-バンド | band (muziek) |
bandoneon-バンドネオン | bandoneon (muziekinstrument) |
bango-蛮語 | streektaal van Hokkaidō |
bango-蛮語 | (Edo periode) buitenlandse taal (soms ook met afkeurende bijbetekenis) |
banishingu・kurīmu-バニシング・クリーム | cosmetische crème (met een laag vetgehalte, die goed in de huid intrekt) |
banjī・janpu-バンジー・ジャンプ | bungeejumpen (elastiekspringen) |
banjō-バンジョー | banjo (muziekinstrument) |
banryoku-蛮力 | fysieke [lichamelijke] kracht |
bansō-伴奏 | muziek begeleiding; accompagnement |
ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'yū-蛮勇 | roekeloosheid; onverschrokkenheid; overmoed |
ban'yūinryoku-万有引力 | universele zwaartekracht |
barādo-バラード | ballade (gedicht; muziek) |
bararaika-バラライカ | balalaika (muziekinstrument) |
bareru-ばれる | uitlekken (van iets, b.v. een geheim); openbaren; onthullen; aan het licht brengen |
bāru-バール | koevoet; breekijzer |
basabasa-ばさばさ | vastberaden; krachtig; energiek |
bāsaru-バーサル | versal (typografie: versierde hoofdletter als begin van een gedicht of tekst) |
basedōbyō-バセドー病 | ziekte van Basedow |
basedōshibyō-バセドー氏病 | ziekte van Basedow |
bashauma-馬車馬 | rijtuigpaard; koetspaard; trekpaard |
basho-場所 | plaats; plek; ruimte |
basshi-抜歯 | tand [kies] extractie; het trekken van een tand of kies |
basshingu-バッシング | hard afkraken; fel bekritiseren |
bassui-抜粋 | abstract; uittreksel; samenvatting |
basu-バス | bas (muziekinstrument) |
basūn-バスーン | fagot (muziekinstrument) |
batchiri-ばっちり | perfect; uitstekend; precies goed; voldoende; genoeg |
batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
batsu-閥 | kliek; factie; clan |
batsugun-抜群 | weergaloos [uitstekend; subliem; ongeëvenaard] zijn |
battō-抜刀 | het trekken van een zwaard; een getrokken zwaard |
baya-ばや | (drukt een wens [plan] van de spreker uit om iets te doen) wil; zou willen |
bazoku-馬賊 | bandieten te paard (specifiek in de Chinese Qing dynastie) |
bēchettobyō-ベーチェット病 | ziekte van Behçet |
bedowin-ベドウィン | bedoeïen (rondtrekkende nomade een de woestijn) |
benjiru-弁じる | spreken; praten |
benkeijima-弁慶縞 | (tweekleurig) geruit patroon (van stof) |
benki-便器 | toiletpot; urinoir; po; ondersteek |
benron-弁論 | discussion; debat; redevoering; spreken in het openbaar |
bensai-弁才 | welsprekendheid; welbespraaktheid; eloquentie |
bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
benshi-弁士 | (goede) spreker; redenaar; verteller |
benshōhō-弁証法 | dialectiek |
benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
benzetsu-弁舌 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
berē-ベレー | baret (hoofddeksel) |
bēru-ベール | sluier; dekmantel |
berubotomu-ベルボトム | (strakke) broek met wijd uitlopende pijpen |
berubotomu・pantsu-ベルボトム・パンツ | (strakke) broek met wijd uitlopende pijpen |
besutoserā-ベストセラー | bestseller; succesboek; veel verkocht boek [artikel] |
besuto・doressā-ベスト・ドレッサー | een goed gekleed persoon |
beta-べた | (helemaal) bedekt [opgevuld; afgedekt] zijn |
betabome-べた褒め | zeer lovende [lyrische] kritiek; jubelrecensie |
betabore-ベタ惚れ | stapeldol [stapelgek] op iemand; waanzinnig verliefd |
bētatoron-ベータトロン | bètatron (elektronenversneller) |
betsukanjō-別勘定 | een aparte rekening |
betsukuchi-別口 | een aparte (bank)rekening |
bettari-べったり | geplakt; uitgesmeerd; gelijmd; gekleefd |
bettori-べっとり | kleverig; plakkerig; bedekt met |
bibi-微微 | klein [onbeduidend; onbelangrijk; onbetekenend] zijn |
bibishii-美美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
bibō-美貌 | knap uiterlijk; schoonheid; bekoorlijkheid; charme |
biburafon-ビブラフォン | vibrafoon (muziekinstrument) |
biburāto-ビブラート | vibrato (muziekterm) |
biburiomania-ビブリオマニア | bibliomanie (verzotheid op boeken) |
bidan-美談 | een indrukwekkend [ontroerend] verhaal |
bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
bigaku-美学 | esthetica; esthetiek; schoonheidsleer |
biji-美辞 | bloemrijke taal [retoriek] |
bijitā-ビジター | bezoeker |
bijutsugan-美術眼 | kunstenaarsblik; artistiek inzicht |
bijutsusho-美術書 | kunstboek |
bijutsuteki-美術的 | kunstzinnig; artistiek |
bīkā-ビーカー | bekerglas (in laboratorium) |
bikō-尾行 | (m.n. bij politieonderzoek) het schaduwen; (heimelijk) volgen; in het oog houden |
bingata-紅型 | traditionele verftechniek voor textiel op Okinawa |
binran-便覧 | handboek; gids; vademecum; compendium |
bintēji-ビンテージ | oud; antiek; ouderwets; gedateerd |
biora-ビオラ | altviool (muziekinstrument) |
bioron-ビオロン | viool (muziekinstrument) |
biribiri-びりびり | geprikkeld [elektrisch] gevoel |
biru-ビル | rekening; certificaat; wet |
bishobisho-びしょびしょ | kletsnat; doorweekt |
bishoku-美食 | lekker eten |
bishokuka-美食家 | fijnproever, gourmet; lekkerbek |
bishonure-びしょ濡れ | kletsnat; drijfnat; kleddernat; zeiknat; doorweekt |
bisshori-びっしょり | (onomatopee) doorweekt |
bisuketto-ビスケット | biscuitje; koekje; kaakje |
bīto-ビート | beat; ritme (muziek) |
bī・esu・ī-ビー・エス・イー | gekkekoeienziekte (BSE) |
bī・jī・emu-ビー・ジー・エム | achtergrondmuziek |
bō-坊 | aanspreektitel van een jongen |
bo-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
bō-某 | een zekere; een bepaalde |
bōbō-茫茫 | weids; uitgestrekt; grenzeloos |
bōchōseisaku-防諜政策 | contraspionage beleid [politiek] |
bōekiakaji-貿易赤字 | handelstekort |
bogowasha-母語話者 | moedertaalspreker; native speaker |
bohan-母斑 | moedervlek; geboortevlek |
bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
bōhyō-暴評 | felle kritiek |
bōihanto-ボーイハント | het op zoek [jacht] gaan naar een jongen [man; vrijer]; het oppikken [versieren] van een jongen [man; vrijer] |
boirudo・eggu-ボイルド・エッグ | een gekookt ei |
bōjutsu-棒術 | de techniek van het vechten met een stok |
bōkaru-ボーカル | vocaal; gezongen (muziek) |
bokasu-暈かす | vlekken |
boki-簿記 | boekhouding |
bokkonrinri-墨痕淋漓 | handschrift met mooie, krachtige (penseel) streken |
bōkōen-膀胱炎 | blaasontsteking; cystitis |
bokuseki-墨跡 | handschrift [schrijfwerk] in zwarte inkt (op papier, laken, doek, e.d.) |
bōmeisha-亡命者 | (politieke) vluchteling; asielzoeker |
bōmeisuru-亡命する | zijn land ontvluchten; asiel zoeken; in ballingschap gaan; een (politieke) vluchteling worden; emigreren (om politieke redenen) |
bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonan-ボナン | bonang (Javaans muziekinstrument) |
bonchi-盆地 | stroomgebied; waterbekken; (ronde) vallei |
bongan-凡眼 | (door) de ogen van een leek [amateur]; lekenoog; lekenoordeel |
bonge-凡下 | gewone mensen; het gewone volk; het grote publiek |
bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonsai-凡才 | middelmatigheid; matige vaardigheid [bekwaamheid] |
bonsai-凡才 | een persoon met matige vaardigheid [bekwaamheid] |
borero-ボレロ | bolero (muziek en dans) |
borē・kikku-ボレー・キック | omhaal (traptechniek in het voetbal) |
borisheviki-ボリシェヴィキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
bōro-ボーロ | klein rond koekje |
boro-襤褸 | oude lappen [doeken] |
borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
borushebiki-ボルシェビキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
borutēji-ボルテージ | voltage (elektrospanning) |
boryūmu-ボリューム | boekdeel; bundel |
bosanoba-ボサノバ | bossanova (Zuid-Amerikaanse muziek en dans) |
bōsen-傍線 | onderstreping (in horizontale tekst); verticale streep (naast verticale tekst) |
bōshi-帽子 | hoofddeksel; hoed; pet |
bōshi-帽子 | deksel (op een pan, etc.) |
bōshi-帽子 | (afk. van) eboshi (traditioneel hoofddeksel aan het hof) |
bōshō-帽章 | baretembleem; embleem op (militair) hoofddeksel [baret] |
bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
bōsō-暴走 | het wild [doelloos] rondrennen; (bij honkbal) het roekeloos rennen naar de honken door een speler |
bōsō-暴走 | het iets doen zonder aandacht voor de omgeving; iets doen zonder rekening te houden met de gevolgen |
bosuton・baggu-ボストン・バッグ | weekendtas; (grote) reistas |
bōto・dekki-ボート・デッキ | sloependek (dek waar de reddingsboten zich bevinden) |
botsushumi-没趣味 | smakeloosheid; gebrek aan smaak [manieren]; vulgair [alledaags] zijn |
botsuwana-ボツワナ | Botswana (republiek in Afrika) |
bu-部 | (in boekhouding) post (van inkomsten, uitgaven e.d.) |
bu-部 | woord gebruikt bij het tellen van boeken, boekdelen, afdrukken, kopieën, etc. |
buatsui-分厚い | dik [zwaar] (van een boek, e.d.) |
būbū-ぶうぶう | gemopper; geklaag |
buchōhō-不調法 | achteloosheid; onhandigheid; ontoereikendheid; gebrek aan manieren [kennis] |
bufūryū-無風流 | onbevalligheid; gebrek aan elegantie [verfijning] |
bugiugi-ブギウギ | boogiewoogie (muziek) |
bui・sain-ブイ・サイン | V-teken; victorieteken |
buji-無事 | veiligheid; zekerheid; rust |
būke-ブーケ | boeket (bloemen) |
bukiryō-不器量 | lelijkheid; onaantrekkelijkheid |
bukiryō-不器量 | onbekwaamheid; incompetentie |
bukitcho-不器用 | onhandigheid; onbekwaamheid; stunteligheid; tactloosheid |
bukiyō-不器用 | onbekwaamheid; onhandigheid |
bukku-ブック | boek |
bukkuendo-ブックエンド | boekensteun |
bukkuretto-ブックレット | boekje; brochure; folder |
bukku・rebyū-ブック・レビュー | boekbespreking; boekrecensie |
bukyoku-舞曲 | dansmuziek |
bun-文 | zin; zinsnede; tekst; geschrift |
bunbo-分母 | noemer (rekenkunde) |
bungen-文言 | (in China) schrijftaal t.o. spreektaal |
bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
bungotai-文語体 | literaire [klassieke] schrijfstijl |
bunken-文献 | handgeschreven of gedrukte verslaggeving voor onderzoeksdoeleinden |
bunko-文庫 | bibliotheek; boekenverzameling |
bunko-文庫 | paperback in klein formaat; pocketboek |
bunkobon-文庫本 | pocketboek (paperback in klein formaat) |
bunkozō-文庫蔵 | opslagplaats [opbergplaats; opbergruimte] voor waardevolle boeken |
bunmen-文面 | de inhoud [tekst] van een brief |
bunpa-分派 | sekte; factie; tak |
bunpan-文範 | voorbeeldtekst; voorbeeldzin |
bunpu-分布 | verspreiding; distributie; verdeling; verstrekking |
bunsatsu-分冊 | apart boekdeel (van een reeks) |
bunseki-文責 | verantwoording voor een geschreven tekst [artikel] |
bunshō-文章 | een zin; tekst; essay; geschrift |
buntō-文頭 | begin van een zin [tekst] |
bun'i-文意 | de betekenis van een tekst [passage; regel; zin] |
buonfuresuko-ブオンフレスコ | Buon fresco is een fresco-schildertechniek (waarbij alkalibestendige pigmenten, vermalen in water, worden aangebracht op nat gips) |
buotoko-醜男 | een lelijke [onaantrekkelijke] man |
burakku・chenbā-ブラック・チェンバー | Black Chamber (1919–1929); ook bekend als het Cipher Bureau, de voorloper van de geheime dienst van de VS, National Security Agency (NSA) |
burakku・jānarizumu-ブラック・ジャーナリズム | zwarte journalistiek (met onthullende geheime informatie) |
burakku・pansā-ブラック・パンサー | Zwarte Panter(s) (militante Afro-Amerikaanse politieke organisatie) |
burakku・pawā-ブラック・パワー | Black Power (politieke beweging onder zwarte Amerikanen) |
buranketto-ブランケット | deken; plaid |
buranku-ブランク | leemte; hiaat; lege plek; interval |
burasu・bando-ブラス・バンド | fanfarekorps; brassband |
buraun・pawā-ブラウン・パワー | Brown Power (Mexicaans-Amerikaanse politieke beweging) |
bureiku-ブレイク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
burēkā-ブレーカー | stroomonderbreker; zekering |
burēku-ブレーク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
burendingugihō-ブレンディング技法 | meng-techniek |
burīchi-ブリーチ | bleekmiddel; bleken |
burīchi-ブリーチ | branding; golfbreking |
burīfu-ブリーフ | herenslip; herenonderbroek |
burijji-ブリッジ | steunbalk; dekstijl |
burōkun・ingurisshu-ブロークン・イングリッシュ | gebroken [gebrekkig] Engels |
burōnī-ブローニー | brownie (koekje met chocolade) |
burūgurasu-ブルーグラス | bluegrass (countrymuziek) |
burumā-ブルマー | damesslip; damesonderbroek |
burūmā-ブルーマー | damesslip; damesonderbroek |
burunji-ブルンジ | Burundi (republiek in Afrika) |
burūsu-ブルース | blues (muziek) |
burū・chippu-ブルー・チップ | aandeel van grote, bekende bedrijven |
burū・karā-ブルー・カラー | arbeider; iemand die in een fabriek of werkplaats werkt |
burū・nōto-ブルー・ノート | blue note (muziekterm) |
busaiku-不細工 | alledaagsheid; eenvoudigheid; onaantrekkelijkheid |
busho-部署 | (iemands) baan; betrekking; afdeling; post |
bussan-仏参 | een bezoek aan een boeddhistische tempel of een graf (van voorouders) |
bussansuru-仏参する | een boeddhistische tempel [een graf] bezoeken |
bussho-仏書 | boeddhistische geschriften [teksten] |
busshoku-物色 | het zoeken; doorzoeken; uitzoeken; op zoek gaan naar |
bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
butikku-ブティック | boetiek (winkel) |
butikku・hoteru-ブティック・ホテル | boetiekhotel |
butsuryū-物流 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
butsutekiryūtsū-物的流通 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
buttai-仏体 | Boeddha's fysieke lichaam |
buttekishōko-物的証拠 | fysiek [tastbaar] bewijsmateriaal |
buzei-無勢 | een klein aantal; numerieke minderheid |
byō-病 | (in kanji combinaties) ziekte; aandoening; kwaal; zwakte; slechte gewoonte |
byōbō-渺茫 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
byōbotsu-病没 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
byōbyō-渺渺 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
byōchūgai-病虫害 | gewasschade door ziekte of ongedierte [insecten] |
byōgai-病害 | schade aan (landbouw) gewassen door plantenziekten |
byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
byōgenkin-病原菌 | ziektekiem (bacterie, virus, e.d.) |
byōin-病院 | ziekenhuis |
byōjō-病状 | ziekteverschijnsel; ziektebeeld; ziekteproces; ziekteverloop |
byōki-病気 | ziekte; kwaal |
byōkin-病菌 | ziektekiem (bacterie, virus, e.d.) |
byōnan-病難 | (lijden aan) een ziekte |
byōshi-病死 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
byōshō-病床 | ziekbed; ziekenhuisbed |
byōteki-病的 | pathologisch; ziekelijk; morbide; ongezond |
byūā-ビューアー | viewer (voor het bekijken van dia's) |
byūguru-ビューグル | bugel (muziekinstrument) |
byūtī・supotto-ビューティー・スポット | schoonheidsvlekje |
byūtī・supotto-ビューティー・スポット | mooie plek |
chacha-茶茶 | onderbreking (van een gesprek, e.d.) |
chado-チャド | Tsjaad (republiek in Afrika) |
chaimu-チャイム | bel; klokkenspel; carillon; geklingel |
chāji-チャージ | (elektrische) lading; het opladen |
chājingu-チャージング | in rekening brengen; factureren |
chaka-茶菓 | thee en cake [lekkers; snoep] |
chameshi-茶飯 | rijst gekookt in bouillon met thee en zout |
chameshi-茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst (Nara chameshi) |
chameshi-茶飯 | rijst gekookt met sojasaus en sake (sakurameshi) |
chāmingu-チャーミング | charmant; bekoorlijk; aantrekkelijk |
chāmu-チャーム | charme; bekoring; aantrekkelijkheid |
chashitsu-茶室 | theehuis; theekamer (ruimte waar de theeceremonie wordt gehouden) |
chataku-茶托 | schoteltje; onderzetter (voor theekopje) |
chāto-チャート | kaart; plattegrond; grafiek |
chatto-チャット | gesprek; praatje; geklets |
chawan-茶碗 | theekom; rijstkom |
chazuke-茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
chekku-チェック | rekening; reçu; bonnetje |
chekku-チェック | teken(tje); vinkje (dat iets gecontroleerd is) |
chekkuofu-チェックオフ | aftrek van vakbondsbijdrage (van loon) |
chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
chēn-チェーン | reeks; serie; groep |
chenbaro-チェンバロ | klavecimbel (muziekinstrument) |
cherenkofukōka-チェレンコフ効果 | Tsjerenkov-effect (elektromagnetische straling) |
cheresuta-チェレスタ | celesta (muziekinstrument) |
chero-チェロ | cello (muziekinstrument) |
chi-値 | numerieke maat |
chiban-地番 | nummer dat aan elk stuk grond (perceel) wordt toegekend voor registratie in het kadaster |
chidorigake-千鳥掛け | kruissteek (borduren) |
chifusu-チフス | tyfus (besmettelijke ziekte) |
chigainai-違いない | zeker; zonder twijfel |
chigatana-血刀 | met bloed bevlekt [bloederig] zwaard |
chigiru-契る | een contract tekenen; een verbintenis aangaan |
chihō-地方 | (vaak als achtervoegsel) landstreek; gebied; regio; streek |
chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
chiiki-地域 | gebied; streek; regio; district; buurt |
chijin-知人 | kennis; bekende |
chijireru-縮れる | krullend [kroezig; golvend] zijn; gekrompen zijn |
chikaradameshi-力試し | test van fysieke kracht [vaardigheden]; proeve van bekwaamheid |
chikarazuyoi-力強い | sterk; krachtig; energiek; vitaal |
chikku-チック | tic; zenuwtrek |
chikuchiku-ちくちく | prikkelend; stekend |
chikudenki-蓄電器 | (elektriciteit) condensator |
chīku・dansu-チーク・ダンス | dansen cheek to cheek (met de wangen tegen elkaar); schuifelen |
chimamire-血塗れ | met bloed bevlekt; bloederig |
chimayou-血迷う | de controle over zichzelf verliezen; in razernij ontsteken; door het lint gaan; gek worden |
chimei-知名 | bekendheid |
chimeido-知名度 | (naams)bekendheid; reputatie |
chinchō-珍重 | (haikai en renga dichtkunst) één van de kritiekpunten bij de beoordeling van een gedicht |
chindan-珍談 | vreemd nieuws; anekdote; grappig verhaal |
chinjō-陳情 | petitie; verzoekschrift (m.n. bij een overheidsinstantie) |
chinko-沈痼 | langdurige ziekte [kwaal; aandoening] zonder genezing |
chinkonkyoku-鎮魂曲 | requiem (muziek) |
chinkyaku-珍客 | een welkome (onverwachte) bezoeker [gast] |
chinopantsu-チノパンツ | broek van katoenen (uniform) stof |
chinpanī-チンパニー | pauk; keteltrom (muziekinstrument) |
chinpon-珍本 | zeldzaam (oud) boek |
chinsho-珍書 | een zeldzaam [vreemd] boek |
chirigami-塵紙 | tissue; papieren zakdoek; wc-papier; toiletpapier |
chirinabe-ちり鍋 | een stoofpotje met vis en groenten (vaak afgekort tot: chiri) |
chirudo-チルド | gekoeld; koud bewaard |
chirudo・bīfu-チルド・ビーフ | gekoeld rundvlees |
chisetsu-稚拙 | ongekunsteldheid; naïviteit; kinderachtigheid |
chishitsukōzō-地質構造 | tektoniek; (leer van) geologische structuren |
chishō-知将 | een vindingrijke generaal; een generaal die uitblinkt in strategie en tactiek |
chitā-チター | citer (muziekinstrument) |
chitai-地帯 | gebied; streek; zone; regio |
chitekishōgai-知的障害 | zwakbegaafdheid; geestelijk gebrek |
chitsuen-膣炎 | vaginitis (ontsteking van de vagina) |
chōbo-帳簿 | rekeningboek; grootboek; boek van administratie; register |
chobo-点 | muziekbegeleiding [recital] van Gidayū (Kabuki theater) |
chōeki-懲役 | (onbeleefd taalgebruik) aanspreektitel van gedetineerden |
chōen-腸炎 | enteritis; darm(slijmvlies)ontsteking |
chōhōkei-長方形 | rechthoek |
chōi-弔意 | rouwbeklag; condoleantie; blijk van medeleven [deelneming] |
chōjō-頂上 | bergtop; piek |
chojutsu-著述 | een (literair) boek schrijven |
chōkeshi-帳消し | afschrijven (van een schuld); salderen; vereffening van de rekeningen; afsluiting van de boeken |
chokkaku-直角 | rechte hoek; hoek van 90 graden |
chōkō-兆候 | voorteken; omen; voorbode; indicatie; verwachting |
choko-猪口 | klein kommetje; sakekopje |
chokudoku-直読 | het hardop voorlezen van Chinese teksten (in de originele Chinese volgorde) |
chokugen-直言 | het openhartig [ronduit; ongezouten] spreken |
chokusen-勅撰 | het op keizerlijk bevel verzamelen [bundelen] van gedichten en teksten |
chokusetsusenkyo-直接選挙 | rechtstreekse verkiezing |
chokutō-直答 | rechtstreeks [persoonlijk] antwoord |
chokutōsuru-直答する | direct [onmiddellijk; rechtstreeks] antwoorden |
chokuyuhō-直喩法 | retoriek |
chōkyoridenwa-長距離電話 | internationaal [interlokaal] telefoongesprek |
chomei-著名 | faam; bekendheid; beroemdheid |
chōmon-聴聞 | het luisteren naar (een lezing, toespraak, preek, etc.) |
chōritsu-調律 | het stemmen (van muziekinstrumenten) |
chōritsusuru-調律する | stemmen (van muziekinstrumenten) |
chōryokuhatsuden-潮力発電 | opwekking van getijdenenergie |
chōsa-調査 | onderzoek; research; inspectie |
chōsahōdō-調査報道 | onderzoeksjournalistiek |
chōsahōdōkisha-調査報道記者 | onderzoeksjournalist |
chōsakekka-調査結果 | bevindingen [uitslag] van een politieonderzoek; onderzoeksresultaat |
chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
chosakubutsu-著作物 | een geschreven [gecomponeerd] werk (boek, muziekstuk, e.d.) |
chōsasuru-調査する | onderzoeken; inspecteren |
chōsenminshushugijinminkyōwakoku-朝鮮民主主義人民共和国 | de Democratische Volksrepubliek Korea (Noord-Korea) |
chosho-著書 | boek; geschreven werk; tekst |
chōsho-調書 | verslag van onderzoeksresultaten |
chosuichi-貯水池 | (water) reservoir; spaarbekken |
chōtantankaku-長短短格 | dactylus (drielettergrepige versvoet van1 lange of beklemtoonde en 2 korte of onbeklemtoonde lettergrepen) |
chōten-頂点 | top (van een berg); piek |
chōtōha-超党派 | niet-partijgebonden; onafhankelijk van partijlijn [partijpolitiek] |
chototsu-猪突 | roekeloosheid; overmoedigheid; onbezonnenheid; onbesuisdheid |
chōza-長座 | lang verblijf [bezoek]; ergens lang blijven |
chōzuba-手水場 | (in toiletruimte) wasbak; plek om handen te wassen |
chū-注 | annotatie; aantekening; noot; notitie; opmerking |
chūba-チューバ | tuba (muziekinstrument) |
chūdan-中断 | onderbreking; opschorting |
chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
chūhen-中編 | middelste deel; tweede deel (van een boek in drie delen) |
chūjien-中耳炎 | middenoorontsteking (otitis media) |
chūjiten-中辞典 | middelgroot woordenboek |
chūkai-注解 | annotatie; commentaar; aantekening |
chūkajinminkyōwakoku-中華人民共和国 | de Volksrepubliek China |
chūkaminkoku-中華民国 | Taiwan; de Republiek van China |
chūki-注記 | annotatie; commentaar; aantekening |
chūningu-チューニング | het stemmen van een muziekinstrument |
chūōafurikakyōwakoku-中央アフリカ共和国 | Centraal-Afrikaanse Republiek |
chūon-中音 | (muziek) mediant (derde trap van de toonladder); middenregister |
chūōsen-中央線 | middenlijn (op een sportveld, wegdek e.d.) |
chūsei-中性 | neutraliteit (incl. chemie, elektrisch, etc.) |
chūsen-抽籤 | loting; trekking (van een loterij) |
chūshaku-注釈 | annotatie; commentaar; verklarende aantekening |
chūshi-中止 | onderbreking; uitstel; schorsing; afstel |
chūshisuru-中止する | stoppen; afgelasten; uitstellen; onderbreken |
chūshō-中傷 | laster; belastering; kwaadsprekerij; zwartmakerij |
chūsuien-虫垂炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
chūsuru-注する | annoteren; commentaar [aantekeningen] toevoegen |
chūzai-駐在 | (afk. voor) politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
chūzaisho-駐在所 | politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
chūzetsu-中絶 | stopzetting; onderbreking; opschorting |
daben-駄弁 | gezwets; onzin; praatjes; geklets |
daboku-打撲 | blauwe plek op het lichaam (door stoten) |
daburu・bukkingu-ダブル・ブッキング | dubbele boeking [reservering] |
daburyūhai-ダブリュー杯 | wereldbeker; wereldkampioenschap |
dadappiroi-だだっ広い | buitengewoon ruim [uitgestrekt; wijd; groot] |
daeki-唾液 | speeksel; spuug |
daekibunpikata-唾液分泌過多 | speekselvloed; salivatie |
daekisen-唾液腺 | speekselklier |
daekisensenshokutai-唾液腺染色体 | speekselklierchromosoom |
daekisenshuyō-唾液腺腫瘍 | speekselkliertumor |
dahon-駄本 | een slecht [waardeloos] boek |
daiaguramu-ダイアグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
daiarī-ダイアリー | dagboek; agenda |
daichō-台帳 | grootboek (boekhouden) |
daichō-台帳 | (kabuki) draaiboek |
daida-代打 | (honkbal) pinchhitter; (sterke) vervangende slagman in de kritieke fase van de wedstrijd |
daidasha-代打者 | (honkbal) pinchhitter; (sterke) vervangende slagman in de kritieke fase van de wedstrijd |
daidōgei-大道芸 | straattheater (muziekopvoering, jongleren, acrobatiek e.d.) |
daidōshōi-大同小異 | vrijwel hetzelfde; bijna identiek |
daigen-題言 | inleidende woorden in een boek of tijdschrift |
daigen-題言 | (korte) tekst op een schilderij, grafsteen of monument |
daigō-題号 | titel; boektitel; opschrift |
daihon-台本 | script; draaiboek; scenario |
daiichigi-第一義 | eerste [originele] betekenis [principe; overweging]; basisprincipe |
daiikkyū-第一級 | eersteklas; eersterangs; topniveau |
daijesuto-ダイジェスト | samenvatting; uittreksel |
daijiten-大辞典 | groot woordenboek |
daikanminkoku-大韓民国 | de Republiek Korea (Zuid-Korea) |
daikin-代金 | rekening; kosten; aankoopsom; verschuldigd bedrag |
daikirai-大嫌い | een sterke afkeer [hekel] hebben; verafschuwen; haten |
daikōkaijidai-大航海時代 | (hist.) tijdperk van de grote ontdekkingen |
daikotsuban-大骨盤 | het grote bekken (pelvis major) |
daimonji-大文字 | de kanji 大 (betekenis: groot) |
dainagon-大納言 | (een specifieke grote soort) azuki [aduki] bonen |
dainamizumu-ダイナミズム | dynamiek; gedrevenheid |
dainiminamatabyō-第二水俣病 | Niigata Minamataziekte (de tweede minimataziekte) |
daino-大の | een zelfstandig iemand die zowel fysiek als mentaal volwassen is |
dainotsuki-大の月 | een lange maand (die 31 dagen telt volgens de zonnekalender, en 30 volgens de maankalender) |
dairekuto-ダイレクト | direct; rechtstreeks |
daisanjisangyō-第三次産業 | tertiaire industrie (in Japan o.a. gas-, elektriciteits- en waterindustrie) |
daishikyō-大司教 | aartsbisschop (katholiek) |
daishu-大衆 | het grote publiek; de massa |
daisō-代走 | (honkbal) pitch runner, (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
daiyaguramu-ダイヤグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
dakai-打開 | doorbraak; het doorbreken van een impasse |
dakuon-濁音 | stemhebbende medeklinker in het Japans |
dakuonpu-濁音符 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
dakusuru-諾する | toestemmen; zich bereid verklaren; instemmen met; akkoord gaan; voldoen aan; inwilligen (verzoek) |
dakuten-濁点 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
dakutyurosu-ダクテュロス | dactylus (drielettergrepige versvoet van1 lange of beklemtoonde en 2 korte of onbeklemtoonde lettergrepen) |
dāku・hōsu-ダーク・ホース | onbekende mededinger [kandidaat] |
damashiau-騙し合う | elkaar misleiden [bedriegen; voor de gek houden] |
damashie-騙し絵 | een schildertechniek, die zo natuurgetrouw is dat er een optische illusie wordt gecreëerd |
dameoshi-駄目押し | voor de zekerheid; voor alle zekerheid |
dameoshi-駄目押し | (in sport) nog een extra punt scoren (voor de zekerheid) in al gewonnen positie |
danbatake-段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
danchi-暖地 | warme streek [regio]; gebied met een mild klimaat |
danchō-断腸 | hartzeer; innig leed; smart; ziek van verdriet |
dandanbatake-段段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
dandī-ダンディー | fat; modegek |
dangi-談義 | verhandeling; preek; prediking |
dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
dani-壁蝨 | teek |
dankō-断交 | breuk [beëindiging] van (sociale; diplomatieke) betrekkingen |
dansensuru-断線する | (af)breken; (af)knappen; het begeven; losraken |
danshō-断章 | literair fragment; korte passage in een (literaire) tekst |
danshō-談笑 | een prettig [vriendelijk; luchthartig] gesprek |
danshoku-男色 | (mannelijke) homoseksualiteit |
dansui-断水 | storing in de watervoorziening; onderbreking van de watertoevoer |
danzoku-断続 | onderbreking; tussenpozen |
darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
daruma-達磨 | darumapop (afbeelding van Daruma, waarbij vaak de ogen nog niet zijn ingekleurd, hetgeen men pas doet als een wens uitkomt) |
dasanteki-打算的 | berekenend; uitgekookt; zelfzuchtig |
dasshoku-脱色 | ontkleuring; het bleken |
dasshokusuru-脱色する | bleken; ontkleuren |
dasu-出す | eruit halen; tevoorschijn halen; buitenzetten; uitsteken (van lichaamsdeel); uitlaten |
dasu-出す | naar buiten brengen (fig.); verklaren; bekend maken; publiceren; uitgeven |
dasutā-ダスター | stofdoek |
date-伊達 | gekunsteldheid; gemaaktheid; uiterlijk vertoon |
dattai-脱退 | terugtrekking; terugtreding; afscheiding |
daun-ダウン | onderuitgegaan [ingestort] (door uitputting, zwakte of ziekte) |
da・kāpo-ダ・カーポ | (muziekterm) da capo (d.c.); nog eens van het begin af aan |
deashi-出足 | opkomst (van mensen, publiek) |
debana-出鼻 | stuk land dat uitsteekt; bergkam |
debaru-出張る | uitsteken; naar buiten steken; uitpuilen |
debune-出船 | vertrek (van schepen); uitvaart (uit een haven) |
defure・gyappu-デフレ・ギャップ | deflatoire kloof; bestedingstekort |
degake-出がけ | het moment van vertrek |
deha-出端 | uitweg; kans [gelegenheid] om te vertrekken [eruit te komen] |
dehana-出鼻 | startpunt; begin; moment van vertrek |
dehōdai-出放題 | onzin; willekeur |
dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
dekameron-デカメロン | Decamerone (titel van een boek van Boccaccio)) |
deki-出来 | vakmanschap; bekwaamheid; goede uitvoering [afwerking] |
dekiai-出来合い | kant-en-klaar product [artikel]; confectiekleding |
dekibutsu-出来物 | een bekwame [kundige] persoon |
dekisokonai-出来損ない | mislukking; een flop; slecht [afgekeurd; onvolledig] product [artikel] |
dekki-デッキ | dek (op een schip) |
dekki・gorufu-デッキ・ゴルフ | golfspel dat op het dek van een schip wordt gespeeld |
dekuresshendo-デクレッシェンド | (muziekterm) decrescendo (zwakker wordende toon) |
demeritto-デメリット | tekortkoming; nadeel; minpunt |
demodori-出戻り | terugkeer van een schip naar de vertrekhaven (vanwege verslechterde weersomstandigheden) |
demuku-出向く | zich begeven [op weg gaan] (naar); zelf [persoonlijk] een bezoek brengen (aan) |
denba-電場 | elektrisch veld |
denchū-電柱 | elektriciteitspaal; telefoonpaal |
dendō-電動 | elektrische aandrijving |
dendōjitensha-電動自転車 | elektrische fiets |
dendōki-電動機 | elektrische motor; elektrisch aangedreven motor |
dendōmishin-電動ミシン | elektrische naaimachine |
dendōrokuro-電動ろくろ | elektrische draaischijf; elektrische pottenbakkersschijf |
dendōtaipuraitā-電動タイプライター | elektrische typemachine |
dendōtokei-電動時計 | elektrische klok |
dengakuzashi-田楽刺し | het vastprikken; aan een spies steken |
dengeki-電撃 | elektrische schok; elektroshock |
dengen-電源 | elektriciteitsbron; stroombron; elektrische voeding; aan-uitknop |
denji-電磁 | elektromagnetisch zijn |
denjiba-電磁場 | elektromagnetisch veld |
denjiha-電磁波 | elektromagnetische golf |
denjiki-電磁気 | elektromagnetisme |
denjishaku-電磁石 | elektromagneet |
denjiyūdō-電磁誘導 | ekektromachnetische inductie |
denjō-電場 | elektrisch veld |
denka-殿下 | (aanspreektitel) (Uwe; Hare; Zijne) Majesteit |
denka-電荷 | elektrische lading |
denkai-電界 | elektrisch veld |
denkaishitsu-電解質 | elektrolyt |
denki-電気 | elektriciteit; stroom |
denki-電気 | (elektrisch) licht |
denkibunkai-電気分解 | elektrolyse |
denkidai-電気代 | elektriciteitsrekening |
denkidendōtai-電気伝導体 | elektrische geleider |
denkieidō-電気泳動 | elektroforese |
denkiinseido-電気陰性度 | elektronegativiteit |
denkijidōsha-電気自動車 | elektrische auto |
denkikamisori-電気剃刀 | elektrisch scheerapparaat |
denkikeirenryōhō-電気痙攣療法 | elektroconvulsietherapie (ECT); elektroshocktherapie |
denkikōgaku-電気工学 | elektrotechniek |
denkiryōkin-電気料金 | elektriciteitstarief; elektriciteitskosten |
denkiseihin-電気製品 | elektrische [elektronische] producten [apparaten] |
denkishiyōryō-電気使用量 | elektriciteitsverbruik |
denkisutōfu-電気ストーブ | elektrisch kacheltje |
denkiteikō-電気抵抗 | elektrische weerstand; resistentie |
denkiyōsetsu-電気溶接 | het elektrisch lassen; booglassen |
denkōkeijiban-電光掲示板 | elektronisch informatiescherm; elektronisch prikbord |
denkyoku-電極 | elektrode |
dennetsu-電熱 | elektrowarmte; elektrische warmte |
dennetsuki-電熱器 | elektrothermisch apparaat [toestel]; elektrische kachel; straalkachel; elektrische verwarmingseenheid |
dennetsukoiru-電熱コイル | elektrische (waterkoker) spiraal |
dennetsushori-電熱処理 | elektrothermische behandeling |
denryoku-電力 | elektrisch vermogen |
denryū-電流 | elektrische stroom |
densen-電線 | elektriciteitskabel; snoer |
densenbyō-伝染病 | besmettelijke [overdraagbare] ziekte; epidemie |
denshi-電子 | elektron |
denshibaitai-電子媒体 | digitale [elektronische] media |
denshijisho-電子辞書 | elektronisch woordenboek; wordtank |
denshikeijiban-電子掲示板 | elektronisch [digitaal] informatiebord; bulletinboard |
denshikenbikyō-電子顕微鏡 | elektronenmicroscoop |
denshikōgaku-電子工学 | elektronica; elektronentechniek |
denshimanē-電子マネー | elektronisch [digitaal] geld |
denshinsōkin-電信送金 | elektronische overboeking; bankoverschrijving |
denshiongaku-電子音楽 | elektronische muziek |
denshiorugan-電子オルガン | elektronisch orgel |
denshipiano-電子ピアノ | elektronische [digitale] piano |
denshishōtorihiki-電子商取引 | elektronische handel; webhandel |
denshitechō-電子手帳 | elektronische agenda |
denshizunō-電子頭脳 | computer (lett. elektronisch brein) |
dentetsu-電鉄 | elektrische spoorweg [spoorbaan] |
denwa-電話 | telefoon; telefoongesprek |
denwachō-電話帳 | telefoonboek |
denwachū-電話中 | tijdens [aan] het telefoneren; in gesprek (van telefoon) |
den'atsu-電圧 | elektrische spanning; voltage |
deokureru-出遅れる | laat vertrekken; laat ergens aan beginnen; een late start maken |
deppa-出っ歯 | vooruitstekende (boven)tanden |
derikatessen-デリカテッセン | delicatessen; lekkernijen |
derishasu-デリシャス | heerlijk; lekker |
deru-出る | op pad gaan; vertrekken |
deru-出る | ontdekt [onthuld] worden; naar buiten komen (fig.) |
deruta-デルタ | (de vierde letter van het Griekse alfabet) delta (Δ, δ) |
deruta-デルタ | driehoek |
desugiru-出過ぎる | te veel uitsteken; te ver uitsteken; te sterk zijn (b.v. van thee) |
detanto-デタント | detente; politieke ontspanning |
detarame-でたらめ | onzin; nonsens; flauwekul; geklets |
detarame-出鱈目 | onzin; flauwekul; (slap) geklets |
dibaidā-ディバイダー | passer (tekenhulp) |
dibaideddo・sukāto-ディバイデッド・スカート | broekrok |
diberutimento-ディベルティメント | (muziek) divertimento |
difyūjon・indekkusu-ディフュージョン・インデックス | diffusie-index (statistiek, econometrie) |
dikishīrando・jazu-ディキシーランド・ジャズ | Dixieland jazzmuziek |
dikutēshon-ディクテーション | het dicteren van tekst |
diminuendo-ディミヌエンド | (muziekterm) diminuendo (eleidelijk afnemend in toonsterkte) |
dīrā-ディーラー | verkoper; handelaar; officiële vertegenwoordiger van een specifiek merk producten van een fabrikant |
dīrā-ディーラー | financiële instellingen die voor eigen rekening effecten verhandelen |
dirēdo・suchīru-ディレード・スチール | verlate steel-poging (bij honkbal, een verrassingstechniek waarbij de loper een honk steelt op een onverwacht moment) |
disukabā-ディスカバー | ontdekken |
disukotēku-ディスコテーク | discotheek |
disukurōjā-ディスクロージャー | bekendmaking; openbaarmaking; vrijgave (van informatie); onthulling |
do-度 | graad (hoek); lengte [breedte] graad |
doa・ai-ドア・アイ | kijkgaatje in een deur (om bezoekers te kunnen zien) |
dōbachi-銅鈸 | (muziekinstrument) bekken; cimbaal |
dobashi-土橋 | met aarde bedekte brug; aarden brug |
dobin-土瓶 | (aardewerk) theepot; theekan |
dobokukōgaku-土木工学 | civiele techniek; weg- en waterbouwkunde |
dōbutsuaigoshūkan-動物愛護週間 | een week waarin het beschermen van dieren wordt gepropageerd |
dōbutsubyōin-動物病院 | dierenkliniek |
dōbyō-同病 | dezelfde ziekte |
dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
dodekafonī-ドデカフォニー | dodecafonie; twaalftoonsmuziek |
dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
dōga-童画 | kinderportret; tekening [schilderij] van kinderen |
dōga-童画 | kindertekening; tekening [schilderij] gemaakt door kinderen |
dogaishisuru-度外視する | negeren; veronachtzamen; geen rekening houden met |
dōgaku-道学 | ethiek; moraalfilosofie; morele filosofie; moraalwetenschap |
dogeza-土下座 | knielen (voor iemand, om eerbied te tonen, een verzoek te doen, iets af te dwingen, of ter verontschuldiging) |
doggu・iyā-ドッグ・イヤー | (Eng.: dog's ear) oor van een hond; ezelsoor (in een bladzij van een boek) |
dōgi-同義 | dezelfde betekenis; synoniem |
dohyōgiwa-土俵際 | kritiek [belangrijk; cruciaal] ogenblik |
dōi-同意 | dezelfde betekenis |
dōikaku-同位角 | (wiskunde) corresponderende hoeken (wanneer 1 rechte lijn 2 rechte lijnen snijdt) |
dōitsu-同一 | identiek; (één en) dezelfde |
dōjime-胴締め | (judo) schaarklem (niet toegestane techniek) |
dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dōjiru-動じる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
dōjō-道場 | tempel [plek] om de boeddhistische leer te doorgronden |
dōjō-道場 | plek van de bodhiboom waar Boeddha de verlichting bereikte |
dōke-道化 | grappenmakerij; zotternij; gek [dwaas] gedrag |
dōkeru-道化る | gekscheren; schertsen |
dōketsugaku-洞穴学 | speleologie; grotonderzoek |
dokindokin-どきんどきん | heftig geklop [gebons] |
dōkō-同工 | dezelfde vakmanschap [bekwaamheid] |
dokō-土工 | publieke werken in de afhandeling van grond en zand (voor de aanleg van dijken, wegen, e.d.) |
dokō-土工 | werknemer voor publieke werken |
dōkoku-慟哭 | gejammer; geweeklaag |
dōkokusuru-慟哭する | weeklagen; jammeren |
dokomademo-何処までも | tot op zekere hoogte; tot het einde [uiterste]; in alle opzichten |
dokomademo-何処までも | hardnekkig; koppig |
dokoro-どころ | (als partikel) een kwestie van...; een plek [tijd] om te...; het niveau [level] van... |
dokugo-読後 | (indruk) na het lezen van (een boek) |
dokuha-読破 | het doorlezen [uitlezen] (van een boek) |
dokuhasuru- 読破する | doorlezen; (een boek) uitlezen |
dokuji-独自 | het uniek [eigen; individueel; onafhankelijk; origineel] zijn |
dokuritsusaisansei-独立採算制 | een zelfstandig [onafhankelijk] boekhoudingssysteem |
dokusho-読書 | het boeken lezen (van boeken) |
dokushosuru-読書する | (boeken) lezen |
dokusō-独奏 | een (muziek) solo (instrumentaal) |
dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
dokutoku-独特 | eigenaardigheid; bijzonderheid; uniekheid |
dōkutsugakusha-洞窟学者 | speleoloog; grotonderzoeker |
dokuwajiten-独和辞典 | Duits-Japans woordenboek |
dokuzetsu-毒舌 | een giftige [scherpe] tong; krasse [beledigende] taal; kwaadsprekerij |
dokuzuku-毒突く | (ver)vloeken; (uit)schelden |
dominikakyōwakoku-ドミニカ共和国 | Dominicaanse Republiek |
dōnatsugenshō-ドーナツ現象 | het wegtrekken [verhuizen] van bewoners uit het centrum van een stad (naar buitenwijken) |
donburikanjō-丼勘定 | ruwe schatting; slordige boekhouding |
donchō-緞帳 | gordijn [doek] (van theater, e.d.) |
donichi-土日 | zaterdag en zondag; het weekend |
dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
donkō-鈍行 | (spreektaal) stoptrein; lokale (langzame) trein |
doraggusutoa-ドラッグストア | (Eng.: drugstore) drogisterij; apotheek |
doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
doraipointo-ドライポイント | droge naald (techniek bij kopergravure) |
doressā-ドレッサー | een goedgeklede persoon; iemand die zich goed kleedt |
doresshī-ドレッシー | chic [elegant] gekleed |
doresu・appu-ドレス・アップ | (Eng.: dress up) mooie kleren aantrekken |
dorifuto-ドリフト | driften, rijtechniek waarbij de bestuurder de auto in een zijdelingse beweging door een bocht stuurt |
dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
doriru-ドリル | het oefenen; oefenboek (met invuloefeningen) |
dorō-ドロー | het tekenen; schetsen |
dorō-ドロー | het trekken; slepen |
dorō-ドロー | (bij loterij) trekking; getrokken lot |
dorobō-泥棒 | dief; inbreker; overvaller; rover |
doroppu-ドロップ | (bij golf) een bal (die in een vijver was gevallen) op een plek aan de kant laten vallen om van daaruit verder te spelen |
doroppuauto-ドロップアウト | drop-out; voortijdige schoolverlater; iem. die de samenleving de rug toekeert |
doroppuin-ドロップイン | bezoek zonder reservering of afspraak |
doryō-度量 | (arch.) maatstok en maatbeker |
dōseiai-同性愛 | homoseksualiteit |
dōseiaisha-同性愛者 | een homoseksueel |
dōseikekkon-同性結婚 | homohuwlijk; huwelijk tussen partners met dezelfde sekse |
doshitsukensa-土質検査 | bodemonderzoek |
doshitsukōgaku-土質工学 | bodemtechniek |
dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
dōtai-導体 | (elektrische) geleider |
dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
dōzoku-道俗 | (boeddhistische) monniken en leken |
dōzuru-動ずる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
e-絵 | schilderij; tekening; prent |
ea・tāminaru-エア・ターミナル | luchthaven terminal (aankomsthal of vertrekhal) |
ebigatame-海老固め | worsteltechniek (de tegenstander (als een garnaal) ten val te brengen door een handgreep om zijn nek en om een knie) |
eboshi-烏帽子 | traditioneel hoofddeksel aan het hof |
echūdo-エチュード | (Frans: étude) etude (muziek); studie; voorstudie (schilderkunst); geïmproviseerd theater |
edishon-エディション | editie (van publicatie van tijdschrift, boek, etc.) |
editā-エディター | (computer) tekstverwerker |
edokko-江戸っ子 | (huidige betekenis) iemand die in Tokio is geboren en opgegroeid |
efu・ē-エフ・エー | fabrieksautomatisering |
efu・ēka-エフ・エー化 | fabrieksautomatisering |
egaku-描く | tekenen; schilderen; schetsen |
eginu-絵絹 | een doek van zijde gebruikt voor een Japanse schildering |
egokoro-絵心 | talent voor [bekwaamheid in] schilderen; verstand van [interesse in] schilderkunst [schilderijen] |
egui-蘞い | ruw; scherp; stekend; bitter |
ehon-絵本 | prentenboek; plaatjesboek |
ei-纓 | slip [reep stof] aan de achterkant van een traditioneel Japans hoofddeksel |
ei-纓 | kinband van een hoofddeksel |
eibun-英文 | in het Engels geschreven tekst |
eidan-営団 | publieke-private onderneming; bestuursstichting |
eidatsu-穎脱 | het uitblinken; excelleren; uitsteken boven (iemand) |
eigaongaku-映画音楽 | filmmuziek |
eijihappō-永字八法 | (kalligrafie) de acht basis penseelstreken van kanji (die allen in het karakter 永 voorkomen.) |
eijishi-政治史 | politieke geschiedenis |
eisakubun-英作文 | een tekst [opstel; verhandeling] in het Engels |
eisen-曳船 | het slepen [vlot trekken] van een schip |
eito・bīto-エイト・ビート | (muziek) 8-maat (8-beat) |
eiwajiten-英和辞典 | Engels-Japans woordenboek |
ekimae-駅前 | (de plek) voor het station |
ekisentorikku-エキセントリック | excentriek; buitensporig; zonderling |
ekisentorikku-エキセントリック | een zonderling; excentriek persoon |
ekohiiki-依怙贔屓 | partijdigheid; het iemand voortrekken; vooroordeel; vooringenomenheid |
ekohiikisuru-依怙贔屓する | partijdig zijn; bevooroordeeld zijn; iemand voortrekken |
ekurea-エクレア | eclair (een langwerpig gebakje gevuld met banketbakkersroom en bedekt met een chocolade- of glazuurlaagje) |
ekurichūru-エクリチュール | schrift; het schrijven; (geschreven) tekst |
ekusukuramēshon・māku-エクスクラメーション・マーク | uitroepteken |
ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
emakimono-絵巻物 | rolschildering (met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emono-得物 | bijzondere techniek [kundigheid; vaardigheid] |
emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI (scan techniek) |
enban-鉛版 | stereotype (drukkerij techniek) |
enchokukaku-鉛直角 | verticale (rechte) hoek |
endan-演壇 | rostrum; spreekgestoelte; podium |
endoniesutoru-沿ドニエストル共和国 | de Republiek Transnistrië |
engan-沿岸 | zeekust; kustgebied; aan [voor] de kust |
engawa-縁側 | het (lekkere) vlees van de aanhechting van de vinnen van platvissen |
engi-縁起 | voorteken; voorbode |
engoku-遠国 | een gebied [streek] ver van de hoofdstad |
engoshageki-援護射撃 | ondersteuningsvuur; vuurdekking |
enikki-絵日記 | geïllustreerd dagboek |
enja-演者 | iemand die een toespraak houdt; spreker |
enji-衍字 | een overbodig [overtollig] karakter; een karakter dat per abuis in een tekst staat. |
enjin-遠人 | mensen uit een verre streek [een ver land]; buitenlander |
enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
enmachō-閻魔帳 | cijferlijst; notitieboek met cijfers van leerlingen |
enpō-遠方 | een afgelegen plek; een ver land |
enrei-艶麗 | grote schoonheid; bekoring |
enshō-炎症 | (med.) ontsteking; huidirritatie |
ensō-演奏 | (muziek) optreden; opvoering |
ensōkai-演奏会 | concert; recital; muziekuitvoering |
ensuidai-円錐台 | afgeknotte kegel |
entāpuraizu-エンタープライズ | USS Enterprise (Amerikaans vliegdekschip) |
enzan-演算 | berekening; calculatie |
enzetsuka-演説家 | spreker; redenaar |
enzō-塩蔵 | het pekelen; in zout conserveren |
enzōsuru-塩蔵する | pekelen; in zout conserveren |
en'yō-艶容 | een aantrekkelijke [charmante; oogverblindende] verschijning (van een vrouw) |
epikku-エピック | epiek; verhalende poëzie |
erabutsu-偉物 | een groot man; een getalenteerd [bekwaam; begaafd] persoon |
erekiteru-エレキテル | elektriciteit |
ereki・gitā-エレキ・ギター | elektrische gitaar |
erekutōn-エレクトーン | elektronisch orgel |
erekutoron-エレクトロン | elektron |
eriashi-襟足 | de haarlijn bij de nek; halslijn; de vorm van de nek [hals] |
erigami-襟髪 | nekhaar (in de nek groeiend haar) |
erikubi-襟首 | nek; nekvel; kraag |
erinokeru-選り除ける | sorteren; uitzoeken; selecteren |
eriwakeru-選り分ける | classificeren; sorteren; uitzoeken |
erochishizumu-エロチシズム | erotiek |
essensu-エッセンス | aftreksel; extract |
esukurō-エスクロー | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
esusetikusu-エスセティクス | esthetica; esthetiek |
esutetikusu-エステティクス | esthetica; esthetiek |
etchūfundoshi-越中褌 | smalle lendendoek; g-string (soort tangaslip) |
etoki-絵解き | uitleg van de betekenis van een schilderij |
etsu-閲 | het inspecteren; nakijken; onderzoeken |
etsukerokuro-絵付けろくろ | boetseerschijf; draaischijf voor beschilderen van keramiek |
etsuran-閲覧 | raadpleging [bestudering] van boeken en documenten (in een bibliotheek, e.d.) |
ē・kurasu-エー・クラス | eersteklas |
fa-ファ | fa (muzieknoot) |
faindā-ファインダー | zoeker (camera) |
fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
fāmu・bankingu-ファーム・バンキング | een systeem van bedrijven en banken om online financiële diensten en bedrijfsinformatie te verstrekken |
fanatikku-ファナティック | fanatiek |
fanatikku-ファナティック | fanatiekeling |
fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
fankī-ファンキー | (jazzmuziek) funky; gevoelsmatig |
fankī-ファンキー | excentriek; buitenissig (kleding, e.d.) |
fanku-ファンク | funk (jazzmuziek) |
fanshī-ファンシー | excentriek; chic; luxe |
fantasutikku-ファンタスティック | fantastisch; fantasierijk; excentriek |
fāsuto・kurasu-ファースト・クラス | eersteklas; topniveau |
fāsuto・kurasu-ファースト・クラス | eersteklas; eersterangs |
feiku-フェイク | (jazz muziek) improvisatie |
fēku-フェーク | (jazz muziek) improvisatie |
fensu-フェンス | hek; afrastering; omheining (b.v. bij een honkbalveld) |
ferumāta-フェルマータ | fermate (muziekterm) |
fezaringugihō-フェザリング技法 | veervormige techniek (tekenen; schilderen) |
fijikaru-フィジカル | fysiek; lichamelijk |
fikisachīfu-フィキサチーフ | fixatief; fixeermiddel (tekenen; schilderen) |
fināre-フィナーレ | laatste muziekstuk |
fingaringu-フィンガリング | vingerzetting (muziekinstrumenten) |
fīrudowāku-フィールドワーク | veldwerk; veldonderzoek |
firutā-フィルター | (elektrotechniek) filter voor het doorlaten van bepaalde frequenties |
fōdo・shisutemu-フォード・システム | massaproductiesysteem in een autofabriek, geïntroduceerd door de Ford Motor Company in de jaren 1910 |
fōkuongaku-フォーク音楽 | volksmuziek |
fōku・myūjikku-フォーク・ミュージック | volksmuziek |
fonetikku・sain-フォネティック・サイン | fonetisch teken |
forukurōre-フォルクローレ | volksmuziek |
forute-フォルテ | (muziekterm) forte (krachtig) |
forutishimo-フォルティシモ | fortissimo; zeer luid (muziekterm) |
fotojenikku-フォトジェニック | fotogeniek |
fu-譜 | bladmuziek; muzieknoot |
fuan-不安 | onzekerheid; ongerustheid; bezorgdheid; vrees |
fuangaru-不安がる | zich ergens ongemakkelijk [onzeker; angstig] over voelen |
fuannai-不案内 | onwetendheid; onervarenheid; onbekendheid (met) |
fuantei-不安定 | instabiliteit; onzekerheid |
fubenkyō-不勉強 | het niet genoeg studeren; luiheid; gebrek aan inzet |
fubi-不備 | tekortkoming; onvolkomenheid; onvolmaaktheid; gebrekkigheid |
fubin-不敏 | traagheid; onvermogen; gebrek aan talent [vaardigheid] |
fubun-不文 | ongeschreven tekst |
fūbutsu-風物 | lokale [seizoensgebonden] gebruiken [karakteristieken] |
fuchaku-不着 | niet aangekomen [bezorgd; geleverd] zijn |
fuchi-不知 | onbekend zijn met; niet weten |
fuchō-符丁 | teken; symbool |
fuchū-付注 | annotatie; commentaar; verklarende aantekening |
fude-筆 | (manier van) schrijven [tekenen; schilderen] |
fudekake-筆掛け | rek [standaard] voor schrijfpenselen |
fudeki-不出来 | slecht vakmanschap; geklungel |
fudetate-筆立て | houder [glas; beker] om schrijfpenseel rechtop te zetten (zonder reiniging, voor hergebruik later) |
fudōsanhoken-不動産保険 | vastgoed verzekering; onroerendgoed verzekering |
fudōshōsūtensū-浮動小数点数 | zwevendekommagetal; drijvendekommagetal; vlottendekommagetal |
fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fūga-フーガ | fuga (een meerstemmig muziekstuk waarin verschillende stemmen elkaar imiteren) |
fugen-不言 | zonder woorden; zonder te spreken |
fugō-符号 | teken; markering; code; symbool |
fugō-負号 | minus; het min (−) symbool (bij rekenen) |
fuguchiri-河豚ちり | gerecht met gekookte fugu (kogelvis) |
fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
fuirino-斑入りの | gevlekt; gestippeld |
fuka-負荷 | (elektrisch) lading; weerstand |
fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
fukakujitsu-不確実 | onzekerheid; onbetrouwbaarheid |
fukakujitsu-不覚実 | onzekerheid, onbetrouwbaarheid |
fukakuteiseigenri-不確定性原理 | onzekerheidsrelatie [onzekerheidsprincipe] van Heisenberg |
fukanshihei-不換紙幣 | fiatgeld; onwisselbaar [ongedekt] papiergeld; fiduciair geld |
fukanshō-不感症 | gevoelloosheid; zinloosheid; frigiditeit; (seksuele) ongevoeligheid |
fukansuru-俯瞰する | overzien; van bovenaf bekijken |
fukikakeru-吹きかける | ruzie zoeken; (iem.) dwingen |
fukikakeru-吹きかける | overdrijven; teveel rekenen [laten betalen] |
fukikomu-吹き込む | (muziek) opnemen |
fukiritsu-不規律 | wanorde; gebrek aan discipline; ongedisciplineerdheid |
fukitsu-不吉 | ongeluk; pech; slecht voorteken |
fukiyose-吹き寄せ | mengeling; medley (muziek) |
fukku-フック | (boksen) hoekstoot |
fukokoroe-不心得 | indiscretie; wangedrag; roekeloosheid |
fuku-覆 | bedekken; verhullen |
fukubikōen-副鼻腔炎 | (neus)bijholteontsteking |
fukudokuhon-副読本 | aanvullend lesmateriaal [studieboek] |
fukunbon-付訓本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
fukusa-袱紗 | zijden doek om bij de theeceremonie gebruikte voorwerpen in te wikkelen of schoon te vegen |
fukuwajutsu-腹話術 | het buikspreken |
fukuwajutsushi-腹話術師 | buikspreker |
fumajime-不真面目 | onstandvastigheid; gebrek aan eerlijkheid [ernst] |
fumei-不明 | onwetendheid; gebrek aan inzicht |
fumen-譜面 | bladmuziek; partituur |
fumendai-譜面台 | muziekstandaard |
fumi-不味 | niet lekker (van smaak) |
fumi-文 | geschreven tekst; document; boek; brief |
fumishimeru-踏み締める | met zekere stappen [voorzichtig; met vaste tred] lopen |
fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
fumiwaru-踏み割る | ergens opstappen en dat breken |
funachin-船賃 | tarief voor een overtocht per boot; veerprijs; passagekosten [verzendkosten] (per boot) |
funare-不慣れ | gebrek aan ervaring; onervarenheid |
funaya-船屋 | woongedeelte op het dek van een boot |
funayoi-船酔い | zeeziekte |
funayoisuru-船酔いする | zeeziek worden |
fundoshi-褌 | lendendoek |
fundoshi-褌 | het schild dat de buik van de krab bedekt |
funesshin-不熱心 | gebrek aan enthousiasme; onverschilligheid |
funinjō-不人情 | onvriendelijkheid; gebrek aan medeleven; harteloosheid |
funshitsu-紛失 | verlies; het verloren gaan; het zoekraken |
funsho-焚書 | boekverbranding |
furafura-ふらふら | duizelig; draaierig; wankel; onzeker |
furaipan-フライパン | (Eng.: frying pan) koekenpan; braadpan |
furaito・dekki-フライト・デッキ | vliegdek |
furakushon-フラクション | factie (binnen een politieke partij) |
furanchaizu・chēn-フランチャイズ・チェーン | franchiseketen; een keten van franchise filialen |
furasshubarubu-フラッシュバルブ | hendel voor doortrekken [doorspoelen] van toilet |
furattā-フラッター | geklapper; gefladder |
furatto-フラット | (muzieknotatie) mol |
furea-フレア | (fotografie) lichtvlek |
furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
furekomi-触れ込み | aankondiging; bekendmaking; mededeling |
furekomu-触れ込む | aankondigen; bekendmaken |
furēmenhannō-フレーメン反応 | flemen reactie (bij dieren, een manier van ruiken waarbij het dier zijn bovenlip omkrult, en vaak ook zijn nek uitstrekt) |
furenchi・surību-フレンチ・スリーブ | wijde rechthoekige mouw (gelijkend op de mouw van een Japanse kimono) |
fureru-狂れる | gek [krankzinnig] worden |
furēzu-フレーズ | (muziek) frase |
furidashinin-振出人 | degene die rekeningen en cheques uitschrijft |
furikomi-振り込み | bankoverschrijving; storting van geld op een bankrekening |
furikomu-振り込む | geld overmaken [overboeken; overschrijven] |
furīku-フリーク | (Eng.: freak) iemand die gek is op [enthousiast; geobsedeerd door] iets (b.v. film, computer, snelheid, etc.) |
furimukeru-振り向ける | (geld) uittrekken [bestemmen] voor |
furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
furoshiki-風呂敷 | doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen |
furu-振る | toewijzen; toekennen; casten (voor een rol) |
furugao-古顔 | een (oude) bekende; bekend gezicht; oudgediende |
furuhon-古本 | tweedehands boek; oud boek |
furuhon'ya-古本屋 | tweedehandsboekhandel; antiquariaat; |
furui-古い | oud; antiek; ouderwets |
furukizu-古傷 | een oude wond; litteken |
furusato-古里 | geboortestreek |
fūryokuhatsuden-風力発電 | opwekking van windenergie |
fusagikomu-塞ぎ込む | piekeren; mokken; kniezen; tobben |
fusagu-塞ぐ | vullen; bedekken; bezetten |
fusai-不才 | onbekwaamheid; incompetentie; gebrek aan talent |
fuseji-伏せ字 | een teken (spatie, cirkel, X, asterisk, e.a.) in plaats van een gecensureerd woord |
fuseki-布石 | voorbereidingen voor de toekomst |
fushido-臥所 | slaapplek; slaapkamer |
fushiito-節糸 | geknoopte zijde |
fushime-節目 | keerpunt; kritiek moment |
fushinshi-不審死 | dood met onbekende oorzaak; verdacht sterfgeval |
fushizuke-節付け | (muziek) compositie; het componeren |
fushō-不祥 | pech; slecht voorteken |
fushō-不肖 | onwaardig [onbekwaam; onervaren; ongeschoold] zijn |
fushō-不詳 | onbekend [onbepaald] zijn |
fusoku-不足 | tekort; gebrek; ontoereikendheid |
fusokukin-不足金 | negatief saldo op een rekening; onvoldoende tegoed |
fusokusuru-不足する | tekort [gebrek] hebben [krijgen] (aan iets) |
fussho-仏書 | Franse boeken [teksten]; boeken geschreven in het Frans |
fusuma-衾 | gewatteerde deken; dekbed |
fusuru-賦する | uitdelen; toekennen; toewijzen |
futa-蓋 | deksel; dop(je) |
futaku-付託 | verzoek |
futashika-不確か | onzeker; vaag; wisselvallig |
futegiwa-不手際 | onhandigheid; geklungel; knoeiwerk; onkunde; wanbeleid |
futei-不定 | onbepaaldheid; onzekerheid; onbeslistheid |
futeishūso-不定愁訴 | psychosomatische symptomen; fysieke klachten (zonder aanwijsbare medisch-wetenschappelijke diagnose) |
futōfukutsu-不撓不屈 | eigenzinnigheid; onverzettelijkheid; hardnekkigheid |
futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
futoku-不徳 | zedeloosheid; verdorvenheid; gebrek aan deugdzaamheid |
futōmeishoku-不透明色 | dekverf; ondoorschijnende verf [kleur] |
futomono-太物 | (katoenen of linnen) lap [stof; doek] |
futsūbun-普通文 | (tekst in) normale [moderne] schrijfstijl |
futsūbun-普通文 | (tekst in) traditionele, literaire schrijfstijl (een combinatie van kanji en kana) |
futsuwajiten-仏和辞典 | Frans-Japans wooordenboek |
futsūyokin-普通預金 | een gewone [algemene] storting; reguliere spaarrekening |
futtsuri-ふっつり | het (geluid van het) breken van een draad, snaar, etc. |
futtsuri-ふっつり | het plotseling stoppen [afbreken] |
futtsurisuru-ふっつりする | plotseling afbreken [stoppen; opgeven] |
fuwataritegata-不渡り手形 | onbetaalde rekening |
fuwataritegata-不渡り手形 | niet nagekomen belofte |
fuyudori-冬鳥 | wintervogel; trekvogel, die in de herfst en winter verschijnt en in de lente wegtrekt naar noordelijke streken |
fuyuyama-冬山 | een berg die wordt beklommen in de winter |
fuzakeru-ふざける | grappen [plezier] maken; ronddartelen; gek doen; geintjes uithalen |
fūzu・fū-フーズ・フー | wie is dat; wie is wie (biografisch woordenboek van bekende mensen) |
fyūjon-フュージョン | fusion (mix tussen pop en jazz muziek) |
gaban-画板 | tekenbord; tekentafel |
gabun-雅文 | elegante [literaire; klassieke] stijl |
gachagacha-がちゃがちゃ | (onomatopee) gekletter; gerammel; geratel |
gachō-画帳 | schetsboek; tekenschrift |
gafu-画布 | schilderdoek; schilderlinnen |
gagaku-雅楽 | gagaku, traditionele Japanse (hof)muziek en dans |
gahō-画報 | rijk geïllustreerd tijdschrift of boek |
gahō-画法 | de kunst van het tekenen [schilderen] |
gaichū-外注 | outsourcing; uitbesteding; het van buiten het bedrijf betrekken |
gaida-咳唾 | de woorden die een meerdere spreekt |
gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
gaikai-外界 | de buitenwereld; het uiterlijke; het fysieke |
gaikōkankei-外交関係 | diplomatieke betrekkingen |
gaikokushōkenhō-外国証券法 | wetgeving met betrekking tot buitenlandse effecten |
gaikōmondai-外交問題 | diplomatieke kwestie [ruzie]; diplomatiek probleem [geschil] |
gairyakuzu-概略図 | schematische tekening |
gaisen-外線 | buitenlijn; buiten bedrading (elektrisch of elektronisch) |
gajō-画帖 | een album met prenten; prentenboek |
gajō-画帖 | schetsboek |
gakkai-楽界 | muziekwereld |
gakki-楽器 | muziekinstrument |
gakkōtaiiku-学校体育 | school gymnastiek |
gakkōtoshokan-学校図書館 | schoolbibliotheek |
gakku-楽句 | (muziek) frase |
gakkyūbunko-学級文庫 | (kleine) bibliotheek in een leslokaal (m.n. vanaf basisschool) |
gaku-楽 | muziek |
gakubatsu-学閥 | (hechte) groep [kliek] van (oud)klasgenoten (van school of universiteit) |
gakudan-楽壇 | kring van musici en muziekkenners |
gakufu-楽譜 | partituur; bladmuziek |
gakugeikai-学芸会 | schoolevenement waarbij kinderen van de lagere school en van (de eerste jaren van) de middelbare school hun muziek- en theaterkunsten vertonen |
gakugeki-楽劇 | opera; muziekdrama |
gakujin-岳人 | bergbeklimmer; alpinist |
gakuon-楽音 | muzieknoot |
gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
gakusetsu-楽節 | passage [gedeelte] in de muziek |
gakushō-楽章 | deel van een muziekstuk (sonate, symfonie, e.d.) |
gakuto-学徒 | student; wetenschappelijk onderzoeker |
gamushara-がむしゃら | roekeloosheid; onbezonnenheid |
ganbyō-眼病 | oogziekte |
gankabyōin-眼科病院 | oogkliniek; oogziekenhuis |
gankake-願掛け | gebed; (smeek)bede; verzoek aan Shinto goden of Boeddha's |
ganma-ガンマ | gamma (Griekse letter ϒ) |
ganrōsuru-玩弄する | spelen [dollen] met; plagen; spotten; voor de gek houden |
gansekiinkoku-岩石陰刻 | rotstekening |
ganshitsu-眼疾 | oogziekte; oogkwaal; oogaandoening |
gansho-願書 | inschrijfformulier; schriftelijk verzoek; petitie |
ganteikensa-眼底検査 | (oog) fundusonderzoek; oftalmoscopie; oogspiegelen |
gan'i-願意 | het oogmerk [de bedoeling; de inhoud] van een verzoek [wens; gebed] |
gappeishō-合併症 | complicatie (bij een ziekte) |
gappō-合邦 | (politieke) unie; confederatie |
gappuri-がっぷり | stevig (vastgegrepen); vastgeklemd |
gappyō-合評 | gezamenlijke kritiek [beoordeling; evaluatie] |
gara-がら | kliekjes; restjes |
gasa-がさ | (in eigen jargon van de politie) huiszoeking |
gassō-合奏 | een ensemblestuk (muziek); samenspel |
gasutorokamera-ガストロカメラ | gastrocamera (medisch gebruikt bij maagonderzoek) |
gatten-合点 | een markering (doorgaans een punt of een cirkeltje) in een tekst om aan te geven dat iets goed is) |
gayōshi-画用紙 | tekenpapier |
gedai-外題 | titel van een boek [toneelstuk] |
gegoku-下獄 | een gevangenisstraf krijgen [uitzitten] (meestal politieke gevangenen) |
gei-ゲイ | homo(seksueel) |
gei-芸 | kundigheid; vaardigheid; artistiek talent |
gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
geibōi-ゲイボーイ | homoseksuele man; vrouwelijke man |
geijutsukahada-芸術家肌 | een artistieke aard [aanleg] hebben; er schuilt een kunstenaar in (hem; haar) |
geijutsuteki-芸術的 | artistiek; kunstzinnig |
gein-ゲイン | (elektriciteit) versterkingsfactor |
gejo-下女 | (arch.) vrouw van lage stand; publieke vrouw; vrouw van lichte zeden |
gekibun-檄文 | manifest; bekendmaking |
gekiga-劇画 | Gekiga, een Japans stripboekgenre (met meer aandacht voor realistische afbeeldingen en het literaire aspect) |
gekihyō-劇評 | toneelrecensie; toneelkritiek |
gekitsū-激痛 | intense [scherpe; stekende] pijn |
gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
gen-弦 | snaar (van muziekinstrumenten) |
gen-減 | (wiskunde) aftrekking |
genbakenshō-現場検証 | (politie)onderzoek ter plaatse (van een misdrijf of ongeluk) |
genbo-原簿 | origineel boek [manuscript] |
genbo-原簿 | register; grootboek (boekhouding) |
genbun-原文 | oorspronkelijke tekst; tekst in de brontaal |
genchi-現地 | de precieze locatie; de plek waar het daadwerkelijk gebeurt |
gendan-厳談 | een ernstig [serieus] gesprek |
gendansuru-厳談する | iemand streng toespreken; (bij iemand) protesteren; een antwoord eisen |
gendōki-原動機 | motor [machine] (voor het aandrijven en opwekken van bewegingsenergie) |
gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
gengi-原義 | oorspronkelijke betekenis (van een woord) |
gengogaku-言語学 | taalkunde; linguïstiek; taalwetenschap |
genkairieki-限界利益 | dekkingsbijdrage; marginale winst |
genkakeisan-原価計算 | kostenberekening |
genkinkanjō-現金勘定 | kasrekening |
genpō-減法 | aftrekking (wiskunde) |
genpon-原本 | het origineel (tekst, document, boek) |
genpu-玄符 | gunstig voorteken (in de hemel) |
genshiryokuhatsuden-原子力発電 | opwekking van kernenergie |
genshiryokukōgaku-原子力工学 | nucleaire techniek |
gensho-原書 | het originele werk; de oorspronkelijke versie (van een boek, ed.) |
genshoku-現職 | huidige functie [werkbetrekking] |
genshū-現収 | het huidige inkomen (samentrekking van: genzai no shūnyū, 現在の収入) |
gensōkyoku-幻想曲 | fantasie; een instrumentaal muziekstuk met een ongedefinieerde [vrije] vorm |
gensoshūkihyō-元素周期表 | de periodieke tabel (der elementen) |
gensuiki-減衰器 | elektrische [elektronische] attenuator [verzwakker] (apparaat dat het vermogen van een signaal vermindert) |
genten-原典 | het origineel; de oorspronkelijke tekst |
genten-原点 | referentiepunt; beginpunt; uitgangspunt; vertrekpunt |
genzan-減算 | aftrekking; vermindering |
genzu-原図 | de oorspronkelijke afbeelding [tekening; schildering] waarvan een kopie, reproductie, of facsimile is gemaakt |
geomanshī-ゲオマンシー | geomantiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
gerimandā-ゲリマンダー | kiesrechtgeografie (het manipuleren of hertekenen van de grenzen van kiesdistricten) |
gerupin-ゲルピン | gebrek aan geld (hebben) |
gesuto-ゲスト | gast; bezoeker; logé |
getsuyōbyō-月曜病 | maandagziekte (moeite om na het vrije weekend weer aan het werk te gaan) |
gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
gibun-戯文 | humoristische [komische] tekst; nonsensliteratuur |
gigaku-伎楽 | Gigaku, een klassiek Japans theater genre |
gigi-疑義 | twijfel; onzekerheid |
gigoku-疑獄 | (politiek) schandaal vanwege smeergeld [omkoping] |
gigu-ギグ | giek (een lichte snelle sloep; roei- of zeilboot) |
gihō-技法 | techniek; werkwijze |
gijutsu-技術 | vakmanschap; een kunst; techniek; bekwaamheid; vaardigheid; kundigheid |
gikō-技巧 | vakmanschap; (technische) vaardigheid [kunde]; techniek |
giko-擬古 | klassiek voorbeeld [traditionele stijlvorm] gebruiken [imiteren] |
gimikku-ギミック | speciale filmtechnieken en effecten |
gimon-疑問 | twijfel; onzekerheid |
gimonfu-疑問符 | vraagteken |
ginban-銀盤 | een (overdekte) ijsbaan |
ginkōfurikomi-銀行振り込み | bank overschrijving [overboeking; overmaking] |
ginkōkanjō-銀行勘定 | bankrekening |
ginkōkōza-銀行口座 | bankrekening |
ginkōtōzakanjō-銀行当座勘定 | rekening-courant; zichtrekening; lopende bankrekening |
ginmaku-銀幕 | het witte doek; projectiescherm; bioscoopscherm; film(industrie) |
ginmi-吟味 | grondig onderzoek; inspectie |
ginpai-銀杯 | zilveren beker [kop] |
girisha-ギリシャ | Griekenland |
girishashinwa-ギリシャ神話 | de Griekse mythologie |
girishiashinwa-ギリシア神話 | de Griekse mythologie |
giryō-技量 | vaardigheid; bekwaamheid; vermogen |
gishi-義子 | geadopteerd kind; adoptiekind; adoptiefkind |
gobusata-御無沙汰 | langdurige afwezigheid van communicatie; iemand lange tijd niet bezoeken of schrijven |
godatsu-誤脱 | fouten of weglatingen (in een tekst) |
goetsudōshū-呉越同舟 | vijanden die in het hetzelfde schuitje zitten; (spreekwoord:) het zijn vrienden als Herodes en Pilatus |
gogaku-語学 | linguïstiek; taalkunde |
gogan-護岸 | dijkbekleding; dijkbescherming |
gogi-語義 | de betekenis van een woord |
gogimishō-語義未詳 | onbekende betekenis van een woord |
gohan-御飯 | (gekookte) rijst; maaltijd |
goi-語意 | betekenis van een woord; vocabulaire; woordenschat |
gojitsu-後日 | later; een andere keer [dag]; in de toekomst |
gojūsō-五重奏 | (muziek) kwintet |
gokaisan-御開山 | stichter van een boeddhistische school (sekte) |
gokakkei-五角形 | vijfhoek; pentagoon |
gokakukei-五角形 | vijfhoek; pentagoon |
gōkakushahappyō-合格者発表 | de bekendmaking van de geslaagde (examen)kandidaten |
gokakusui-五角錐 | vijfhoekige piramide |
gōkeisuru-合計する | (bij elkaar) optellen; het totaal berekenen |
gokoku-五穀 | generieke naam voor granen |
gokyō-五経 | de vijf klassieke soetra's van het Confucianisme |
gōkyū-号泣 | luide klaagzang; geweeklaag; gejammer |
gōkyū-強弓 | sterke boog (met een zwaar trekgewicht) |
gōkyūsuru-号泣する | weeklagen; jammeren |
gomakasu-ごまかす | (geld) verduisteren [in eigen zak steken] |
gomuami-ゴム編み | (breiwerk) ribbelsteek; patentsteek |
gomutēpu-ゴムテープ | rubber band; elastiek |
gongenzukuri-権現造り | een shinto heiligdom waarbij het hoofdgebouw en de hal voor erediensten verbonden zijn door een overdekte gang |
gongodōdan-言語道断 | onbeschrijflijk; onuitspreekbaar; niet in woorden uit te drukken |
gonichi-後日 | later; een andere keer [dag]; in de toekomst |
goō-五黄 | het vijfde van de negen tekens van de Chinese dierenriem |
gōruden・wīku-ゴールデン・ウィーク | Golden Week, jaarlijkse vakantieperiode in Japan in mei |
gōrudo・rasshu-ゴールド・ラッシュ | goldrush (massale zoektocht naar goud(velden)) |
gorugota-ゴルゴタ | Golgotha (de heuvel waar Jezus werd gekruisigd) |
gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
gosen-五線 | notenbalk (muziek) |
goshi-語誌 | etymologisch woordenboek; thesaurus |
goshōnō-ご笑納 | (nederig) verzoek een gift te accepteren |
gotsugotsu-ごつごつ | (onomatopee) ruw; oneffen; ruig; verweerd; hoekig; stijf |
goyōron-語用論 | pragmatiek |
gū-隅 | hoek |
gūi-寓意 | verborgen betekenis |
guinomi-ぐい吞み | sakekom |
gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
gungaku-軍学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
gungaku-軍楽 | militaire kapel; militaire muziek |
gurafu-グラフ | grafiek; diagram |
gurando・piano-グランド・ピアノ | vleugel (muziekinstrument) |
gureidittowosshu-グレイディットウォッシュ | waterverftechniek |
gurekorōman-グレコローマン | Grieks-Romeins worstelen |
gureko・rōman・sutairu-グレコ・ローマン・スタイル | Griek-Romeinse stijl (worstelen) |
gurosu-グロス | (golf) score zonder handicap-aftrek |
gurūpu・disukasshon-グループ・ディスカッション | groepsgesprek; groepsdiscussie |
gurūpu・saunzu-グループ・サウンズ | groep muzikanten met elektrische instrumenten die lichte muziek spelen (populair in de 40er jaren) |
gusaku-愚策 | stom [dwaas] plan; slechte tactiek |
gusaku-愚策 | (bescheiden taalgebruik) mijn slechte plan [tactiek] |
gusarito-ぐさりと | diep snijdend [een diepe wond veroorzakend] als van een messteek (ook fig.) |
gyaku-逆 | het omgekeerde; tegengestelde; tegendeel |
gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
gyakusan-逆算 | terugrekening; terugtelling |
gyakusankakkei-逆三角形 | omgekeerde driehoek |
gyakusansuru-逆算する | terugrekenen; terugtellen |
gyakusū-逆数 | het reciproque [omgekeerd evenredige] getal |
gyarappuyoronchōsa-ギャラップ世論調査 | galuppoll (methode voor het peilen van de publieke opinie, bedacht door George Horace Gallup in 1935) |
gyō-行 | regel (tekst) |
gyoba-漁場 | visgrond; viswater; visplaats; stek |
gyoganrenzu-魚眼レンズ | visooglens; visoogobjectief; fisheye (een lens met een zeer grote beeldhoek van boven de 180º en een heel korte brandpuntsafstand) |
gyojō-漁場 | visgrond; viswater; visplaats; stek |
gyōkan-行間 | regelafstand; (wit)ruimte tussen tekstregels |
gyōkō-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
gyōretsu-行列 | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
gyōshisuru-凝視する | staren; turen; nauwkeurig bekijken |
gyoyū-御遊 | muziekopvoering voor het keizerlijk hof |
gyūgyū-ぎゅうぎゅう | het stevig [strak; hard] trekken [draaien] |
ha-派 | groep; partij; factie; school; sekte; stroming |
habatobi-幅跳び | (atletiek) het verspringen |
habatsu-派閥 | factie; kring; kliek |
habikoru-蔓延る | overwoekerd [begroeid] raken |
habikoru-蔓延る | (over)woekeren; zich verspreiden; overheersen |
hachibungi-八分儀 | octant (hoek-graden-meter) |
hachijūsō-八重奏 | (muziek) octet |
hachimaki-鉢巻き | hoofdband; voorhoofdsband (een reep stof om het voorhoofd geknoopt, vaak als symbool van inspanning en moed) |
hachimonji-八文字 | (de vorm van) het Japanse karakterteken (kanji) voor het getal acht |
hadakamushi-裸虫 | een schaars geklede persoon |
hadan-破談 | intrekking; annulering; afzegging; opzegging |
hadareyuki-斑雪 | plekken waar sneeuw (nog) is blijven liggen |
hādoboirudo-ハードボイルド | (Amerikaans) literair genre (realistische beknopte stijl, zoals van Hemingway) |
hādokabā-ハードカバー | (boek met) harde kaft; ingebonden (boek) |
hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
hādo・rokku-ハード・ロック | hardrock (muziek genre) |
hāfutōn-ハーフトーン | (muziek) halve toon |
hagaki-葉書 | een aantekening [notitie]; een memo(randum) |
haginomochi-萩の餅 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
hahon-端本 | onvolledige reeks [serie] boeken; los [enkel] deel |
hai-はい | hé! (een uitroep om de aandacht van iem. te trekken of iem. te waarschuwen) |
hai-はい | ja; jazeker; ja, hoor (wordt gezegd aan het einde van een zin als extra bevestiging) |
hai-杯 | trofee; beker |
haiban-杯盤 | glas [beker; mok] en bord [schotel; schaal] |
haien-肺炎 | longontsteking; pneumonie |
haifun-ハイフン | koppelteken; verbindingsstreepje |
haiiro-灰色 | donker; somber; treurig; melancholiek |
haikā-ハイカー | wandelaar; trekker; iemand die trektochten maakt |
haikan-拝観 | bezichtiging; bezoek; het (respectvol) bekijken [aanschouwen] |
haikei-背景 | rugdekking; steun in de rug |
haikeiongaku-背景音楽 | achtergrondmuziek |
haikensuru-拝見する | zien; kijken naar; bekijken |
haiki-廃棄 | nietigverklaring; intrekking |
haikingu-ハイキング | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
haiku-ハイク | lange wandeling; trektocht |
haiku-ハイク | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
haikurasu-ハイクラス | hoogwaardig; eersteklas; vooraanstaand |
haimāto-ハイマート | geboorteplaats; geboortestreek; geboortegrond; vaderland |
hairu-入る | geïnstalleerd worden; (ergens) in zitten [ingekomen zijn]; een inhoud hebben (van); bevatten |
hairu-入る | onderbreken |
hairu-入る | behoren (bij); gerekend worden (tot); (op)tellen; meetellen; meerekenen; (bij een verkiezing) stemmen krijgen [binnenhalen] |
haisen-杯洗 (盃洗) | een kom voor het spoelen van sakazuki (sakekopjes) bij een drinkgelag |
haisū-拝趨 | (beleefd woord voor) het bezoeken; bezoek [visite] (aan een ander) |
haitōochi-配当落ち | (notering) ex dividend (zonder bijrekening van de waarde) |
hai・sokkusu-ハイ・ソックス | kniekousen |
hajiki-土師器 | Japans Haji aardewerk [keramiek] (werd geproduceerd in de Kofun-, Nara- en Heian-perioden) |
hajikidasu-弾き出す | berekenen; becijferen |
hakadoru-捗る | vooruitgang boeken; vooruitgaan; vorderingen maken |
hakaisuru-破壊する | afbreken; vernielen; vernietigen; ruïneren |
hakama-袴 | een hakama, traditioneel Japans kledingstuk voor mannen (wijde broek) |
hakamairi-墓参り | bezoek aan een (familie)graf |
hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
haki-破棄 | nietigverklaring; annulering; schenden (van een belofte); intrekking (van een verdrag) |
hakidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
hakkaku-発覚 | ontdekking; onthulling; openbaring |
hakken-発見 | ontdekking; vondst |
hakkensuru-発見する | ontdekken; vinden |
hakkōbyō-発酵病 | zymotische ziekte [waarbij een organisme of virus in het lichaam als een ferment optreedt] |
hakkōryoku-発酵力 | fermentatiekracht |
hakkotsu-白骨 | gebleekt [wit geworden] geraamte [skelet] |
hakkutsu-発掘 | (fig.) blootlegging; vondst; ontdekking |
hakobune-箱船 | schip [boot] (rechthoekig qua vorm) |
hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
haku-履く | (schoenen, kousen, broek, e.d.) aandoen; aantrekken; dragen |
hakuboku-白墨 | krijt om te schrijven [tekenen] (op schoolborden, e.d.); bordkrijt |
hakubun-白文 | brontekst zonder leestekens (zoals in klassiek Latijn en Chinees) |
hakubun-白文 | Chinese tekst zonder annotaties |
hakubun-白文 | tekst in witte letters [karakters] |
hakuchi-白痴 | idioterie; volstrekte dwaasheid |
hakuchizu-白地図 | een blanco kaart [basiskaart] (een kaart die alleen de omtrek van landen, eilanden, etc. weergeeft, zonder plaatsnamen, e.d.) |
hakugei-白鯨 | Moby-Dick, titel van een boek uit 1851 van Herman Melville, over een witte walvis) |
hakujō-白状 | bekentenis; biecht |
hakujōsuru-白状する | bekennen; (op)biechten; toegeven |
hakumen-白面 | lichte gelaatskleur; bleek gezicht |
hakuryoku-迫力 | kracht; indrukwekkendheid |
hakusho-白書 | een witboek (door een regering uitgegeven verklaringen) |
hamayumi-破魔弓 | (oorspronkelijk) de boog om een hamaya af te schieten (nu met een meer symbolische betekenis) |
hameru-嵌める | aantrekken; inzetten; plaatsen |
hami-馬銜 | bit (metalen mondstuk voor een paard of ander trek- of lastdier) |
hamidasu-食み出す | (ergens) uitsteken, (ergens) uitpuilen; tevoorschijn komen |
hamo-鱧 | Batavia snoekaal (Muraenesox cinereus) |
hamondo・orugan-ハモンド・オルガン | hammondorgel (muziekinstrument) |
hāmonī-ハーモニー | (muziek) harmonie; overeenstemming van klanken |
hamono-刃物 | snijgerei; messen; eetgerei; bestek |
hanagami-鼻紙 | papieren (zak)doekje |
hanakotoba-花言葉 | de taal der bloemen; (symbolische) betekenis van bloemen |
hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
hanamochinaranai-鼻持ちならない | stinkend; walgelijk; weerzinwekkend |
hanao-鼻緒 | het koord van een sandaal (geta) dat tussen de tenen geklemd zit |
hanashi-話 | het praten [zeggen; spreken]; gepraat; conversatie; gesprek |
hanashi-話 | gespreksonderwerp [item] |
hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
hanashibeta-話下手 | een slechte spreker |
hanashichū-話中 | in gesprek; bezet (ook van een telefoonlijn) |
hanashigoe-話し声 | spreekstem; sprekende stem |
hanashijōzu-話し上手 | een goede spreker |
hanashikakeru-話しかける | (iem.) aanspreken; spreken (met) |
hanashikata-話し方 | manier van praten [spreken]; spreektrant |
hanashikomu-話し込む | een lang gesprek hebben (met iem.); een gesprek aangaan (met) |
hanashite-話し手 | spreker; verteller; causeur |
hanashizuki-話し好き | geroddel; geklets |
hanasu-話す | spreken; praten; zeggen; (in een bepaalde taal) spreken |
hanasu-話す | converseren; praten met; bespreken |
hanataba-花束 | boeket (bloemen); bloemstuk |
hanatsu-放つ | vuur aansteken; brandstichten |
hanazukuri-花作り | bloemkwekerij; bloementeelt |
hanazukuri-花作り | bloemkweker |
hanemūn・bebī-ハネムーン・ベビー | kind dat is verwekt tijdens de huwelijksreis |
hangā・disupurē-ハンガー・ディスプレー | hangend display; hangend rek met (reclame) folders [brochures] |
hankachi-ハンカチ | zakdoek |
hankachīfu-ハンカチーフ | zakdoek |
hankechi-ハンケチ | zakdoek |
hankon-瘢痕 | (med.) litteken |
hanmā-ハンマー | (atletiek) slingerkogel |
hanmei-判明 | vaststelling; verduidelijking; bekendwording; openbaring; identificatie |
hanmo-繁茂 | weelderige (planten)groei; woekering (van onkruid) |
hanpo-半帆 | zeil dat maar voor de helft is opgetrokken vanaf het dek |
hanpon-版本 | boekproductie via (hout)blokdruk |
hanpu-帆布 | canvas; zeildoek |
hanpukukigō-反復記号 | herhalingsteken (in de muziek) |
hanron-反論 | tegenargument; weerlegging; repliek |
hansamu-ハンサム | knap; elegant; aantrekkelijk |
hansei-反省 | zelfonderzoek; zelfbeschouwing; bespiegeling; (her)overweging |
hanseisuru-反省する | heroverwegen; zelfonderzoek [gewetensonderzoek] doen |
hansenbyō-ハンセン病 | (ziekte van Hansen) lepra; melaatsheid |
hanshō-汎称 | algemene [generieke] naam [term; benaming] |
hansōha-搬送波 | (elektromagnetische) draaggolf |
hansokukin-反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
hanukā-ハヌカ― | Chanoeka (joods feest) |
han'on-半音 | halve noot (muziek) |
han'onkai-半音階 | (muziek) chromatische toonladder |
haonkigō-ハ音記号 | c-sleutel (muziek) |
haoru-羽織る | aantrekken; aandoen; (aan)kleden |
happaku-八白 | de achtste van de 9 traditionele astrologische tekens (corresponderend met Saturnus en het Noordoosten) |
happō-八方 | alle (wind)richtingen; alle kanten [hoeken] |
happyōkai-発表会 | een school concert [recital]; een gelegenheid waarbij een reeks uitvoeringen of bevindingen openbaar wordt gemaakt |
happyōsha-発表者 | een spreker; presentator; iem. die een referaat houdt |
happyōsuru-発表する | aankondigen; bekend maken; presenteren; publiceren |
hāpushikōdo-ハープシコード | klavecimbel (muziekinstrument) |
harakiri-腹切り | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel seppuku genoemd) |
harau-払う | betalen; uitbetalen; afbetalen; (de rekening) voldoen |
harau-払う | (een plek, gebouw e.d.) verlaten; vertrekken [wegtrekken] (uit) |
hare-晴れ | publiek; openbaar; formeel; officieel |
harema-晴れ間 | opklaring (van het weer); open [blauwe] plek in het wolkendek |
haresugata-晴れ姿 | gekleed in zijn [haar] mooiste [formele] kleding |
harete-晴れて | openlijk; publiekelijk; openbaar |
hari-針 | naaisteek; hechting |
haridashi-張り出し | uitsteeksel; overhang (van gebouw) |
haridasu-張り出す | (vooruit) uitsteken |
harikaeru-張り替える | opnieuw behangen [bekleden; pleisteren] |
harikiru-張り切る | opgewekt; vrolijk; enthousiast zijn |
harime-針目 | een (naai)steek; stiksel |
harisakeru-張り裂ける | (open)barsten; scheuren; in stukjes breken |
haritsuke-磔 | executie door een veroordeelde aan een paal vast te binden en met speren te steken |
haritsumeru-張り詰める | volledig bedekken |
haritsumeru-張り詰める | gespannen [zenuwachtig] zijn; uitrekken; inspannen |
haru-張る | uitrekken; (uit)spreiden; uitsteken (arm, etc.) |
haru-張る | strak trekken; afzetten (met touwen) |
haru-貼る | aanbrengen; plaatsen; opbrengen; bekleden; opplakken |
haruasashi-春浅し | het allereerste [nog nauwelijks waarneembare] begin van de lente; de eerste vage tekenen van de lente |
harugi-春着 | lentekleding; Nieuwjaars kimono |
hasamaru-挟まる | klem raken; geklemd [gevangen] worden (tussen) |
hasamu-挟む | vastklemmen; klemzetten; geklemd worden |
hashibirokō-ハシビロコウ | schoenbekooievaar (Balaeniceps rex) |
hashirigaki-走り書き | (iets dat snel opgeschreven is) kattebelletje; gekrabbel; hanenpootjes |
hassei-発声 | de eerste spreker; voorzanger |
hassei-発生 | het ontstaan; voortkomen; uitbraak (van een natuurramp, ziekte etc.) |
hassei-発生 | opwekking (van energie) |
hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
hassha-発車 | het vertrek (van een trein, etc.) |
hasshin-発進 | start; vertrek; (raket) lancering |
hasshinchifusu-発疹チフス | tyfus; vlektyfus |
hasshō-発症 | de aanvang [het begin; de eerste symptomen] van een ziekte |
hasshō-発祥 | een gunstig voorteken (tijdens de troonbestijging van een keizer) |
hassōhyōgo-発想標語 | stilistische notatie in bladmuziek (b.v. animato, dolce, e.d.) |
hassuru-発する | vertrekken; weggaan |
hasui-破水 | (med.) het breken van de vliezen (voor de bevalling); vruchtwaterstroom |
hatahata-はたはた | (geluid van) geklapper [geflapper] (in de wind) |
hatake-疥 | (huidziekte) schurft; psoriasis |
hataki-叩き | (als achtervoegsel) het fel bekritiseren; afkraken |
hatakikomi-叩き込み | sumo techniek (de tegenstander vellen met meerdere snelle slagen) |
hatarakiguchi-働き口 | baan(tje); betrekking; werkkring; positie |
hatarakite-働き手 | een goede [bekwame] medewerker |
hatasu-果たす | bezoeken van een tempel of heiligdom ter dankbetuiging |
hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
hatchakukan-発着艦 | arriverende en vertrekkende marineschepen (in een zeegebied) |
hatodokei-鳩時計 | koekoeksklok |
hatoninaru-ハトになる | in vrijheid stellen; vrijspreken; ontslaan van rechtsvervolging |
hatsuden-発電 | het opwekken van energie; energieopwekking |
hatsudensho-発電所 | elektriciteitscentrale |
hatsudensuru-発電する | energie opwekken |
hatsugen-発言 | spreken, zeggen; zich uiten |
hatsugensha-発言者 | de spreker |
hatsumeisuru-発明する | uitvinden; ontdekken |
hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
hatsumonogui-初物食い | iemand die altijd op zoek is naar nieuwe dingen |
hatsuon-発音 | articulatie; uitspraak (manier van uitspreken) |
hatsuonkigō-発音記号 | fonetische symbolen [tekens] |
hatsuonsuru-発音する | articuleren; uitspreken |
hatsurei-発令 | proclamatie; (officiële) bekendmaking |
hattensei-発展性 | (toekomstige) uitbreidingsmogelijkheid |
hatto-ハット | hoed; hoofddeksel |
haujingu-ハウジング | (techniek) behuizing; kast; omhulsel; ombouw |
hausu-ハウス | house (muziek) |
hawaian-ハワイアン | Hawaïmuziek; Hawaïaans |
hayadachi-早立ち | vroeg vertrek; vroege start; vertrek 's morgens vroeg |
hayagatensuru-早合点する | voorbarige conclusies trekken; te snel een oordeel vormen |
hayaku-破約 | contractbreuk; het verbreken van een overeenkomst |
hayakuchi-早口 | het snel praten; snel geklets |
hayakuchikotoba-早口言葉 | moeilijk uit te spreken woord [zin] |
hayami-早見 | (kort) overzicht; schema; tabel; grafiek |
hayamihyō-早見表 | kaart; grafiek; tabel |
hayarime-流行り目 | oogontsteking (conjunctivitis) |
hayashi-林 | (fig. in de betekenis van: heel veel) een bos; woud; bundel |
hayasu-生やす | laten groeien; kweken; cultiveren |
hazakura-葉桜 | een kersenboom waar de bladeren zijn uitgekomen (nadat de bloesem is afgevallen) |
hazu-筈 | ik neem aan [veronderstel; weet zeker] (dat).... |
hazureru-外れる | fout zijn; falen; vals zijn (van muziek). |
hebī・dyūtī-ヘビー・デューティー | berekend op zwaar [intensief] gebruik |
hebī・metaru-ヘビー・メタル | heavy metal (hardrockmuziek) |
heddingu-ヘッディング | koptekst; titel |
heddo-ヘッド | kop(tekst); titel (van een artikel, e.d.) |
hei-塀 | hek; schutting; muur; omheining |
heichara-へいちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
heigaku-兵学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
heihatsu-併発 | samenloop van omstandigheden; complicatie (bij ziekte) |
heihō-兵法 | tactiek; strategie |
heihōkon-平方根 | (vierkants)wortel (rekenkunde) |
heiin-閉院 | sluiting van een ziekenhuis of andere medische instelling |
heijitsu-平日 | weekdag; doordeweekse dag; (gewone) werkdag |
heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
heikin-平均 | het gemiddelde (berekenen) |
heikinsuru-平均する | het gemiddelde berekenen [halen; bereiken] |
heisho-兵書 | boek over de oorlogsvoering [militaire strategie; krijgskunst; krijgskunde] |
heisoku-閉塞 | maatschappelijke stagnatie, onzekerheid |
heitan-兵站 | bevoorrading; aanvoer; logistiek |
heiten-閉店 | sluiting [opdoeking; opheffing)] van een winkel |
hejjingu-ヘッジング | indekking; afdekking (met tegengestelde posities op de financiële markt) |
hendensho-変電所 | onderstation (van elektriciteit) |
hengakuhoken-変額保険 | verzekering met variabele bedragen |
henjin-変人 | excentriekeling; zonderling; vreemd persoon |
henkawaza-変化技 | (judo) variatie van de basistechnieken |
henkigō-変記号 | (muziek) mol; molteken (notatie:♭) |
henkōrikuesuto-変更リクエスト | wijzigingsverzoek |
henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
henkyō-偏狭 | bekrompenheid; kleingeestigheid; kortzichtigheid; intolerantie |
henkyō-辺境 | grensgebied; afgelegen streek |
henkyoku-編曲 | muziek arrangement |
henmoku-編目 | titel van een hoofdstuk [boek] |
hennenshi-編年史 | kroniek |
henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
henpō-返報 | vergelding; wraak; repliek |
henshoku-変色 | verkleuring; verbleking |
henshokushita-変色した | verkleurd; vervaagd; verbleekt |
henshokusuru-変色する | verkleuren; verbleken; vervagen |
hensōkyoku-変奏曲 | variatie (verandering van een muzikaal thema binnen een muziekstuk) |
heonkigō-ヘ音記号 | f-sleutel (muziek) |
herazukuchi-減らず口 | onbeschaamd [brutaal] geklets |
herikutsu-屁理屈 | gebekvecht; haarkloverij; drogreden; verkeerde redenering; slecht argument |
heriosu-ヘリオス | Helios (zonnegod uit de Griekse mythologie) |
heriosukōpu-ヘリオスコープ | helioscoop; zonnekijker |
herumesu-ヘルメス | Hermes (figuur uit de Griekse Mythologie: zoon van Zeus, god van handel, reizigers en dieven) |
heta-下手 | onbekwaamheid; onhandigheid; ondeskundigheid |
heta-下手 | een onbekwaam [onhandig; ondeskundig] persoon |
hetchara-へっちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
heterosekushuaru-へテロセクシュアル | heteroseksueel |
heya-部屋 | kamer; vertrek |
hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
hiatari-日当たり | blootstelling aan de zon; plek in de zon |
hibachi-火鉢 | een hibachi (een stoof [brandertje; pot] van keramiek of ijzer met daarin een houtskoolvuurtje) |
hibiki-響き | resonantie; vibratie; akoestiek; kwaliteit van een geluid |
hibōchūshō-誹謗中傷 | laster; kwaadspreken; smaad; zwartmakerij |
hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
hichiriki-篳篥 | hichiriki, een Japans blaasinstrument (gemaakt van bamboe) gebruikt voor traditionele gagaku muziek |
hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
hidamari-日溜まり | een zonnige plek |
hidari-左 | links (politieke richting) |
hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
hidora-ヒドラ | Hydra (9-koppige slang uit de Griekse mythologie) |
hifubyō-皮膚病 | huidziekte; dermatose |
hifuen-皮膚炎 | dermatitis; huidontsteking |
higyō-罷業 | werkpauze; werkonderbreking |
hihan-批判 | kritiek |
hihansuru-批判する | bekritiseren |
hihokenbutsu-被保険物 | verzekerd object [artikel; eigendom] |
hihokensha-被保険者 | iemand die verzekerd is; iemand die een verzekering(polis) heeft |
hihon-秘本 | dierbaar boek (waar men zuinig op is en zelden aan anderen laat zien); geheim boek |
hihon-秘本 | pornografisch boek |
hihyō-批評 | kritiek; commentaar; recensie |
hijura-ヒジュラ | (Arab. hijrah) hidjra (de migratie van de islamitische profeet Mohammed en zijn volgelingen van Mekka naar Medina in 622) |
hikage-日陰 | onbekendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
hikage-日陰 | onbekendheid; onopvallendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
hikegiwa-引け際 | sluitingstijd; vertrektijd (van kantoor naar huis) |
hiken-比肩 | het gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
hikensuru-比肩する | gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
hikiage-引き上げ | terugtrekking; evacuatie |
hikiate-引き当て | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
hikidashi-引き出し | opname (van een bankrekening) |
hikidasu-引き出す | (ergens iets) uit halen [nemen; trekken]; naar buiten brengen [trekken] |
hikide-引き手 | bij boogschieten de rechterhand (die trekt) |
hikigane-引き金 | trekker [pal] (van een pistool, e.d.) |
hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
hikihanasu-引き離す | wegtrekken; uit elkaar halen; scheiden |
hikikomori-引き籠もり | mensen die zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
hikikomori-引き籠もり | het zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
hikimayu-引眉 | de natuurlijke wenkbrauwen verwijderen, en dan wenkbrauwen op het voorhoofd tekenen (Pre-modern Japan, m.n. in de Heian periode, 794-1185) |
hikimekagibana-引き目鉤鼻 | een schildertechniek voor het tekenen van menselijke gezichten (gebruikt in Yamato-e tijdens de Heian-periode) |
hikinaosu-引き直す | (een lijn) opnieuw trekken; herzien; weer veranderen |
hikinaosu-引き直す | verhuizen; verder trekken |
hikinobasu-引き伸ばす | uittrekken; verlengen; uitbreiden |
hikinuku-引き抜く | (iets ergens) uittrekken [uithalen] |
hikishimeru-引き締める | strakker maken; insnoeren; aantrekken (riem, touw, teugels, etc.) |
hikite-引き手 | iemand die trekt |
hikite-弾き手 | bespeler van een muziekinstrument |
hikitsukeru-引き付ける | fascineren; boeien; aantrekken; bekoren |
hikitsuru-引き攣る | krampen [zenuwtrekkingen] hebben |
hikizan-引き算 | aftrekking; vermindering |
hikka-筆架 | rek [standaard] voor schrijfpenselen |
hikkan-筆管 | penseelhouder (van glas e.d. om het schrijven tijdelijk te onderbreken) |
hikkei-必携 | handboek; handleiding |
hikkonuku-引っこ抜く | rukken; uitrukken; met kracht uittrekken; met kracht uitplukken ; met kracht eruit trekken |
hikkonuku-引っこ抜く | aantrekken; overhalen; (van de concurrentie) weglokken; wegkopen; afpakken; afsnoepen; wegkapen; headhunten |
hikkoshisoba-引っ越し蕎麦 | (lett. verhuisnoedels) boekweitnoedels (soba), traditioneel uitgedeeld aan de buren na een verhuizing; soba kan in het Japans ook betekenen: naast) |
hikōkai-非公開 | niet open voor publiek; gesloten; geheim; privé |
hikōkennin-被後見人 | beschermeling; ondertoezichtgestelde [handelingsonbekwame] persoon |
hikoku-被告 | gedaagde; verdachte; beklaagde |
hikokunin-被告人 | beklaagde; verweerder; beschuldigde; verdachte |
hikokuseki-被告席 | (jur.) beklaagenbank |
hiku-引く | trekken (aan); slepen; leiden (een paard, e.d.) |
hiku-引く | trekken (streep; kaart; lot; kabels) |
hiku-引く | trekken (fig.: aandacht, etc.) |
hiku-弾く | spelen (op een snaarinstrument of toetsinstrument); een muziekinstrument bespelen |
hikuhiku-ひくひく | krampachtig; stuiptrekkend |
hikute-引く手 | iemand die de aandacht trekt; iemand die bewonderd wordt; iemand die populair [in trek] is |
hikuteamata-引く手数多 | heel populair [in trek; gewild] zijn |
hikutsu-卑屈 | gemeen [stiekem; onderdanig; kruiperig] zijn |
hikyō-秘境 | onontgonnen [onontwikkeld; onbekend; afgelegen] gebied; buiten de geijkte paden |
hikyoku-秘曲 | geheime [esoterische] muziek |
hima-隙 | opening; spleet; ruimte; plek |
himaku-被膜 | membraan; vliesje; een laagje (dat iets bedekt) |
hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
hinan-非難 | kritiek; klacht; beschuldiging; blaam; afkeuring |
hinata-日向 | zonneschijn; zonrnige plek |
hinoshi-火熨斗 | (klassiek) strijkijzer (zonder elektra) |
hioi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hiooi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hipparu-引っ張る | trekken |
hippō-筆法 | compositieleer van teksten |
hippubōn-ヒップボーン | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
hippuhoppu-ヒップホップ | hiphop (muziekgenre) |
hippu・hangā-ヒップ・ハンガー | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
hirihiri-ひりひり | prikkelend [stekend; brandend] gevoel (van pijn) |
hīrō-ヒーロー | een ster (film; tv; sport); hoofdpersoon (van een boek) |
hiroba-広場 | plein; grote open publieke ruimte; forum |
hiroi-広い | weids, ruim; breed; uitgestrekt |
hiroyaka-広やか | weidsheid; uitgestrektheid |
hisho-避暑 | de zomerse hitte ontvluchten (door naar een koelere plek te gaan) |
hishokuminchika-非植民地化 | dekolonisatie |
hisoka-密か | geheim; heimelijk; stiekem; clandestien; privé |
hisokani-密かに | in het geheim, stiekem |
hissan-筆算 | papieren berekening |
hisshō-必勝 | een zekere overwinning |
hitasu-浸す | onderdompelen; doordrenken; weken; bevochtigen |
hitchi-筆致 | penstreek; schrijfstijl |
hiteisuru-否定する | ontkennen; tegenspreken |
hitō-秘湯 | (afgelegen) weinig bekende warme bron |
hitobarai-人払い | een privé-gesprek |
hitodama-人魂 | een (kleding)rekwisiet bij Kabuki om de illusie te wekken dat men door de lucht vliegt |
hitodanomi-人頼み | afhankelijk zijn van iemand anders; rekenen [vertrouwen] op iemand anders |
hitode-人出 | grote opkomst; menigte; publiek |
hitodebusoku-人手不足 | tekort aan personeel; tekort aan arbeiders |
hitofude-一筆 | een penseelstreek [pennenstreek] |
hitoiki-一息 | een pauze; onderbreking |
hitokuchibanashi-一口話 | een kort komisch verhaal; een korte anekdote |
hitomae-人前 | publiek; openbaar; (in) aanwezigheid van (andere) mensen |
hitome-人目 | publiek; openbaar; in de ogen van de wereld |
hitosagashi-人探し | zoekactie (om vermiste personen e.d. te vinden) |
hitosagashi-人探し | rekrutering; werving |
hitosawagase-人騒がせ | het (onnodig) ergernis [paniek] veroorzaken |
hitoshii-等しい | eender; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
hitouchi-一打ち | één klap [haal; streek; slag] |
hitoyose-人寄せ | het publiek trekken; publiekstrekker; attractie |
hitozuki-人好き | charme; aantrekkelijkheid |
hitsu-櫃 | grote kist; bak met deksel (vaak zonder scharnierverbindingen) |
hitsujin-筆陣 | stellingname (in een polemiek; pennenstrijd; twistgeschrift) |
hitto-ヒット | (computer) hit (iets vinden dat aan de opgegeven zoekcriteria voldoet; het aantal keren dat een website wordt bezocht) |
hittsume-引っ詰め | het haar achterover gekamd in een knot gebonden |
hiwa-秘話 | een geheim [onbekend] verhaal |
hiya-冷や | koude [gekoelde] sake |
hiya-冷や | koude gekookte rijst |
hiyakasu-冷やかす | plagen; de draak steken met; voor de gek houden |
hiyakasu-冷やかす | weken [afkoelen] in koud water |
hiyameshi-冷や飯 | koude gekookte rijst |
hiyamizu-冷や水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
hiyoke-日除け | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hiyowai-ひ弱い | zwak; broos; teer; ziekelijk |
hizakake-膝掛け | schootdeken |
hizara-火皿 | kruitpan (onderdeel antiek vuurwapen) |
hizazume-膝詰め | face to face; vis-à-vis; direct [recht] tegenover elkaar; rechtstreeks [persoonlijk] contact |
hizuke-日付 | datering; dagtekening |
hizumi-歪み | vervorming; verdraaiing; kromtrekking; afwijking |
hō-法 | manier; methode; techniek; etiquette |
hōbun-法文 | juridische tekst |
hōdai-邦題 | Japanse titel (van buitenlandse films of muziekstukken) |
hōdan-法談 | boeddhistische preek [verhandeling; dialoog] |
hofumanhōshiki-ホフマン方式 | de Hoffmann methode (soort financiële berekeningsmethode) |
hōfutsu-訪仏 | bezoek aan Frankrijk; het bezoeken van Frankrijk |
hōgaku-邦楽 | (traditionele) Japanse muziek |
hogaraka-朗らか | vrolijk; opgewekt; stralend; schitterend |
hogeta-帆桁 | (scheepv.) ra; giek |
hōgo-法語 | boeddhistische preek |
hogobyō-保護猫 | (uit een dierenasiel) pleegkat; adoptiekat |
hōhatsu-蓬髪 | onverzorgd [slonzig; ongekamd; warrig] haar |
hōhitsu-方筆 | hoekig schrift in kalligrafie |
hojikuru-穿る | onderzoeken; onder de loep nemen |
hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
hōjutsu-方術 | middel; manier; methode; wijze; techniek |
hokahoka-ほかほか | (onomatopee) stomend; (lekker) warm |
hōkei-方形 | vierkant; vierhoek |
hoken-保険 | verzekering; assurantie |
hokengaisha-保険会社 | verzekeringsmaatschappij |
hokenkakekin-保険掛金 | verzekeringspremie |
hokennendo-保険年度 | verzekeringsjaar |
hokenryō-保険料 | verzekeringspremie |
hokenshōken-保険証券 | verzekeringspolis |
hokenshōsho-保険証書 | verzekeringspolis |
hokidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
hokinsha-保菌者 | een drager van een bacterie [ziekte] |
hōkō-彷徨 | het (rond)zwerven; rondtrekken; dolen; dwalen |
hōkōsuru-彷徨する | (rond)zwerven; rondtrekken; dolen; dwalen |
hōkōtanchiki-方向探知器 | radar; radiopeiler; richtingzoeker (radiosignalen) |
hōkōtenkan-方向転換 | verandering van richting [koers] (ook fig.); ommekeer; radicale verandering |
hokuriku-北陸 | Hokuriku gebied [streek] (bestaat uit de prefecturen Fukui, Ishikawa, Toyama en Niigata) |
hokuro-黒子 | moedervlek; wrat; naevus [nevus] |
hōmon-法文 | boeddhistische tekst (zoals soetra's, e.d.) |
hōmon-訪問 | bezoek; visite |
hōmonsuru-訪問する | bezoeken; langs gaan (bij); op visite gaan |
homosekushuaru-ホモセクシュアル | homoseksueel |
hōn-ホーン | hoorn (muziekinstrument) |
hon-本 | boek; boekdeel; script |
honbako-本箱 | boekenkist; boekenkast |
honban-本番 | (live) optreden (voor een publiek); tijdstip van handeling [actie e.d.]; filmopname |
honbun-本文 | originele tekst; brontekst (in boek, document; brief, etc.) |
honbun-本文 | hoofdtekst |
hondana-本棚 | boekenkast; boekenplank |
honenashi-骨無し | rachitis; Engelse ziekte; iem. die lijdt aan rachitis |
hōnichi-訪日 | een bezoek aan Japan; het bezoeken van Japan |
honkadori-本歌取り | het componeren van een Japans gedicht waarin de woorden en ideeën van oude, bekende [beroemde] gedichten worden verwerkt |
honkī・tonku-ホンキー・トンク | Amerikaanse pianomuziek-stijl |
honmō-本望 | lang gekoesterde wens; ultieme droom |
honmon-本文 | originele tekst; brontekst (in boek, document; brief, etc.) |
honmon-本文 | hoofdtekst |
honpō-本法 | (in juridische teksten een term die wordt gebruikt om naar de wet zelf te verwijzen) deze wet |
honrai-本来 | oorspronkelijk [intrinsiek; op zich zelf staand] zijn |
honryō-本領 | kenmerk; karakteristiek; (speciale) eigenschap; specialiteit |
honshitsu-本質 | ware aard [natuur]; essentie (van iets); intrinsieke [wezenlijke] kwaliteit [waarde] |
honsho-本書 | hoofdtekst; hoofddocument |
honsho-本書 | het origineel; de brontekst |
honsho-本書 | officieel document; officiële tekst |
honsho-本書 | dit boek; deze boeken |
honuno-帆布 | canvas; zeildoek |
hon'ya-本屋 | boekenwinkel; uitgeverij |
hōō-訪欧 | een bezoek aan Europa |
hookaburi-頬被り | een hoofddoek; doek om je hoofd (geknoopt) |
hookaburi-頬被り | het je kop in het zand steken [doen alsof je iets niet weet] |
hookaburisuru-頬被りする | een doek om je hoofd knopen |
hookaburisuru-頬被りする | je kop in het zand steken; doen alsof je iets niet weet |
hoozuki-酸漿 | Lampionplant (Physalis alkekengi var. francheti) |
hora-ほら | (uitroep om iemands aandacht te trekken) hé; hallo |
hōrinageru-放り投げる | het tussentijds eindigen; onderbreken |
horisageru-掘り下げる | grondig onderzoeken; tot op de bodem uitzoeken |
horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
hōrudoappu-ホールドアップ | handen omhoog (als teken van overgave, of het bevel daartoe) |
horun-ホルン | hoorn (muziekinstrument) |
hōshareikyaku-放射冷却 | radiatiekoeling; stralingskoeling |
hoshiashige-星葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
hoshiba-干し場 | plek om dingen te laten drogen; droogruimte; droogplaats |
hoshii-糒 | rijst die eerst gaargestoomd is en daarna gedroogd (makkelijk mee te nemen op reis en klaar om te eten na het te weken in water) |
hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
hoshō-保障 | garantie; zekerheid |
hoshōsuru-保証する | garanderen; verzekeren; instaan (voor); garant [borg] staan |
hoshōsuru-保障する | zekeren; veilig stellen |
hōshu-法主 | hoofdpriester; hoofd van een boeddhistische sekte |
hosonagai-細長い | langwerpig; uitgerekt; lang en smal |
hossa-発作 | aanval (v.e. ziekte); attaque; toeval |
hosshinchifusu-発疹チフス | tyfus; vlektyfus |
hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
hōten-宝典 | waardevol boek; thesaurus |
hōten-法典 | wetboek |
hōtō-朋党 | groepering; groep; kliek; aanhang |
hōtō-朋党 | (Chin.) politieke partij |
hototogisu-杜鵑 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
hottokēki-ホットケーキ | soort Amerikaanse pannenkoek |
hotto・pantsu-ホット・パンツ | hotpants (strakke korte broek) |
hotto・rain-ホット・ライン | hotline (rechtstreekse [directe] communicatie- [telefoon] verbinding |
hotto・roddo-ホット・ロッド | hot rod (opgevoerde klassieke auto) |
hōwa-法話 | religieuze verhandeling; preek |
howaitoningu-ホワイトニング | het wit maken; bleken |
hoya-火屋 | metalen deksel (met gaatjes) van wierookbrander |
hyakkiyakō-百鬼夜行 | een hels spektakel; ware hel; verschrikkelijke chaos |
hyakudomairi-百度参り | het 100 keer bezoeken van een schrijn of tempel (om te bidden) |
hyōhakuzai-漂白剤 | bleekmiddel; bleek |
hyōhonchōsa-標本調査 | steekproefonderzoek |
hyōimoji-表意文字 | ideogram; begripteken |
hyōjunhensa-標準偏差 | (statistiek) standaardafwijking; standaarddeviatie |
hyōkason-評価損 | waardeverlies; boekwaardeverlies |
hyōki-標記 | markering; merkteken |
hyōmei-表明 | verklaring; uiting; bekendmaking |
hyōonmoji-表音文字 | fonetisch teken [symbool]; fonetisch schrift |
hyōrōzeme-兵糧攻め | uithongeringspolitiek; oorlogstactiek van uithongeren |
hyōshi-拍子 | muziekmaat; ritme; tempo |
hyōshi-表紙 | cover; omslag (van een boek of tijdschrift) |
hyōshiki-標識 | verkeersbord; verkeersteken; markering; baken |
hyūman・rirēshonzu-ヒューマン・リレーションズ | (Eng.: human relations) menselijke betrekkingen [relaties] |
hyūzu-ヒューズ | (elektriciteit) zekering; stop |
iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
ibasho-居場所 | de plek [locatie] waar men zich bevindt |
ibasho-居場所 | de eigen plek [plaats] van iemand; de plek waar men zich thuisvoelt |
ibiridasu-いびり出す | (iem.) dwingen te vertrekken; naar buiten werken; wegpesten |
ibun-異文 | variant van een tekst; ander [afwijkend] document |
ichamon-いちゃもん | klacht; geklaag; geruzie |
ichi-一 | een; een bepaalde; een zekere; één of andere |
ichibu-一部 | exemplaar (van een boek, document, etc.) |
ichigen-一見 | eerste bezoek (van een klant, b.v. in een restaurant) |
ichigoichie-一期一会 | een unieke belangrijke ontmoeting |
ichigū-一隅 | een hoek |
ichijiikku-一字一句 | één letter [kanji; schriftteken] en één woord |
ichijiteishi-一時停止 | tijdelijke onderbreking; pauze; schorsing; opschorting; stopzetting |
ichijō-一場 | één plaats [plek; moment]; de plek |
ichijō-一定 | zeker; werkelijk; wis en waarachtig |
ichijō-一条 | één clausule [passage] (in een boek) |
ichimi-一味 | bende; groepering; samenzwering; kliek; kartel |
ichimon-一門 | (behorend tot) dezelfde boeddhistische orde [school; sekte] |
ichimon'oshimi-一文惜しみ | een gierigaard; vrek |
ichimyaku-一脈 | connectie; verbinding; keten; reeks |
ichionichigisetsu-一音一義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
ichiren-一聯 | een reeks; serie (vragen); een opeenvolging van (gebeurtenissen) |
ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
ichiro-一路 | rechte weg; rechtstreeks |
ichiryū-一流 | top; eerste [hoogste] klas [niveau]; unieke kwaliteit |
ichiryūkigyō-一流企業 | toponderneming; eersteklas bedrijf |
ichiyazuke-一夜漬け | in één nacht ingemaakt [ingelegd; gepekeld] |
idōkibō-異動希望 | verzoek tot overplaatsing |
idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
idōsaki-異動先 | bestemming [plek] van overplaatsing |
idōtoshokan-移動図書館 | (stedelijke) bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek |
iemoto-家元 | hoofd van een school (muziek; dans, theatergroep, etc.) |
ien-胃炎 | gastritis (ontsteking in de maag) |
ierō・jānarizumu-イエロー・ジャーナリズム | riooljournalistiek; boulevardjournalistiek |
ierō・pēpā-イエロー・ペーパー | sensatiekrant |
ierō・puresu-イエロー・プレス | sensatiepers; riooljournalistiek |
ietsuki-家付き | een eigen huis hebben; aan een huis verbonden zijn; bij een huis behorend; bij een familie intrekken |
igi-意義 | betekenis van een woord [frase; zin] |
igi-異義 | een andere betekenis |
igo-以後 | van nu af aan; hierna; voortaan; in de toekomst |
igunisshon-イグニッション | ontsteking; ontbranding |
igunisshon-イグニッション | (in een auto) ontsteking; contactknop |
iguzaminēshon-イグザミネーション | onderzoek; keuring |
ihen-韋編 | leren boekbindkoord; een boek ingebonden met leren koord |
ihichiōru-イヒチオール | ichtyol (of ichthammol of ammoniumbituminosulfonaat, ontstekingremmend middel in zalf) |
ii-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
iiai-言い合い | ruzie; discussie; twistgesprek; woordenwisseling |
iiawaseru-言い合わせる | (van te voren) afspreken [overeenkomen] |
iiayamaru-言い誤る | zich verspreken; (iets) verkeerd [fout] zeggen |
iidasu-言い出す | beginnen met praten; als eerste spreken |
iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
iigusa-言い草 | gespreksonderwerp |
iikagen-いい加減 | willekeur; onverantwoordelijkheid |
iikakeru-言いかける | (iem.) aanspreken; toespreken; spreken tot; zich richten tot |
iikata-言い方 | spreekwijze; zegswijze; manier van praten |
iikawasu-言い交わす | een gesprek hebben met; gedachten wisselen met; beloftes uitwisselen |
iikurumeru-言い包める | iem. voor de gek houden; iem. iets wijs maken; iem. ompraten; iem. overhalen iets te doen |
iimorasu-言い漏らす | zich verspreken; een geheim verraden [verklappen] |
iinasu-言い做す | iets laten klinken alsof; (iets zeggen en daarbij) de indruk wekken dat |
iinokosu-言い残す | een testament achterlaten; je laatste woorden spreken |
iiowaru-言い終わる | stoppen [klaar zijn] met spreken; afronden |
iishiburu-言い渋る | aarzelen om te zeggen; met tegenzin spreken |
iisokonau-言い損なう | zich verspreken |
iiwatasu-言い渡す | (een vonnis) uitspreken; bekendmaken |
iiyō-言い様 | manier van spreken |
iizama-言い様 | manier van spreken |
ījī・risuningu-イージー・リスニング | gemakkelijk in het gehoor liggende muziek |
ījī・risuningu・myūjikku-イージー・リスニング・ミュージック | gemakkelijk in het gehoor liggende muziek |
ijō-以上 | Het einde. (tekst in boeken, catalogi, etc.) |
ijōseiyoku-異常性欲 | hyperseksualiteit; abnormale seksuele drang |
ikarosu-イカロス | Icarus (figuur uit de Griekse mythologie) |
ikaru-斑鳩 | maskerdikbek (zangvogel, Eophona personata) |
ikataru-胃カタル | maagcatarre; gastritis; ontsteking van het maagslijmvlies |
ikatsui-厳つい | streng; onbuigzaam; grof; hoekig |
iken-遺賢 | een bekwaam persoon die niet door de overheid in dienst wordt genomen (maar in de private sector werkt) |
ikenai-いけない | fysiek niet tegen alcohol kunnen |
ikeru-埋ける | een (houtskool)vuur met as bedekken om het te laten smeulen |
ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
ikigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
ikiiki-生き生き | levendig; energiek |
ikiikishita-生き生きした | levendig; energiek; actief |
ikijibiki-生き字引 | wandelend woordenboek; wandelende encyclopedie |
ikikenkō-意気軒昂 | opgetogen [opgewekt] zijn |
ikiutsushi-生き写し | evenbeeld; sprekende gelijkenis |
ikken-一件 | actueel onderwerp; het bekende geval |
ikō-衣桁 | kledingrek (specifiek voor kimono's) |
ikokujin-異国人 | exentriekeling; zonderling |
ikōru-イコール | isgelijkteken (=) |
iku-行く | gaan; vertrekken |
iku-行く | bezoeken; bijwonen |
ikuraka-幾らか | tot op zekere hoogte; in zekere mate; deels |
ikusei-育成 | het fokken (van dieren); het kweken (van planten) |
ikutamōru-イクタモール | ichthammol (of ammoniumbituminosulfonaat of ichthyic, ontstekingremmend middel in zalf) |
imagawayaki-今川焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
imējingu・tekunorojī-イメージング・テクノロジー | beeldvormingstechnieken |
imēji・sābei-イメージ・サーベイ | beeldonderzoek; imago onderzoek |
imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
imibukai-意味深い | (heel) betekenisvol |
imiron-意味論 | semantiek; betekenisleer |
imishinchō-意味深長 | met diepe [geheime] betekenis |
imochibyō-稲熱病 | (Magnaporthe grisea) rijstschimmel; rijstrothals; rijstzaailingziekte |
imon-慰問 | bezoek (uit medeleven) aan een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft |
imonsuru-慰問する | (uit medeleven) een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft bezoeken |
inaorigōtō-居直り強盗 | een inbreker die als hij betrapt wordt gewelddadig wordt |
inase-鯔背 | energieke [knappe; goedgeklede] jongeman |
inbaundo-インバウンド | bezoek aan Japan door buitenlandse toeristen |
inbenshon-インベンション | inventie (contrapuntische muziekvorm) |
inboisu-インボイス | factuur; rekening |
inbu-陰部 | schaamstreek; genitaliën |
inchō-院長 | directeur (v.e. ziekenhuis); abt (van een klooster) |
indakushon-インダクション | (elektrotechniek) inductie |
indasutoriaru・dainamikkusu-インダストリアル・ダイナミックス | industriële dynamiek (het gebruik van computers om de economische activiteiten van een onderneming te simuleren) |
indīzu-インディーズ | (independent film, music) onafhankelijk muzieklabel, film, etc. |
indoa-インドア | binnen; binnenshuis; overdekt; (sport) indoor |
infōmanto-インフォーマント | informant; informatieverstrekker; informatiebron |
infomēshon・gyappu-インフォメーション・ギャップ | informatiekloof |
infurēshon・gyappu-インフレーション・ギャップ | inflatiekloof |
infure・gyappu-インフレ・ギャップ | inflatiekloof |
ingai-院外 | buiten het parlement [ziekenhuis] |
ingaidan-院外団 | leden van een politieke partij die geen zetel hebben in het parlement |
ingin-慇懃 | vriendschap; (seksuele) intimiteit |
inji-印字 | drukletter; het (af)drukken van tekens [letters] |
inkamu・akaunto-インカム・アカウント | (Eng.: income account) inkomensrekening |
inkōnā-インコーナー | binnenhoek; binnenste hoek |
inkuwaiarī-インクワイアリー | (Eng.: inquiry) onderzoek |
innai-院内 | In [binnen] het ziekenhuis |
inochishirazu-命知らず | roekeloosheid; onstuimigheid |
inoshishimusha-猪武者 | waaghals; durfal; roekeloze persoon |
inrē-インレー | inlegwerk; mozaïek |
inryoku-引力 | aantrekkingskracht; zwaartekracht |
inshibunseki-困子分析 | factoranalyse (statistiek) |
inshōhihyō-印象批評 | subjectieve [op indrukken gebaseerde] kritiek |
inshōteki-印象的 | veelzeggend [indrukwekkend] zijn |
inshuransu-インシュランス | verzekering; assurantie |
insō-印相 | mudra (symbolische handsymboliek bij beelden in verschillende godsdiensten, o.a. Boeddhisme) |
insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
intā-インター | interview; vraaggesprek |
intābaru-インターバル | (muziek) interval |
intābijon-インタービジョン | intervisie (een georganiseerd gesprek tussen een kleine groep vakgenoten) |
intabyū-インタビュー | interview; vraaggesprek |
intaisuru-引退する | terugtreden; met pensioen gaan; zich terugtrekken uit het openbare leven |
intākūrā・enjin-インタークーラー・エンジン | luchtgekoelde motor |
intarogēshon・māku-インタロゲーション・マーク | vraagteken |
intārūdo-インタールード | (muziek) intermezzo |
intārūdo-インタールード | onderbreking, interval; pauze |
interu-インテル | interlinie (bij boekdrukkerij, metalen plaatje om regels te scheiden) |
intoro-イントロ | (muziek) intro |
inu-往ぬ | vertrekken; weggaan |
inu-戌 | de Hond (elfde van de twaalf tekens van de Chinese dierenriem) |
inukuguri-犬潜り | een gat in hek of heg, waardoor hond in en uit kan lopen |
inzei-印税 | royalty (percentage van de opbrengsten van een boek) |
in'yōfu-引用符 | aanhalingsteken(s) |
in'yoku-淫欲 | lust; seksueel verlangen; begeerte |
in・hai-イン・ハイ | afk. voor Inter-high, nationaal atletiektoernooi voor middelbare scholen dat twee keer per jaar wordt gehouden |
ionbin-イ音便 | (taalkunde) eufonische verandering (waarbij de medeklinkers k, g, sh, of r voor de -i wegvallen, b.v. 聞きて wordt 聞いて) |
ippa-一波 | de eerste golf (van een reeks) |
ippa-一派 | een school; partij; factie; sekte |
ippan-一斑 | een vlek; spikkel |
ippankaikei-一般会計 | boekhouding van algemene inkomsten en uitgaven bij nationale en lokale overheden |
ippī-イッピー | (Youth International Party + hippie) hippie met politieke interesses |
ippon-一本 | één boek |
irai-以来 | van nu af aan; in de toekomst |
irai-依頼 | verzoek; opdracht; aanvraag |
iraisuru-依頼する | vragen; verzoeken |
irasshaimase-いらっしゃいませ | (bevel of dringend verzoek) kom [ga] alstublieft |
irasuto-イラスト | illustratie; tekening; plaat(je) |
irasutorētā-イラストレーター | illustrator; illustratietekenaar |
irechigau-入れ違う | op de verkeerde plek zijn; verwisseld [omgekeerd] zijn |
ireihi-慰霊碑 | cenotaaf (leeg grafmonument); gedenkteken |
iribitaru-入り浸る | regelmatig [vaak] bezoeken (een bar, etc.) |
irie-入り江 | inham; kreek; baai |
irishio-入り潮 | eb; laagtij; laagwater; terugtrekkend tij [water] |
irizake-煎り酒 | een saus van bonito vlokken en zure pruimen, gekookt in sake |
irogami-色紙 | gekleurd papier |
irogarasu-色ガラス | gekleurd glas |
irogurui-色狂い | seksmaniak |
irojiro-色白 | met lichtgekleurde huid; blank; blond |
iroke-色気 | sexappeal; seksuele aantrekkelijkheid |
irokichigai-色気違い | erotomanie; hyperseksualiteit; nymfomanie |
irokichigai-色気違い | seksmaniak |
iromegane-色眼鏡 | gekleurde bril; zonnebril |
iromeku-色めく | wankelen; weifelen; onzeker worden |
iromono-色物 | gekleurde stoffen [kleding] |
irotsukino-色つきの | gekleurd |
iroyoi-色好い | helder [fel] gekleurd |
irusu-居留守 | het doen alsof je niet thuis bent (voor bezoekers) |
iryūhin-遺留品 | (bij politieonderzoek) voorwerpen die zijn achtergelaten door de dader; eigendommen van het slachtoffer; gevonden voorwerpen |
isei-威勢 | kracht; sterkte; energie; opgewektheid |
iseiai-異性愛 | heteroseksualiteit |
ishikeri-石蹴り | hinkelen; hinkelspel (waarbij kinderen een steentje schoppen op vlakken die op de grond zijn getekend) |
ishō-衣装 | kleding; broek; rok; kimono |
isho-遺書 | nagelaten werken [boeken; manuscripten] |
isoiso-いそいそ | (onomatopee) opgewekt; vrolijk; blij; luchthartig; opgewonden [huppelend] van blijdschap |
isseichidai-一世一代 | één keer in je leven; uniek; eenmalig |
issekinichō-一石二鳥 | (spreekwoord) twee vliegen in één klap slaan |
isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
isshitsu-一室 | een zekere [een of andere] kamer |
issho-一書 | één boek [document; brief] |
issho-一書 | een boekwerk; boekdeel |
issho-一書 | een bepaald boek |
isshokusokuhatsu-一触即発 | kritieke toestand; explosieve situatie |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
isshū-一週 | een week |
isshūkan-一週間 | een (1) week |
isuka-交喙 | kruisbek (soort vink: Loxia curvirostra) |
itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
itabuki-板葺き | houten dakbedekking [dakspanen]; dak met houten betimmering |
itadakimasu-頂きます | bedankt voor dit lekkere eten [deze maaltijd] |
itai-異体 | ander [niet-identiek] lichaam |
itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
itamae-板前 | de plek in de keuken waar de snijplank gebruikt wordt |
itamu-悼む | rouwen; treuren; weeklagen |
itaranaiten-至らない点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
itaranuten-至らぬ点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
itatsuki-労 | ziekte; aandoening |
itawaru-労る | rekening houden (met); begrip tonen; meevoelen |
itawashii-労しい | hartverscheurend; zielig; beklagenswaardig; meelijwekkend |
itazuki-労き | ziekte; aandoening |
itazura-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
itazuragoto-徒言 | onzin; wartaal; holle frasen; geklets |
itchōisseki-一朝一夕 | in korte tijd; in een vloek en een zucht; in één dag |
itokiriba-糸切り歯 | hoektand; oogtand |
itonami-営み | (eufemisme voor) seks |
itoshii-愛しい | zielig; meelijwekkend |
itsurakuseikatsu-逸楽生活 | levensstijl waarbij men vooral op zoek is naar vermaak en plezier |
itsuwa-逸話 | anekdote |
ittei-一定 | constant [vast; zeker; bepaald; gebruikelijk; uniform] zijn |
itteiji-一丁字 | een (enkele) letter; een (enkel) teken [karakter] |
ittō-一等 | eersteklas; eersterangs; de beste |
ittōshin-一等親 | eerstegraads verwantschap [familiebetrekkingen]; naaste bloedverwant |
iu-言う | zeggen; praten; spreken |
iunareba-言うなれば | zogezegd; bij wijze van spreken; om zo te zeggen |
iutokorono-言うところの | wat men noemt; zoals het genoemd wordt; de zogenaamde; bekend (staand) als; bij wijze van spreken |
iwaba-岩場 | rotsachtig terrein [gebied]; plek met steile rotswand(en) |
iwaba-言わば | zo gezegd; als het ware; bij wijze van spreken; in zekere zin |
iwan'ya-況んや | nog (veel) meer; laat staan dat, om maar niet te spreken van; om nog maar te zwijgen over |
iwataobi-岩田帯 | een band [doek] die door zwangere vrouwen gedragen wordt rond de buik (vanaf de vijfde maand van de zwangerschap) |
iwazumogana-言わずもがな | het spreekt vanzelf [hoeft niet gezegd te worden] |
iyagaru-嫌がる | een hekel [afkeer; tegenzin] hebben (om iets te doen) |
iyaki-嫌気 | hekel; afkeer |
iyōgazō-医用画像 | beeldvormend medisch onderzoek; medische beeldvorming |
izaisoku-居催促 | weigering om te vertrekken [weg te gaan] (tot men zijn zin [betaling] heeft gekregen |
izanau-誘う | uitnodigen; verzoeken; aanbevelen |
izu-出ず | (arch.) naar buiten gaan [komen]; weggaan; vertrekken, etc. |
izu-出づ | op pad gaan; vertrekken |
izu-出づ | (opnieuw) verschijnen; opkomen; ontdekt [onthuld] worden; naar buiten komen (fig.) |
izuminetsu-泉熱 | Izumi koorts (infectieziekte vergelijkbaar met roodvonk) |
ī・komāsu-イー・コマース | elektronische handel; webhandel |
ī・mēru-イー・メール | e-mail; elektronische post |
ī・tī・dī-イー・ティー・ディー | (estimated time of departure) verwachtte vertrektijd |
jabara-蛇腹 | blaasbalg; trekbalg van een accordeon; geplooide balg van een oude camera |
jaken-邪見 | slechte [verkeerde] manier van bekijken [denken] |
jaketto-ジャケット | boekomslag; platenhoes |
jakuden-弱電 | zwakstroom (elektrische stroom met lage spanning) |
jakuten-弱点 | zwak punt; zwakke plek; tekortkoming |
jamon-蛇紋 | gevlekt patroon (lijkend op een slangenvel) |
jānarisutikku-ジャーナリスティック | journalistiek; journalistisch |
jānarizumu-ジャーナリズム | de journalistiek |
janguru・jimu-ジャングル・ジム | klimrek (Engels: jungle gym) |
japan・basshingu-ジャパン・バッシング | zware kritiek op Japan; het afkraken van Japan (vooral op economisch gebied) |
jazu-ジャズ | jazz (muziek) |
ji-字 | schriftteken; (Chinees) karakter; handschrift |
ji-字 | geschreven tekst |
jibiki-字引 | woordenboek |
jibu・kurēn-ジブ・クレーン | topkraan; armkraan; giekkraan |
jidaimono-時代物 | een antiek [historisch] voorwerp [object] |
jidōbungaku-児童文学 | (vanaf 1920) kinderliteratuur; boeken voor kinderen |
jidōfurikomi-自動振込 | automatische incasso [overschrijving] door de bank (met machtiging van de rekeninghouder) |
jidōsho-児童書 | kinderboek |
jifu-自負 | trots; zelfverzekerdheid |
jigen-次元 | perspectief; invalshoek; oogpunt; niveau |
jigi-字義 | woordbetekenis |
jihaku-自白 | bekentenis |
jihitsu-自筆 | eigen schrijfwerk; (eigen) handtekening |
jihyō-辞表 | ontslagbrief (ingediend door een werknemer); verzoekschrift (voor ontslagneming) |
jiito-地糸 | draad die niet fabrieksmatig wordt gesponnen (traditioneel vaak gedaan als nevenactiviteit in o.a. het boerenbedrijf) |
jijōnomajiwari-爾汝の交わり | goed bekend [bevriend] met elkaar zijn (zodat men elkaar met jij en jouw aanspreekt); familiair omgaan met elkaar |
jika-自火 | een brand in eigen huis; een vuur [brand] die in iemands eigen huis uitbreekt |
jikadanpan-直談判 | directe onderhandeling [bespreking]; persoonlijk gesprek [interview] |
jikahatsuden-自家発電 | eigen (thuis) energieopwekking |
jikaku-字画 | (het aantal) penseelstreken van een kanji |
jikihitsu-直筆 | handtekening; handschrift |
jikisho-直書 | eigen handschrift [geschreven tekst]; handtekening |
jikisho-直書 | zelf geschreven verklaring met ondertekening [handtekening] |
jikkyōkenbun-実況見分 | politieonderzoek op de plaats van een misdrijf met instemming van de betrokkenen (zonder een gerechtelijke of wettige machtiging) |
jikohihan-自己批判 | zelfkritiek |
jikokabushiki-自己株式 | eigen aandelen die zijn teruggekocht door een bedrijf |
jikokenji-自己顕示 | het de aandacht trekken; aandacht op zichzelf vestigen; proberen op te vallen |
jikomen'ekishikkan-自己免疫疾患 | auto-immuunziekte |
jikyō-自供 | (vrijwillige) bekentenis |
jikyo-辞去 | het vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
jikyosuru-辞去する | vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
jimei-自明 | vanzelfsprekendheid; duidelijkheid |
jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jimoto-地元 | nabije plaats [buurt; wijk; streek] |
jimu-ジム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
jimunajiumu-ジムナジウム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
jin-壬 | het negende zodiac teken |
jinaoshi-地直し | het voorbehandelen van stoffen om krimp of rek te voorkomen |
jinbutsu-人物 | personage; karakter (in boeken, film, theater) |
jinchūmimai-陣中見舞い | een helpend [aanmoedigend] bezoek aan soldaten aan het front |
jinchūmimai-陣中見舞い | een helpend [aanmoedigend] bezoek aan mensen die hard moeten werken |
jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
jingasaren-陣笠連 | gewone leden [het kader] van een politieke partij |
jinin-自認 | erkenning; bekentenis |
jinjin-じんじん | tintelend [pijnlijk; verdoofd; stekend] gevoel |
jinkōchūzetsu-人工中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
jinkōeiyō-人工栄養 | kunstmatige voeding (bij zieken) |
jinkōninshinchūzetsu-人工妊娠中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
jinkusu-ジンクス | vloek; ongeluksbode |
jinoshi-地伸し | het voorbehandelen van stoffen om krimp of rek te voorkomen |
jinrin-人倫 | menselijke betrekkingen [relaties]; moraliteit, |
jinshō-腎症 | (symptomen van) nierziekte; nefropathie |
jintaijikken-人体実験 | experimenteren op mensen; onderzoek met menselijke proefpersonen |
jinzai-人材 | een bekwaam [kundig; getalenteerd] persoon |
jīnzu-ジーンズ | spijkerbroek; jeans |
jiomanshī-ジオマンシー | geomatiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
jirijiri-じりじり | beetje bij beetje; stap voor stap; langzaam maar zeker; langzamerhand; geleidelijk |
jirijiri-じりじり | geknetter; gesis; sissend [knetterend] geluid |
jirin-辞林 | woordenboek |
jirojiro-じろじろ | (onomatopee) starend; nauwkeurig bekijkend |
jiryoku-磁力 | magnetische kracht; magnetische aantrekkingskracht |
jishaku-字釈 | verklaring [uitleg] van de betekenis van kanji |
jisho-字書 | kanji woordenboek (met schrijfvolgorde, lezing, betekenis, e.d.) |
jisho-字書 | (algemeen) woordenboek |
jisho-自書 | eigen schrijfwerk; (eigen) handtekening |
jisho-自署 | (eigen) handtekening [ondertekening] |
jisho-辞書 | woordenboek |
jisho-辞書 | woordenboek voor kanji [of woorden] met schrijfvolgorde, lezing en betekenis |
jishohenshū-辞書編集 | lexicografie; het samenstellen van een woordenboek |
jishohenshūsha-辞書編集者 | lexicograaf; samensteller van een woordenboek |
jishoku-辞色 | iemands taalgebruik en uiterlijke verschijning [gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking] |
jisshō-実正 | (vastgesteld) feit; zekerheid; waarheid |
jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
jisshukyōgi-十種競技 | (atletiek) tienkamp; decatlon |
jisuru-辞する | vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
jiten-辞典 | (vanaf de Meiji periode en in titels) woordenboek |
jitsuen-実演 | opvoering; optreden (voor publiek) |
jitsugi-実技 | praktische bekwaamheid [vaardigheid] |
jitsuni-実に | werkelijk; echt; feitelijk; zeker |
jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jō-場 | (in kanji combinaties) plaats; plek; locatie |
jō-譲 | (in samenstellingen) geven; overhandigen; toekennen; doorgeven; verkopen |
jōdan-上段 | bovendek; podium; loge |
jōgi-定規 | liniaal; tekenhaak; tekendriehoek |
jōha-縦波 | longitudinale (elektromagnetische) golf |
johō-除法 | deling (rekenkunde) |
jōhōkōgaku-情報工学 | informatica; computer techniek; information engineering |
jōji-畳字 | herhaalsymbool; herhalingsteken voor kanji of kana (々; ゝ) |
jōjin-常人 | een gewone [middelmatige] persoon; iemand met middelmatige talenten of bekwaamheden |
jojishi-叙事詩 | epiek; epische poëzie |
jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
jōkenzukenatsuinshōsho-条件付捺印証書 | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
jōko-上古 | verre [klassieke] oudheid; ver verleden |
jokō-女工 | fabrieksarbeidster |
jōkū-上空 | lucht; luchtstreek; hemel; firmament |
jonin-叙任 | ambtsbekleding; investituur; (plechtige) inhuldiging |
jōnin-常任 | vaste positie [betrekking; baan] |
jōraku-上洛 | naar Kyoto gaan; Kyoto bezoeken |
jōruri-浄瑠璃 | (m.n. bij bunraku poppentheater) traditionele Japanse verhalende muziek (waarbij de verteller (tayū) zingt o.b.v. een shamisen) |
josanjo-助産所 | kraamkliniek |
joseisabetsu-女性差別 | vrouwendiscriminatie; seksisme |
jōseki-定席 | vaste [reguliere] plek [stoel; plaats; ruimte] |
jōseki-定石 | een vaste zet [reeks zetten] bij go of Japans schaken; een standaard tactiek [methode; formule] |
joshō-叙唱 | recitatief (verhalend deel in opera, oratorium, e.d.); het zingend spreken |
jōsho-浄書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie maken (in schoonschrift) |
josūshi-助数詞 | counter: een woord of suffix dat wordt gekoppeld aan een telwoord (de verschillende counters geven de soorten van het getelde object aan) |
jōten-上天 | de schepper (in religieuze betekenis); God in de hemel |
jōtō-上等 | hoge [uitstekende] kwaliteit; excellentie |
jōtoteitō-譲渡抵当 | overdrachtshypotheek; overdraagbare hypotheekvordering |
jōyoku-情欲 | lust; (seksueel) verlangen; passie |
jōzu-上手 | bekwaamheid; expertise |
jōzu-上手 | een bekwaam persoon; expert; vakman |
jū-柔 | zachtheid; breekbaarheid; teerheid |
jubaku-呪縛 | bezwering; betovering; vervloeking |
jūbyō-重病 | ernstige ziekte [aandoening] |
jūbyō-重病 | (afk. voor) ernstig zieke patiënt |
jūbyōkansha-重病患者 | ernstig zieke patiënt |
judai-入内 | het betreden van het keizerlijk hof door de bruiloftsstoet van de toekomstige keizerin |
jūden-充電 | het (elektrisch) opladen |
jūdensuru-充電する | (elektrisch) opladen |
jūgen-重言 | kanji-combinatie waarin hetzelfde teken wordt herhaald |
jugon-ジュゴン | doejong (Indische zeekoe) |
jūgyōinhoken-従業員保険 | werknemersverzekering |
jūhan-重版 | herdruk [nieuwe editie] (van een boek) |
juhyō-樹氷 | een boom bedekt met rijp [rijm] |
jūichi-じゅういち | Maleise sperwerkoekoek (Cuculus fugax) |
jūin-充員 | rekrutering; rekruut |
jūji-十字 | het kruis (-teken) |
jūkan-重患 | ernstige ziekte [aandoening] |
juken-受検 | onderworpen worden aan een onderzoek [inspectie] |
jukuchi-熟地 | een bekende [vertrouwde] plek |
jukuchi-熟知 | grondige kennis (van); goede bekendheid (met) |
jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
jukugisuru-熟議する | beraadslagen; overleggen; bespreken; te rade gaan |
jukuren-熟練 | vakkundigheid; bekwaamheid |
jukurensha-熟練者 | specialist; expert; bekwaam [ervaren] persoon |
jukurensuru-熟練する | zich bekwamen (in); vakkundig [ervaren] worden |
jukusu-熟す | goed gekookt [gaar] zijn |
jukusuru-熟する | goed gekookt [gaar] zijn |
jukutatsu-熟達 | hoog ontwikkelde vakkundigheid; bekwaamheid |
junankyoku-受難曲 | passiemuziek (over het lijden van Christus) |
junanshū-受難週 | passieweek |
jūnantaisō-柔軟体操 | rek- en strekoefeningen om het lichaam soepel te maken, meestal als warming-up voor een sport |
jungyaku-順逆 | goed en fout; correcte volgorde en omgekeerde volgorde |
jūnintoiro-十人十色 | (spreekwoord) zoveel hoofden zoveel zinnen; smaken verschillen; over smaak valt niet te twisten |
junjo-順序 | volgorde; reeks |
junkaibunko-巡回文庫 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (gedateerd, tevens ver-afgelegen plaatsen) |
junkaitoshokan-巡回図書館 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (m.n. voor ver-afgelegen plaatsen) |
junpitsu-潤筆 | het kalligraferen of tekenen |
junpitsu-潤筆 | de vergoeding [beloning] voor het maken van een kalligrafie of tekening |
junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
junpitsuryō-潤筆料 | de vergoeding [beloning] voor het maken van een kalligrafie of tekening |
jūryoku-重力 | zwaartekracht; gravitatie |
jūryokuba-重力場 | gravitatieveld; zwaartekrachtveld; zwaarteveld |
jūryokuhōkai-重力崩壊 | zwaartekracht(s)implosie; gravitatie-instorting |
jūryokukei-重力計 | gravimeter; zwaartekrachtmeter |
jūryōsei-従量制 | betaling naar gebruik (een methode waarbij diensten en voorzieningen in rekening worden gebracht gebaseerd op werkelijk gebruikte gegevens en tijd) |
jūshi-重視 | belang; benadrukking; beklemtoning; accentuering |
jushin-受診 | het ondergaan van een [medisch] onderzoek; (dokters)consult |
jushō-授賞 | het toekennen van een prijs |
jūshō-重症 | ernstige ziekte [aandoening] |
jūshofumei-住所不明 | adres onbekend |
jūshoroku-住所録 | adresboek; adreslijst |
jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
jussaku-述作 | de auteur van een boek |
jūtō-充当 | toewijzing; toekenning |
jutsu-術 | een kunst; een techniek; operatie; een bekwaamheid; een vaardigheid; een kundigheid |
jutsu-術 | een mysterische kunst; een wonderlijke techniek |
juyo-授与 | uitreiking; toekenning |
kabā-カバー | kaft (boek, etc.); omslag; hoes; overtrek |
kabau-庇う | iemand beschermen; behoeden (voor); onder de hoede nemen; dekking geven |
kaburo-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
kaburu-被る | over zich heen krijgen; bedekt worden (met water; stof, etc.); onder water komen; baden |
kabutoni-兜煮 | stoofpot van gekookte vissenkop (b.v. van zeebrasem) |
kachikoshi-勝ち越し | een overwinning (in een reeks) |
kachikosu-勝ち越す | de leiding nemen; overwinning(en) boeken |
kachikubyōin-家畜病院 | dierenkliniek |
kachōfūgetsu-花鳥風月 | schoonheid in de natuur; de natuurlijke schoonheden in de Japanse esthetiek |
kaden-家伝 | boekwerk waarin familie overleveringen, kennis e.d. staan beschreven |
kadenseihin-家電製品 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
kadenshi-価電子 | valentie-elektron |
kadentsa-カデンツァ | cadens (muziekterm) |
kado-角 | hoek; rand; punt |
kado-角 | straathoek; afslag |
kadobaru-角張る | vierkant [hoekig] zijn |
kadomise-角店 | hoekwinkel; buurtwinkel; winkel op de hoek van de straat |
kadorīru-カドリール | quadrille (authentieke dans, uit 18de eeuw) |
kaeri-返り | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
kaeriten-返り点 | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
kaeshiwaza-返し技 | (judo, e.d.) tegenaanval; overname-techniek |
kaeuta-替え歌 | een parodie [nieuwe tekst] op een lied |
kagakusōsakenkyū-科学捜査研究 | forensisch onderzoek |
kagami-鏡 | deksel van een sake-vat |
kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
kagen-加減 | (wiskunde) optellen en aftrekken |
kagyō-家業 | binnen een familie (van generatie op generatie) doorgegeven beroepen en technieken |
kahaku-科白 | script [tekst] (van een acteur) |
kahanshin-下半身 | geslachtsdelen; intieme delen; schaamstreek |
kahen-佳編 | uitmuntend [uitstekend] werk(stuk) (literatuur e.d.) |
kai-魁 | het vooruit lopen op anderen; initiatiefneming; baanbrekend werk |
kaichū-懐中 | in de zak (broekzak, vestzak, borstzak) |
kaidoku-会読 | bijeenkomst om een gelezen boek te bespreken |
kaigohoken-介護保険 | verpleegkosten verzekering; verzekering voor langdurige zorg |
kaigui-買い食い | snoepjes [lekkers] kopen en meteen opeten |
kaigyū-海牛 | zeekoe; lamantijn; doejong |
kaihō-開放 | opening; openstellen (voor publiek) |
kaihōsuru-開放する | openen; openstellen (voor publiek) |
kaii-魁偉 | enorm [imposant; indrukwekkend; imponerend] zijn |
kaijo-解除 | annulering; herroeping; intrekking; opheffing; beëindiging |
kaijōhoken-海上保険 | zeeverzekering; zeeassurantie |
kaikan-開館 | het opengaan (van een bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaikan-開館 | het openen (van een nieuwe bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaikei-会計 | boekhouding; financiële administratie |
kaikeichōbo-会計帳簿 | rekeningenboek; de boeken (van de boekhouding); register |
kaikeikansa-会計監査 | accountantsonderzoek; jaarrekeningcontrole; audit |
kaiki-回帰 | terugkeer; ommekeer; comeback; herstel; revival (weer in de mode komen) |
kaikō-開口 | de mond opendoen; beginnen met spreken |
kaikō-開講 | de eerste lezing [cursus] van een reeks |
kaikomu-掻い込む | iets onder de arm geklemd houden [dragen] |
kaimaki-掻い巻き | een gewatteerde kimono; een (gewatteerde) deken met mouwen |
kaimaku-開幕 | het opgaan van het doek (van toneel) |
kaion-快音 | een specifiek [herkenbaar] geluid (zoals van een honkbakslag of een brullende motor) |
kairo-回路 | stroomcircuit; stroombaan (elektriciteit) |
kairo-開炉 | (in Zen tempels, op de eerste dag van de 10de maand van de maankalender) het aansteken van de vuurhaard [open haard] |
kaisan-解散 | ontbinding; het opbreken; afbreken; uiteengaan; ontbinden (van een vergadering etc.) |
kaisan-開山 | de stichter van een boeddhistische school (sekte) |
kaisha-膾炙 | iets dat algemeen bekend [geliefd; gewaardeerd] is |
kaishin-回診 | doktersronde (in een ziekenhuis) |
kaishō-会商 | onderhandeling; bespreking; vergadering |
kaisho-会所 | ontmoetingsplek; plaats [locatie] voor een bijeenkomst [feest] |
kaishūsuru-回収する | intrekken; terugtrekken; inzamelen; recyclen; opnemen (van geld) |
kaisuigi-海水着 | zwemkleding; badpak; zwembroek |
kaisūken-回数券 | couponboekje; rittenkaart |
kaitaisuru-解体する | slopen; afbreken |
kaitō-回答 | antwoord; repliek |
kaitōsuru-回答する | antwoorden; antwoord [repliek] geven |
kaiwa-会話 | conversatie; gesprek; dialoog |
kaiyōkikō-海洋気候 | zeeklimaat |
kaiyōseikikō-海洋性気候 | zeeklimaat |
kaiyu-快癒 | volledig herstel (van ziekte) |
kaizan-改竄 | falsificatie; verdraaiing (van de feiten); onbevoegde [onrechtmatige] verandering (van tekst) |
kaizen-快然 | herstel na een ziekte |
kaizeruhige-カイゼル髭 | een snor met omhoog gekrulde punten zoals die van de Duitse Keizer Wilhelm II |
kaizu-海図 | zeekaart |
kajōsahan-家常茶飯 | alledaagse dingen (lett. alledaags eten); alledaagse koek |
kakarijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
kakaru-掛かる | omwikkelen; inpakken; bedekken |
kakebarai-掛け払い | het betalen [voldoen] van de rekening(en) |
kakegoe-掛け声 | (aanmoedigings) kreet; schreeuw (b.v. uit publiek in theater) |
kakehiki-駆け引き | tactiek; strategie; diplomatie |
kakehiki-駆け引き | de opmars of terugtrekking van troepen (op het slagveld) |
kakekomu-駆け込む | schuilen; bescherming zoeken |
kakekotoba-掛け詞 | een woordspeling; dubbelzinnigheid; woorden met dezelfde uitspraak maar verschillende betekenissen |
kakeru-欠ける | afbreken; afbrokkelen |
kakeru-欠ける | missen; ontbreken; vermist [verloren] raken |
kaketori-掛け取り | het innen van (openstaande) rekeningen |
kaki-垣 | hek; schutting; omheining |
kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
kakihan-書き判 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
kakimawasu-掻き回す | roeren; karnen (melk); doorzoeken |
kakine-垣根 | heg; haag; omheining; hek |
kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
kakioki-書き置き | notitie; memo; aantekeningen (b.v. een boodschappenlijstje) |
kakitateru-掻き立てる | opkloppen; opwekken; aanwakkeren |
kakite-書き手 | schrijver; tekenaar; kalligraaf |
kakkiteki-画期的 | baanbrekend; revolutionair; ongekend; van grote betekenis |
kakko-括弧 | (leesteken) haakjes |
kakkō-郭公 | koekoek (Cuculus canorus) |
kakkōtokei -カッコウ時計 | koekoeksklok |
kakoi-囲い | omheining; hek |
kaku-書く | tekenen; schilderen |
kaku-角 | hoek |
kakubaru-角張る | vierkant [hoekig] zijn |
kakudo-確度 | (mate van) zekerheid; waarschijnlijkheid; betrouwbaarheid; nauwkeurigheid |
kakudochōsetsuneji-角度調節ねじ | hoek afstelsleutel |
kakudosokutei-角度測定 | goniometrie; hoekmeetkunde (deel van de trigonometrie) |
kakugen-格言 | spreekwoord; gezegde; spreuk; aforisme |
kakuho-確保 | het zekeren (bij bergbeklimmen) |
kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
kakujū-拡充 | uitbreiding [expansie; vergroting] (van een werkplek, productielijn, e.d.) |
kakurega-隠れ家 | verborgen plek; schaduwplek |
kakuseiki-拡声器 | megafoon; luidspreker |
kakushidokoro-隠し所 | geheime bergplaats; schuilplaats; verstopplek |
kakushū-隔週 | om de twee weken; tweewekelijks |
kakusode-角袖 | vierkante [rechthoekige] mouwen (van een herenkimono); herenkimono met zulke mouwen |
kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
kakutaru-確たる | eker; vaststaand; duidelijk; overtuigend |
kakutoshita-確とした | ferm; zeker; resoluut; onweerlegbaar; onbetwist |
kakuyaku-確約 | expliciete [zekere; definitieve] toezegging [belofte] |
kama-窯 | oven (voor pottenbakken, keramiek, glas, etc.) |
kamau-構う | rekening houden met; aandacht hebben voor; (iets kunnen) schelen |
kamigakari-神懸かり | excentriek gedrag; onzinnige theorie; fanatisme |
kamikaze-神風 | roekeloosheid; waaghalzerij |
kamisabiru-神さびる | indrukwekkend [eerbiedwaardig; prachtig] zijn [eruit zien] |
kamisabiru-神さびる | oud [antiek] worden; er oud uitzien |
kamisama-神様 | (erende aanspreekvorm van een) god |
kamu-噛む | zich verspreken; stamelen |
kamuro-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
kan-款 | een post [item] op een begroting of berekening (accountants) |
kan-款 | bekentenis |
kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
kanadarai-金盥 | metalen kom [bekken; wasbak] |
kanakin-カナキン | ongebleekte katoen; calicot |
kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
kanarazu-必ず | beslist; zeker; ongetwijfeld; altijd |
kanarazuya-必ずや | zeker; beslist; absoluut |
kanban-看板 | woordvoerder; aanspreekpunt; boegbeeld (fig.) |
kanbanmusume-看板娘 | aantrekkelijke (jonge) vrouw die voor een winkel staat om klanten te trekken |
kanbasu-カンバス | schilderdoek; schilderlinnen |
kanbasu-カンバス | canvas (zeildoek) |
kanbatsu-旱魃 | (lange) periode van droogte [gebrek aan regen]; droge periode |
kanben-冠冕 | kroon (hoofddeksel voorgeschreven en gedragen aan het hof) |
kanbi-甘美 | zoet [lieflijk; aangenaam] zijn (van muziek, e.a.) |
kanbun-漢文 | een Japanse tekst die uitsluitend uit kanji (Chinese karakters) bestaat |
kanbun-漢文 | Chinese klassieke literatuur |
kanbyō-看病 | verzorging [verpleging; medische behandeling] (van een zieke) |
kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
kandan-款談 | vertrouwelijk [prettig] gesprek |
kanden-感電 | het een elektrische schok krijgen; geëlektrocuteerd worden |
kanezumari-金詰まり | geldgebrek; (te) weinig geld hebben |
kangaekomu-考え込む | in gedachte verzonken zijn; piekeren; peinzen; tobben; diep nadenken (over) |
kangaenaosu-考え直す | heroverwegen; opnieuw bekijken; van gedachten veranderen |
kangaku-管楽 | muziek voor blaasinstrumenten |
kangamiru-鑑みる | rekening houden met; in gedachten houden; overwegen |
kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
kangeki-観劇 | theaterbezoek; het naar een theater(voorstelling) gaan |
kangen-管弦 | (de muziek van) blaasinstrumenten en strijkinstrumenten |
kangengaku-管弦楽 | orkestmuziek |
kango-款語 | informeel [amicaal; intiem] gesprek |
kango-看護 | verpleging; ziekenverzorging |
kango-閑語 | rustig [kalm] gesprek |
kango-閑語 | nutteloos [zinloos] gesprek; kletspraat |
kangyūjūtō-汗牛充棟 | een groot aantal boeken; een grote collectie boeken |
kanja-患者 | patiënt; zieke |
kanjō-勘定 | berekening; calculatie |
kanjō-勘定 | betaling; rekening |
kanjo-緩徐 | langzaam; kalm [rustig]; adagio (muziek) |
kanjōdakai-勘定高い | berekenend; uitgerekend; uitgekookt; geldbelust |
kanjōgaki-勘定書き | nota; rekening |
kanjōkamokuhyō-勘定科目表 | rekeningenoverzicht |
kanjōsho-勘定書 | nota; rekening |
kanjōzuku-勘定ずく | berekenend zijn |
kanju-貫首 | de hoofdabt (van een boeddhistische sekte) |
kanju-貫首 | (andere naam voor 天台座主) de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
kanka-換価 | (jur.) in beslag genomen eigendommen omrekenen in geld |
kankaku-間隔 | tussenruimte; interval; spatie (in tekst) |
kankei-関係 | relatie(s); betrekkingen |
kankeisuru-関係する | gerelateerd zijn aan; betrekkingen hebben; verwant zijn |
kanken-管見 | bekrompen visie; tunnelvisie |
kankō-敢行 | zelfverzekerde [vastberaden] actie |
kankōba-勧工場 | In de Meiji- en Taisho-periode een plek (markt, bazaar) waar vele winkels onder één dak allerlei goederen verkochten |
kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
kankōchō-官公庁 | overheidsinstanties; overheidsgebouwen; publieke instellingen; openbare instanties |
kankodori-閑古鳥 | koekoek (Cuculus canorus) |
kankyaku-観客 | toeschouwer(s); publiek |
kanma-カンマ | decimaalteken |
kanmatsu-巻末 | het slot [einde] van een boek |
kanmei-簡明 | beknoptheid; bondigheid |
kanmi-甘味 | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
kanningu-カンニング | bedrog [spieken] bij een examen |
kannō-感応 | goddelijke inspiratie; goddelijk teken [antwoord] |
kannō-感応 | (elektromagnetische) inductie |
kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
kanoko-鹿の子 | reekalf; jong hert |
kanokomadara-鹿の子斑 | witgevlekt patroon (witte vlekken op een bruine achtergrond, zoals bij een hert) |
kanokoshibori-鹿の子絞り | knoopverven, een tie-dyetechniek (waarmee men op textiel een gevlekt patroon aanbrengt) |
kanon-カノン | (muziekterm) canon; beurtzang |
kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
kanpa-カンパ | campagne (publieke actie); geldinzamelingsactie |
kanpan-甲板 | dek (op een schip) |
kanpon-刊本 | een gedrukt en gepubliceerd boek |
kanpon-完本 | volledig werk (van een auteur, e.d.); oeuvre; complete set van boekdelen |
kanran-観覧 | bezichtiging; bezoek; het gaan bekijken; toeschouwen |
kanrihi-管理費 | adminstratiekosten |
kanrikeizai-管理経済 | management boekhouding |
kanroni-甘露煮 | (met mirin, suiker of honing) gezoete gekookte vis |
kansa-監査 | accountantsonderzoek; boekhoudingcontrole |
kansaiheri-艦載ヘリ | marinehelikopter; vliegdek(schip) helikopter |
kansaiki-艦載機 | marinevliegtuig; vliegdek(schip) vliegtuig |
kansan-換算 | omrekening |
kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kansen-感染 | infectie; ontsteking; besmetting |
kansenshō-感染症 | besmettelijke ziekte; infectieziekte |
kansensuru-感染する | geïnfecteerd worden; ontstoken raken; een ziekte oplopen |
kansetsuteki-間接的 | indirect; niet rechtstreeks |
kanshi-漢詩 | poëzie in klassieke Chinese stijl (op rijm en vaak volgens dichtregels) |
kanshin-感心 | bewonderenswaardig [indrukwekkend] zijn |
kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
kansho-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
kanshū-観衆 | toeschouwer; kijker; publiek |
kantābire-カンタービレ | cantabile (muziek) |
kantanfu-感嘆符 | uitroepteken |
kantāta-カンタータ | cantate (muziek) |
kantorī・ando・uesutan-カントリー・アンド・ウエスタン | country-and-western (muziek); countrymuziek |
kanto・pantsu-カイト・パンツ | kitepants (een broek voor kitesurfen) |
kantsōne-カンツォーネ | canzone (muziekterm) |
kanwa-漢和 | (kanji) woordenboek van Chinese karakters in het Japans |
kanwa-閑話 | rustig (informeel) gesprek; zacht gepraat |
kanwajiten-漢和辞典 | kanji woordenboek (woordenboek met Japanse definities van kanji en kanji combinaties) |
kanzen-間然 | het bekritiseren; kritiek [aanmerkingen; berisping; afkeuring] oproepen |
kanzōgaku-肝臓学 | hematologie (wetenschap van leverziekten) |
kan'yō-涵養 | het cultiveren [kweken; verzorgen] |
kaō-花押 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
kao-顔 | gelaatstrekken; gezichtsuitdrukking |
kaodachi-顔立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
kaokatachi-顔形 | uiterlijk; gezichtskenmerken; gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking |
kaotsuki-顔つき | gelaatstrekken; gezicht; gezichtsuitdrukking; uiterlijk |
kāpetto-カーペット | tapijt; vloerbedekking; (vloer)kleed |
kapuritchio-カプリッチオ | capriccio (muziekstuk) |
karabumi-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
karādo-カラード | gekleurd |
karaguruma-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
karakau-からかう | redetwisten; debatteren; tegenspreken; ruzie maken |
karako-唐子 | een kind gekleed in traditioneel Chinees gewaad |
karameru-絡める | verwikkelen; verbinden; betrekken; vermengen; in verband brengen met |
karameru-絡める | wikkelen in [om]; bedekken met; glaceren |
karaoke-カラオケ | karaoke (iemand zingt live mee met muziek die wordt afgespeeld) |
karaseki-乾咳 | het kuchen om aandacht te trekken |
karasuguchi-烏口 | (lett. kraaienbek) tekenpen; trekpen (voor tekenen met inkt) |
karegashi-彼某 | die persoon (iem. waarvan de naam onbekend is) |
karen-可憐 | zieligheid; beklagenswaardigheid |
karidasu-駆り出す | (iem.) pressen [pushen; aansporen] om iets te doen; ronselen; rekruteren |
karipuso-カリプソ | calypso (muziek) |
karisuma-カリスマ | charisma; charme; aantrekkingskracht |
karitoji-仮綴じ | tijdelijke inbinding (van boek, e.d.) |
karukaya-刈萱 | algemene term voor rieten en grassen die geschikt zijn voor dakbedekking |
karukyureitā-カルキュレーター | calculator; rekenmachine |
karusan-カルサン | soort pofbroek (uit de Edoperiode) |
karuto-カルト | cultus; sekte |
karyokuhatsuden-火力発電 | opwekking van thermische energie |
karyokuhatsudensho-火力発電所 | kolencentrale; elektriciteitscentrale met stoomturbine |
kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
kasa-笠 | deksel van een (houten) rijstkom |
kasaihoken-火災保険 | brandverzekering |
kasaku-佳作 | goed [uitmuntend; uitstekend] werk [stuk; werkstuk] |
kasasagi-鵲 | ekster (vogel) |
kasei-歌聖 | vooraanstaande [uitstekende; beroemde] dichter; meesterdichter |
kasen-架線 | bovengrondse bedrading; (elektrische) bovenleiding; stroomleiding |
kasen-歌仙 | uitstekende uitmuntende] dichter; meesterdichter (van klassiek Japanse poëzie) |
kasha-仮借 | een fonetisch leenteken (gebruikt om een ander woord te maken, zonder rekening te houden met het semantische aspect ervan) |
kashi-かし | eindpartikel, benadrukt en versterkt de betekenis |
kashi-歌詞 | songtekst; libretto |
kashi-瑕疵 | defect; fout; tekortkoming |
kashi-瑕疵 | (jur.) gebrek; nalatigheid |
kashi-貸し | lening; huur; rekening; schuld |
kashihon-貸本 | uitleen boeken of tijdschriften |
kashikiri-貸し切り | reservering; boeking |
kashikiru-貸し切る | reserveren; boeken; afhuren; charteren |
kashikoshi-貸し越し | openstaande rekening; het rood staan |
kasho-佳所 | plaats [plek] met goed uitzicht |
kashō-火傷 | brandwond; brandplek (op de huid) |
kasho-箇所 | plaats; plek; punt; onderdeel |
kasho-箇所 | passage (in een tekst) |
kashoku-火食 | (het eten van) gekookt [gebakken] voedsel |
kashū-歌集 | liedboek; verzameling liederen |
kasōken-科捜研 | forensisch onderzoeker |
kasokeshi-幽けし | (arch.) vaag; zwak; bleek; onduidelijk |
kasorikku-カソリック | katholiek |
kassui-渇水 | watertekort; watergebrek; droogte |
kasumeru-掠める | misleiden; bedriegen; om de tuin leiden; (iets) stiekem doen |
kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
katainaka-片田舎 | een afgelegen plek; in de binnenlanden; in de rimboe [bushbush] |
katakage-片陰 | schaduwplek; schaduwkant |
katakata-かたかた | (onomatopee) gekletter; geratel; ratelend |
katakori-肩凝り | stijve schouder(s); stijve nek |
katakusōsaku-家宅捜索 | (officiële term voor) huiszoeking door de politie |
katamewaza-固め技 | worstel [controle] techniek |
katarogu・shoppingu-カタログ・ショッピング | producten uitzoeken en kopen via een catalogus |
kataru-カタル | catarre (slijmvliesontsteking) |
katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
katasumi-片隅 | hoek(je); afgelegen locatie |
katawa-片端 | (iemand met) een lichaamsgebrek |
katayaburi-型破り | niet conform aan [afwijkend van] de conventie (van vorm, stijl, e.d.); ongewoon; ongebruikelijk; excentriek |
katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
kāten・rekuchā-カーテン・レクチャー | bedsermoen; gordijnpreek (terechtwijzing van een vrouw aan haar man in de slaapkamer) |
katorikku-カトリック | katholiek |
katsuji-活字 | drukwerk; gedrukte tekst |
kattingu-カッティング | cutting (gitaartechniek) |
kattoin-カットイン | aanvalstechniek (rugby, voetbal) |
katto・gurasu-カット・グラス | geslepen [gegraveerd] glas; techniek van het glas slijpen [graveren] |
kauntā-カウンター | telmachine; rekenmachine |
kawago-皮籠 | een mand bekleed met leer (of met papier) |
kawagoshi-川越し | de rivier oversteken |
kawaisō-かわいそう | zielig [meelijwekkend] zijn |
kawaoto-川音 | het geruis [gekabbel] van een rivier; geluid van stromend (rivier) water |
kawarimono-変わり者 | zonderling; excentriek persoon |
kawasekessai-為替決済 | deviezenverrekening |
kawasō-革装 | leren kaft [boekband] |
kawazan'yō-皮算用 | te optimistische [irrealistische] berekeningen |
kayoi-通い | (afk. voor) bankboekje |
kayoichō-通い帳 | bankboekje |
kazarike-飾り気 | aanstellerij; vertoon; gekunsteldheid |
kazeatari-風当たり | scherpe [harde] kritiek |
kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazoechigaeru-数え違える | zich verrekenen [vertellen]; verkeerd berekenen |
kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazoeru-数える | tellen; optellen; berekenen |
kebyō-仮病 | het simuleren [veinzen] van een ziekte |
kedo-けど | toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt) |
kegirai-毛嫌い | een (instinctive) hekel [afkeer] hebben; bevooroordeeld zijn |
kehai-気配 | indicatie; aanwijzing; teken |
kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
keibō-閨房 | slaapkamer; vrouwenvertrek; boudoir |
keidenki-継電器 | (elektriciteit) relais |
keigan-鶏眼 | likdoorn; eksteroog |
keihō-刑法 | wetboek van strafrecht |
keijika-形而下 | het fysische; het fysieke (overeenkomend met de natuur) |
keijisoshōhō-刑事訴訟法 | strafprocesrecht; Wetboek van Strafvordering |
keijō-啓上 | het (iem.) respectvol toespreken [aanspreken]; het woord richten tot iemand |
keijō-計上 | het opnemen van alle kosten [bedragen] in een totale berekening |
keijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
keijōshūshi-経常収支 | saldo op lopende rekening |
keikai-軽快 | licht [lichtvoetig, kwiek; levendig; veerkrachtig; dartel; vrolijk] zijn |
keikai-軽快 | (van ziekte, pijn, e.d.) verlichting; verbetering; herstel |
keikaisen-警戒線 | politiekordon; politieafzetting |
keikaku-圭角 | hoek; scherpe rand (b.v. van een edelsteen) |
keikan-景観 | mooi landschap [uitzicht]; schilderachtige plek |
keikotsu-頸骨 | nekwervels |
keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
keiongaku-軽音楽 | lichte muziek |
keiren-痙攣 | stuiptrekking; spasme; kramp |
keiri-経理 | boekhouding; financiële administratie |
keiribu-経理部 | boekhoudafdeling |
keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
keiryaku-計略 | tactiek; (krijgs)list; plan; strategie |
keisai-掲載 | publicatie (m.n. in een krant, tijdschrift e.d., van een tekst, illustratie, foto etc.) |
keisan-計算 | berekening; telling |
keisanki-計算機 | rekenmachine; calculator |
keisanshaku-計算尺 | rekenliniaal; schuifmaat |
keisansuru-計算する | berekenen |
keisanzuku-計算尽く | berekenend; met voorbedachten rade; overwogen |
keisatsuchō-警察庁 | korps landelijke politiediensten; rijkspolitiekorps |
keisatsusōsa-警察捜査 | politieonderzoek |
keisatsutechō-警察手帳 | politiepenning; politie ID-bewijs; politiekaart; legitimatiekaart van een politieambtenaar |
keishichō-警視庁 | hoofdstedelijke politie; politiekorps van Tokio (MPD, Metropolitan Police Department) |
keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
keishitsuen-憩室炎 | diverticulitis (divertikel-ontsteking) |
keishō-軽症 | milde ziekte; licht geval; milde aandoening |
keitsui-頸椎 | halswervel; nekwervel |
kekkan-欠陥 | nalatigheid; tekortkoming; gebrek; onvolkomenheid; defect; tekort; ontoereikendheid |
kekkanshikkan-血管疾患 | vaatziekte; vasculaire ziekte |
kekkaron-結果論 | oordeel [mening; advies] achteraf geformuleerd, nadat de feiten [resultaten] bekend zijn |
kekkon-血痕 | bloedvlek |
kekkonaite-結婚相手 | toekomstige man [vrouw] |
kenasu-貶す | afkraken; afbrekende kritiek hebben op; kleineren |
kenbikyōkensa-顕微鏡検査 | microscopisch onderzoek |
kenbutsu-見物 | het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing |
kenbutsusuru-見物する | bezienswaardigheden bezoeken; sightseeën |
kenchikusuru-建築する | bouwen; optrekken |
kendon-慳貪 | gebrek aan mededogen; wreedheid; onvriendelijkheid; kwaadaardigheid |
kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
kengan-検眼 | oogonderzoek; oogmeting; optometrie |
kengi-建議 | voorstel; petitie; verzoekschrift; memorandum |
kenji-検字 | index in kanji woordenboeken gebaseerd op het totale aantal penseelstreken |
kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
kenki-嫌忌 | hevige afkeer; aversie; hekel |
kenkinsuru-兼勤する | twee functies combineren; een tweede functie [positie] bekleden |
kenkō-軒昂 | vrolijkheid; opgewektheid; levendigheid |
kenkōhoken-健康保険 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kenkōhokenhō-健康保険法 | zorgverzekeringswet |
kenkon-乾坤 | iets dat uit twee delen bestaat, m.n. boekwerken |
kenkōshindan-健康診断 | medisch onderzoek; medische controle |
kenkyō-検鏡 | microscopisch onderzoek |
kenkyū-研究 | onderzoek; research |
kenkyūbunya-研究分野 | onderzoeksgebied; onderzoekgebied |
kenkyūhappyō-研究発表 | publicatie van de onderzoeksresultaten |
kenkyūkaihatsu-研究開発 | Onderzoek en Ontwikkeling (Research and development, R&D) |
kenkyūsekininsha-研究責任者 | hoofdonderzoeker |
kenkyūsha-研究者 | onderzoeker |
kenkyūshitsu-研究室 | laboratorium; onderzoeksruimte; congreszaal; kantoor van een professor |
kenkyūsuru-研究する | onderzoeken; onderzoek doen; bestuderen |
kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
kennin-兼任 | het tegelijkertijd dienen; twee posten tegelijk bekleden |
kennon-剣吞 | risico; onzekerheid; gevaar |
kennyō-検尿 | urineonderzoek; urinetest |
kenpa-検波 | (elektro)golf detectie |
kenpaku-建白 | petitie; verzoekschrift; memorandum |
kenpakusho-建白書 | petitie; verzoekschrift; memorandum |
kenpitsu-健筆 | het vaardig [goed] schrijven van een tekst |
kenpo-健保 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kenpon-献本 | presentexemplaar; gratis exemplaar van een boek |
kenpon-絹本 | zijdedoek (voor kalligraferen of schilderen) |
kensetsusuru-建設する | bouwen; vervaardigen; opzetten; optrekken; oprichten |
kenshi-犬歯 | hoektand; oogtand |
kenshin-健診 | medisch onderzoek; medische controle |
kenshin-検診 | medisch onderzoek; geneeskundige keuring; medische controle |
kenshin-検針 | opname van de (gas-, water-. elektriciteits-)meterstand |
kenshin-見神 | mystiek godsbesef (het voelen van de aanwezigheid van God) |
kenshinsuru-検針する | de (gas-, water-. elektriciteits-)meterstand opnemen |
kenshō-検証 | inspectie; onderzoek |
kensho-険所 | een gevaarlijke plek |
kenshō-顕彰 | (publieke) bekendmaking; publieke eerbewijzen |
kenshōen-腱鞘炎 | peesschedeontsteking (tendovaginitis) |
kenshutsu-検出 | waarneming; speurwerk (iets zoeken en vinden) |
kensuru-検する | onderzoeken; inspecteren |
kentei-賢弟 | beleefde uitdrukking om een jonger iemand aan te spreken in (bijv. een brief) |
kentō-検討 | onderzoek; bestudering |
kentōsuru-検討する | onderzoeken; bestuderen |
kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
kenzan-検算 | het controleren [nakijken] van een berekening |
ken'aku-険悪 | gevaarlijk [hard; zwaar; ernstig; hachelijk; kritiek; dreigend] zijn |
ken'an-検案 | verkenning; oriënterend onderzoek (ter plaatse, van fysiek bewijsmateriaal, zoals (voet)sporen, e.d.) |
ken'an-検案 | (jur.) onderzoek naar de doodsoorzaak; lijkschouwing; autopsie |
ken'in-牽引 | tractie; het trekken; slepen |
ken'insha-牽引車 | sleepwagen; trekker; truck |
ken'insha-牽引車 | pionier; voortrekker |
keppai-欠配 | gebrek [tekort] aan rantsoenen; niet-levering van rantsoenen; het niet uitbetalen van salarissen; het opschorten van lonen |
kera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
keroido-ケロイド | keloïd (verdikking op de huid door overmatige groei van littekenweefsel) |
kerun-ケルン | kegelvormige steen; pre-Keltisch gedenkteken |
kessei-結成 | vorming; oprichting (van een partij, muziekgroep, band, e.d.) |
kesshite-決して | nooit; in geen geval; geenszins; zeker niet |
kesshū-結集 | samentrekking; bijeenbrenging; mobilisatie; verbinding |
kessoku-結束 | het dragen [aandoen; aantrekken; aangespen] van kleding en wapenrusting |
kētaringu-ケータリング | catering; proviandering; maaltijdverstrekking |
ketsuban-欠番 | ontbrekend [weggelaten; overgeslagen] nummer [getal] |
ketsugiron-決疑論 | casuïstiek |
ketsuin-欠員 | vacature; openstaande betrekking [positie; post] |
ketsuji-欠字 | weggelaten woord; omissie (in tekst); leemte |
ketsujo-欠如 | gebrek; tekort; afwezigheid (van iets); ontbering |
ketsuraku-欠落 | gebrek (aan); het ontbreken (van); gemis |
ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
ketten-欠点 | tekortkoming; defect; mislukking |
ketto-ケット | deken; plaid |
kī-キー | toon; toonaard (muziek) |
ki-毀 | (in kanji combinaties) breken; vernieling; beschadiging; schade |
kibakyokugei-騎馬曲芸 | acrobatiek [stunts; kunstjes] te paard |
kibansofuto-基盤ソフト | infrastructurele software (bedrijfssoftware specifiek ontworpen voor het uitvoeren van basistaken, zoals interne diensten en processen) |
kībōdo-キーボード | keyboard (muziekinstrument); toetsenbord |
kibyō-奇病 | zeldzame ziekte (waarvan oorzaak en geneesbaarheid niet bekend zijn) |
kichi-危地 | gevaarlijke plek; kritieke situatie; gevaar |
kichi-既知 | bekendheid; (algemeen) bekend zijn |
kichi-貴地 | (beleefd) plaats [stad; land] van de gesprekspartner |
kichigai-気違い | een gek [idioot] |
kichinichi-吉日 | een geluksdag; een goede dag; een dag met goede voortekenen |
kido-木戸 | poort; tuinhekje; ingang |
kidoru-気取る | gemaakt [gekunsteld; geaffecteerd] zijn; zich aanstellen; zich een houding geven |
kigae-着替え | het omkleden; andere kleren aantrekken |
kigaeru-着替える | zich omkleden; andere kleren aantrekken |
kigō-記号 | symbool; karakter; teken; merkteken |
kigō-記号 | (semiotiek) taalteken; woord |
kigōron-記号論 | semiotiek; tekenleer |
kigyōhimitsu-企業秘密 | bedrijfsgeheim; handelsgeheim; fabrieksgeheim |
kigyōkaikei-企業会計 | bedrijfsboekhouding |
kihaku-希薄 | gebrek aan enthousiasme [aandacht; inhoud]; slap [ongeïnteresseerd] zijn |
kihitsu-起筆 | beginpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
kijiku-基軸 | basis; fundament; hoeksteen |
kijin-奇人 | een excentriek [vreemd] persoon, excentriekeling |
kikaitaisō-器械体操 | toestelturnen; het turnen [gymnastiek] met gebruik van toestellen |
kikanshitsu-機関室 | machinekamer |
kikazaru-着飾る | zich mooi aankleden; zich opdoffen [uitdossen]; mooie [sjieke] kleren aantrekken |
kikengachi-棄権勝ち | (judo) overwinning door terugtrekking van de tegenstander |
kikidasu-聞き出す | informatie krijgen; (iets) uitzoeken [horen] |
kikihoreru-聞き惚れる | in vervoering gebracht worden (door muziek); met overgave luisteren |
kikikomi-聞き込み | buurtonderzoek door politie voor informatie bij bewoners of getuigen op locatie |
kikikomisōsa-聞き込み捜査 | buurtonderzoek door politie voor informatie bij bewoners of getuigen op locatie |
kikitogameru-聞き咎める | terechtwijzen; berispen; aanmerkingen hebben (op); in twijfel trekken (wat iemand zegt) |
kikitoru-聞き取る | informatie zoeken; navraag doen |
kikkake-切っ掛け | signaal [teken; aanwijzing; gelegenheid] om iets te beginnen; oorzaak; motief |
kikoeru-聞こえる | bekend [beroemd; populair] worden |
kikoku-鬼哭 | (arch.) het gejammer en geweeklaag van een rusteloze geest of dode ziel |
kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
kimarikitta-決まり切った | vastgesteld; definitief; overeengekomen |
kimarimonku-決まり文句 | een vaste [bekende] uitdrukking; cliché |
kimarite-決まり手 | (sumo) de winnende techniek |
kimekomi-木目込み | techniek om traditionele Japanse houten poppen te maken (waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
kimekomi-木目込み | make-up techniek voor acteurs (in Japans theater) |
kimekominingyō-木目込み人形 | traditionele Japanse houten pop (gemaakt met een techniek waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
kimekomu-決め込む | veronderstellen; zonder meer aannemen; overtuigd zijn van; voorbarige conclusies trekken |
kimerashōhin-キメラ商品 | een product met meerdere functies (b.v. een radiowekker) |
kimonosurību-着物スリーブ | wijde rechthoekige mouw (als van een Japanse kimono) |
kin-琴 | qin, antiek Chinees snaarinstrument |
kinari-生成り | ongebleekt |
kinbyōbu-金屏風 | kamerscherm bedekt met bladgoud |
kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
kindenkei-筋電計 | elektromyograaf (instrument voor spierkrachtmetingen) |
kindenzu-筋電図 | elektromyogram (weergave van de elektrische stromen in spieren door een elektromyograaf) |
kingyosō-金魚草 | leeuwenbek (plant, Antirrhinum) |
kinkan-近刊 | publicatie in de nabije toekomst; boek dat binnenkort gepubliceerd zal worden |
kinkan-近刊 | recente publicatie; boek dat onlangs gepubliceerd is |
kinketsu-金欠 | geldgebrek |
kinkin-近近 | in de nabije toekomst; binnenkort; spoedig |
kinko-金海鼠 | zeekomkommer (bêche-de-mer) |
kinkon-緊褌 | lendendoek |
kinkotsu-筋骨 | fysieke kracht; gespierd zijn |
kinkyoku-琴曲 | muziek gespeeld op de koto (Japans snaarinstrument); kotomuziek |
kinnō-金納 | contant betaling; afrekening in contant geld |
kīnōto-キーノート | grondtoon; hoofdtoon (muziek) |
kinsho-禁書 | boekverbod; een verbod op publicatie en bezit van een boek |
kinsho-禁書 | verboden boek |
kinshuku-緊縮 | samentrekking; inkrimping |
kinzoku-勤続 | lange termijn dienstverlening; lang op dezelfde werkplek werken |
kin'en-禁厭 | spreuken voor het voorkomen van ziekten en rampen |
kin'en-筋炎 | myositis (spierontsteking) |
kin'yūkanjō-金融勘定 | financiële rekening(en) |
kin'yūkyōkō-金融恐慌 | financiële paniek [crisis] |
kin'yūshūshi-金融収支 | financieel saldo; het saldo van een financiële rekening |
kin'yūsōsa-金融操作 | financiële operatie (m.n. een specifiek pakket van maatregelen van een centrale bank om de liquiditeit in het bankverkeer te vergroten of verkleinen) |
kiokure-気後れ | verlegenheid; gêne; schroom; gebrek aan zelfvertrouwen |
kiōshō-既往症 | ziektegeschiedenis (van iemand); anamnese |
kippu-切符 | kaartje; entreebiljet; toegangsbewijs; bon; coupon; bekeuring |
kirai-嫌い | hekel hebben; tegenstaan; vies vinden (van eten) |
kirau-嫌う | iemand [iets] haten; een hekel hebben aan iemand [iets] |
kirema-切れ間 | onderbreking; pauze |
kireme-切れ目 | pauze; onderbreking |
kiremono-切れ者 | een kundig [bekwaam; scherpzinnig] persoon |
kireru-切れる | breken; splijten; barsten |
kireru-切れる | doorsnijden; afbreken; verbreken |
kirie-切り絵 | papierknipkunst; geknipte afbeelding van papier |
kirihitoha-桐一葉 | één (vallend) blad van de Anna Paulownaboom (als teken van het begin van de herfst) |
kirikami-切り紙 | een afgeknipt stuk papier |
kirikōjō-切り口上 | stijf [formeel] taalgebruik [spreken] |
kirikorosu-切り殺す | (iem.) doodsteken; neersabelen; doden met een zwaard of mes |
kirikumu-切り組む | stukken aan elkaar maken; (twee delen) verbinden (met verstek, zwaluwstaartje, e.d.) |
kirikuzu-切り屑 | (etens)resten; kliekjes; spaanders; houtkrullen; (metaal) slijpsel |
kiritsukeru-切りつける | steken [slaan] met een wapen (mes, zwaard, e.d.) |
kiritsukeru-切り付ける | iemand steken [snijden; verwonden] (met een mes, zwaard, e.d.) |
kiroku-記録 | verslag; document; notulen; aantekeningen; document |
kirokusuru-記録する | registreren; optekenen; notuleren |
kirowatto-キロワット | kilowatt (kW, eenheid van elektrisch arbeidsvermogen) |
kiru-切る | ophouden; beëindigen; ophangen; verbreken; afbreken; uitdoen; uitzetten; (iem.) ontslaan |
kiru-着る | aantrekken [dragen] (van kleding, vanaf de schouders) |
kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
kiryō-器量 | iemands uiterlijk [gelaatstrekken] |
kisai-奇祭 | festival met bijzondere [unieke] onderdelen [gebruiken; rituelen] |
kisaku-奇策 | een bizar plan; een vreemde tactiek |
kisama-貴様 | (denigrerende, vaak uitscheldende, term gebruikt door mannen, om iemand aan te spreken die zijn mindere of gelijke is) jij; jij schoft [klootzak] |
kisan-起算 | het tellen [(be)rekenen] vanaf een datum |
kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
kisekiteki-奇跡的 | miraculeus; verbazingwekkend; wonderbaarlijk |
kisho-奇書 | zeldzaam [waardevol] boek [document]; zeldzame [waardevolle] brief [uitgave] |
kishōshippeiyōiyakuhin-希少疾病用医薬品 | weesgeneesmiddel (een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte) |
kishōtenketsu-起承転結 | structuur van klassieke (Chinese) poëzie met introductie (ki), ontwikkeling (shō), wending (ten) en ontknoping (ketsu) |
kishōtenketsu-起承転結 | compositie en ontwikkeling van een tekst |
kisuringu-キスリング | soort canvas rugzak voor bergbeklimmen |
kisuru-記する | opschrijven; neerschrijven; noteren; optekenen; aantekenen |
kīsutōn-キーストーン | hoeksteen; sluitsteen |
kitchō-吉兆 | goed [gunstig] voorteken |
kiton-キトン | chiton (onderkleed bij de oude Grieken) |
kitsuke-着付け | het correct aantrekken en dragen van een kimono |
kitto-屹度 | zeker; beslist; ongetwijfeld; vastberaden |
kiwadatsu-際立つ | opvallen; er bovenuit steken; opvallend zijn |
kīwādo-キーワード | sleutelwoord; trefwoord; zoekterm |
kiwametsuki-極めつき | erkend; uitmuntende; met een uitstekende reputatie |
kiyō-器用 | bekwaamheid; handigheid |
kiyō-紀要 | door universiteiten of onderzoeksinstellingen gepubliceerde uitgave (met artikelen, onderzoeksverslagen, etc.) |
kiyomasaninjin-清正人参 | bleekselderij; bladselderie (Apium graveolens) |
kiyūkyoku-嬉遊曲 | (muziek) divertimento |
kizashi-兆し | teken; aanwijzing; symptoom |
kizoku-帰属 | jurisdictie; toerekening; toekenning |
kizu-傷 | (emotionele) verwonding; gekwetste gevoelens |
kizu-傷 | vlek (op iem.'s reputatie); schande; oneer |
kizuato-傷跡 | litteken |
kizui-奇瑞 | een gunstig voorteken |
kizuku-築く | bouwen; oprichten; optrekken; opzetten; aanleggen; in elkaar zetten |
kizutsuku-傷つく | (emotioneel) gekrenkt worden |
kō-公 | publiek; openbaar |
kō-校 | (in kanji combinaties) drukproef; revisie; gecorrigeerde proef (van een boek, document, etc.); telwoord voor het aantal revisies |
kōatsu-高圧 | (elektriciteit) hoogspanning |
koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
kōba-工場 | (kleine) fabriek; werkplaats |
kōbai-勾配 | hellingspercentage; hellingshoek; gradiënt |
kōbaisankakujōgi-勾配三角定規 | verstelbare tekendriehoek |
kobanashi-小話 | kort verhaal; anekdote |
kōbasai-公募債 | publieke aandelen [obligaties; effecten] |
kōbashī-香ばしい | aromatisch; prettig ruikend; geurend; welriekend |
kōbō-弘法 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbōdaishi-弘法大師 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kobotsu-毀つ | breken; vernielen; beschadigen |
kobu-瘤 | bult; knobbel; uitsteeksel; zwelling; bobbel |
kōbugattai-公武合体 | kōbu-gattai; verzoening [politieke eenheid] tussen het keizerlijke hof en het shogunaat |
kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
kōchi-公知 | algemene bekendheid |
kochira-此方 | deze kant (dichtbij de spreker); hier; deze |
kochiranohanashi-こちらの話 | het onderwerp van gesprek |
kōchisho-拘置所 | huis van bewaring (voor gedaagden in hechtenis; en veroordeelden in afwachting van de hoogste strafvoltrekking in Japan) |
kōcho-高著 | (term die verwijst naar) een literair werk van een ander; uw [jouw] boek |
kōchōryoku-抗張力 | trekkracht |
kodai-古代 | de oudheid; klassieke periode; het verre verleden |
kōdai-広大 | uitgestrektheid; grootsheid |
kōdan-講壇 | spreekgestoelte; spreekstoel; katheder |
kōdan-降壇 | het podium afstappen; het spreekgestoelte verlaten |
kōden-光電 | foto-elektriciteit |
kōdenkan-光電管 | fotocel (elektronenbuis voor stralingsdetectie) |
kōdenshi-光電子 | foto-elektron |
kōdinētosuru-コーディネートする | coördineren; rangschikken; in harmonie brengen [bij elkaar zoeken] (van kleding en accessoires |
kōdo-コード | snaar; akkord (muziek) |
kodōgu-小道具 | (theater) rekwisieten; meubels, gereedschap, etc. gebruikt op het podium |
kodōgu-小道具 | (afk. voor) rekwisiteur; toneelknecht |
kodōgukata-小道具方 | rekwisiteur; toneelknecht |
kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kōdoku-購読 | het kopen en lezen van boeken, kranten, tijdschriften e.d.; een abonnement hebben (op een krant of tijdschrift) |
kōdokusuru-講読する | gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kōdokusuru-購読する | boeken, kranten, tijdschriften e.d. kopen en lezen; een abonnement hebben (op een krant of tijdschrift) |
koe-肥 | mest; gier; drek |
kōfu-交付 | overhandiging; uitvaardiging; verlening; toekenning; uitgifte |
kōfu-公布 | proclamatie; openbare afkondiging [bekendmaking] |
kōfun-公憤 | publieke verontwaardiging |
kōfun-口吻 | manier van spreken; suggestie |
kōfuseikyūsho-交付請求書 | aanvraagformulier; verzoek tot afgifte |
kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
kōgaisuion-口蓋垂音 | (taalkunde) uvulaar; uvulaire medeklinker |
kōgakumojiyomitori-光学文字読み取り | optische tekenherkenning (OCR: optical character recognition) |
kōgan'en-睾丸炎 | orchitis (ontsteking van de testikel) |
kōgeki-攻撃 | aanval; inval; aanslag; kritiek |
kōgekisuru-攻撃する | aanvallen; een aanval [inval] doen; bekritiseren |
kōgen-公言 | publieke [officiële] aankondiging [proclamatie; verklaring; bekendmaking] |
kogi-古義 | oorspronkelijke [klassieke; oude] betekenis of interpretatie |
kōgo-口語 | spreektaal; gesproken taal |
kōgotai-口語体 | informele schrijfstijl (geschreven als spreektaal) |
koguchi-小口 | rand; de snijkant van de bladzijden van een boek |
kohan-古版 | oude druk [uitgave] (van een boek) |
kōhan-甲板 | scheepsdek |
kōhatsu-後発 | het later vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; volgen |
kōhatsu'iyakuhin-後発医薬品 | generiek geneesmiddel |
kōhi-公費 | publieke uitgaven [middelen]; overheidsgelden [uitgaven] |
kōhi-高批 | (beleefd ontvangen) kritiek van anderen; uw gewaardeerde kritiek |
kōhinkyoku-行進曲 | mars (muziek; tempo) |
kōhō-公報 | een officiële bekendmaking; communiqué; nieuwsbulletin |
kōhō-公法 | publiekrecht |
kōhō-広報 | publiciteit; publieksinformatie |
kōhō-高峰 | bergtop; piek |
kōhochi-候補地 | geselecteerde [gekozen] landstreek [gebied; terrein] (om iets op te bouwen) |
kohon-古本 | oud boek; tweedehands boek |
kōhontadō-好本多同 | goed voorbeeld doet goed volgen (zowel geestelijk, gedragsmatig als ook in bekwaamheden) |
kōhyō-公表 | (openbare) aankondiging; bekendmaking; proclamatie |
kōhyō-好評 | gunstige kritiek; goede reputatie; populariteit |
kōhyō-講評 | recensie; review; kritiek; commentaar |
kōhyōsuru-講評する | bekritiseren; commentaar leveren op; recenseren |
koi-古意 | oude (klassieke) betekenis |
koibana-恋ばな | gesprekjes (m.n. van meisjes) over elkaars liefdes(avonturen) |
koikaze-恋風 | (lett. liefdeswind) een woord dat wordt gebruikt om uit te drukken een ongelukkige liefde (liefde die bekoeld wordt door de wind) |
koikaze-恋風 | Koi kaze, titel van een bekende Japanse manga serie |
koikoku-鯉こく | karper gekookt in misosoep |
koinegau-希う | (hartstochtelijk) verlangen; wensen; hopen; smeken; verzoeken |
kōji-公事 | publieke zaak; overheidsaangelegenheid |
kōji-公示 | publieke [officiële] bekendmaking [aankondiging] |
kōji-麹 | gemoute rijst, een schimmel die gekweekt wordt op rijst en bonen (en gebruikt wordt als starter-cultuur voor het maken van sake, miso, sojasaus e.d.) |
kōjin-行人 | de titel van een roman van Natsume Soseki |
kojinsa-個人差 | individuele verschillen; verschillen tussen individuen op basis van hun mentale en fysieke kenmerken |
kojin'yokin-個人預金 | particuliere rekening; persoonlijke storting |
kojiraseru-拗らせる | verergeren [erger maken] (van een ziekte) |
kojirasu-拗らす | verergeren [erger worden] (van een ziekte) |
kojireru-拗れる | erger worden; verergeren (van ziekte, e.d.) |
kōjisuru-公示する | publiekelijk [officieel] bekendmaken [aankondigen] |
kōjō-工場 | fabriek; werkplaats |
kōjo-控除 | aftrek; korting |
kōjōsho-口上書 | een niet-ondertekend diplomatiek memorandum (dat dient als informele herinnering aan een onbeantwoorde vraag of verzoek) |
kōjōwatashikakaku-工場渡し価格 | fabriekprijs; prijs af fabriek |
kōjutsuchōsho-供述調書 | verklaring (van een aangeklaagde, verdachte, getuige, e.d.) |
kōka-公課 | (publieksrechtelijke) heffingen |
kōkai-公開 | opening (voor het publiek); het openbaar maken; tentoonstelling |
kōkaisuru-公開する | openstellen voor publiek; tentoonstellen; openbaar maken |
kōkaku-口角 | mondhoek |
kōkaku-高角 | hoge [grote] (verticale) hoek |
kōkan-後患 | toekomstige problemen; onaangename gevolgen |
kōkatsu-広闊 | weidsheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid |
kōkatsu-狡猾 | sluw [listig; berekenend; geslepen] zijn |
koke-虚仮 | dwaas; domkop; gek; idioot |
kōkechi-纐纈 | (tie-and-dyemethode) knoopverven (verftechniek uit de Nara-periode, waarbij de stof eerst werd samengeknoopt en dan geverfd) |
kokekokkō-コケコッコー | (onomatopee) kukeleku (het kraaien van een haan) |
koketisshu-コケティッシュ | koket; behaagziek |
kōki-公器 | openbare [publieke] instelling; overheidsinstelling |
kōki-口気 | spreekstijl; stemvolume |
kōkikōreishairyōhoken-後期高齢者医療保険 | zorgverzekering voor bejaarden |
kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
koko-ここ | hier; deze plaats (dichtbij de spreker) |
kōko-公庫 | gemeentelijke kas; gemeentekas; financieringsmaatschappij |
kōko-後顧 | bezorgdheid (voor de toekomst) |
kōkō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
kokō-虎口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
kokochi-心地 | zich ziek voelen; ziekte |
kōkokubun'anka-広告文案家 | (reclame)tekstschrijver |
kōkokubun'ansakuseisha-広告文案作成者 | copywriter; tekstschrijver; tekstschrijfster |
kokorobosoi-心細い | onzekerheid; bevreesdheid; ongerustheid |
kokoroe-心得 | kennis; begrip; bekwaamheid |
kokoroe-心得 | (tijdelijk} een positie bekleden [als plaatsvervanger optreden] |
kokoroegao-心得顔 | een veelbetekenende blik |
kokorojōbu-心丈夫 | gevoel van veiligheid [zekerheid; gerustheid] |
kokoronikui-心憎い | bewonderenswaardig; prachtig; uitstekend; perfect |
koku-石 | Japanse inhoudsmaat (180,4 liter; 0,275 kubieke meter laadruimte van schepen) |
kōkūbokan-航空母艦 | vliegdekschip; vliegkampschip |
kokubun-告文 | verzoekschrift aan de goden |
kokugaku-国学 | de studie van de (klassieke) Japanse cultuur en literatuur |
kokugogaku-国語学 | (Japanse) taalwetenschap [linguïstiek] |
kokuhaku-告白 | bekentenis, erkenning; biecht |
kokuhakusuru-告白する | bekennen; erkennen; toegeven; (op)biechten |
kokuhanbyō-黒斑病 | sterroetdauw (een schimmelziekte op planten) |
kokuhyō-酷評 | scherpe [vernietigende] kritiek |
kokuhyōsuru-酷評する | scherp [streng] bekritiseren; afkraken |
kokujihan-国事犯 | landverraad; (politiek) misdrijf tegen de staat |
kōkūkōgaku-航空工学 | luchtvaarttechniek; vliegtuigbouwkunde |
kokuminkenkōhoken-国民健康保険 | Nationale Ziektekostenverzekering; Zorgverzekering |
kokuminnenkintechō-国民年金手帳 | Nationaal Pensioenboekje |
kokuru-こくる | (gekoppeld aan andere werkwoorden) blijven doen; doorgaan met |
kokuru-告る | zijn liefde bekennen [toegeven] |
kokusaidenwa-国際電話 | internationaal gesprek; telefoongesprek uit het buitenland |
kokusaikankei-国際関係 | internationale betrekkingen |
kokusho-国書 | diplomatieke brief [brieven] in naam van een staat [van een staatshoofd] (aan een andere staat) |
kokushohōtei-国書奉呈 | presentatie van de diplomatieke brief van een staat [staatshoofd] |
kokusui-国粋 | bepaalde kenmerken [karakteristieken] van een land |
kokuten-国典 | nationale wetgeving; nationaal wetboek |
kokuten-国典 | (klassiekers in) de Japanse literatuur |
kōkyō-公共 | openbare [publieke] status; openbaar [publiek; gemeenschappelijk] belang |
kokyō-故郷 | geboortestreek |
kōkyōgaku-交響楽 | symfonische muziek |
kōkyōjigyō-公共事業 | openbare [publieke] werken |
kōkyōkumiai-公共組合 | openbare (publieke) organisatie [unie; genootschap] |
kōkyōtatemono-公共建物 | rijksgebouw; publiek gebouw |
kokyū-故旧 | oude bekende; oude vriend |
kōkyū-考究 | onderzoek; studie; overweging |
kōkyūryōtei-高級料亭 | eersteklas restaurant; kwaliteitsrestaurant; gourmet restaurant |
komaami-細編み | vaste [enkele] haaksteek |
komakuen-鼓膜炎 | myringitis; trommelvliesontsteking |
komāsharu・pēpā-コマーシャル・ペーパー | een verhandelbare schuldbekentenis; handelspapier; toonderpapier |
komāsharu・songu-コマーシャル・ソング | reclametune; reclameliedje; commercieel muzieknummer |
kome-米 | (ongekookte) rijst |
komedian-コメディアン | komiek; grappenmaker; komediant |
komento-コメント | commentaar; toelichting; kanttekening; verklaring |
komeru-込める | (zich) concentreren op; betrekken (bij); invoegen; bijvoegen; bijtellen; meetellen |
komike-コミケ | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
komiketto-コミケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
komikku-コミック | stripverhaal; stripboek; stripalbum |
komikkumāketto-コミックマーケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
kōmō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
kōmoku-項目 | (in woordenboeken, e.d.) lemma [trefwoord] met uitleg [woordverklaring] |
kōmon-告文 | verzoekschrift aan de goden |
komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
komyunike-コミュニケ | (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin; declaratie |
kōnaien-口内炎 | stomatitis; mondslijmvliesontsteking; aft(e) |
kōnāsutōn-コーナーストーン | hoeksteen |
kōnā・kikku-コーナー・キック | hoekschop |
kōnā・wāku-コーナー・ワーク | (honkbal) werptechniek van de pitcher gericht op de hoeken van de plaat |
konbājon-コンバージョン | bekering (kerk) |
konbāto-コンバート | omzetten; omschakelen; ombouwen; bekeren |
konbāto-コンバート | bekeerling |
konbo-コンボ | combo (klein muziekgezelschap) |
konbo-コンボ | combo (term bij computerspellen, reeks acties die uitgevoerd moeten worden in een specifieke volgorde) |
konbō-懇望 | smeekbede; dringend verzoek |
kondatehyō-献立表 | menukaart; week [maand] overzicht van maaltijden |
kondensā-コンデンサー | (elektriciteit) condensator |
konga-コンガ | langwerpige trommel (gebruikt in Cubaanse volksmuziek) |
kongōjō-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
kongōzue-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
konma-コンマ | decimaalteken |
konmō-懇望 | smeekbede; dringend verzoek |
konmōsuru-懇望する | smeken; dringend verzoeken |
konna-こんな | zulke; zo'n; zoals dit [deze] (dichtbij de spreker) |
kono-この | dit; deze (dichtbij de spreker) |
konpō-梱包 | het inpakken [verpakken]; emballage; bekisting |
konpōsuru-梱包する | verpakken; inpakken; bekisten; in kratten doen |
konsāto-コンサート | concert; muziekoptreden |
konsei-懇請 | dringend (maar beleefd) verzoek |
konseikyōgi-混成競技 | (atletiek) meerkamp |
konshū-今週 | deze week |
konzetsusuru-根絶する | uitroeien; ontwortelen; met wortel en al uittrekken; verdelgen |
koorogi-蟋蟀 | krekel |
kopī-コピー | kopij; (reclame)tekst |
kopīraitā-コピーライター | copywriter; tekstschrijver; tekstschrijfster |
koramu-コラム | column; kolom; artikel; rubriek (in krant) |
koramunisuto-コラムニスト | columnist; rubriekschrijver; stukjesschrijver |
kōrasu-コーラス | (zang)koor; koormuziek |
kore-此れ | dit; deze (dichtbij de spreker) |
korekutā-コレクター | (elektriciteit) collector; stroomafnemer |
kōri-行李 | reiskoffer [mand met deksel] (van gevlochten bamboe of wilgenhout); reisbagage |
kōritsu-公立 | publiekelijke sector |
korona-コロナ | (elektriciteit) corona (wit licht bij wisselstroomspanning) |
korooi-頃おい | tijd; tijdsbestek |
kōru-コール | telefoontje; telefoongesprek |
kōru-コール | kort bezoek |
koru-凝る | opgaan in; bezeten zijn van; toegewijd zijn aan; gek zijn van, zich helemaal storten op |
kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
kōrudo・pāma-コールド・パーマ | (kapsel) koude permanent (techniek met lotion zonder verhitting) |
kōrushijō-コール市場 | call (money) markt (waar kortlopende, direct opzegbare, leningen worden verstrekt tussen banken en andere financiële instellingen) |
kōryō-稿料 | auteur's honorarium; een betaling voor een stuk tekst |
koryosuru-顧慮する | in overweging nemen; overwegen; rekening houden met |
kōryū-交流 | sociale [culturele] betrekkingen [relaties; uitwisseling] |
kosatsu-古刹 | oude [antieke; klassieke] tempel |
kōsatsu-考察 | beschouwing; onderzoek; studie |
kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
kōseinenkinhoken-厚生年金保険 | (een door de overheid beheerde) pensioenverzekering voor werknemers |
kōseinenkinhokenhō-厚生年金保険法 | wet op pensioenverzekering voor werknemers |
kosekishōhon-戸籍抄本 | uittreksel van het familieregister (m.b.t. gegevens van één familielid daarin) |
kōsen-高専 | technische school; middelbare school met een focus op techniek die gemiddeld vijf jaar duurt |
kosenjō-古戦場 | een oud slagveld; de plek waar vroeger een slag heeft plaatsgevonden |
kōsha-巧者 | vakkundigheid; vaardigheid; bekwaamheid; slimheid |
kōsha-巧者 | een vakkundig [bekwaam; ervaren; slim] persoon |
kōshi-講師 | docent (hoger onderwijs); spreker; iemand die een lezing geeft |
koshihimo-腰紐 | koord van een kimono dat rond de taille wordt gebonden voordat een obi eromheen wordt geknoopt |
kōshikihappyō-公式発表 | een officiële bekendmaking; communiqué |
kōshikihōmon-公式訪問 | een officieel (staats)bezoek |
kōshikiseimei-公式声明 | communiqué; (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin |
kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
koshio-小潮 | doodtij (getijdekrachten heffen elkaar op, zodat de getijdenverschillen minimaal zijn) |
koshirae-拵え | (toneel) zich aankleden; kostuum aantrekken; make-up aanbrengen, e.d. |
koshitsu-痼疾 | een chronische aandoening [ziekte] |
koshiwaza-腰技 | (judo) heupworptechnieken |
kōshō-交渉 | onderhandeling(en); discussie; gesprekken |
kōshō-公称 | publieke bekendmaking |
kosho-古書 | antiquarisch boek; oud [antiek] boekwerk |
kōsho-高所 | hoge [verhoogde] plek; hoogte; verhoging |
kōsho-高所 | hoog perspectief; uitzicht van bovenaf [vanaf een hoge plek] |
koshokusōzen-古色蒼然 | er antiek [oud] uitziend |
koshoten-古書店 | antiquariaat (handel in oude boeken) |
kōshūdenwa-公衆電話 | publieke telefoon; telefooncel |
kosoguru-擽る | prikkelen (iemands nieuwsgierigheid, ijdelheid, etc.); opwekken |
kosokoso-こそこそ | (onomatopee) stiekem; fluisterend; steels |
kōsu-コース | rij; reeks; serie; opeenvolging |
kosui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
kosui-狡い | gierig; vrekkig |
kōsui-香水 | parfum; reukwater; welriekend water |
kosuru-鼓する | een muziekinstrument bespelen; luiden; bellen |
kosuto・infure-コスト・インフレ | kosteninflatie (inflatie als gevolg van doorberekenen van de stijging van de productiekosten aan de consument) |
kosuto・infurēshon-コスト・インフレーション | kosteninflatie (inflatie als gevolg van doorberekenen van de stijging van de productiekosten aan de consument) |
kotai-古体 | ouderwets; klassieke stijl |
kotai-古体 | poëzie in klassieke stijl |
kōtai-後退 | terugtocht; aftocht; terugtrekking |
kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
kotatsu-炬燵 | een laag tafeltje met verwarming eronder om de benen te warm te houden (vaak met een deken erover om de warmte te bewaren) |
kotchi-こっち | deze kant (dichtbij de spreker); hier; deze |
kōtei-校定 | correctie(s) (van fouten) in een tekst; revisie |
kōtei-肯定 | bevestiging; affirmatie; verzekering |
koten-古典 | klassiek |
kotenongaku-古典音楽 | klassieke muziek |
kotenteki-古典的 | klassiek |
kōtingu-コーティング | coating; deklaag; beschermlaag |
kotō-古刀 | een oud [antiek] zwaard |
kotoatarashii-事新しい | gekunsteld; onnatuurlijk |
kotobajiri-言葉尻 | verspreking |
kotobatsuki-言葉つき | taalgebruik; woordkeus; manier van spreken |
kotobure-事触れ | aankondiging; bekendmaking |
kotoji-琴柱 | koto-pilaar; brug van een koto (muziekinstrument) |
kotokaku-事欠く | tekort komen, gebrek hebben aan; missen; ontberen |
kōtōsenmongakkō-高等専門学校 | technische school; middelbare school met een focus op techniek die gemiddeld vijf jaar duurt |
kotowaza-諺 | spreekwoord; gezegde |
kotozuke-言付け | gerucht; roddel; kwaadsprekerij |
kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kotsuban-骨盤 | (anatomie) bekken; pelvis |
kōtsūhansokukin-交通反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kōtsūkippu-交通切符 | bekeuring voor een verkeersovertreding |
kottōhin-骨董品 | antiek; antieke voorwerpen |
kou-請う | smeken; dringend verzoeken |
koudaimuhen-広大無辺 | grenzeloosheid; oneindigheid; uitgestrektheid |
kowaremono-壊れ物 | breekbare goederen [waar] |
kowareru-壊れる | kapotgaan; (af)breken; gebroken worden |
kowasu-壊す | kapotmaken; stukmaken; vernielen; breken |
kōyaku-公約 | publieke [openbare] belofte (b.v. verkiezingsbelofte) |
kōza-口座 | een (bank)rekening |
kōzanbyō-高山病 | hoogteziekte; bergziekte |
kubi-首 | nek (ook fig.) |
kubihiki-首引き | het voortdurend zinspelen (op) [verwijzen (naar); naslaan; opzoeken] |
kubihiki-首引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
kubinekko-首根っこ | nekvel |
kubippiki-首っ引き | het voortdurend zinspelen (op) [verwijzen (naar); naslaan; opzoeken] |
kubippiki-首っ引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
kubisuji-首筋 | achterkant van de nek; nekvel |
kubittama-首っ玉 | (achterkant van) de nek; nekvel |
kubō-公方 | publieke zaak; overheidszaak |
kubukurin-九分九厘 | tien tegen een; negen van de tien keer; bijna altijd; zo goed als zeker |
kuchi-口 | mond; bek |
kuchibaya-口早 | het snel spreken [kletsen]; ratelen |
kuchibeta-口下手 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
kuchibeta-口下手 | een slechte spreker; iemand die slecht uit zijn woorden kan komen |
kuchibuchōhō-口不調法 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
kuchibuchōhō-口不調法 | slechte spreker; iemand die slecht uit zijn woorden kan komen |
kuchidome-口止め | spreekverbod |
kuchidomesuru-口止めする | iemand het zwijgen opleggen; iemand verbieden te spreken |
kuchie-口絵 | titelplaat; titelprent (illustratie voorin een boek, tijdschrift, e.d.) |
kuchifusagi-口塞ぎ | spreekverbod |
kuchigaru-口軽 | loslippigheid; babbelziek [praatgraag] zijn |
kuchigatame-口固め | spreekverbod |
kuchigitanai-口汚い | (van spreken) vulgair; schunnig; grof; scherp; bijtend |
kuchigōsha-口巧者 | goede spreker |
kuchigotaesuru-口答えする | tegenspreken; weerwoord geven |
kuchiguse-口癖 | manier van praten [spreken] |
kuchihatchō-口八丁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
kuchijōzu-口上手 | goede spreker; vlotte prater |
kuchikazu-口数 | aantal woorden (dat iemand spreekt) |
kuchimae-口前 | manier van spreken; wat er gezegd is [wordt] |
kuchinamezuri-口舐めずり | (na het eten van iets lekkers) je mond [lippen] aflikken |
kuchisaganai-口さがない | praatziek; indiscreet; vol roddels; op sensatie [schandaaltjes] belust |
kuchisaki-口先 | woorden; gepraat; geklets |
kuchiura-口裏 | de ware betekenis van [achter] (iemand's) woorden of gesprek |
kuchiutsushi-口移し | het mond-op-mond [bek-op-bek] voeden |
kuchizamishii-口寂しい | (lett. eenzame mond) hongerig zijn; trek [zin] hebben (in eten, een sigaret, etc.) |
kuesuchon・māku-クエスチョン・マーク | vraagteken |
kugiri-区切り | (in een tekst) pauze; tussenstop; interpunctie; einde (van een hoofdstuk e.d.) |
kuike-食い気 | eetlust; trek |
kuiki-区域 | zone; streek; (begrensd) gebied |
kuikku-クイック | Key Word In Context (techniek voor het automatisch genereren van indexen) |
kuikomi-食い込み | verlies; (geld) tekort |
kuinige-食い逃げ | (in een restaurant) het niet betalen van je consumpties (eten en drinken); weglopen zonder de rekening te betalen |
kuinigesuru-食い逃げする | (in een restaurant) je consumpties (eten en drinken) niet betalen; weglopen zonder de rekening te betalen |
kuinokoshi-食い残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
kuintetto-クインテット | (muziek) quintet |
kuitaosu-食い倒す | opsouperen (van een erfenis, spaarrekening, e.d.) |
kuji-公事 | (arch.) publieke [politieke] ceremonie [aangelegenheid] |
kūkan-空間 | ruimte; open [lege] plek |
kukatsuyō-ク活用 | (grammatica) klassieke verbuigingsvorm van bijvoeglijke naamwoorden (met i-uitgang) |
kukenui-絎縫い | blinde [onzichtbare] steek (bij naaien van stoffen) |
kukkī-クッキー | koekje; biscuitje |
kumadori-隈取り | In Kabuki, theater unieke make-up patronen voor de verschillende karakterrollen |
kumanaku-隈無く | overal; in alle hoeken en gaten |
kumiageru-汲み上げる | rekening houden met; in aanmerking [overweging] nemen |
kumikyoku-組曲 | een suite (muziek) |
kumitatekōjō-組立工場 | montagefabriek; assemblagefabriek; montagebedrijf |
kumonoue-雲の上 | een onbereikbare plek; buiten bereik |
kumoyuki-雲行き | bewegen [voorbijtrekken; overdrijven; naderbijkomen] van wolken |
kun-君 | de heer; meneer (aanspreektitel, achtervoegsel achter persoonsnamen) |
kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
kungi-訓義 | lezing en betekenis van een kanji |
kuni-国 | territorium; streek; provincie (in het oude Japan) |
kuni-国 | geboortestreek; eigen land (t.o. buitenland) |
kuniburi-国風 | waka (klassieke Japanse poëzie) |
kunihara-国原 | uitgestrekt gebied |
kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
kunten-訓点 | markeringen in katakana of hiragana bij kanji (van een chinese tekst) |
kuōtēshon・māku-クオーテーション・マーク | aanhalingsteken(s) |
kuragari-暗がり | een donkere plek; duisternis |
kurai-位 | een berekeningsgraad |
kurai-暗い | somber; treurig; melancholiek |
kurai-暗い | onwetend; onervaren; niet bekend met |
kuraidori-位取り | nummer (4) bij het rekenen met de abacus |
kuraimā-クライマー | klimmer; bergbeklimmer |
kuraimake-位負け | het onwaardig zijn aan [niet de kwaliteiten hebben voor] zijn titel [positie]; tekort schieten |
kuraimakesuru-位負けする | niet de kwaliteiten hebben voor zijn titel [positie]; tekort schieten |
kuraishisu-クライシス | crisis; kritiek stadium |
kuraizuke-位付け | het toekennen van een rang(orde) [positie; klasse] |
kuraizuke-位付け | nummer 4 bij het rekenen met de abacus |
kuraizuke-位付け | in de Edo-periode een indeling van de landerijen [velden] en het toekennen van een klasse daaraan |
kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
kurakkā-クラッカー | voetzoeker; rotje |
kūran-空欄 | lege [nog niet ingevulde] regel (in een tekst of op een formulier) |
kuranke-クランケ | zieke; patiënt |
kurashikku-クラシック | klassiek; klassieke muziek; klassiek werk; klassieker |
kurashikku・kā-クラシック・カー | klassieke auto; oldtimer |
kurashikku・rēsu-クラシック・レース | klassieker (race; wedstrijd) |
kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
kuratchi-クラッチ | kruis (van mens of broek) |
kurauchingu・sutāto-クラウチング・スタート | (atletiek) geknielde start; (zwemmen) gehurkte start |
kurayami-暗闇 | hopeloosheid; somber [wanhopig; moedeloos] zijn over de toekomst |
kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
kūreienjin-空冷エンジン | luchtgekoelde motor |
kurējī-クレージー | gek; gestoord |
kurēpu-クレープ | crêpe; (dunne Franse pannenkoek); flensje |
kuresshendo-クレッシェンド | (muziekterm) crescendo (sterker wordende toon) |
kureyon-クレヨン | kleurkrijt; tekenkrijt |
kuri-庫裏 | de woonvertrekken van (boeddhistische) monniken in een tempel |
kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
kurigoto-繰り言 | klacht; (herhaaldelijk) geklaag [gemopper] |
kuriiro-栗色 | kastanjekleur; kastanjebruin |
kurikosu-繰り越す | vooruit boeken; naar voren halen; overbrengen; overplaatsen |
kurīku-クリーク | kreek; beek |
kurinikku-クリニック | kliniek |
kuritishizumu-クリティシズム | kritiek |
kuriyoseru-繰り寄せる | naar je toe trekken; binnenhalen |
kuroboshi-黒星 | zwarte vlek; roos (van schietschijf) |
kuroitsuferuto・yakobubyō-クロイツフェルト・ヤコブ病 | Ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
kuroko-黒子 | toneelassistent die helemaal in het zwart is gekleed (om niet op te vallen) |
kurōku-クローク | mantel; jas; dekmantel |
kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
kūron-クーロン | coulomb (elektrische eenheid, ampèreseconde) |
kurōnbyō-クローン病 | ziekte van Crohn |
kuronikuru-クロニクル | kroniek |
kurōnningen-クローン人間 | een menselijke kloon; gekloonde mens |
kurosoido-クロソイド | clothoïde; spiraal van Cornu (term uit de civiele techniek) |
kurosoidokyokusen-クロソイド曲線 | clothoïde; spiraal van Cornu (term uit de civiele techniek) |
kurōsu-クロース | stof; textiel; doek; (tafel)kleed |
kurosuōbā-クロスオーバー | kruising; oversteekplaats;, overstap; dwarslijn; baanwisseling |
kurosu・bankā-クロス・バンカー | (golf) lang uitgerekte bunker die zich dwars over de breedte van de baan uitstrekt |
kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
kurosu・pure-クロス・プレー | nek-aan-nekrace; wedstrijd die zo gelijk opgaat datj een scheidsrechter moeilijk kan bepalen wie er wint |
kurōzudo・mōgēji-クローズド・モーゲージ | hypotheek met vast kapitaal [onderpand] |
kuru-来る | bezoeken; langsgaan (bij iem.) |
kuru-繰る | omslaan (bladzijde); (naslagwerk) raadplegen; opzoeken (in een boek, e.d.) |
kurumaru-包まる | bedekt zijn met; gewikkeld zijn in (b.v. een deken) |
kurumayoi-車酔い | wagenziekte |
kurusu-クルス | kruis; kruisteken |
kurutta-狂った | gek; dwaas; waanzinnig |
kūru・jazu-クール・ジャズ | (muziekstijl) cooljazz |
kusabukai-草深い | met gras begroeid [overwoekerd] |
kusabuki-草葺き | dakriet; rieten dakbedekking |
kusagame-臭亀 | Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
kusahibari-草雲雀 | soort (veld)krekel (Paratrigonidium bifasciatum) |
kusai-臭い | stinkend; vies ruikend; onwelriekend |
kusamochi-草餅 | rijstcake gekruid met bijvoet (Artemisia) |
kusanone-草の根 | de gewone mensen; het algemene publiek |
kusasu-腐す | kwaad spreken (over) |
kusawake-草分け | pionier; baanbreker; voorloper; kolonist |
kusaya-くさや | gedroogde en gezouten [gepekelde] vis |
kusazōshi-草双紙 | prentenboek |
kusazōshi-草双紙 | kusazōshi (houtsnede prentenboeken in de Edo periode) |
kuse-曲 | centraal muziekgedeelte van een Nō-voorstelling |
kūseki-空席 | lege [onbezette] stoel [plek]; vacature; vrije positie |
kūsha-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
kusodokyō-糞度胸 | roekeloosheid; waaghalzerij; overmoed |
kusuburu-燻る | roetig zijn; met roet bedekt zijn |
kusuriya-薬屋 | apotheek; drogisterij |
kuten-句点 | punt (leesteken) |
kutōten-句読点 | interpunctie(teken) |
kutsunugi-靴脱ぎ | pplek (in huis) om je schoenen uit te trekken (en neer te zetten) |
kuyami-悔やみ | condoleance; deelneming; rouwbeklag |
kuyokuyo-くよくよ | (onomatopee) zich druk makend; bezorgd; piekerend (over) |
kuzusu-崩す | slopen; afbreken; breken (ook fig.) |
kū・kurakkusu・kuran-クー・クラックス・クラン | Ku Klux Klan (geheime blanke organisatie in de Verenigde Staten vooral bekend vanwege hun racistisch geweld) |
kyakkō-脚光 | voetlicht; zoeklicht; schijnwerper |
kyaku-客 | gast (m); gaste (v); bezoeker (m); bezoekster (v) |
kyakuashi-客足 | aantal klanten; bezoekersaantal |
kyakudo-客土 | aarde van een andere plek die wordt toegevoegd om de bodemgesteldheid te verbeteren |
kyakuhon-脚本 | draaiboek; scenario; script; (opera) libretto |
kyakujin-客人 | bezoek; gast |
kyakuseki-客席 | het publiek |
kyakuuke-客受け | ontvangst [waardering] van het publiek; populariteit |
kyakuyose-客寄せ | attractie [actie] om klanten [publiek] te trekken |
kyakuyosepanda-客寄せパンダ | attractie; trekpleister; publiekstrekker |
kyakuzashiki-客座敷 | salon; ontvangkamer; bezoekerskamer |
kyanbasu-キャンバス | canvas (doek); schildersdoek; schilderslinnen |
kyandoru・sābisu-キャンドル・サービス | het aansteken van kaarsen door de bruid en de bruidegom bij een huwelijksreceptie |
kyapashitī-キャパシティー | capaciteit; hoeveelheid; bekwaamheid; vaardigheid; vermogen |
kyapushon-キャプション | titel; hoofd; koptekst; onderschrift (bij een foto, e.d.) |
kyatchifon-キャッチフォン | wisselgesprek (signaal waarschuwt voor tweede binnenkomend gesprek) |
kyatchiwādo-キャッチワード | trefwoord; steekwoord; motto |
kyatchi・furēzu-キャッチ・フレーズ | bekende zin [frase; uitspraak] (vaak geassocieerd met een beroemde persoon) |
kyatchi・sērusu-キャッチ・セールス | agressieve verkoopmethode (waarbij men mensen op straat aanspreekt om hen iets te verkopen) |
kyattsuai-キャッツアイ | kattenoog; katoog (reflector in wegdek om rijstroken te markeren) |
kyō-狂 | gekte; gestoordheid; krankzinnigheid |
kyōai-狭隘 | (fig.) bekrompenheid |
kyōchō-凶兆 | een slecht voorteken |
kyōchōsuru-強調する | benadrukken; accentueren; beklemtonen |
kyōdan-教団 | religieuze orde [organisatie; sekte] |
kyōdan-教壇 | podium of spreekgestoelte (in een klaslokaal) |
kyōfushō-恐怖症 | fobie; beklemmende angst |
kyōge-教化 | bekering; (iemand) bekeren tot (het Boeddhisme) |
kyōgeki-京劇 | klassiek Chinese opera; Peking-opera |
kyōgeki-矯激 | radicaal [extreem; buitengewoon gewelddadig; excentriek] zijn |
kyōgenmawashi-狂言回し | iemand die achter de schermen werkt [aan de touwtjes trekt] |
kyōgigaku-教義学 | dogmatiek |
kyōgyūbyō-狂牛病 | gekkekoeienziekte; BSE |
kyōha-教派 | een (religieuze) sekte; denominatie |
kyōhon-教本 | leerboek; lesboek; cursusboek; handboek; handleiding |
kyōikugaku-教育学 | (studie) pedagogiek; onderwijskunde |
kyōjaku-強弱 | hard [luid] en zacht; beklemtoning |
kyōjakuhō-強弱法 | dynamiek (muziek, leer der sterktegraden) |
kyōjakuhyōgo-強弱標語 | (muziek) dynamiektekens; dynamische markeringen [notatie] |
kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
kyōjakukigō-強弱記号 | (muziek) dynamiektekens; dynamische markeringen [notatie] |
kyōjin-狂人 | een gek; idioot; waanzinnige; dwaas |
kyōjutsu-供述 | bekentenis; (getuigen)verklaring; getuigenis |
kyōkasho-教科書 | tekstboek; schoolboek; studieboek |
kyōke-教化 | bekering; (iemand) bekeren tot (het Boeddhisme) |
kyōki-狂気 | waanzin; krankzinnigheid; ontoerekeningsvatbaarheid |
kyōkō-強硬 | (negatief) halsstarrig [weerspannig; hardnekkig] zijn |
kyōkō-恐慌 | paniek; consternatie |
kyōkō-教皇 | de Paus (hoofd van de rooms-katholieke kerk) |
kyoku-曲 | muziek; muziekstuk; muzieknummer; lied |
kyokubu-局部 | geslachtsdelen; schaamstreek |
kyokuhō-局方 | (afk. voor) de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
kyōryō-狭量 | kleingeestigheid; bekrompenheid; vooringenomenheid; intolerantie; onverdraagzaamheid |
kyōseishūyōjo-強制収容所 | concentratiekamp |
kyōshikyoku-狂詩曲 | (muziek) rapsodie |
kyōsōzai-強壮剤 | stimulans; opwekkend [versterkend] middel |
kyōteki-狂的 | gek; krankzinnig; waanzinnig |
kyoten-拠点 | basis; steunpunt; bolwerk; zekere positie |
kyōwa-共和 | (politieke) samenwerking |
kyōwakoku-共和国 | republiek |
kyū-宮 | de eerste stem in het vijf-stemmen systeem van Chinese en Japanse muziek |
kyūbyō-急病 | plotseling ziek worden; plotselinge ziekte-aanval |
kyūchi-旧知 | oude bekende; oude vriend |
kyūcho-旧著 | klassiek (literair) werk |
kyūden-強電 | sterkstroom (de (normale) elektrische stroom met hoge spanning) |
kyūden-給電 | lichtnet; stroomvoorziening; voeding [toevoer] van elektriciteit |
kyūgeki-旧劇 | klassiek [historisch] drama [toneelstuk] (Kabuki, Noh e.d.) |
kyūjin-求人 | rekrutering; werving (voor een baan); vacature; het zoeken naar personeel |
kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
kyūkei-休憩 | pauze; rust; interval; onderbreking |
kyūkei-求刑 | strafverzoek (door de openbare aanklager, het O.M.); strafvordering |
kyūki-旧記 | kroniek; archiefstuk |
kyūkon-求婚 | huwelijksaanzoek |
kyūkonsuru-求婚する | een huwelijksaanzoek doen |
kyūkyūsha-救急車 | ambulance; ziekenauto |
kyūmei-究明 | onderzoek; het verzamelen van feiten; ontdekken; uitzoeken; aan het licht brengen |
kyūmensankakuhō-球面三角法 | boldriehoeksmeting; sferische goniometrie; sferische trigonometrie |
kyūmon-糾問 | (gerechtelijk) onderzoek; ondervraging |
kyurotto-キュロット | korte broek; short |
kyurotto・sukāto-キュロット・スカート | korte broekrok |
kyūsai-休載 | tijdelijke onderbreking van de publicatie van een artikelenreeks (in een krant of tijdschrift) |
kyūsei-九星 | de 9 traditionele astrologische tekens (worden gebruikt bij het maken van horoscopen) |
kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
kyūshoku-求職 | het zoeken naar werk [een baan]; werkzoekend zijn |
kyūsū-級数 | (wiskundige) reeks; getallenreeks |
kyūsuru-窮する | arm worden; tot armoede vervallen; geldgebrek hebben |
kyūyū-旧友 | oude bekende; oude vriend |
mabisashi-目庇 | zonneklep; klep van een pet |
māchandaijingu-マーチャンダイジング | merchandising; marktonderzoek; productstrategie |
māchi-マーチ | mars (muziek; tempo) |
machiai-待合 | de plek waar men elkaar ontmoet [op elkaar wacht]; wachtkamer |
machiaiseiji-待合政治 | achterkamertjespolitiek |
machiawaseru-待ち合わせる | wachten op iemand (op de afgesproken plek) |
machigaisagashi-間違い探し | (puzzel) zoek de verschillen (tussen twee afbeeldingen) |
machikado-街角 | de hoek van de straat |
machikōba-町工場 | kleine fabriek in de stad |
madara-斑 | spikkel; stip; vlek |
madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
maebure-前触れ | voorteken; omen; voorbode |
maejirase-前知らせ | voorkennis; voorteken(en) |
maeushiro-前後ろ | achterstevoren; (voor- en achterkant omgekeerd (van kleding) |
maeyaku-前厄 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
maezuke-前付け | voorwerk (van een boekuitgave) |
magajin・rakku-マガジン・ラック | tijdschriftenrek; lectuurbak |
magarikado-曲がり角 | hoek [bocht] in een gang; straathoek; bocht in de weg; keerpunt |
maguchi-間口 | rijkwijdte van werkzaamheden, onderzoek, e.d. |
maguso-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
mahō-魔法 | magie; toverij; toverkunst; tovenarij; hekserij |
maigo-迷子 | een bepaalde variant van begeleidende kabuki muziek [geluidseffecten] |
maikurorīdā-マイクロリーダー | microreader (projectieapparaat voor het bekijken van microfilms of microkaarten) |
mainā-マイナー | mineur (muziek) |
mainasu-マイナス | minus; het min (−) teken |
maishū-毎週 | iedere [elke] week; wekenlang; week in, week uit |
majikku-マジック | magie; toverij; toverkunst; tovenarij; hekserij |
majinai-呪い | bezwering; vloek |
majo-魔女 | heks; duivelin; tovenares |
majogari-魔女狩り | heksenjacht |
majutsu-魔術 | magie; hekserij |
mākā-マーカー | teller; optekenaar; iemand die de stand [score] bijhoudt |
mākā-マーカー | teken; merk; label |
makashikan-摩訶止観 | Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
makegirai-負け嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
makeiro-負け色 | (voor)tekenen van een nederlaag [verlies] |
māketingu・mappu-マーケティング・マップ | marketing grafiek [kaart] |
māketingu・risāchā-マーケティング・リサーチャー | marktonderzoeker |
māketingu・risāchi-マーケティング・リサーチ | marktonderzoek (Eng. market research) |
māketingu・sābei-マーケティング・サーベイ | marketingonderzoek |
māketto・anarishisu-マーケット・アナリシス | marktanalyse; marktonderzoek |
māketto・risāchi-マーケット・リサーチ | marktonderzoek |
makezugirai-負けず嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
maki-巻き | boekdeel |
makikomiwaza-巻き込み技 | (judo) inroltechnieken |
makishimu-マキシム | gezegde; uitdrukking; spreekwoord |
makkikanja-末期患者 | terminaal zieke patiënt |
makkishōjō-末期症状 | een teken van het naderende einde |
makkishōjō-末期症状 | terminale ziekte |
māku-マーク | (merk)teken; merk; etiket; label; embleem |
maku-幕 | gordijn; doek (toneel) |
makuai-幕間 | pauze; onderbreking; rust |
makuake-幕開け | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
makuaki-幕開き | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
makugire-幕切れ | het einde van een opvoering [optreden]; het vallen van het doek |
makurazōshi-枕草紙 | privé dagboek |
makurazōshi-枕草紙 | boek met erotische prenten |
makyō-魔境 | een plaats [plek] vol demonen; een onheilspellende en angstaanjagende plek |
mamehon-豆本 | miniatuurboek |
mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
manajiri-眦 | ooghoek |
manbo-マンボ | mambo (Cubaanse dans en muziekvorm) |
manbyō-万病 | allerlei ziekten [kwalen; aandoeningen] |
manetarī・sābei-マネタリー・サーベイ | monetair onderzoek |
manga-漫画 | manga; stripboek |
mangaka-漫画家 | manga-tekenaar; striptekenaar |
mangaka-漫画家 | cartoonist; cartoontekenaar; karikaturist |
mangakissa-漫画喫茶 | theehuis [lunchroom] met een boekenkast met stripboeken, die klanten kunnen lezen tijdens de maaltijd |
manifesuto-マニフェスト | manifest; openbare bekendmaking |
manman-漫漫 | uitgestrekt [grenzeloos; onmetelijk groot] zijn |
mannerizumu-マンネリズム | maniërisme; gekunstelde stijlfiguur |
manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manseishikkan-慢性疾患 | chronische ziekte |
manseki-満席 | vol(geboekt) zijn; alle stoelen bezet (in theater, trein, vliegtuig, e.d.) |
manshitsu-満室 | volgeboekt zijn (hotel, pension, e.d.) |
mantoru-マントル | (techniek) gaskousje |
mantsūman・difensu-マンツーマン・ディフェンス | mandekking (in de verdediging) |
marinba-マリンバ | (muziekinstrument) marimba |
marōdo-客人 | bezoeker; gast; klant |
maron・gurasse-マロン・グラッセ | gekonfijte kastanjes |
maru-丸 | (Japanse) punt (leesteken) |
maruanki-丸暗記 | het domweg [zonder nadenken] uit het hoofd leren; (tekst) in je hoofd stampen |
marude-丸で | (precies) zoals; bijna hetzelfde als; zo goed als; bij wijze van spreken |
marugari-丸刈り | kort geknipt kapsel [haar] |
marumōke-丸儲け | een duidelijke [afgetekende] winst |
masani-正に | precies; zeker; echt |
masashiku-正しく | precies; zeker; ongetwijfeld |
masatsukuratchi-摩擦クラッチ | frictiekoppeling; wrijvingskoppeling |
masatsuon-摩擦音 | een fricatief (medeklinker met wrijvend of sissend geluid, zoals f, s, ch) |
massao-真っ青 | lijkbleek |
massha-末社 | artiest; komiek |
masu-マス | de massa; het grote publiek |
masutā-マスター | zich bekwamen; beheersen |
masutemiwaza-真捨て身技 | (judo) offerworptechnieken op de rug |
masu・sukurīningu-マス・スクリーニング | grootschalig (medisch) onderzoek |
matagami-股上 | bandhoogte [heuphoogte] van een broek (gemeten vanaf het kruis) |
matorikkusu-マトリックス | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
matou-纏う | dragen; aanhebben; aantrekken; ingepakt zijn; gehuld zijn (in) |
matsudai-末代 | alle [toekomstige] generaties |
matsumushi-松虫 | een (den)krekel (Xenogryllus marmoratus) |
mawari-回り | ronde; omgeving; omtrek; buurt |
mazegohan-混ぜ御飯 | gekookte rijst vermengd met andere ingrediënten (b.v. groente en vlees) |
mazekaesu-混ぜ返す | interrumperen; iemand onderbreken; spottende opmerkingen maken |
mazui-不味い | lelijk; onaantrekkelijk |
mazuru-マズル | snuit; bek (van een dier) |
me-目 | korrel; textuur (weefsel); (brei)steek |
mecha-滅茶 | het absurd [onredelijk; roekeloos; onmatig; buitensporig] zijn |
medatsu-目立つ | opvallen; in het oog vallen; de aandacht trekken |
medikaru・enjiniaringu-メディカル・エンジニアリング | medische techiek |
medorē-メドレー | (muziek) medley; potpourri |
megafon-メガフォン | megafoon; luidspreker |
megahon-メガホン | megafoon; luidspreker |
megashira-目頭 | binnenste ooghoek |
meguōmu-メグオーム | megohm, 1 miljoen ohm (eenheid van elektrische weerstand) |
meguru-巡る | omgeven; omringen; om (iets) heen trekken |
meguru-巡る | rondtrekken; bezoeken; her en der rondlopen |
mehana-目鼻 | ogen en neus; gelaatstrekken |
mehanadachi-目鼻立ち | gelaatstrekken |
meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
meibutsu-名物 | beroemd lokaal product; specialiteit van een bepaalde streek |
meicho-名著 | een beroemd boek; meesterwerk |
meiga-名画 | filmklassieker; een beroemde film |
meigen-明言 | verklaring; bekendmaking; verkondiging; bewering |
meigensuru-明言する | verklaren; beweren; bekendmaken; verkondigen |
meihaku-明白 | (over)duidelijk; onmiskenbaar; zonneklaar; klinkklaar; onomstotelijk; ondubbelzinnig; onweerlegbaar |
meihin-名品 | beroemd voorwerp; uitstekend artikel; meesterstuk |
meii-名医 | goede [bekende; bekwame] dokter |
meikyoku-名曲 | beroemd [voortreffelijk] muziekstuk; meesterwerk |
meiseki-名跡 | beroemde plaats [plek; bezienswaardigheid] (met historische waarde) |
meishi-名刺 | vissitekaartje; naamlkaartje (ook met beroep-, contactgegevens e.d.) |
meishi-名士 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
meisō-名僧 | een eminente [bekende; geleerde] priester |
meisū-名数 | een bepaald [precies] aantal; bepaalde hoeveelheid; numerieke waarde |
meiten-名店 | een bekende [beroemde] winkel [handelszaak] |
mejiri-目尻 | buitenste ooghoek |
mekado-目角 | ooghoek |
mekakushi-目隠し | blinddoek; oogklep; ooglap |
mekanizumu-メカニズム | mechanisme (werking; techniek) |
mekanizumu-メカニズム | mechaniek (apparaat) |
mekatoronikusu-メカトロニクス | mechatronica (combinatie van mechanica, elektrotechniek en informatica) |
mekka-メッカ | Mekka (Arabische bedevaartsplaats) |
mekka-メッカ | (fig.) mekka; paradijs; eldorado |
meku-めく | (als achtervoegsel) tekenen vertonen van; eruit zien als |
mekujira-目くじら | ooghoek |
mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
mekurameppō-盲滅法 | roekeloosheid |
memagurushii-目まぐるしい | duizelingwekkend; wervelend; draaierig; duizelig |
memoriaru-メモリアル | gedenkteken; herdenkingsplek |
mendan-面談 | interview; vraaggesprek |
mengo-面晤 | persoonlijk gesprek; persoonlijke ontmoeting |
meniērubyō-メニエール病 | de ziekte van Ménière |
menjūfukuhai-面従腹背 | stiekem verraad; een judaskus; een dolksteek in de rug |
menkai-面会 | (vraag)gesprek; ontmoeting; bespreking |
menma-麺麻 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
menokokanjō-目の子勘定 | hoofdrekenen; het uit het hoofd berekenen |
menokozan-目の子算 | hoofdrekenen; het uit het hoofd berekenen |
menseihanpu-綿製帆布 | katoenen canvas (stof; doek) |
mensetsukōshoken-面接交渉権 | omgangsrecht; bezoekrecht |
menshebiki-メンシェビキ | mensjewiek |
menshiki-面識 | bekende; kennis |
mentori-面取り | het facetteren (van keramiek) |
menuetto-メヌエット | (muziekterm) menuet |
meriyasuami-メリヤス編み | tricotsteek; koussteek (breisteek) |
merukumāru-メルクマール | merkteken; kenmerk; indicator |
mēru・magajin-メール・マガジン | elektronisch tijdschrift; email tijdschrift; e-magazine |
mesaifuku-迷彩服 | camouflagekleding; camouflagepak |
mesaki-目先 | verschijning; nabije toekomst |
meshiudo-囚人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
meshūdo-召人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
mētoruhō-メートル法 | metriek stelsel (meetmethode) |
mētorusei-メートル制 | systeem gebaseerd op het metrieke stelsel |
mettana-滅多な | onbezonnen; onbesuisd; roekeloos |
mettani-滅多に | roekeloos; onbesuisd |
meutsuri-目移り | afgeleid zijn; gebrek aan concentratie; besluiteloosheid |
mezamashi-目覚まし | wekker |
mezamashidokē-目覚まし時計 | wekker |
mezochinto-メゾチント | (diepdruktechniek) mezzotint; zwarte kunst |
mezoforute-メゾフォルテ | mezzo forte (muziekterm: matig sterk) |
mezopiano-メゾピアノ | mezzo piano (muziekterm: matig zacht) |
mi-身 | hoofdonderdeel (bv. vlees zonder de botten, vat zonder de deksel) |
miai-見合い | een ontmoeting om een toekomstig huwelijk te bespreken |
mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
michaku-未着 | nog niet aangekomen [gearriveerd] zijn |
michi-未知 | onbekendheid; onbekend zijn |
michisū-未知数 | onbekend aantal; onbekende hoeveelheid [kwantiteit; kwaliteit]; onbekend gegeven |
midai-御台 | hofbestek (artikelen in gebruik aan het keizerlijk hof en bij de adel) |
midana-網棚 | bagagerek (in treinen, bussen, e.d.) |
midaregami-乱れ髪 | slordig [ongekamd; warrig] haar; verwilderde haren |
midi-ミディ | musical instrument digital interface, een digitaal systeem voor elektronische muziekinstrumenten |
midokoro-見所 | goed teken [vooruitzicht] |
midoku-味読 | het met veel plezier [waardering] lezen (van een boek) |
midokusuru-味読する | (een boek) met veel plezier [waardering] lezen |
midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
migi-右 | rechts (politieke richting) |
migitō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
migotae-見応え | de moeite waard om te zien; indrukwekkend |
mihakken-未発見 | iets dat nog niet bekendgemaakt [ontdekt; uitgevonden] is |
mihatsu-未発 | iets dat nog niet is bekendgemaakt [ontdekt; uitgevonden] |
mihiraki-見開き | verspreid over twee pagina's (van een boek of tijdschrift) |
miidasu-見出す | ontdekken; uitvinden; uitzoeken |
miiru-見入る | bekijken; kijken [staren; turen] naar; gadeslaan; observeren |
mijika-身近 | dichtbij; nabij; vertrouwd; bekend |
mikagiru-見限る | opgeven; loslaten; in de steek laten |
miketsu-未決 | onbeslistheid; onzekerheid; het hangende [in behandeling] zijn |
mikiri-見切り | opgave; verzaking; in de steek laten; genoeg hebben van |
mikirihassha-見切り発車 | voortijdig vertrek van een trein (voordat alle passagiers aan boord zijn) |
mikiwameru-見極める | controleren; onderzoeken; iets tot op de bodem uitzoeken |
mikomi-見込み | voorspelling; verwachting; berekening; (in)schatting |
mikomu-見込む | verwachten; voorspellen; berekenen; (in)schatten |
mikuraberu-見比べる | (dingen bekijken en) met elkaar vergelijken; |
mimai-見舞い | ziekenbezoek; condoleancebezoek |
mimau-見舞う | een ziekenbezoek [condoleancebezoek] afleggen |
mime-見目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; gelaatstrekken |
mimidooi-耳遠い | onbekend; niet vertrouwd |
mimikakushi-耳隠し | haarstijl [haarcoupe] die de oren bedekt |
mimikku-ミミック | mimiek |
miminareru-耳慣れる | wennen (aan); bekend worden (met) |
mimitchii-みみっちい | gierig; vrekkig |
mimono-見物 | bezoek; het bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
mimonosuru-見物する | bezoeken; bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
minamatabyō-水俣病 | Minamataziekte, een neurologisch syndroom (veroorzaakt door een zware kwikvergiftiging) |
minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
minazuki-水無月 | zoete driehoekjes van rijst gelatine met een laagje adukibonen erop |
mine-峰 | piek; top; bergkam |
minikui-醜い | lelijk; onooglijk; onaantrekkelijk; afzichtelijk |
minion-ミニオン | (drukkerij) mignon (7-punts letterteken) |
minkan-民間 | privé; burgerlijk; civiel; niet openbaar; niet publiek |
minofurikata-身の振り方 | (je eigen) (toekomstige) handelwijze [gedrag]; hoe je je zal (gaan) gedragen |
minpō-民法 | burgelijk wetboek |
minsen-民選 | gekozen zijn door het volk |
minzokuongaku-民俗音楽 | volksmuziek |
mīnzutesuto-ミーンズ・テスト | inkomensonderzoek |
mioyoseru-身を寄せる | onder andermans dak leven; afhankelijk zijn [worden] van iemand; hulp [bescherming] zoeken |
mirai-未来 | de (verre) toekomst |
mirai-未来 | (grammatica) de toekomende tijd; futurum |
miru-見る | bekijken; gadeslaan; nakijken |
miru-見る | ontmoeten; bezoeken |
miru-診る | medisch onderzoeken |
miryoku-魅力 | charme; aantrekkingskracht; bekoring |
miryokuteki-魅力的 | charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk |
misa-ミサ | mis (rooms-katholieke kerkdienst) |
misadameru-見定める | nagaan; zich verzekeren [vergewissen] van; verifiëren |
misanga-ミサンガ | een geluksarmbandje (van geknoopt koord) |
misedokoro-見せ所 | plek [gelegenheid] waar je laat zien wat je kunt |
mishiranu-見知らぬ | vreemd; eigenaardig; onbekend |
mishirigoshi-見知り越し | bekendheid |
mishō-未詳 | onbekend; [niet vastgesteld; niet geïdentificeerd] zijn |
mishūnyūkin-未収入金 | openstaande rekening |
misshingu・rinku-ミッシング・リンク | ontbrekende schakel (in de evolutietheorie, een fossiele overgangsvorm) |
misumasu-見澄ます | zich vergewissen [verzekeren] (dat) |
misuteru-見捨てる | (het) opgeven; verlaten; in de steek laten; afstaan |
misutishizumu-ミスティシズム | mystiek |
mitodokeru-見届ける | zich verzekeren (dat); verifiëren; zich ervan gewassen (dat) |
mitogameru-見咎める | betwijfelen; in twijfel trekken; iets aan te merken hebben |
mitōhō-未踏峰 | een berg die nog nooit beklommen is |
mitorizan-見取り算 | een berekening maken op een abacus (houten telraam) |
mitorizu-見取り図 | een (ruwe) schets [tekening] |
mitsuga-密画 | gedetailleerde tekening [afbeelding] |
mitsugi-密議 | geheim overleg; conclaaf; vertrouwelijk gesprek |
mitsukaru-見つかる | gevonden [ontdekt] worden; tevoorschijn komen |
mitsukeru-見つける | vinden; ontdekken |
mitsukeru-見つける | zoeken; opsporen |
mitsumori-見積もり | schatting; beraming; berekening; citaat |
mitsumorisho-見積り書 | schriftelijke schatting [berekening; citaat] |
mitsumoru-見積もる | schatten; berekenen |
mitsunyūkoku-密入国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land binnenkomen |
mitsushukkoku-密出国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land verlaten |
mitsuun-密雲 | dichte bewolking; dicht wolkendek |
miyakoochi-都落ち | de hoofdstad (Tokio) verlaten [ontvluchten]; overgeplaatst worden van Tokio naar de provincie [naar een plek buiten de hoofdstad] |
miyama-深山 | een plek diep in de bergen |
miyamagarasu-深山烏 | roek (vogel, Corvus frugilegus) |
miyamairi-宮参り | bezoek aan een Shinto-schrijn [heiligdom] (met baby's, binnen 30 dagen na hun geboorte) |
miyuki-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
mizarukikazaruiwazaru-見猿聞か猿言わ猿 | (spreekwoord) Horen, zien en zwijgen. |
mizou-未曾有 | ongekend [ongehoord; uniek; zonder weerga] zijn; iets dat nooit eerder voorgekomen is |
mizuaka-水垢 | aanslag; aankoeking; kalkafzetting |
mizubusoku-水不足 | watertekort; watergebrek |
mizuguki-水茎 | schrijfpenseel; penseelstreek |
mizuhiki-水引 | decoratief koord gemaakt van gevlochten [geknoopt] Japans papier |
mizujaya-水茶屋 | (Edo periode) een theestalletje; theekraampje |
mizukikin-水飢饉 | droogte; watertekort |
mizukoboshi-水翻し | spoelkom (voor omspoelen van theekommen b.v. bij theeceremonie) |
mizuku-水漬く | doorweekt [ondergedompeld; doordrenkt] worden (in water) |
mizumochi-水餅 | mocht (rijstcake) geweekt in water |
mizunoe-壬 | het negende zodiac teken |
mizunurumu-水温む | het (langzaam) warmer worden van het water (van vijvers, beekjes etc.) in de lente |
mizushirazu-見ず知らず | vreemd; onbekend |
mizushōbai-水商売 | onzekere [risicovolle] handel [zaken]; het werken in het uitgaansleven |
mizutaki-水炊き | een gerecht van kip en groente gekookt in water, geserveerd met een dipsaus (meestal ponzu) |
mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) inundatie; het onder water zetten (van een kasteel bij een belegering) |
mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) het afsnijden van de watertoevoer (van een kasteel bij een belegering) |
mochiaji-持ち味 | karakteristieke [natuurlijke; bijzondere] smaak |
mochiba-持ち場 | iemand's werkplek [wachtpost; standplaats] |
mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
mochikomu-持ち込む | voorstellen; iem. benaderen; aanspreken |
mochiron-勿論 | natuurlijk; zeker; vanzelfsprekend |
mōchōen-盲腸炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
modaeru-悶える | gekweld [angstig; ongerust] zijn [worden] |
mōdo-モード | modus (muziek) |
mōdō-妄動 | onbezonnen [roekeloze] daad |
moetsuku-燃え付く | in de brand vliegen; ontsteken; ontbranden; vuur [vlam] vatten |
mōfu-毛布 | deken; plaid |
mogaribue-虎落笛 | het fluitende geluid van een winterse wind die door een bamboe hek waait |
mōgēji-モーゲージ | hypotheek |
moji-文字 | letter; letterteken; karakter |
mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
mokkori-もっこり | het uitpuilen [opbollen] van een broek door een erectie |
mōkohan-蒙古斑 | mongolenvlek; archipelvlek (aangeboren blauw-grijze pigmentvlek) |
moku-黙 | (in kanji combinaties) zwijgen; niet spreken |
mokudoku-黙読 | het stillezen (het lezen van een tekst zonder deze uit te spreken) |
mokuhi-黙秘 | zonder bekentenis (van schuld) |
mokushi-黙示 | onthulling; revelatie; bekendmaking; openbaarmaking |
mokutanga-木炭画 | houtskooltekening |
mokutanshi-木炭紙 | houtskool papier; courantdruk (papier gebruikt voor houtskooltekeningen) |
momiai-揉み合い | schermutseling; worsteling; geduw en getrek |
momiji-紅葉 | (gekleurde) herfstbladeren |
momu-揉む | hardnekkig aanvallen; duwen |
monchō-紋帳 | een boek [register] met familiewapens |
mondo-モンド | Mondo (wereld), een filmgenre met een sensationele weergave van vreemde culturen, vaak over taboeonderwerpen zoals seks en dood |
mondoeiga-モンド映画 | Mondo, een filmgenre met een sensationele weergave van vreemde culturen, vaak over taboeonderwerpen zoals seks en dood |
mongaifushutsu-門外不出 | verbod op het meenemen van waardevolle boeken of artikelen uit een collectie |
mongaikan-門外漢 | leek; amateur |
mongi-文義 | betekenis van een woord [frase; zin] |
mōningu・kōru-モーニング・コール | wake-upcall; telefoontje om iemand (b.v. een hotelgast) op verzoek te wekken 's morgens |
monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
monji-文字 | letter; letterteken; karakter |
monkī・bijinesu-モンキー・ビジネス | apenstreken; kattenkwaad |
monkokaihō-門戸開放 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
monkokaihōseisaku-門戸開放政策 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
monofonī-モノフォニー | (muziek) monofonie |
monogurafu-モノグラフ | monografie (verhandeling, artikel of onderzoeksrapport over één onderwerp) |
monoguruoshii-物狂おしい | wild; gek; waanzinnig; wanhopig |
monohoshi-物干し | wasrek; droogrek |
monoii-物言い | manier van spreken; taal |
monokage-物陰 | een plek uit het zicht; verborgen plek |
monokōdo-モノコード | monochord (eensnarig muziekinstrument) |
monomane-物真似 | mimiek; nabootsing; na-aperij |
monomonoshii-物物しい | opvallend; opzichtig; de aandacht trekkend; pretentieus |
monomōsu-物申す | spreken; protesteren; klagen |
mononomigotoni-物の見事に | duidelijk; vanzelfsprekend; levendig |
monosekkusu-モノセックス | uniseks |
monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
monosuru-物する | (in Klassiek Japans wordt monosuru gebruikt met verschillende betekenissen, zoals o.a.:) zijn; gaan; komen |
monotori-物取り | dief; rover; inbreker |
monpe-もんぺ | (wijde) werkbroek (met touwtjes om de enkels, m.n. gedragen door vrouwen op het platteland en in fabrieken) |
monyumento-モニュメント | monument; gedenkteken |
monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
monzeki-門跡 | (informeel) hoofdpriester van de Hōganji tempel (van de Pure Land sekte) |
monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
monzenbarai-門前払い | afwijzing van aanvragen [verzoeken; klachten; deelnames] |
morarisuto-モラリスト | moralist; zedenmeester; zedenpreker |
moraru-モラル | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
moraru・hazādo-モラル・ハザード | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
morāru・sābei-モラール・サーベイ | moreel onderzoek naar tevredenheid van werknemers over arbeidscondities |
morasu-漏らす | iets laten lekken (lett.) |
morasu-漏らす | lekken (fig.); verraden; een geheim verklappen; onthullen |
morau-貰う | verzoeken; nemen; willen hebben |
moreru-漏れる | lekken; doorsijpelen; doorschijnen; doorkomen |
moriagezaishiki-盛り上げ彩色 | schildertechniek met dik opgebrachte verf |
morisoba-盛り蕎麦 | soba (boekweitnoedels) op een rieten schaal |
moru-漏る | lekken; wegvloeien; ontsnappen (gas, b.v.) |
mosaku-模索 | het rondtasten [zoeken] (naar) |
mosakusuru-模索する | rondtasten; zoeken (naar) |
mōshiageru-申し上げる | (nederige vorm voor 言う) zeggen; spreken |
mōshide-申し出 | voorstel; aanbieding; aanbod; verzoek; aanvraag |
mōshideru-申し出る | voorstellen; suggereren; een suggestie doen; aanbieden; een aanbod doen; aanvragen; verzoeken |
mōshiide-申し出で | voorstel; aanbieding; aanbod; verzoek; aanvraag |
mōshikomi-申し込み | aanbod; offerte; voorstel; verzoek; aanvraag |
mōshikomu-申し込む | verzoeken; aanvragen; een aanzoek doen (van huwelijk); uitdagen |
mōshikomu-申し込む | reserveren; boeken |
moshimoshi-もしもし | pardon (bij het aanspreken van iemand die je niet kent) |
mōshin-盲進 | roekeloosheid; onbesuisdheid; onbezonnenheid |
mōsu-申す | (nederig werkwoord voor 言う) zeggen; spreken |
motageru-擡げる | (het hoofd) opheffen; optillen; oprichten; de kop opsteken; doen ontstaan |
mōten-盲点 | (med.) een blinde vlek (in het gezichtsveld); een scotoom |
mōten-盲点 | (fig.) een blinde vlek; iets dat men vaak over het hoofd ziet |
motochō-元帳 | grootboek (in boekhouding) |
moyamoya-もやもや | (van gevoelens) somber; onzeker; wazig; opgekropt |
moyō-模様 | patroon; ontwerp; markering; tekening |
moyō-模様 | lijken op; ernaar uitzien dat; uiterlijk; omstandigheden; situatie; symptoom; teken (van) |
mozaiku-モザイク | mozaïek; mozaïekwerk |
mozaikukanazuchi-モザイク金槌 | mozaïek hamer |
mubō-無謀 | roekeloosheid; ondoordachtheid; onvoorzichtigheid |
mubōunten-無謀運転 | het onvoorzichtig [roekeloos] autorijden |
muchi-無知 | onwetendheid; gebrek aan kennis |
mudabanashi-無駄話 | (dom) geklets; geroddel |
mudaguchi-無駄口 | geklets; kletspraatje; gebabbel |
mudan-無断 | zonder waarschuwing; zonder (voor)aankondiging; onaangekondigd |
mūdo・myūjikku-ムード・ミュージック | sfeermuziek |
mugikō-無技巧 | ongekunsteld [natuurlijk; niet kunstmatig] zijn |
mugura-葎 | bodembedekker(s); kruipplant(en); woekerende plant(en) |
muigi-無意義 | zinloos [onbetekenend; onbelangrijk] zijn |
muimi-無意味 | zonder betekenis zijn; betekenisloosheid; zinloosheid; onzin |
muji-無字 | in een zen-koan gebruikt (met de betekenis: geen woord) als ontkenning op een vraag |
mujirushishōhin-無印商品 | merkloze [generieke] artikelen [goederen] |
mujō-無常 | veranderlijkheid; onzekerheid; vergankelijkheid |
muka-無価 | onbetaalbaar; van ongekende waarde |
mukabaki-行縢 | (his.) een van herten- of berenbont gemaakte beenbekleding (voor krijgers bij het paardrijden of de valkenjacht) |
mukangae-無考え | ondoordachtheid; achteloosheid; onbezonnenheid; roekeloosheid |
mukatsuku-むかつく | zich ziek [misselijk] voelen |
muketsu-無欠 | zonder gebreken |
mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
mukōhachimaki-向こう鉢巻き | opgevouwen of opgerolde doek rond het hoofd geknoopt |
mukōmizu-向こう見ず | onbezonnen; halsoverkop; roekeloos; overhaast |
mumei-無名 | naamloos; zonder naam; niet ondertekend |
mumei-無名 | onbekend; niet beroemd |
mumei-無銘 | ongesigneerd zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.); niet ondertekend; anoniem |
mune-旨 | betekenis; strekking; bedoeling; instructie; bevel |
munimusan-無二無三 | uniek |
munō-無能 | onbekwaamheid; incompetentie |
munōryoku-無能力 | incompetentie; onbekwaamheid; onvermogen |
mūnraitokeikaku-ムーンライト計画 | Moonlight Programma (onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor energiebesparende technologie in Japan) |
mūnwōku-ムーンウォーク | moon walk (danstechniek) |
murashigure-村時雨 | (voorbijtrekkende) hevige herfstregen (van korte duur) |
muron-無論 | zeker; natuurlijk; ongetwijfeld; vanzelfsprekend |
murozaki-室咲き | de teelt [het kweken] van bloemen in de kas |
musai-無才 | onbekwaamheid; gebrek aan talent [kennis] |
musakuichūshutsuhō-無作為抽出法 | (statistiek) aselecte steekproef methode; methode van willekeurige selectie |
musasabi-鼯鼠 | witkelige vliegende eekhoorn (Petaurista leucogenys) |
mushashugyō-武者修行 | naar andere delen van het land reizen om bijzondere vaardigheden te leren (b.v. in de muziek of de krijgskunst) |
mushi-虫 | insect; krekel; mot; worm; rups |
mushibamu-蝕む | wormstekig zijn; aangevreten door wormen [motten] |
mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
mushin-無心 | dringend [vrijpostig] verzoek |
mushiru-毟る | plukken; (af)trekken; scheuren |
mushiryoku-無資力 | gebrek aan kapitaal [vermogen]; zonder geld [vermogen] |
mushisasare-虫刺され | insectenbeet; insectensteek |
musō-無双 | (sumo) werptechniek door het dijbeen van de tegenstander beet te pakken |
musubi-結び | (van een tekst) het einde [conclusie] |
mutanpo-無担保 | zonder onderpand; ongedekt (lening) |
mutanpokashidashi-無担保貸出 | ongedekte lening |
mutanposhasai-無担保社債 | ongedekte (bedrijfs)obligatie |
muyami-無闇 | gedachteloos; zonder na te denken; roekeloos |
myūjikku-ミュージック | muziek |
n-ん | afkorting van un (tussenwerpsel, met de betekenis: bevestigend) |
nabirome-名広め | aankondiging [bekendmaking] van een nieuwe naam (van een artiest, winkel, e.d.) |
nadataru-名だたる | beroemd; bekend |
nadokoro-名所 | beroemde [bekende; interessante] plaats; bezienswaardigheid |
nagaami-長編み | stokje (dubbele haaksteek) |
nagabanashi-長話 | het lang praten; een lang gesprek [verhaal] |
nagabanashisuru-長話する | lang praten; een lang gesprek voeren [hebben] (met) |
nagai-長居 | (op bezoek) blijven plakken; (te) lang blijven |
nagamochi-長持 | een rechthoekige houten opbergkist (meestal gebruikt voor kleding) |
nagarazoku-ながら族 | mensen (leeringen; studenten) die de gewoonte hebben tijdens het studeren te luisteren naar muziek, radio enz. |
nagarearuku-流れ歩く | ronddwalen; rondzwerven; rondtrekken |
nagarebotoke-流れ仏 | verdronken lijk dat in de zee drijft (vissers behandelen dit met grote zorg als een teken voor een grote vangst) |
nagaredasu-流れ出す | uitstromen; uitschenken; uitgieten; (weg)lekken |
nagaremono-流れ者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
nagashiba-流し場 | douchehoek of wasgelegenheid (zoals in Japan voorafgaand aan het baden) |
nagashiita-流し板 | afdruipplaat; afdruiprek |
nagasu-流す | stromen; golven (geluid; elektriciteit) |
nagatachō-永田町 | het politieke hart van Japan |
nagauta-長歌 | klassiek shamisen-lied |
nagawazurai-長患い | landurige ziekte |
nage-投げ | (werp)techniek bij sumoworstelen |
nageku-嘆く | treuren; verdriet hebben; weeklagen; rouwen; wenen |
nagetsukeru-投げつける | tekeergaan; razen; tieren; (iem. verwijten) naar het hoofd slingeren |
nagewaza-投げ技 | (judo) werptechnieken |
nagurigaki-殴り書き | gekrabbel; kattebelletje |
nahen-那辺 | (daar)ginds; op die plek |
nai-無い | niet hebben; niet bezitten; ontbreken |
nai-無い | uniek [enig in zijn soort] zijn; eenmalig zijn |
naikabyōin-内科病院 | ziekenhuis voor interne geneeskunde |
naikaku-内角 | binnenhoek; binnenste hoek |
naimu-内務 | binnenlandse (staats)zaken m.b.t. politie, publieke werken, algemene volksgezondheid (inclusief afvalverwerking en riolering) en lokaal bestuur |
naisen-内線 | binnenlijn; binnenbedrading (elektra of elektronica) |
naishin-内診 | inwendig [gynaecologisch] onderzoek |
naishin-内診 | spreekuur; (dokter) consult |
naishinsuru-内診する | inwendig [gynaecologisch] onderzoek doen |
naishinsuru-内診する | spreekuur houden (dokter) |
naisho-内緒 | een privé plek (niet openbaar, maar thuis); de keuken |
naishobanashi-内緒話 | een onderonsje; een privé [geheim] gesprek |
naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
naitei-内偵 | geheim onderzoek; verkenning |
naiteisōsa-内偵捜査 | geheim onderzoek; verkenning |
naito・hosupitaru-ナイト・ホスピタル | een ziekenhuis waar 's nachts medische hulp en onderdak wordt geboden aan patiënten die overdag in de gemeenschap kunnen werken |
naiyō-内容 | inhoud; tekst |
naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
naiyōgo-内容語 | (taalkunde) woorden, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, die de semantische betekenis in een zin aanduiden |
naiyōseki-内容積 | inhoud; capaciteit; kubiek [inwendig] volume [afmeting]; massa |
naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
najiru-詰る | uitschelden; een standje geven; kritisch aanspreken [ondervragen] |
najji-ナッジ | nudging, een gedragspsychologische motivatietechniek |
nakanaka-中中 | jazeker; precies; inderdaad; (je hebt gelijk) dat is zo; Nee, toch? (bij ontkenning van iets dat niet gedacht of ver |
nakayasumi-中休み | pauze; koffiepauze; lunchpauze; korte onderbreking (van werkzaamheden, maar ook van regen, etc.) |
nakibokuro-泣き黒子 | een moedervlek onder een oog (volgens een Japans volksgeloof een teken dat iemand gevoelig is voor huilen) |
nakidokoro-泣き所 | zwakke plek; zwakke eigenschap, achilleshiel |
nakigoe-鳴き声 | dierengeluiden (geblaf, gehinnik, gekwaak, gefluit, gemiauw, etc.) |
naku-泣く | zich beklagen; klagen; (be)treuren; rouwen |
nakumushi-鳴く虫 | een krekel; sprinkhaan |
nakunaru-無くなる | op raken; tekort [te weinig] worden |
nakunaru-無くなる | niet meer zijn; ontbreken; weg zijn; niet meer doen |
nama-生 | rauw [ongekookt; onbewerkt; natuurlijk; ruw] zijn |
namabyōhō-生兵法 | oppervlakkige kennis van [ervaring met] (militaire tactieken) |
namaji-なまじ | onnadenkendheid; roekeloosheid; onbedachtzaamheid |
namako-海鼠 | zeekomkommer (Holothuroidea) |
namamono-生物 | rauw [ongekookt] voedsel |
namaribushi-なまり節 | gekookte en half-gedroogde bonito |
namaru-訛る | met een accent spreken [praten]; verbasteren; iets verkeerd uitspreken |
nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
namidagumashii-涙ぐましい | (lit.) pathetisch; aandoenlijk; ontroerend; deerniswekkend; erbarmelijk |
nanakorobiyaoki-七転び八起き | (spreekwoord) met vallen en opstaan (leren); al doende leert men (lett. 7 keer vallen, 8 keer opstaan) |
nanakusagayu-七草粥 | rijstepap, traditioneel gekookt met 7 kruiden (op de zevende dag van het nieuwe jaar) |
nanakusagayu-七草粥 | pap, gekookt van 7 ingrediënten, zoals rijst, gierst, bonen, e.d. (gemaakt op de 15e dag van het nieuwe jaar; later vervangen door azukibonenpap) |
nanashukyōgi-七種競技 | (atletiek) zevenkamp; heptatlon |
nanbanni-南蛮煮 | een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
nanbā・purēto-ナンバー・プレート | nummerplaat; nummerbord; kentekenplaat (auto) |
nanbun-難文 | een moeilijke [lastige] zin [passage; tekst] |
nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
nanbyō-難病 | ziekten die door het Japanse Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn zijn aangeduid als zeldzame en hardnekkige ziekten |
nandoku-難読 | moeilijk te lezen (tekst) |
nanigashi-某 | een zekere; ene |
nanjō-何じょう | (lit.) hoe dan ook; beslist; zeker |
nankuse-難癖 | fout; gebrek; defect; zwakke plek |
nankuse-難癖 | kritiek; beschuldiging; vitterij; muggenzifterij |
nanminshinseisha-難民申請者 | asielzoeker(s) |
nanori-名乗り | (publieke) aankondiging van de koopwaar [handelswaar)]met de naam van het product of de producent, e.d. |
nanoru-名乗る | zichzelf introduceren [voorstellen] (met naam); zichzelf identificeren [aankondigen; bekendmaken] als (met titel, beroep, etc.) |
nanoru-名乗る | in de derde persoon (met naam) spreken over zichzelf |
nanpa-軟派 | (politiek) de gematigden; gematigde partij |
nansensu-ナンセンス | onzin; nonsens; flauwekul |
nanshūkan-何週間 | hoeveel weken |
nantaidōbutsu-軟体動物 | weekdier(en) |
nantetsu-軟鉄 | zacht staal; zacht ijzer; weekijzer, |
naoru-直る | op de juiste plek komen; op de goede plaats geordend zijn |
napukin-ナプキン | servet; vingerdoekje |
narabi-並び | rij; lijn; reeks |
narachameshi-奈良茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst |
naratāju-ナラタージュ | narratage (Frans porte-manteau woord van: narration en montage); verteltechniek in film en theater waarbij de hoofdpersoon terugkijkt op zijn verleden |
narihibiku-鳴り響く | een goede reputatie hebben; algemeen bekend zijn |
narimono-鳴り物 | muziekinstrument |
narimono-鳴り物 | de muziekinstrumenten in het Kabuki theater, behalve de samisen |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
naru-鳴る | weerklinken; bekend worden [zijn] (om) |
narubeku-成るべく | zo mogelijk; indien mogelijk (dit woord is de klassiek Japanse shūshikei-vorm van het ww. naru) |
naruhodo-成る程 | inderdaad; werkelijk; zeker |
naruhodo-成る程 | (een uitroep ter instemming van wat een ander zegt) jazeker; inderdaad; vanzelfsprekend; natuurlijk |
naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
nasakebukai-情け深い | meelevend; sympathiek; welwillend; goedhartig |
nasakenai-情けない | erbarmelijk; miserabel; armzalig; zielig; meelijwekkend |
nata-鉈 | bijl; hakmes; leidekkershamer |
natsuba-夏場 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
natsubasho-夏場所 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
natsugake-夏掛け | dunne dekbedden die in de zomer gebruikt worden |
natsugo-夏蚕 | een zijderups, die vanaf de vroege zomer wordt gekweekt |
natsumake-夏負け | lichaamszwakte [ziek] door zomerhitte |
natsumatsuri-夏祭り | een zomerfestival om de goden te verzoeken de oogsten te beschermen tegen insectenplagen, overstromingen, e.d. |
natsuyama-夏山 | berg die wordt beklommen in de zomer |
natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
nebakkoi-粘っこい | hardnekkig; volhardend |
nebarizuyoi-粘り強い | hardnekkig; volhardend; koppig; taai |
nebusoku-寝不足 | slaapgebrek |
nechigaeru-寝違える | kramp in de nek krijgen [een stijve nek krijgen] (tijdens het slapen) |
nechikkoi-ねちっこい | hardnekkig; koppig; eigenwijs |
nedaru-強請る | smeken; afdwingen; pleiten; overreden |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men beleefd een oudere zus aanspreekt:) zus(ter) |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men een jonge vrouw aanspreekt:) juffrouw |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men aanspreekt) een serveerster in een restaurant of hotel |
neesan-姉さん | een woord waarmee een geisha een meer ervaren geisha boven zich aanspreekt |
neesankaburi-姉さん被り | handdoek om het hoofd gewikkeld |
neeya-姉や | (aanspreekvorm voor) kinderoppas; dienstmeisje |
nefurōze-ネフローゼ | nefrose (nierziekte) |
negatibu-ネガティブ | negatief (elektrische polariteit) |
negau-願う | verzoeken; smeken |
negau-願う | een verzoek [aanvraag] indienen (voor) |
negoto-寝言 | geklets; onzin |
neitibu-ネイティブ | (afkorting voor) native speaker; moedertaalspreker |
neitibu・supīkā-ネイティブ・スピーカー | moedertaalspreker; native speaker |
nejikomu-捩じ込む | iets ergens induwen [insteken] |
nejikomu-捩じ込む | zich beklagen; beklag doen; protesteren |
neko-猫 | bijnaam van een shamisen (een muziekinstrument, zo genoemd omdat het vaak met kattenhuid is bekleed) |
neko-猫 | een klein brandertje (een afkorting voor neko-hibachi) |
neko-猫 | kruiwagen (een afkorting voor neko-kuruma) |
nekonekobanten-ねんねこ半纏 | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
nekorobu-寝転ぶ | (op de grond) gaan liggen; plat [uitgestrekt] liggen |
nekosogi-根刮ぎ | ontworteling; het met wortel en al uit de grond trekken |
nekubi-寝首 | nek [hoofd] van een slapende persoon |
nema-寝間 | slaapkamer; slaapvertrek |
nenbutsushū-念仏宗 | Nembutsu sekte (van het boeddhisme) |
nendaiki-年代記 | kroniek |
nendaimono-年代物 | antiek; antiek voorwerp |
nendo-年度 | fiscaal jaar; belastingjaar; boekjaar |
nenga-年賀 | nieuwjaarsviering; nieuwjaarswens; nieuwjaarsbezoek |
nenkinhoken-年金保険 | lijfrenteverzekering |
nenmakuen-粘膜炎 | slijmvliesontsteking; mucositis |
nenneko-ねんねこ | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
nennotame-念のため | voor de zekerheid |
nenshi-年始 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarsbezoek |
neru-寝る | ziek in bed liggen; op het ziekbed liggen |
neru-練る | kennis [bekwaamheid] verbeteren door oefenen [trainen] |
nesoberu-寝そべる | uitgestrekt [languit] liggen (op buik of zij) |
nesshō-熱傷 | brandwond; brandplek (op de huid) |
netabare-ネタバレ | spoiler; bederver; informatie die (een deel van) de plot van een film of boek verklapt |
netchūshō-熱中症 | zonnesteek; hyperthermie; hitteberoerte |
netsu-熱 | een ziekte die gepaard gaat met) hoge koorts |
netsubyō-熱病 | ziekte met hoge koorts |
netsuku-寝つく | ziek in bed liggen |
newaza-寝技 | (judo) grond (klem) technieken |
neya-閨 | slaapkamer; slaapvertrek (m.n. van echtparen) |
neyuki-根雪 | sneeuwdek; laag sneeuw die (lang) blijft liggen |
nezumizan-鼠算 | geometrische [meetkundige] reeks; |
ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
nibunonpu-二分音符 | een halve noot (muziek) |
nichibeikankei-日米関係 | de Japans-Amerikaanse betrekkingen |
nichibu-日舞 | traditionele [klassieke] Japanse dans |
nichirankankei- 日蘭関係 | de Japans-Nederlandse betrekkingen |
nichiyōdaiku-日曜大工 | doe-het-zelver; (weekend) klusser |
nigaoe-似顔絵 | (ukiyo-e) portrettekening van acteurs en beroemde schoonheden |
nigemadou-逃げ惑う | (in paniek) proberen te ontsnappen; ongecoördineerd rondrennen om te ontsnappen |
nigiriya-握り屋 | een zuinig [gierig] iemand; een vrek [krent; gierigaard] |
nigirizushi-握り鮨 | een soort sushi waarbij een reepje vis (omelet, e.d.) op een samengeknepen blokje sushirijst wordt gelegd |
nihon-二本 | twee stuks (本 wordt gebruikt voor het tellen van lange dingen, boeken, etc.) |
nihonbuyō-日本舞踊 | traditionele [klassieke] Japanse dans |
nihonyakkyokuhō-日本薬局方 | de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
nijimideru-滲み出る | wegsijpelen; lekken; doorsijpelen; doorweken |
nijūboin-二重母音 | tweeklank; diftong |
nijūsō-二重奏 | (muziek) duet |
nikkābokkā-ニッカーボッカー | knickerbocker; kniebroek |
nikki-日記 | dagboek |
nikochingamu-ニコチンガム | nicotinekauwgum |
niku-肉 | direct; rechtstreeks; puur |
nikukan-肉感 | lichamelijk genot; seksuele passie |
nikutai-肉体 | het lichaam (het vlees); het fysiek |
nikutairōdō-肉体労働 | fysieke [lichamelijke] arbeid |
nikutaiteki-肉体的 | fysiek; lichamelijk |
nikyokuka-二極化 | polarisatie; tweedeling; wij-zij denken (politiek) |
nimaigai-二枚貝 | tweekleppigen; bivalvia (een klasse van in water levende weekdieren) |
nimame-煮豆 | gekookte bonen |
nimono-煮物 | het koken van voedsel; gekookt voedsel |
ningendokku-人間ドック | algeheel [uitgebreid] medisch (lichamelijk) onderzoek |
ningenkankei-人間関係 | (inter)menselijke relaties [betrekkingen] |
ningenkokuhō-人間国宝 | levend nationale kunstschat (titel gegeven aan kunstenaars of traditionele ambachtslieden met een zeer hoge technische bekwaamheid) |
ningyōtsukai-人形遣い | (fig.) degene die aan de touwtjes trekt; degene die (achter de schermen) de touwtjes in handen heeft |
ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
ninsō-人相 | gelaatstrekken; gezichtsuitdrukking; fysionomie |
nīrusenchōsa-ニールセン調査 | kijkcijferonderzoek uitgevoerd door de Nielsen Company (waarvan de Japanse tak werd opgericht in 1961) |
nise-二世 | (boeddhistische.) twee existenties: het heden en de toekomst |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een instelling, e.d. (voor praktische doeleinden) |
nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
nisshi-日誌 | dagboek; journaal; logboek |
nitsukeru-煮付ける | (groente en vis) goed (laten) doorkoken (in bouillon of sojasaus, zodat de smaak er goed intrekt) |
nitsumaru-煮詰まる | tot een oplossing [conclusie] komen (van een discussie, onderzoek, enz.) |
niwa-庭 | een vertrouwde [bekende] plek |
niwa-庭 | een plaats [plek] waar iets specifieks wordt gedaan (zoals studeren, vissen, jagen, etc.) |
nizakana-煮魚 | gekookte vis |
nī・sokkusu-ニー・ソックス | kniehoge sok; kniekous |
nō-能 | talent; vaardigheid; bekwaamheid; gave |
nobasu-伸ばす | langer maken; (uit)rekken; uitstrekken; laten groeien (van haar) |
nobeita-延べ板 | brede plank die wordt gebruikt om dingen op uit te rekken (b.v. voor het uitrollen van noedels) |
nōben-能弁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
noberu-延べる | (uit)strekken; (uit)spreiden; openvouwen |
nobiru-伸びる | groeien; langer worden; zich uitstrekken |
nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
nobori-上り | perron waar de treinen naar de stad vertrekken; een weg richting de stad |
noboribune-上り船 | een schip dat stroomopwaarts vaart; de boot die vaart van het platteland richting de streek van Kyoto-Osaka |
noboseru-逆上せる | gek [dol] zijn op |
nochi-後 | na, nadat; later; toekomstig |
nochinochi-後後 | toekomstig; hierna; in de (verre) toekomst |
nodo-喉 | de rugmarge van een (gebonden) boek |
nodoka-長閑 | rustig; gerust; onbezorgd; onbekommerd |
nodokubi-喉頸 | een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel |
nodomotojian-喉元思案 | oppervlakkige [bekrompen] gedachten [denkwijze] |
nōfu-納付 | betaling (van belastingen, bekeuringen, e.d. aan overheidsinstellingen) |
nōgaku-能楽 | Nōgaku is klassiek Japans theater, omvat twee vormen: Nō en Kyōgen |
nōha-脳波 | elektro-encefalografie (eeg) |
nōhakei-脳波計 | elektro-encefalografie (eeg) |
nōhi-能否 | competentie en incompetentie; bekwaamheid en onbekwaamheid |
nōhitsu-能筆 | mooi handschrift; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
nōki-能記 | (taalkunde) de betekenaar; het betekenende; het concept (signifier) |
nōkōgirei-農耕儀礼 | ritueel verzoek (of dankbetuiging) voor een goede oogst |
nōmāku-ノーマーク | (sport) speler die niet gedekt wordt [waar niet op gelet wordt] |
nōmakuen-脳膜炎 | hersenvliesontsteking; meningitis |
nomi-ノミ | platte beitel; hoekbeitel |
nonpori-ノンポリ | (nonpolitical) niet-politiek |
nonsekuto-ノンセクト | niet-sektarisch; niet gebonden aan een bepaalde religie of politieke partij |
norakura-のらくら | (onomatopee) langzaam en ontspannen; lekker rustig; nietsdoend |
nōran-悩乱 | angst; ongerustheid; angstig [van streek] zijn |
nōri-能吏 | een bekwame ambtenaar |
noridasu-乗り出す | uitvaren (schip); vertrekken; op weg [pad] gaan; van start gaan |
norimonoyoi-乗り物酔い | bewegingsziekte; reisziekte |
noroi-呪い | vloek; verwensing; vervloeking |
nōryoku-能力 | vaardigheid; bekwaamheid; competentie; vermogen; capaciteit |
nōsai-能才 | vermogen; bekwaamheid; vakkundigheid |
nōsai-能才 | een bekwaam [kundig] persoon |
nōsatsu-悩殺 | bekoring |
nōsei-農政 | landbouwbeleid; landbouwpolitiek |
noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
nōsho-能書 | het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
nōto-ノート | memo; notitie; aantekenboekje; notitieboekje; notitieblok |
nōto-ノート | (verklarende) aantekening; noot |
nōto-ノート | (muziek)noot |
nōtobukku-ノートブック | aantekenboekje; notitieboekje; notitieblok |
nōtosuru-ノートする | een notitie [aantekening] maken |
nozokikarakuri-覗き機関 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
nozokimegane-覗き眼鏡 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
nozoku-覗く | een glimp opvangen (van); vluchtig bekijken |
nozue-野末 | uithoeken van het platteland; verafgelegen velden |
nukeagaru-抜け上がる | terugtrekken van de haarlijn; kaal worden vanaf het voorhoofd |
nukeru-抜ける | verliezen; missen; ontbreken |
nukeru-抜ける | verbleken; verkleuren; vervagen |
nukeru-抜ける | verlaten; opgeven; terugtrekken; ontvluchten |
nukidasu-抜き出す | selecteren; uitzoeken |
nukidasu-抜き出す | ergens iets uittrekken; eruit halen |
nuku-抜く | verwijderen; uittrekken |
nuku-抜く | selecteren; een uittreksel maken |
nuku-抜く | doorboren; doorbreken |
numeri-滑り | (afk. voor) korte lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
numeriuta-滑り唄 | kort lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
nuno-布 | doek; lap stof |
nunobiki-布引き | het uitrekken van stof |
nunoji-布地 | stof; doek; lap |
nurakura-ぬらくら | glad; glibberig; week; slijmerig |
nureba-濡れ場 | (film of toneel) liefdesscène; seksscène |
nurenezumi-濡れ鼠 | (lett. een natte muis of rat) kletsnat zijn; doorweekt tot op de huid zijn |
nuresobotsu-濡れそぼつ | drijfnat worden; doorweekt raken |
nuri-塗り | deklaag; verflaag; laklaag |
nurie-塗り絵 | kleurplaat; tekening om in te kleuren |
nusubito-盗人 | dief; inbreker |
nusumigui-盗み食い | het eten stelen; stiekem een hap nemen |
nusutto-盗人 | dief; inbreker |
nyōki-尿器 | po; ondersteek; urinaal |
nyūbōen-乳房炎 | mastitis; borstontsteking; melkklierontsteking; uierontsteking |
nyūin-入院 | ziekenhuisopname |
nyūinkanja-入院患者 | een ziekenhuispatiënt (iemand die in het ziekenhuis ligt) |
nyūinsuru-入院する | in een ziekenhuis opgenomen worden |
nyūkin-入金 | het (geld) storten op eigen rekening |
nyūryoku-入力 | (elektr.) ingangsvermogen |
nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
nyū・myūjikku-ニュー・ミュージック | nieuwe muziek, benaming voor Japanse popmuziek |
nyū・raito-ニュー・ライト | (politiek) Nieuw Rechts; neoconservatisme |
nyū・refuto-ニュー・レフト | (politiek) Nieuw Links |
nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
ōbābukkingu-オーバーブッキング | overboeking (te vol boeken, b.v. vliegtuig) |
ōbādorafuto-オーバードラフト | bankschuld; debet(saldo); voorschot op een lopende bankrekening |
ōbāfurō-オーバーフロー | (informatica) overloop; overflow (wanneer een berekend getal te groot is om te kunnen worden opgeslagen) |
obakeyashiki-御化け屋敷 | oud huis met een spook of (gekwelde) geest |
obasan-小母さん | (aanspreektitel voor vrouw van middelbare leeftijd) mevrouw |
ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
ōbā・fensu-オーバー・フェンス | (honkbal) homerun, bal die over het hek [de omheining] is geslagen |
ōboe-オーボエ | hobo (muziekinstrument) |
oboe-覚え | zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid |
oboegaki-覚え書き | memorandum; notitie; aantekening |
oboezu-覚えず | onbewust; onwillekeurig; spontaan; instinctief; zonder (erbij) na te denken |
obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
oburigāto-オブリガート | (muziekterm) obbligato |
ōchaku-横着 | lui [een lijntrekker] zijn; slordig zijn |
ochanoko-お茶の子 | iets lekkers (cake, snoep, e.d.) bij de thee |
ochazuke-お茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
ochimusha-落ち武者 | (spreektaal) student, kandidaat, of sollicitant die heeft gefaald in zijn [haar] ondernemingen |
ochitsuita-落着いた | rustig; kalm; zelfverzekerd; beheerst |
ōdā-オーダー | ordeteken; onderscheidingsteken |
ōdanmaku-横断幕 | spandoek |
ōdansuru-横断する | oversteken; kruisen |
oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
ōdiensu-オーディエンス | publiek; gehoor; toehoorders |
odoriba-踊り場 | plek om te dansen |
odoriji-踊り字 | herhaalsymbool; herhalingsteken voor kanji of kana (々; ゝ) |
odorokubeki-驚くべき | verbluffend; verbazingwekkend |
ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
ofusetto-オフセット | offset; offsetdruk; offsetdruktechniek |
ofusettoinsatsu-オフセット印刷 | offsetdruk; offsetdruktechniek |
ōga-枉駕 | uw bezoek (formele stijl) |
ogawa-小川 | smalle [kleine] rivier; beek |
oginau-補う | aanvullen; goedmaken; compenseren; dekken (een tekort, verlies, etc.); opvullen (b.v. een vacature) |
ogosoka-厳か | plechtig [eerbiedwaardig; deftig; indrukwekkend] zijn |
ōha-横波 | transversale (elektromagnetische) golf |
ohagi-お萩 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
ōhan-凹版 | diepdruk (grafische druktechniek) |
ōhanhensei-黄斑変性 | maculadegeneratie (oogziekte) |
ōhan'insatsu-凹版印刷 | diepdruk (grafische druktechniek) |
ohitashi-お浸し | gekookte (blad)groenten met sojasaus |
ohiya-お冷や | koude gekookte rijst |
ōhō-往訪 | een bezoek (aan iemand); op bezoek gaan |
ohon-おほん | ahum (uitroep om aandacht te trekken) |
oikomu-追い込む | tekst door laten lopen |
ōinjiten-押韻辞典 | rijmwoordenboek |
oirukurosu-オイルクロス | wasdoek; zeildoek |
oirusukin-オイルスキン | oliejas; geolied doek; wasdoek |
oiru・fensu-オイル・フェンス | oliegiek (drijvende barrière om olielekkage op te vangen) |
oishii-美味しい | lekker; smakelijk; heerlijk |
okaasan-お母さん | moeder (beleefd, ook aanspreektitel) |
okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
okami-御上 | aanspreektitel voor iemand van adel |
okami-御上 | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
okamisan-お上さん | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
okarina-オカリナ | (muziekinstrument) ocarina |
okera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
okiagaru-起き上がる | weer op [hersteld] zijn (na een ziekte) |
okiji-置き字 | hulptekens in kanbun teksten (b.v. 矣 (い) ; 乎 (こ)) |
okizari-置き去り | het achterlaten (van iemand, iets, e.d.); in de steek laten; verlaten |
okizari-置き去り | het vertrekken van een echtgenoot die zijn vrouw verlaat |
ōkō-横行 | het woekeren; hoogtij vieren; wijdverspreid [veelvoorkomend] zijn |
okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
okosu-起こす | wekken; wakker maken |
okubyōkaze-臆病風 | paniekaanval |
okuden-奥伝 | initiatie; inwijding (in geheime kennis of technieken) |
okugaki-奥書 | naschrift; slottekst als bevestiging van de hoofdtekst |
okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
okunai-屋内 | binnenshuis; indoor; overdekt |
okuribi-送り火 | ceremonieel vuur [fakkels] om de zielen van de overledenen bij hun vertrek uit te zwaaien |
okuru-贈る | verlenen (van een academische graad, titel, e.d.); toekennen |
okuyami-お悔やみ | condoleantie; deelneming; rouwbeklag |
okuyurushi-奥許し | initiatie; inwijding (in geheime kennis of technieken) |
omairi-御参り | het bezoeken van een heiligdom [tempel; graf] |
omanma-お飯 | (gekookte) rijst; maaltijd |
omega-オメガ | omega, de laatste letter van het Griekse alfabet (Ω, ω) |
omodachi-面立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
omoeru-思える | lijken; schijnen; de indruk wekken |
omoomoshii-重重しい | zeer plechtig; (plecht)statig; gedragen (b.v. ceremonie, stem, treurige muziek) |
omotekata-表方 | (in het theater) personeel dat in direct in contact staat met de bezoekers (kaartverkopers, begeleiders etc) |
omotezata-表沙汰 | openbaarmaking; bekendmaking; onthulling |
omowa-面輪 | gezicht; gelaatstrekken |
omowazu-思わず | onbewust; onbedoeld; onwillekeurig; spontaan |
omozashi-面差し | uiterlijk; gezicht; gelaatstrekken |
ōmu-オーム | Ohm (eenheid van elektrische weerstand) |
ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
omunibasu-オムニバス | (boek) omnibus; verzameluitgave |
onaga-尾長 | Aziatische blauwe ekster |
onagare-お流れ | beleefde zegswijze waarbij de gastheer aan de eregast om diens sakekopje vraagt (om zelf uit te drinken) |
onaji-同じ | hetzelfde; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
onamidachōdai-お涙頂戴 | tranentrekker; smartlap; melodrama; sentimenteel verhaal [liedje; programma] |
onbukigō-音部記号 | muzieksleutel |
oneesan-お姉さん | (iemand aanspreken met) zus; mevrouw; juffrouw |
onegai-御願い | verzoek; het vragen om een gunst |
ongaku-音楽 | muziek |
ongakugakkō-音楽学校 | muziekschool; conservatorium |
ongakugaku-音楽学 | musicologie; muziekwetenschap |
ongakugakusha-音楽学者 | musicoloog; muziekwetenschapper |
ongakuhyōronka-音楽評論家 | muziekcriticus |
ongakukyōshi-音楽教師 | muziekleraar; muziekdocent |
ongakusenmonten-音楽専門店 | (gespecialiseerde) muziekwinkel |
ongakutai-音楽隊 | (muziek)band |
ongi-音義 | de lezing [uitspraak] en betekenis van kanji |
ongisetsu-音義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
ongoku-遠国 | een gebied [streek] ver van de hoofdstad |
ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
oniba-鬼歯 | vooruitstekende (hoek)tand |
onibaba-鬼婆 | een monster [duivel] in de gedaante van een oude vrouw; toverkol; heks |
onigiri-お握り | onigiri, een rijstbal (rond of driehoekig), vaak gevuld en met een stuk nori (geroosterde zeewier) eromheen gevouwen |
onkochishin-温故知新 | lessen trekken uit het verleden; nieuwe ideeën krijgen door de geschiedenis te bestuderen |
onkun-音訓 | lezing en betekenis van een kanji |
onpu-音符 | muzieknoot |
onpu-音譜 | muziek; bladmuziek; partituur |
onseigaku-音声学 | fonetiek; fonetica |
onseikigō-音声記号 | fonetisch teken |
ontei-音程 | (muziek) interval; toon; toonhoogte |
onten-温点 | warme plek; het warme (sensorische) punt |
ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
ooban-大判 | grote maat (boek, papier), etc. |
oobanyaki-大判焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
ooburoshiki-大風呂敷 | een grote furoshiki (doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen) |
ooiri-大入り | grote opkomst; veel publiek |
oomukō-大向こう | het publiek; de mensenmassa |
oonyūdō-大入道 | mytisch monster uit Japan in de vorm van een kaalhoofdige man met een lange nek |
ooyoso-大凡 | basis; grondslag; (bij) benadering; in grote trekken; in het algemeen; ruwweg |
operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
operetta-オペレッタ | (muziek) operette |
ōpungāden-オープンガーデン | open tuin (particuliere tuin die open is voor publiek) |
ōpun・akaunto-オープン・アカウント | open rekening (waarbij transacties pas achteraf en periodiek worden verrekend) |
ōpun・pojishon-オープン・ポジション | vacante positie [functie; betrekking]; vacature |
ōpun・porishī-オープン・ポリシー | open (contract) polis (met name bij transportverzekeringen) |
opushonaru・tsuā-オプショナル・ツアー | optionele excursie; facultatieve rondleiding (bij een geboekte reis) |
oratorio-オラトリオ | (muziek) oratorium |
oreimairi-御礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
oreru-折れる | gebroken [gevouwen] worden; afbreken |
oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
orihon-折り本 | vouwboek; harmonicaboek |
oriitte-折り入って | smekend; (dringend) verzoekend |
orijinaru-オリジナル | origineel; oorspronkelijk; authentiek |
orikomizumi-織り込み済み | voorzien; ergens (van te voren) rekening mee houden; in aanmerking nemen; incalculeren (bij de planning) |
orikomu-織り込む | in aanmerking nemen; rekening houden met |
oriru-下りる | opgeven; (zich) terugtrekken; stoppen (met); vallen (fig.) |
oru-折る | breken; afbreken; plukken |
ōrubakku-オールバック | (helemaal) naar achteren gekamd haar (zonder scheiding) |
ōrudo-オールド | oud; bejaard; antiek |
orugōru-オルゴール | muziekdoos (van Duits [Nederlands]: Orgel) |
ōru・risukusu-オール・リスクス | allrisk (verzekering) |
ōru・wezā-オール・ウエザー | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
ōru・wezā・torakku-オール・ウエザー・トラック | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
osagari-お下がり | (de basis-betekenis is van hoog naar laag) teruggave (m.n. aan de lokale gemeenschap) van offergaven voor de goden |
osagari-お下がり | (etens)restjes; kliekjes (aangeboden aan bezoekers, klanten, e.d.) |
osagari-お下がり | verplaatsing (vanuit een stad) naar een rustieke [landelijke] omgeving [locatie] |
ōsetsusuru-応接する | (bezoekers) ontvangen |
oshaberi-お喋り | gepraat; geklets; geroddel; geleuter |
oshi-啞 | stom zijn; niet kunnen spreken |
oshigami-押し紙 | notitie [stuk papier] bij een document (met aantekeningen en vragen) |
oshiiru-押し入る | binnendringen; inbreken (b.v. in een huis) |
oshikomu-押し込む | inproppen; insteken; instoppen; binnenduwen; opsluiten |
oshikomu-押し込む | binnenvallen; inbreken |
oshite-押して | gedwongen; dwingend; aandringend; hardnekkig |
oshitsumeru-押し詰める | proppen [stouwen; klemmen] in; in het nauw [een hoek] drijven |
ōso-応訴 | tegenaanklacht; wederbeschuldiging (van een aangeklaagde tegen de aanklager) |
oson-汚損 | een vieze vlek; beschadiging; besmeuring |
osoroshii-恐ろしい | vreselijk; verbijsterend; afschuwelijk; ontstellend; schrikwekkend |
osoroshii-恐ろしい | verrassend; geweldig; verbazingwekkend |
ossharu-仰る | (erend werkwoord voor 言う) zeggen; spreken |
osumitsuki-御墨付き | certificaat, toestemming, document met handtekening |
otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
otafukukaze-お多福風邪 | de bof (ziekte) |
otemae-お手前 | bekwaamheid; talent; vakmanschap |
otokogurui-男狂い | mannengek [gek op mannen; losbandig] zijn |
otokomusubi-男結び | mannenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop evenwijdig lopen (is niet makkelijk los te trekken) |
otokozuki-男好き | aantrekkelijk voor mannen |
otōsan-お父さん | vader (beleefd; ook aanspreektitel) |
otoshi-落とし | een val; een apparaat [mechaniek] om dieren te vangen |
otozure-訪れ | bezoek; visite; komst; aankomst |
otozureru-訪れる | bezoeken; een bezoek brengen [afleggen] |
oyabaka-親馬鹿 | iemand die (overdreven) dol is op zijn kind(eren) (en blind is voor de tekortkomingen) |
oyaji-親字 | het eerste karakter [de basis kanji] van een lemma in een kanji woordenboek |
paburikku-パブリック | publiek; openbaar |
paburikku・kōporēshon-パブリック・コーポレーション | openbaar bedrijf; publieke instantie; overheidsbedrijf |
paburikku・rirēshonzu-パブリック・リレーションズ | public relations; zakelijke betrekkingen |
pachipachi-ぱちぱち | (hard) geklap |
pachipachi-ぱちぱち | geknetter; knappend geluid |
pachipachi-ぱちぱち | geklik (het repeterende geluid van achter elkaar foto schieten) |
paiku-パイク | snoek (een vis, Esox Lucius) |
paionia-パイオニア | pionier; baanbreker; wegbereider |
paipu・orugan-パイプ・オルガン | pijporgel (muziekinstrument) |
pairotto・puranto-パイロット・プラント | proeffabriek |
pajama・kōru-パジャマ・コール | nachtelijk telefoontje; een telefoongesprek 's avonds laat |
pan-パン | pan (koekenpan; kookpan; braadpan) |
pan-パン | Pan (Griekse mythologie) |
paneru・sābei-パネル・サーベイ | panelonderzoek (doelgroep onderzoek) |
panikku-パニック | paniek |
panjī-パンジー | driekleurig viooltje (Viola tricolor) |
pankēki-パンケーキ | pannenkoek |
panku-パンク | lekke band |
panku・rokku-パンク・ロック | punkrock (muziek) |
panorama-パノラマ | een panorama (schilderij op doek van halve of hele cirkel met realistische voorgrond, een uitvinding van Robert Barker |
panpan-ぱんぱん | (onomatopee) pang pang; geluid van geknal [schoten; vuurwerk, etc.) |
panteon-パンテオン | Pantheon, antieke tempel in Rome |
panteon-パンテオン | pantheon (Grieke of Romeinse tempel gewijd aan alle goden) |
pantorī-パントリー | voorraadkast; provisiekamer; provisiekast (Eng. pantry) |
pantsu-パンツ | broek |
pantsu-パンツ | onderbroek; slip |
papa-パパ | een woord gebruikt door een vrouw om haar man of minnaar aan te spreken |
papa-パパ | in de katholieke kerk de bijnaam van de paus |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) in kleine hoeveelheden (druppels, e.d.) naar beneden vallend (het geluid daarbij): gedruppel; gekletter |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) schaars; verspreid; (van iemands haar) piekerig; in losse plukken geknipt |
parusu-パルス | ritme (muziek) |
patapata-ぱたぱた | (geluid van) gekletter (regen); getrippel (voeten); geklapper (doek, etc.); geflapper (vleugels) |
patchi-パッチ | strakke [nauwsluitende] broek |
patchiwāku-パッチワーク | patchwork; lappendeken; quilt |
pechakucha-ぺちゃくちゃ | geklets; gekwebbel; gebabbel |
pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
peiofu-ペイオフ | depositoverzekering bij een faillissement |
pekingenjin-北京原人 | pekingmens (Homo erectus pekinensis) |
penga-ペン画 | pentekening |
pēpābakku-ペーパーバック | paperback (boekuitgave met zachte kaft) |
perapera-ぺらぺら | (onomatopee) vloeiend (een taal spreken); veel [snel] pratend; welbespraakt |
peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
pesuto-ペスト | pest (ziekte) |
pianishimo-ピアニシモ | pianissimo; zeer zacht (muziekterm) |
pichikāto-ピチカート | pizzicato; (snaren) tokkelend (muziekterm) |
piketto-ピケット | stakingspost (wacht om stakingsbrekers tegen te houden) |
pikkingu-ピッキング | het opensteken [forceren] van een slot |
pikkoro-ピッコロ | piccolo (muziekinstrument) |
pikotto-ピコット | picot (gekartelde band of gehandwerkte boogjes als versiering) |
pīku-ピーク | bergtop; piek |
pinchirannā-ピンチランナー | (honkbal) (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
pinchi・hittā-ピンチ・ヒッター | (honkbal) pinchhitter; (sterke) vervangende slagman in de kritieke fase van de wedstrijd |
pinpin-ぴんぴん | (onomatopee) levendig; bruisend; energiek; krachtig; springerig |
piriodo-ピリオド | punt (leesteken) |
piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) prikkelend; stekend; brandend; scherp |
pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
pitchi-ピッチ | bij het bergbeklimmen de periode tussen het ene gezekerde punt en het volgende |
pitchi-ピッチ | pek; pik; asfaltbitumen |
pitto-ピット | zandbak voor verspringen (atletiek) |
pī・āru-ピー・アール | (public relations) pr; zakelijke betrekkingen |
pī・dī・ē-ピー・ディー・エー | (personal digit assistent) draagbare elektronische organiser met display (uit de jaren 1990) |
pī・dī・efu-ピー・ディー・エフ | (portable document format) bestandsformaat voor elektronische documenten |
pī・eruhō-ピー・エル法 | (Product Liability Law) productaansprakelijkheidswet (aansprakelijkheid van fabrikanten voor schade veroorzaakt door een product met gebreken) |
pī・kē・efu-ピー・ケー・エフ | (peacekeeping force) vredesmacht |
pī・kē・ō-ピー・ケー・オー | (peacekeeping operations) vredesoperaties; vredesmissies |
pī・shīkādo-ピー・シーカード | insteekkaart (uitbreidingskaart bestemd voor notebooks; oude computer term) |
pōchi-ポーチ | portaal; portiek; veranda |
pojitibu-ポジティブ | positief (elektrische polariteit) |
pokkuri-ぽっくり | erg breekbaar zijn; breekbaarheid |
poppoya-鉄道員 | (in dialect, onomatopee: tjoeketjoeke, voor) spoorwegman |
popuri-ポプリ | (muziek) potpourri; medley |
popyurāongaku-ポピュラー音楽 | popmuziek; populaire muziek |
popyurā・myūjikku-ポピュラー・ミュージック | popmuziek; populaire muziek |
porishī-ポリシー | beleid; politieke maatregelen |
poritikusu-ポリティクス | politiek |
poronēzu-ポロネーズ | (Poolse dans en muziek) polonaise |
porutamento-ポルタメント | portamento (een muziekterm die aangeeft dat een toon zonder onderbreking moet overlopen in een andere toon) |
pōtā-ポーター | drager bij bergbeklimmingen [bergexpedities] |
potensharu-ポテンシャル | potentiaal; elektrisch vermogen (natuurkunde) |
pōzu-ポーズ | pauze; onderbreking |
puragu-プラグ | plug; stekker; aansluiting |
puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
puranto-プラント | fabriek |
purasu-プラス | plus; plus (+) teken; anode; positiviteit |
purazuma-プラズマ | (natuurkunde) plasma (elektrisch neutrale gasmassa) |
pure-プレ | pre- (voorvoegsel aan z.n.w, met de toegevoegde betekenis: voor) |
purēgaido-プレーガイド | ticketbureau; plaatsbesprekingsbureau; kaartverkoper |
purehabu-プレハブ | (afk. van prefabricated building) bouw-constructiemethode waarbij componenten vooraf in een fabriek worden gemaakt en op locatie in elkaar gezet |
pureparāto-プレパラート | preparaat (voor microscopisch onderzoek) |
puresuto-プレスト | presto (muziekterm); snel |
pureta・porute-プレタ・ポルテ | confectiekleding |
purēto-プレート | plaat (zoals in naamplaat, nummerplaat, tektonische plaat, etc.) |
purēto・tekutonikusu-プレート・テクトニクス | platentektoniek |
purēyā-プレーヤー | speler (sport; muziek) |
purofinterun-プロフィンテルン | ProfIntern, internationaal syndicaat (ook bekend als de Rode Internationale van Vakbonden, of Rode Vakbondsinternationale, RVI) |
puroguramu-プログラム | programma (televisie, theater, e.d.); programmaboekje |
puroguresshibu・rokku-プログレッシブ・ロック | progressieve rock (soort rockmuziek) |
purometeusu-プロメテウス | Prometheus (figuur uit de Griekse mythologie) |
puropā-プロパー | origineel; uniek; karakteristiek; inheems; eigen |
puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
purotto-プロット | het in een grafiek uitdrukken van data |
rabu・hanto-ラブ・ハント | (Eng.: love hunt) zoektocht naar liefde |
rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
raden-螺鈿 | raden, de techniek van het inleggen van dunne lagen parelmoer (b.v. in lakwerk) |
raichō-来朝 | (hist. China, Japan) bezoek aan het hof van een buitenlandse delegatie |
raichō-来朝 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
raichō-来聴 | het bijwonen van (een lezing, muziek, etc.); aanwezigheid |
raichōsha-来聴者 | publiek; aanwezigen |
raien-来園 | bezoek aan een tuin [park; dierentuin] |
raigō-来迎 | aanschouwing van een zonsopgang op een bergtop (wordt vergeleken met Amitabha Boeddha die op bezoek komt met een aureool) |
raigyo-雷魚 | gevlekte slangenkopvis (Channa maculata) |
raihin-来賓 | gast; bezoeker |
raihō-来訪 | een bezoek (van iemand); bezoek ontvangen |
raii-来意 | het doel van het bezoek |
raijō-来場 | aanwezigheid; bezoek; opkomst |
raijōsha-来場者 | bezoekers; toeschouwers |
raikaku-来客 | bezoeker; gast |
raikan-雷管 | ontsteker |
raikyaku-来客 | bezoeker; gast |
rainichi-来日 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
raiō-来王 | bezoek aan de koning; hofbezoek |
raiō-来王 | (arch.) bezoek van een koning van een ander volk aan het Chinese keizerlijk hof |
rairā-ライアー | lier (muziekinstrument) |
raishin-来信 | ingekomen [ontvangen] brief [bericht] |
raishin-来診 | huisbezoek door een arts; doktersvisite |
raisho-来書 | binnenkomende post; binnengekomen [ontvangen] brief |
raishū-来週 | volgende week |
raitā-ライター | aansteker |
raitaku-来宅 | bezoek [visite] (aan huis) |
raiten-来店 | het komen naar [bezoeken van] een winkel [restaurant] |
raitō-来島 | het komen naar [bezoeken van] een eiland |
rajian-ラジアン | radiaal (hoekmaat) |
rajikaru-ラジカル | extreem (gedrag); radicaal (politiek) |
rajiotaisō-ラジオ体操 | radio-gymnastiek (in Japan vanaf 1928 verzorgd door de NHK omroeporganisatie) |
rakkan-落款 | signatuur; ondertekening; handtekening |
rakugaki-落書き | graffiti; gekrabbel (op muren, deuren, omheiningen, schuttingen, e.d.) |
rakujō-落城 | overhandiging van iets dat men niet kan blijven (be)houden; instemming na aanhoudende verzoeken |
rakusho-落書 | schotschrift; hekeldicht |
rakushu-落首 | satirisch gedicht; hekeldicht |
ramāzuhō-ラマーズ法 | de Lamaze-techniek (bij bevallingen) |
rame-ラメ | lamé, weeftechniek bij stoffen |
ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
ramuda-ラムダ | de 11de letter van het Griekse alfabet, lambda (Λ of λ) |
ramusārujōyaku-ラムサール条約 | de Ramsar Conventie; Verdrag [Overeenkomst] van Ramsar (inzake watergebieden van internationale betekenis) |
ran-らん | een hulpwerkwoord, met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
ran-爛 | (in kanji combinaties) rotten; ontsteken; etteren; glinsteren; fonkelen |
ranbada-ランバダ | lambada (Braziliaanse dans(muziek)) |
ranbatsu-濫伐 | roekeloze [overmatige] ontbossing |
randamu-ランダム | willekeurig; lukraak |
randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
randamu・sanpuringu-ランダム・サンプリング | aselecte steekproef; willekeurige selectie |
randoku-濫読 | het lezen van willekeurig gekozen [lectuur] boeken |
ranningu・akaunto-ランニング・アカウント | rekening-courant |
ransho-蘭書 | een Nederlands boek; een boek in het Nederlands |
ransōen-卵巣炎 | eierstokontsteking; ovaritis |
ransōun-乱層雲 | nimbostratus (laaghangend donker wolkendek) |
rappanomi-喇叭飲み | het rechtstreeks uit een fles drinken |
rappu-ラップ | rap (muziek) |
rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
rapusodī-ラプソディー | (muziek) rapsodie |
rarugetto-ラルゲット | larghetto (muziekterm) |
rarugo-ラルゴ | largo (muziekterm) |
rasseru-ラッセル | (te voet) de route vrijmaken bij een bergbeklimming; een bergbeklimming leiden |
ratenkei-ラテン系 | behorend tot Latijns (of Romaans) sprekende etnische groepen |
ratenminzoku-ラテン民族 | Latijns (of Romaans) sprekende etnische groepen |
raudosupīkā-ラウドスピーカー | luidspreker |
refarensu・bukku-レファレンス・ブック | naslagwerk; naslagboek |
regee-レゲエ | reggae (muziek) |
reibōbyō-冷房病 | airconditioning ziekte; ziekte door airconditioners |
reiken-霊剣 | heilig zwaard (met mystieke krachten) |
reimairi-礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
reisui-冷水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
reiten-冷点 | koude plek; het koude (sensorische) punt |
reizō-冷蔵 | koeling; koude [gekoelde] opslag |
rejisutā-レジスター | (muziek) register |
rekijitsu-暦日 | kalenderdag gerekend van middernacht tot de volgende middernacht |
rekiran-歴覧 | het (dingen) een voor een (de een na de ander) bekijken [onderzoeken] |
rekisei-瀝青 | asfalt; bitumen; pek; (kool)teer |
rekishisho-歴史書 | geschiedenisboek |
rekuiemu-レクイエム | requiem, muziek bij een requiemmis |
ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
renchū-連中 | groep; (vrienden)kring; gezelschap; vereniging; kliek; (boeven)bende |
renjuku-練熟 | bekwaamheid; vaardigheid; vakkundigheid; behendigheid; ervaring |
renpai-連敗 | een reeks nederlagen |
renrakuwaza-連絡技 | (judo) combinatietechnieken (in een andere richting) |
renritsunaikaku-連立内閣 | een coalitiekabinet |
rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven |
rensaku-連作 | gezamenlijk auteurschap (met meerdere auteurs die ieder een deel van het boek schrijven) |
renshō-連勝 | opeenvolgende reeks overwinningen |
renshūchō-練習帳 | oefenboek; werkboek |
rentaikei-連体形 | (taalkunde) rentaikei (attributieve vorm; woordenboekvorm) |
rento-レント | (muziekterm) lento |
renzen'ashige-連銭葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
renzokuhōka-連続放火 | een reeks brandstichtingen |
renzokutai-連続体 | continuüm; doorlopende reeks |
renzokuwaza-連続技 | (judo) combinatietechnieken (in dezelfde richting) |
ren'on-連音 | trilling (rollende medeklinker) |
rēpukūhen-レープクーヘン | Lebkuchen (traditionele Duitse kerstkoeken) |
reten-レ点 | teken dat aangeeft dat de volgorde van karakters moet worden omgekeerd (bij het lezen van Chinese of klassiek Japanse teksten) |
reten-レ点 | vinkje (voor het aanmerken tekstregels) |
retorikku-レトリック | retoriek; redekunst |
rettō-列島 | archipel; eilandengroep; reeks eilanden |
rezākurosu-レザークロス | leerdoek; imitatieleer |
rezā・katto-レザー・カット | haarstijl, waarbij het haar niet met een schaar maar met een scheermes wordt geknipt |
ribaundo-リバウンド | terugval (ziekte) |
ribēto-リベート | rabat; korting; aftrek |
ribyō-罹病 | besmetting; het oplopen (van een ziekte) |
rīdā-リーダー | tekstboek |
ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
rikan-罹患 | het oplopen [krijgen] van een ziekte; het ziek worden |
rikansuru-罹患する | een ziekte oplopen [krijgen]; ziek worden |
rikkōho-立候補 | bekendmaking van kandidatuur [kandidaatstelling] |
rīku-リーク | (Eng.: leak) lek (van informatie, geheim etc.) |
rīku-リーク | lekkage (van electriciteit); stroomlekkage; kortsluiting |
rīkudenryū-リーク電流 | lekstroom |
rikujōkyōgi-陸上競技 | atletiek (sport) |
rikurūto-リクルート | rekruut (soldaat); nieuwkomer |
rikurūto-リクルート | (aan)werven; rekruteren |
rīkusuru-リークする | lekken; weglekken; doorlekken; (laten) uitlekken |
rikutsuppoi-理屈っぽい | twistziek; twistgraag; ruzieachtig |
rikyō-離京 | het vertrek uit [het verlaten van] de hoofdstad [Kyoto; Tokio] |
rikyōsuru-離京する | vertrekken uit de hoofdstad [Kyoto; Tokio]; de hoofdstad verlaten |
rinbyō-淋病 | gonorroe (geslachtsziekte) |
rindoku-淋毒 | gonorroea; gonorroe (geslachtsziekte) |
rindoku-輪読 | het om beurten lezen (verschillende mensen lezen om de beurt hetzelfde boek) |
rinin-離任 | beëindiging van functie [positie; werkplek] |
rinin-離任 | overplaatsing naar een andere werkplek [afdeling, bijkantoor] (binnen een bedrijf of instelling) |
rinjō-臨場 | bezoek; aanwezigheid; deelname; bijwoning |
rinkaku-輪郭 | contour(en); gestalte; silhouet; profiel; omtrek; uiterlijk |
rinko-凛乎 | imponerendheid; indrukwekkendheid |
rinrigaku-倫理学 | ethica; studie van de ethiek; zedenleer |
rinsaku-輪作 | wisselbouw (het telen van verschillende gewassen na elkaar op dezelfde grond, om bodemziekten te voorkomen) |
rinsho-臨書 | het nauwkeurig overschrijven van kanji naar een (klassiek) schrijfmodel (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
rinshō-輪唱 | (muziek) canon; kettingzang; beurtgezang |
rinzen-凛然 | imponerend; waardig en moedig; statig; indrukwekkend; ontzagwekkend |
rippōkon-立方根 | (wiskunde) derdemachtswortel; kubiekwortel |
rireki-履歴 | (computer) geschiedenis; logboek |
risu-栗鼠 | eekhoorn |
ritaia-リタイア | met pensioen gaan; zich terugtrekken |
ritarudando-リタルダンド | ritardando (Italiaanse muziekterm met de betekenis: steeds langzamer) |
ritsuryōsei-律令制 | Ritsuryō-systeem, rechtssysteem van gecentraliseerde overheid gebaseerd op de ritsuryō-wetboeken |
rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
rōbai-狼狽 | verbijstering; verwarring; consternatie; paniek; ontsteltenis |
roban-路盤 | wegverharding (basislaag en onderste oppervlaktelaag, onder het wegdek) |
rōei-朗詠 | voordracht [het voordragen] van een (klassiek) gedicht |
rōei-漏洩 | het uitlekken (van informatie); lek; openbaring |
rogu-ログ | logboek; scheepsjournaal |
rohō-露鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel plat op het papier wordt gezet) |
roji-露地 | (open) veld; kweekgrond in de openlucht; onoverdekte binnentuin; tuin bij theehuis |
rōjinbyō-老人病 | ouderdomsziekte; ouderdomskwaal |
rōjinbyōin-老人病院 | geriatrisch ziekenhuis; geriatrische kliniek |
rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
rojisaibai-露地栽培 | het kweken [cultiveren] van gewassen buiten op het land [in de openlucht] |
rojisutikkusu-ロジスティックス | logistiek |
rojō-路上 | wegdek; op straat |
rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
rokehan-ロケハン | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
rokēshon・hantingu-ロケーション・ハンティング | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
rokkunrōru-ロックンロール | rock-'n-roll (muziek) |
rokujūsō-六重奏 | (muziek) sextet |
rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
rokurokubi-轆轤首 | (in Japanse folklore) een vrouwelijk monster met een lange nek |
rokushaku-六尺 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
rokushakufundoshi-六尺褌 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
rōkyū-老朽 | aftakeling; gebrekkigheid; seniliteit |
romanchikku-ロマンチック | romantiek; romantisch |
romanchishizumu-ロマンチシズム | romantiek |
romanshugi-ロマン主義 | romantiek |
rōmanshugi-浪漫主義 | romantiek |
romansugurē-ロマンスグレー | romantisch grijs, een uitdrukking voor een aantrekkelijke man van middelbare leeftijd (met hier en daar wat grijs haar) |
rōma・katorikkukyō-ローマ・カトリック教 | het Rooms-katholieke geloof |
rōma・katorikkukyōkai-ローマ・カトリック教会 | de Rooms-katholieke kerk |
romen-路面 | wegdek; bestrating; plaveisel |
romentōketsu-路面凍結 | het bevriezen van het wegdek |
ronjiru-論じる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
ronkō-論考 | studie; onderzoek; wetenschappelijke discussie |
ronkō-論考 | onderzoeksartikel; academisch artikel |
ronten-論点 | de kern van een argument [betoog]; het onderwerp van een gesprek [discussie] |
ronzuru-論ずる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
roppōzensho-六法全書 | compilatieuitgave van de 6 wetboeken (Grondwet, Burgerlijk Wetboek, Wetboeken van Koophandel, Strafrecht, Burgerlijke Rechtsvordering, Strafvordering) |
rōren-老練 | het ervaren [geroutineerd; bekwaam] zijn |
rōringu・sutōnzu-ローリング・ストーンズ | de Rolling Stones (muziekband) |
rōshutsu-漏出 | lekkage |
rōsui-漏水 | (water)lekkage |
rosu・rīdā-ロス・リーダー | lokartikel; lokkertje (product dat goedkoop wordt verkocht om klanten te trekken) |
rōzome-蠟染め | batik (verftechniek op stoffen) |
ruigainen-類概念 | (logica) een generiek begrip [concept] |
ruigigojiten-類義語辞典 | thesaurus; synoniemen woordenboek |
ruiku-類句 | frasen [uitdrukkingen] met vergelijkbare [synonieme] inhoud [betekenis] |
ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
runba-ルンバ | rumba (dans; muziek) |
runge・kuttahō-ルンゲ・クッタ法 | de Runge-Kuttamethode (een numerieke methode om differentiaalvergelijkingen op te lossen, van de Duitse wiskundigen Carl Runge en Martin Kutta) |
rūpu-ループ | elektrisch circuit |
rūzurīfu-ルーズリーフ | losbladig notitieboek; losbladig (papier) |
ryakufu-略譜 | (muziek) verkorte vorm van een partituur (meestal numeriek) |
ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
ryōki-猟奇 | op zoek naar het vreemde [curieuze; bizarre; onwerkelijke] |
ryōkō-良好 | goed [toereikend; voldoende; optimaal; uitstekend] zijn |
ryokōhoken-旅行保険 | reisverzekering |
ryoryoku-膂力 | spierkracht; fysieke kracht |
ryōsai-良才 | talent; een bekwaam persoon |
ryōsho-猟書 | het zoeken naar boeken van uitzonderlijke waarde en beperkte oplage |
ryōsho-良書 | een goed [waardevol] boek |
ryōshū-領袖 | leider [baas; hoofd] (van een politieke fractie) |
ryōtō-両刀 | vaardig [bekwaam] zijn in twee vakgebieden; twee beroepen uitoefenen |
ryōtōzukai-両刀遣い | vaardig [bekwaam] zijn in twee verschillende vakgebieden [takken van kunst]; twee verschillende beroepen uitoefenen |
ryōtōzukai-両刀遣い | biseksualiteit; een biseksueel |
ryōzai-良材 | groot talent; bekwaam persoon |
ryūchō-流暢 | spreekvaardigheid |
ryūdōteki-流動的 | instabiel; onzeker |
ryūjin-流人 | iemand die rondzwerft [rondtrekt] buiten het geboorteland; zwerver |
ryūki-隆起 | iets dat uitpuilt [uitsteekt]; uitsteeksel; bobbel; verhoging |
ryūkōseikakuketsumakuen-流行性角結膜炎 | oogontsteking (Adenovirale keratoconjunctivitis) |
ryūshutsu-流出 | uitstroom; afvoer; uitloop; lekkage; lozing |
sabaku-裁く | rechtspreken; een oordeel [vonnis] vellen |
sabannakikō-サバンナ気候 | savanneklimaat |
sabiru-錆びる | vastroesten qua geestelijke en [of] lichamelijke bekwaamheden |
sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
sābisuryō-サービス料 | servicekosten |
sābisu・kosuto-サービス・コスト | servicekosten |
sabure-サブレ | sablé (Frans koekje) |
sadaka-定か | zeker(heid); zonder twijfel |
sagashimono-探し物 | iets waarnaar men op zoek is; ontbrekend [zoekgeraakt] voorwerp [artikel] |
sagasu-探す | zoeken; op zoek gaan (naar) |
sage-下げ | (muziek) een passage met dalende toon |
saguribashi-探り箸 | eetstokjes die men gebruikt om iets in een gerecht te zoeken (onjuist gebruik van eetstokjes) |
saguru-探る | (rond)tasten; zoeken [voelen] naar |
saguru-探る | onderzoeken; polsen; proberen (uit) te vinden; spioneren |
sagyōiki-作業域 | werkplek |
saha-左派 | (politiek) links zijn; linkervleugel |
sahara・arabuminshukyōwakoku-サハラ・アラブ民主共和国 | Arabische Democratische Republiek Sahara |
saidokumoji-再読文字 | kanji met toegevoegde [tweede] lezing (m.n. in Kanbun teksten) |
saifu-採譜 | muziektranscriptie; muzieknotatie |
saigaihoken-災害保険 | ongevallenverzekering |
saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
saihai-采配 | een staf [scepter] als teken van rang (zoals van die van de samoerai-commandanten in het feodale Japan) |
saihate-最果て | de verste [meest afgelegen] (plek) |
saihitsu-載筆 | het opschrijven van aantekeningen, verslagen, e.d. |
saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
saika-裁可 | (keizerlijke) goedkeuring; bekrachtiging; wettiging |
saikan-才幹 | vermogen; bekwaamheid; talent; geschiktheid |
saikei-歳計 | jaarrekening; begroting |
saikentō-再検討 | herziening; herbeschouwing; nieuw onderzoek |
saikentōsuru-再検討する | herzien; heroverwegen; opnieuw onderzoeken |
saikesshō-再結晶 | rekristallisatie; herkristallisatie |
saikin-細謹 | kleine onvolkomenheid; klein gebrek |
saikuroido-サイクロイド | cycloïde; radlijn; roltrek |
saikuru-サイクル | (elektriciteit) trilling (per seconde); Herz |
sain-サイン | teken; sein |
sain-サイン | ondertekenen; ondertekening; handtekening |
sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
sairen-サイレン | sirene (demonisch wezen uit Griekse mythologie); verleidster |
sairoku-採録 | transciptie; registratie; optekening |
sairoku-載録 | transcriptie; registratie; optekening |
sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
sairyaku-才略 | intelligentie en tactiek [strategie]; vindingrijkheid |
sairyū-細流 | beekje; kleine stroom; smalle rivier |
saisaki-幸先 | voorteken; omen; voorbode |
saisankakaku-採算価格 | kostendekkende [winstgevende] prijs |
saisansei-採算制 | systeem van aparte winstberekening (per afdeling of regio) |
saitō-彩陶 | plateel keramiek (beschilderd Chinees aardewerk) |
saiwan-才腕 | vaardigheid; bekwaamheid; talent |
saizuchiatama-才槌頭 | een op een hamer lijkend hoofd (voorhoofd en achterhoofd steken uit) |
saji-些事 | een kleinigheid; iets dat onbelangrijk [onbeduidend; onbetekenend] is |
sajikagen-匙加減 | rekening houdend (met); overweging; beoordeling |
saka-坂 | hellingshoek; stijgingspercentage |
saka-茶菓 | thee en cake [lekkers; snoep] |
saka-逆 | omgekeerd; omgedraaid; ondersteboven |
sakan-盛ん | wijdverbreid [populair; in trek] zijn |
sakasa-逆さ | omkering; inversie; omgekeerd zijn |
sakasama-逆様 | omgekeerd; ondersteboven; achterstevoren |
saki-先 | de (nabije) toekomst |
saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
sakinsaishu-砂金採取 | goudwinning door goudwassen in beken en rivieren |
sākitto-サーキット | (elektrisch) circuit; stroomkring |
sākitto-サーキット | omtrek |
sakiyuki-先行き | toekomst; toekomstperspectief; vooruitzicht |
sakizaki-先先 | de toekomst |
sakka-擦過 | schaafplek; geschaaf; geschuur; geschraap |
sakkō-作興 | bevordering; verbetering aanmoediging; opwekking |
sakkyoku- 作曲する | (muziek) componeren |
sakkyoku-作曲 | muziekcompositie |
sakkyokuka-作曲家 | (muziek) componist |
saku-柵 | hek; railing |
sakurameshi-桜飯 | rijst gekookt met sojasaus en sake |
sakuryaku-策略 | strategie; tactiek; list |
sakusen-作戦 | strategie; tactiek; strijdplan |
sakushi-作詞 | het schrijven van songteksten |
sakushisha-作詞者 | liedjesschrijver; tekstschrijver |
sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
sakuzu-作図 | figuurtekening; tekening van een diagram [grafiek] |
sameru-冷める | bekoelen (enthousiasme, etc.) |
sāmisutā-サーミスター | thermistor (een elektrische weerstand component) |
samon-査問 | onderzoek (in een zaak); verhoor; hoorzitting |
samonsuru-査問する | onderzoeken; verhoren; ondervragen |
samon'iinkai-査問委員会 | onderzoekscommissie |
san-算 | het tellen; rekenen |
san-讃 | inscriptie [tekst] (op een schilderij) |
sanaedori-早苗鳥 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
sanba-サンバ | samba (dansmuziek) |
sanchi-産地 | gebied [streek] waar een lokaal product (wijn, vruchten, kunstnijverheid, e.d.) wordt geproduceerd |
sanchūru-サンチュール | ceintuur; riem; broekriem |
sandai-参内 | bezoek aan het keizerlijk paleis |
sandawara-桟俵 | ronde deksel van stro (werd gebruikt voor het afdichten van een baal rijst) |
sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
sanden-参殿 | bezoek aan een paleis |
sandō-参堂 | bezoek aan een tempel of heiligdom |
sandō-参堂 | bezoek aan een hoger geplaatst persoon |
sandogasa-三度笠 | tradioneel Japanse hoofddeksel (van bamboe) |
sange-山家 | (boeddh.) school die in directe lijn is verbonden aan de Tendai-sekte (in China) |
sangokuichi-三国一 | ongeëvenaard [uniek] in Japan, China en India |
sanjō-参上 | bezoek aan een hoger geplaatst persoon |
sanjo-産所 | kraamkamer; verloskamer (in ziekenhuis) |
sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
sanjūsō-三重奏 | (muziek) trio |
sankahi-参加費 | deelnamekosten |
sankakkei-三角形 | driehoek |
sankaku-三角 | driehoek |
sankakuhō-三角法 | trigonometrie; driehoeksmeetkunde |
sankakujōgi-三角定規 | geodriehoek; tekendriehoek |
sankakukankei-三角関係 | driehoeksverhouding (in de relationele sfeer) |
sankakukantei-三角関係 | driehoeksverhouding |
sankakunami-三角波 | driehoeksgolf (wiskunde) |
sankakunami-三角波 | een korte [driehoekige] golfslag (op zee) |
sankakuwaza-三角技 | (judo) driehoekstechnieken |
sankan-参観 | het bezoeken; inspecteren; rondkijken |
sanken-三権 | de Trias Politica; de drie machten van de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
sankenbunritsu-三権分立 | de scheiding der drie machten (Trias politica) in de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
sanketsu-酸欠 | zuurstofgebrek |
sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
sankushon-サンクション | erkenning; goedkeuring; bekrachtiging |
sanmaime-三枚目 | komediant; acteur die een komische rol speelt; komiek; grappenmaker |
sanpai-参拝 | bezoek aan een heiligdom of tempel |
sanpaikyaku-参拝客 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
sanpaisha-参拝者 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
sanpō-算法 | rekenkunde; getallenleer; algoritme |
sanrei-山嶺 | bergtop; bergpiek; bergkam; bergrug |
sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
sansai-三彩 | aardewerk gemaakt met drie (maar soms ook twee of vier) soorten gekleurd glazuur, op lage temperatuur gebakken |
sansaku-散策 | gewandel; gekuier; geslenter |
sansei-参政 | participatie [deelname] aan de politiek |
sansen-参戦 | deelname aan een oorlog; het ten strijde gaan [trekken] |
sansen-山泉 | waterbron in een bergland [bergstreek] |
sansensuru-参戦する | ten strijde trekken; deelnemen aan een oorlog |
sanshitsu-産室 | kraamkamer; verloskamer (in ziekenhuis) |
sansū-算数 | rekenkunde; rekenen |
sansū-算数 | berekening |
sansūkentei-算数検定 | rekenvaardigheid test |
sansuru-算する | tellen; calculeren; berekenen |
santan-三嘆 | herhaald geklaag |
santa・maria-サンタ・マリア | Santa María (het schip van Christoffel Columbus, die in 1492 Amerika ontdekte) |
santei-算定 | berekening; calculatie; beraming |
sanwaon-三和音 | (muziek) drieklank |
sanze-三世 | (boedd.) 3 existenties: verleden, heden en toekomst |
san'in-山陰 | berggrot; bergholte; (een plek in) de schaduw van de berg |
san'in-産院 | kraamkliniek; verloskundig centrum |
san・baizā-サン・バイザー | zonneklep (in auto); zonneklep (met band om het hoofd, b.v. tijdens het sporten) |
san・dekki-サン・デッキ | bovendek; zonnedek (van een schip) |
sarabureddo-サラブレッド | raspaard; volbloed; stamboekdier; rasdier |
sarakin-サラ金 | woekeraar; verstrekker van consumentenkredieten |
sarashi-晒し | het weken; bleken |
sarashi-晒し | gebleekt katoen |
sarashiko-晒し粉 | bleekpoeder |
sarasu-晒す | bleken; weken; spoelen |
saron・myūjikku-サロン・ミュージック | salonmuziek |
saropetto-サロペット | overall; werkpak; werkbroek; tuinbroek |
saru-去る | vertrekken; (ver) weggaan |
sarumata-猿股 | (ouderwetse) herenonderbroek |
sasara-簓 | een traditioneel Japans muziekinstrument, dat bestaat uit een bundel aan elkaar gebonden repen bamboe, die tegen een geribbelde staaf wordt gewreven |
sashichigaeru-刺し違える | elkaar steken (met een zwaard, mes, e.d.) |
sashidasu-差し出す | voor zich uithouden; (zijn handen) uitsteken |
sashideru-差し出る | opdringerig zijn; zijn neus ergens in steken (fig.); zich ergens mee bemoeien |
sashideru-差し出る | uitsteken; overhangen |
sashikizu-刺し傷 | steekwond; insectenbeet |
sashikomi-差し込み | stekker; contactdoos (electra) |
sashikorosu-刺し殺す | doodsteken |
sashitaru-然したる | bijzonder; bepaald; specifiek; aanzienlijk |
sashizuninbaraitegata-指図人払い手形 | rekening [nota] (betaalbaar) aan order [toonder]; toonderpapier |
sasou-誘う | uitnodigen; verzoeken; aanbevelen |
sasshi-冊子 | brochure; folder; informatieboekje |
sasu-刺す | steken; prikken; bijten (mug) |
sasu-差す | insteken (sleutel); opsteken (paraplu); uitsteken; omhoog steken (arm) |
sasu-注す | (arch.) aansteken (vuur); branden |
satan-嗟嘆 | klaagzang; treurzang; weeklacht |
satchi-察知 | gevolgtrekking; (logische) conclusie; afleiding; deductie |
satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
satsu-冊 | (boek)deel [band, blad, etc.] (woord voor het tellen van boeken, tijdschriften) |
satsujingenba-殺人現場 | plaats [plek] van de moord |
saundo・torakku-サウンド・トラック | soundtrack; geluidsspoor; filmmuziek |
sawagasu-騒がす | irriteren; tot last zijn; hinderen; van streek maken |
sawari-触り | belangrijkste stuk [passage; climax] van een verhaal of muziekstuk |
sayadō-鞘堂 | een hal die is gebouwd om de buitenkant van een ander gebouw volledig te bedekken (ter bescherming) |
sayokutō-左翼党 | linkse (politieke) partij |
sayori-細魚 | een straalvinnige vis, halfsnavelbek (Hyporhamphus sajori) |
sayu-さ湯 | heet water; gekookt water |
sefure-セフレ | seksvriend; knuffelmaatje |
segamu-せがむ | smeken; bedelen |
sei-性 | sekse; geslacht; (grammatica) genus |
sei-性 | seks |
seibyō-性病 | geslachtsziekte |
seichi-生地 | een veilige plek |
seichi-生地 | onbekende plek; plaats waar iemand voor het eerst komt |
seidenki-静電気 | statische elektriciteit |
seidenyūdō-静電誘導 | elektrostatische inductie; influentie |
seigaku-声楽 | vocale muziek |
seigaku-聖楽 | sacrale [gewijde; religieuze] muziek; kerkmuziek |
seigan-請願 | petitie; verzoekschrift (m.n. bij een overheidsinstantie) |
seigō-正号 | plus; het plus (+) symbool (bij rekenen) |
seihei-精兵 | elite-eenheid; elitekorps; elitetroepen |
seihen-政変 | regeringswisseling; politieke omwenteling; omverwerping van een regering; staatsgreep |
seihen-正編 | het belangrijkste deel van een boek ; hoofdverhaal |
seihen-正編 | het eerste boekdeel van een serie |
seihin'yunyū-製品輸入 | import van fabrieksgoederen |
seihon-製本 | het boekbinden |
seiiki-聖域 | gewijde grond; heilige plek [plaats] |
seiin-正員 | volwaardig lid; formeel gekwalificeerd lid |
seiji-政治 | politiek |
seiji-青磁 | Celadon (keramiek met een blauw-groene glazuur) |
seijibōmei-政治亡命 | politiek asiel |
seijikessha-政治結社 | een politieke organisatie |
seijisei-政治性 | politiek karakter; politieke aard |
seika-声価 | reputatie; faam; bekendheid; populariteit |
seikagaku-性科学 | seksuologie |
seikai-政界 | de wereld van de politiek; politieke kringen |
seikakumei-性革命 | seksuele revolutie |
seikansenshō-性感染症 | seksueel overdraagbare aandoening; geslachtsziekte |
seikansuru-静観する | rustig afwachten [toekijken] |
seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
seiken-政権 | politieke macht; bewind; regering; kabinet; regime |
seikensōdatsu-政権争奪 | strijd om de (politieke) macht |
seikōhō-正攻法 | frontale [openlijke] aanval; eerlijke tactiek |
seikōikansenshō-性行為感染症 | seksueel overdraagbare aandoening (soa); geslachtsziekte |
seikōjo-製鋼所 | staalfabriek |
seikōkōjō-製鋼工場 | staalfabriek |
seikōsuru-成功する | succes boeken; slagen; succesvol zijn |
seikōudoku-晴耕雨読 | op het land werken als de zon schijnt en thuis een boek lezen als het regent (verwijst naar het stille [geïsoleerde] leven op het platteland) |
seikyō-政教 | kerk en staat; politiek en religie |
seikyōiku-性教育 | seksuele voorlichting |
seikyōkai-正教会 | de oosters-orthodoxe kerk; de orthodoxe katholieke kerk |
seikyūsho-請求書 | rekening; factuur; debetnota |
seikyūsuru-請求する | eisen; verzoeken; vorderen; aanmanen |
seimei-清明 | één van de 24 perioden van de zonnekalender (ca. 5 april) |
seimei-盛名 | goede [uitstekende] reputatie [naam] |
seimeihoken-生命保険 | levensverzekering |
seimeihokengaisha-生命保険会社 | levensverzekeringsmaatschappij |
seimeirinri-生命倫理 | bio-ethiek |
seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
seinō-性能 | efficiëntie; bekwaamheid; capaciteit; prestatie |
seinokakumei-性の革命 | seksuele revolutie |
seion-清音 | (binnen de fonetiek) stemloos |
seiriteki-生理的 | lichamelijk; fysiek; fysiologisch; instinctief |
seiron-政論 | politieke discussie |
seiryokuteki-精力的 | energiek; krachtig; vitaal |
seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
seisa-性差 | geslachtsonderscheid; verschil in sekse (tussen man en vrouw) |
seisabetsu-性差別 | seksuele discriminatie; seksisme |
seisaku-政策 | beleid; politieke maatregelen |
seisan-清算 | schikking; vereffening van een rekening [schuld] |
seisan-精算 | aanpassing; verrekening |
seisangaku-精算額 | aangepast [verrekend] bedrag |
seisangyō-性産業 | seksindustrie |
seisanki-精算機 | automaat waarmee je het te weinig of teveel betaalde bedrag van je treinkaartje kunt verrekenen |
seisankōgaku-生産工学 | vormgevingstechniek; industriële techniek; technische bedrijfskunde |
seisansho-精算書 | rekeningoverzicht; bankafschrift |
seisansuru-精算する | aanpassen; verrekenen |
seisatsu-精察 | grondig [zorgvuldig] onderzoek |
seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
seisei-凄清 | treurig en beklagenwaardige situatie |
seiseikatsu-性生活 | seksleven |
seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
seishinbyōin-精神病院 | psychiatrisch ziekenhuis; krankzinnigengesticht; gekkenhuis |
seishinshōkai-精神障害 | geestesstoornis; psychische aandoening; geestesziekte |
seishō-政商 | een zakenman met politieke contacten [invloed] |
seisho-清書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie maken (in schoonschrift) |
seishō-清祥 | tekst in een brief om de andere persoon te feliciteren met zijn [haar] gezond en gelukkig leven |
seishōbungaku-青少年文学 | jeugdliteratuur; jeugdboeken |
seishōdō-性衝動 | geslachtsdrift; seksuele drang [impuls; behoefte] |
seitekimazohizumu-性的マゾヒズム | seksueel masochisme |
seitō-政党 | politieke partij |
seitōha-正統派 | orthodoxe school [sekte] |
seitōkōfukin-政党交付金 | (politieke) partij subsidie |
seitōseiji-政党政治 | partijpolitiek |
seitsū-精通 | het goed bekend [geïnformeerd] zijn; diepgaande kennis hebben (van) |
seiwajiten-西和辞典 | Spaans-Japans woordenboek |
seiza-正座 | (lett. de juiste zithouding) rechtop geknield zitten (met je billen op je voeten) |
seizen-西漸 | westwaartse beweging; het naar het westen gaan [trekken] |
seizōbutsusekininhō-製造物責任法 | productaansprakelijkheidswet (aansprakelijkheid van fabrikanten voor schade veroorzaakt door een product met gebreken) |
seizōsho-製造所 | fabriek; werkplaats |
seizuban-製図板 | tekentafel; tekenbord |
sekando・ran-セカンド・ラン | tweede reeks van een filmvoorstelling (in een andere bioscoopzaal) |
sekenbanashi-世間話 | geklets; kletspraatjes; praten over koetjes en kalfjes |
seki-席 | plaats [plek] waar een ontmoeting [gebeurtenis; gelegenheid] zal plaatsvinden; kamer; zaal |
sekibun-積分 | integraal berekening |
sekihan-赤飯 | sekihan (lett. rode rijst), kleefrijst met rode bonen |
sekihi-石碑 | stenen monument [gedenkteken]; grafsteen |
sekininhoken-責任保険 | W.A. verzekering; aansprakelijkheidsverzekering |
sekisaba-関鯖 | Seki makreel (vis die wordt gevangen in de Bungo zeestraat, tussen Shikoku en Kyushu)) |
sekisetsu-積雪 | sneeuwdek; laag sneeuw; gevallen sneeuw |
sekkeizu-設計図 | bouwtekening; ontwerp; blauwdruk |
sekki-石器 | steengoed (zwaar, hard aardewerk of keramiek) |
sekko-セッコ | technieksymbool in de klassieke muziek (in muzieknotatie soms geschreven in de afkorting: sec) |
sekkusu-セックス | seks; geslacht; geslachtsgemeenschap |
sekkusu・apīru-セックス・アピール | (seksuele) aantrekkingskracht |
sekkusu・chekku-セックス・チェック | geslachtsbepaling onderzoek [medische tests] |
sekkusu・furendo-セックス・フレンド | seksvriend; knuffelmaatje |
sekkusu・kaunseringu-セックス・カウンセリング | counseling [hulpverlening] op het gebied van seks |
sekkyō-説教 | preek; prediking |
sekkyōdan-説教壇 | kansel; preekstoel |
sekkyokuteki-積極的 | positief; constructief; zelfverzekerd; zelfbewust; ambitieus; ondernemend |
sekkyōsha-説教者 | preker; prediker |
sekuhara-セクハラ | ongewenste intimiteiten; seksuele intimidatie |
sekushī-セクシー | sexy; seksueel aantrekkelijk |
sekushizumu-セクシズム | seksisme; seksuele discriminatie |
sekushon-セクション | sectie; paragraaf; katern; rubriek |
sekushuaru-セクシュアル | seksueel |
sekushuaru・harasumento-セクシュアル・ハラスメント | ongewenste intimiteiten; seksuele intimidatie |
sekusorojī-セクソロジー | seksuologie; seksologie |
sekusutashī-セクスタシー | (seks + ecstacy) een combinatie van de woorden seks en extase |
sekuto-セクト | sekte (groep aanhangers van een bepaalde leer of overtuiging) |
semantikkusu-セマンティックス | semantiek; betekenisleer |
semeotosu-責め落とす | iem. beschuldigen en laten bekennen; een bekentenis afdwingen |
semi-蝉 | cicade; krekel |
semiotikusu-セミオティクス | semiotiek; tekenleer |
senbyōshi-戦病死 | aan het front overlijden door ziekte |
senbyōshisha-戦病死者 | iemand die door ziekte aan het front overlijdt |
sendenkā-宣伝カー | reclamewagen; luidsprekerwagen |
senga-線画 | lijntekening |
sengaki-線画 | lijntekening |
sengi-詮議 | discussie; beraadslaging; overleg; bespreking; overweging |
seninshitsu-船員室 | scheepsruimte [scheepsvertrek] voor de bemanning |
senjin-先人 | voorouder(s); voorloper; iemand uit de (klassieke) oudheid |
senjunenbutsu-専修念仏 | aanroeping van de Amida Boeddha (de dagelijkse obesrvatie van de boeddhistische leer in de Jōdo-sekte) |
senjutsu-戦術 | tactiek; strategie; krijgskunst |
senka-船架 | scheepshelling; dok; lier om kleine boten op het land te trekken |
senkai-仙界 | plek waar kluizenaars wonen; afgelegen retraite |
senkai-旋回 | rotatie; ommekeer; draaiing |
senkakusha-先覚者 | pionier; baanbreker; voortrekker; ziener |
senkō-専行 | eigengereidheid; het handelen op eigen gezag [naar eigen goeddunken]; het willekeurig handelen |
senkoku-宣告 | (van een ziekte door een dokter) bekendmaking; afkondiging; verklaring |
senkusha-先駆者 | pionier; baanbreker; wegbereider |
senkyō-仙境 | een plek bewoond door asceten |
senkyoku-選曲 | muziek [een lied] selecteren |
sennin-仙人 | kluizenaar; iemand die de wereld van bekommeringen e.d. achter zich heeft gelaten |
sennuki- 栓抜き | flessenopener; flesopener; kurkentrekker |
senpatsu-先発 | het als eerste vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; voor(af)gaan |
senpō-戦法 | tactiek; strategie; plan de campagne |
senpō-旋法 | (muziek) modus |
senpūki-扇風機 | een (elektrische) ventilator |
senryaku-戦略 | aanpak; strategie; tactiek |
sensā-センサー | sensor; (elektronische) voeler; aftaster |
sensaku-詮索 | doorzoeking; onderzoeking; navorsing; verkenning |
sensasu-センサス | statistisch onderzoek |
sensei-先生 | (aanspreektitel voor) een leraar; docent; professor; arts |
sensei-先生 | (tot febr. 2024 gevangenis jargon, aanspreektitel voor) cipier; gevangenbewaarder |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een gevoelig voorwerp (dat bij diefstal, verlies of zoekraken gevaarlijk kan zijn voor de openbare veiligheid) |
senshū-先週 | vorige week |
sensōhōki-戦争放棄 | verwerping van de oorlog (als politiek instrument) |
sensuru-撰する | samenstellen (van woordenboeken e.d.) |
sentaringu-センタリング | tekst in een document uitlijnen vanaf het midden |
sentā・pōru-センター・ポール | elektriciteitspaal tussen twee spoorwegen |
sentorarukitchin-セントラル・キッチン | centrale keuken (voor instellingen, ziekenhuizen, scholen, etc.) |
sentsū-疝痛 | koliek; buikkramp |
sen'inhoken-船員保険 | zeevarenden verzekering; verzekering voor zeevarenden |
sen'yō-専用 | alleen te gebruiken voor specifieke doeleinden |
sen'yō-専用 | alleen te gebruiken door specifieke personen |
separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
seppitsu-拙筆 | matig [slecht; onbekwaam] handschrift |
seppō-説法 | preek; leerrede; prediking |
seppuku-切腹 | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel harakiri genoemd) |
seramikkusu-セラミックス | keramiek; aardewerk |
serifu-台詞 | script [tekst] (van een acteur) |
serifugeki-台詞劇 | voorstelling [toneelstuk] met alleen gesproken tekst (zonder muziek, dans, etc.) |
serifumawashi-台詞回し | spreektrant; wijze van voordragen |
serifuzuke-台詞付け | draaiboek |
sero-セロ | cello (muziekinstrument) |
seron-世論 | publieke opinie |
serori-セロリ | bleekselderij; bladselderie (Apium graveolens) |
seseribashi-せせり箸 | eetstokjes die worden gebruikt om een beetje te spelen met eten [in het eten zitten te zoeken of prikken] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
sessen-接線 | raaklijn; tangent; tangens; invalshoek |
sesshō-折衝 | onderhandeling(en); gesprekken |
setogiwa-瀬戸際 | breekpunt; kritiek moment |
setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
setsurin-節臨 | het overschrijven van een passage [versregel] van een originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
settō-石頭 | moker; breekhamer |
settokukōsaku-説得工作 | overredingstactiek |
seyaku-施薬 | (verstrekking van) gratis medicijnen |
shaba-車馬 | trekpaard; werkpaard |
shaden-社殿 | muziekinstrument in Kabuki theater |
shafu-車夫 | de man die een riksja trekt |
shagī・katto-シャギー・カット | kapsel dat in lagen van verschillende lengtes is geknipt |
shahon-写本 | een (geschreven) manuscript; kopie van een boek |
shajishitsu-写字室 | scriptorium; schrijfvertrek in kloosters |
shakaihoken-社会保険 | sociale verzekering |
shakaihokenchō-社会保険庁 | Instituut [Bureau] sociale verzekeringen |
shakaihokenryo-社会保険料 | sociale verzekeringspremies |
shakaihoshō-社会保障 | sociale zekerheid |
shakaihoshōhō-社会保障法 | socialezekerheidswet; sociale verzekeringswet |
shakaihoshōkyōtei-社会保障協定 | Sociale Zekerheidsverdrag; overeenkomst Sociale Zekerheid |
shakaihoshōseido-社会保障制度 | stelsel van sociale zekerheid |
shakaikyōiku-社会教育 | sociaal [maatschappelijk] onderwijs; educatieve activiteiten buiten de school (b.v. in musea, bibliotheken, e.d.) |
shako-硨磲 | groot (tweekleppig) schelpdier (Tridacninae) |
shakō-社交 | sociaal leven; sociale omgang [betrekkingen] |
shakonnu-シャコンヌ | chaconne (Spaanse muziek 16e eeuw) |
shakuru-しゃくる | (uitdagend; arrogant) je kin omhoog steken |
shakuryō-酌量 | afweging; overweging; het rekening houden met |
shamisen-三味線 | shamisen (driesnarig muziekinstrument) |
shappo-シャッポ | hoed; hoofddeksel |
shāpu-シャープ | (muzieknotatie) kruis |
sharuman-シャルマン | bekoorlijk; charmant; aardig |
shashinmuki no-写真向きの | fotogeniek |
shashin'utsuri-写真写り | hoe men overkomt op een foto; fotogeniek zijn |
shēbā-シェーバー | (elektrisch) scheerapparaat |
shēdo-シェード | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
shibaguri-柴栗 | een Japanse kastanjeboom (met kleine, maar lekkere, vruchten) |
shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
shibireru-痺れる | gevoelloos worden; het slapen van ledematen (tintelend gevoel door beknelling) |
shibō-脂肪 | vet; reuzel; olie; spek |
shiboridashino-絞り出しの | geperst; uitgeknepen |
shiboru-絞る | een uitbrander [berisping] geven; tekeergaan tegen iemand |
shibuchin-渋ちん | een vrek; gierigaard; gierig [vrekkig] persoon |
shibun-斯文 | deze studie; dit onderzoeksgebied (met name van het Confucianisme) |
shibun'onpu-四分音符 | (muziek) kwartnoot |
shibuonpu-四分音符 | (muziek) kwartnoot |
shibyō-死病 | een fatale [dodelijke] ziekte |
shichi-死地 | (levens)gevaarlijke plek [situatie]; de klauwen van de dood; op de rand van de afgrond |
shichi-死地 | plek om te sterven |
shichijūsō-七重奏 | (muziek) septet |
shichikudoi-しちくどい | erg hardnekkig; doordringend; scherp |
shīchingu-シーチング | plaatwerk; metalen bekleding |
shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
shichō-市庁 | stadskantoor; gemeentekantoor |
shichō-思潮 | gedachtengang in de samenleving; hoe er in het algemeen (over iets) gedacht wordt; de trend in de publieke opinie |
shichō-視聴 | het beluisteren en bekijken (film, video, e.d.) |
shichō-試聴 | het beluisteren van muziek (b.v. cd's) voor het te kopen |
shichōsha-視聴者 | toeschouwer; kijker; publiek |
shidaigenso-四大元素 | de vier klassieke elementen (water, aarde, lucht en vuur) |
shidō-祠堂 | in huis de plek waar de zielen van voorouders worden geëerd; in (boeddh.) tempels de plek met gedenkplaten voor familieleden van de locale bevolking |
shifū-師風 | de (academische of artistieke) stijl van de meester |
shigaidenwa-市外電話 | interlokaal (telefoon)gesprek |
shigaku-詩学 | Poëtica (leerboek over de dichtkunst van Aristoteles) |
shigo-私語 | privé [geheim] gesprek |
shigō-諡号 | postuum toegekende naam [titel] |
shigokinshi-私語禁止 | verbod op privégesprekken op het werk |
shihai-紙背 | extra betekenis in tekst die niet expliciet genoemd is |
shihan-死斑 | lijkvlek; livor mortis |
shihatsu-始発 | de eerste trein [bus] die vertrekt (van het station; de halte) |
shihōken-司法権 | de rechterlijke [rechtsprekende] macht (één van de drie machten van de staat) |
shihon-紙本 | tekst, afbeelding of kalligrafie op papier |
shii-恣意 | willekeurigheid; eigenmachtigheid; eigenzinnigheid |
shiiku-飼育 | het houden (van dieren); fokken; kweken |
shiikubako-飼育箱 | kweekbak (voor insecten, e.d.) |
shiikusuru-飼育する | houden (van dieren); fokken; kweken |
shiin-子音 | medeklinker (letter) |
shiisei-恣意性 | willekeur; willekeurigheid; arbitrariteit |
shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
shijikiban-支持基盤 | iemands achterban [politieke machtsbasis] |
shijimi-蜆 | corbicula, tweekleppig schelpdier |
shijiritsu-支持率 | (publiek; openbaar) waarderingscijfer |
shijōchōsa-市場調査 | marktonderzoek |
shijōkinrirendōgatayokin-市場金利連動型預金 | aan de marktrente gekoppelde deposito; deposito tegen marktrente |
shijūsō-四重奏 | (muziek) kwartet |
shikake-仕掛け | mechanisme; mechaniek; apparaat |
shikake-仕掛け | truc; tactiek; manipulatie; openingszet |
shikaku-死角 | dode hoek; blinde hoek (m.n. bij voertuigen) |
shikakui-四角い | vierhoekig; vierkant |
shikakukei-四角形 | vierkant; vierhoek |
shikan-止観 | (afkorting van makashikan) Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
shikenkōjō-試験工場 | proeffabriek |
shikikin-敷金 | waarborgsom; zekerheidsreserve |
shikinbusoku-資金不足 | onvoldoende (monetaire) middelen; gebrek aan fondsen [geld; kapitaal] |
shikiru-仕切る | rekeningen vereffenen |
shikisha-指揮者 | dirigent (muziek) |
shikkaku-失格 | ongeschiktheid; niet gekwalificeerd zijn |
shikkan-疾患 | ziekte; aandoening; kwaal; stoornis |
shikku-シック | ziek |
shikkusu・nain-シックス・ナイン | (seksstandje) negenenzestig |
shikuhakku-四苦八苦 | (Boeddh.) het lijden van de mensen (ondervonden in de 4 stadia van geboorte, ouderdom, ziekte en dood) |
shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
shikyō-司教 | (katholieke) bisschop |
shimaru-絞まる | smoren; verstikken; afgekneld worden |
shimau-仕舞う | (arch.) het afbetalen van rekeningen aan het eind van het jaar |
shime-締め | (judo) wurgtechniek |
shimeitsūwa-指名通話 | een persoonlijk gesprek (telefoon) |
shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
shimensoka-四面楚歌 | (van alle kanten) omringd [omgeven] zijn door vijanden; verraden [in de steek gelaten] zijn |
shimewaza-締め技 | (judo) wurgtechnieken |
shimideru-滲み出る | wegsijpelen; lekken; doorsijpelen; doorweken |
shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
shinachiku-支那竹 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
shinaidenwa-市内電話 | lokaal (telefoon)gesprek |
shinantoropusu・pekinenshisu-シナントロプス・ペキネンシス | pekingmens (Homo erectus pekinensis) |
shinausu-品薄 | gebrek [tekort] aan goederen [voorraad] |
shinbaru-シンバル | cimbaal (muziekinstrument) |
shindangaku-診断学 | diagnostiek |
shinden-寝殿 | woonhuis (van een paleis); slaapvertrek (van de keizer) |
shindenzu-心電図 | elektrocardiogram; ECG; hartfilmpje |
shinfonī-シンフォニー | (muziek) symfonie |
shingan-心願 | smeekbede; gebed; oprechte wens; vurig verlangen |
shingurusu-シングルス | enkele muzieknummers (oude 45 toeren platen) |
shinhoshushugi-新保守主義 | (politiek) neoconservatisme; Nieuw Rechts |
shinibasho-死に場所 | plaats van overlijden; plek om te sterven; plaats waar men zou willen sterven |
shinidokoro-死に所 | plaats van overlijden; plek om te sterven |
shinifian-シニフィアン | (taalkunde) de betekenaar; het betekenende; het concept (signifier) |
shinifie-シニフィエ | (taalkunde) vorm; teken; geluid (signified) |
shinikuen-歯肉炎 | gingivitis; tandvleesontsteking |
shinji-新字 | kanji die voor het eerst in lesboeken worden gegeven |
shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
shinkanshōkai-新刊紹介 | boekrecensie; boekbespreking |
shinkekkanshikkan-心血管疾患 | cardiovasculaire aandoeningen; hart- en vaatziekten |
shinkopēshon-シンコペーション | (muziek) syncope |
shinkōsei-進行性 | (van ziekte) progressiviteit; voortwoekering |
shinkōshūkyō-新興宗教 | een (nieuwe) religieuze sekte |
shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
shinkūkan-真空管 | vacuümbuis; elektronenbuis (ook wel radiobuis of radiolamp) |
shinkyoku-新曲 | nieuwe compositie [muziekstuk] |
shinmakuen-心膜炎 | pericarditis (ontsteking van het hartzakje)) |
shinnaimaku-心内膜 | endocardium; endocarp (binnenbekleding van het hart) |
shinnyo-信女 | Boeddhistische lekennon |
shinopia-シノピア | sinopia (voortekening in houtskool van een frescoschildering) |
shinpatsusuru-進発する | starten; vertrekken; op weg gaan; opmarcheren |
shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
shinpen-新編 | nieuwe editie (van een boek) |
shinpishugi-神秘主義 | mystiek |
shinpitsu-宸筆 | handtekening van de keizer; het eigen handschrift van de keizer; keizerlijke handtekening; keizerlijke brief [keizerlijk schrijven] |
shinpitsu-真筆 | authentiek handschrift |
shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
shinposuru-進歩する | vooruitgang [voortgang] boeken; vooruitgaan |
shinrai-新来 | iets nieuws; iets dat zojuist aangekomen [net gearriveerd] is |
shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
shinro-進路 | (fig.) koers; richting; keuze (voor de toekomst) |
shinryō-診療 | medisch onderzoek; medische behandeling |
shinsa-審査 | streng [volledig] onderzoek; inspectie; controle; screening |
shinsaku-新作 | nieuw werk (boek, film, schilderij, muziek, e.d.) |
shinsatsu-診察 | medisch onderzoek |
shinsayoku-新左翼 | (politiek) Nieuw Links |
shinsei-申請 | aanvraag; verzoekschrift |
shinseki-親戚 | familierelatie; familiekring; familielid |
shinsesaizā-シンセサイザー | synthesizer (muziek) |
shinshinsōshitsu-心神喪失 | ontoerekeningsvatbaarheid |
shinshitsu-寝室 | slaapkamer; slaapvertrek |
shinsho-新書 | nieuw (gepubliceerd) boek |
shinsho-新書 | paperback uitgave van een (m.n. non-fiction) boek (in het B6 shinsho-formaat) |
shinshutsu-新出 | het voor het eerst voorkomen [verschijnen] (b.v. van een woord of kanji in een studieboek) |
shinsō-深窓 | een afgezonderd [stil] plekje in huis |
shintai-身体 | lichaam; gestel; fysiek |
shintaikatsudō-身体活動 | lichamelijke [fysieke] activiteit |
shintaikensa-身体検査 | lichamelijk [medisch] onderzoek |
shintaisō-新体操 | ritmische gymnastiek |
shintakukanjō-信託勘定 | trust rekening; trust boekhouding |
shinwaryoku-親和力 | affiniteit; (chemische) aantrekkingskracht |
shinzōbyō-心臓病 | hartziekte; hartaandoening |
shiohigari-潮干狩り | het schelpdieren zoeken [vangen] bij eb [laag water] |
shiori-栞 | boekenlegger |
shiorido-枝折り戸 | een tuinpoortje [hekje] gemaakt van (in elkaar gevlochten) takken of bamboe |
shippaisuru-失敗する | mislukken; zakken (voor een examen, etc.); tekortschieten; iets verknallen [verknoeien]; een flater slaan; een domme fout begaan |
shippei-疾病 | ziekte; aandoening; kwaal |
shiraberu-調べる | onderzoeken; uitzoeken; bestuderen |
shirachakeru-白茶ける | verbleken; verkleuren |
shirakeru-白ける | verkleuren; vervagen; verschieten; wit worden; verbleken; licht worden |
shirashimeru-知らしめる | bekendmaken |
shiren-試練 | beproeving; bezoeking |
shirewataru-知れ渡る | wijd verbreid [bekend] worden |
shiriai-知り合い | bekende; kennis |
shiriate-尻当て | voering [versteviging] van een broek |
shirikakushi-尻隠し | achterzak; heupzak (van een broek) |
shirime-尻目 | vanuit de ooghoeken kijken; schuine [zijwaartse] blik |
shiritsubyōin-市立病院 | stadsziekenhuis; gemeenteziekenhuis |
shirīzu-シリーズ | serie; reeks (van boeken, afleveringen etc.) |
shironanbā-白ナンバー | witte kentekenplaat (gebruikt voor personenauto's, in particulier bezit) |
shirotaku-白タク | een personenauto met witte kentekenplaat, gebruikt als taxi |
shirouto-素人 | amateur; leek; beginneling |
shirubā・wīku-シルバー・ウィーク | Silver Week, in Japan een aantal officiële vakantiedagen achter elkaar |
shiryokukensa-視力検査 | oogonderzoek; oogtest |
shisan-試算 | proefberekening; voorlopige [eerste] berekening |
shisankanjō-資産勘定 | een activarekening; boekhoudrekening van activa |
shisatsu-刺殺 | steekmoord; doodsteek |
shisatsusuru-刺殺する | (iem.) doodsteken |
shisei-市井 | een plek waar mensen samenkomen (vroeger in China was dat rond de waterput); dorp; straat; plein |
shiseihōshin-施政方針 | bestuurlijk beleid; regeringspolitiek |
shiseki-史籍 | geschiedboek; kroniek |
shīshī-シーシー | kubieke centimeter (cc) |
shisho-史書 | geschiedenisboek; kroniek; jaarboek |
shisho-司書 | vakgebied m.b.t. boeken en publicaties |
shisho-私署 | persoonlijke handtekening [ondertekening] |
shisō-刺創 | steekwond |
shiso-緇素 | een monnik en een leek |
shisō-詞藻 | poëtisch [bloemrijk] taalgebruik; stijlfiguur; poëtische uitdrukking [retoriek] |
shīsō・gēmu-シーソー・ゲーム | een heen-en-weer gaande strijd; getouwtrek om de overwinning; strijd waarbij dan weer de ene partij de overhand heeft, dan weer de andere |
shisutemu・konpōnento-システム・コンポーネント | een stereo set [stereotoren] (bestaande uit afspeelapparatuur, versterker en luidspreker) |
shitabaki-下穿き | onderbroek |
shitakenbun-下検分 | vooronderzoek; voorinspectie; verkenning |
shitakusa-下草 | bodembedekker (planten) |
shitami-下見 | een eerste inspectie [onderzoek]; vooronderzoek |
shitami-下見 | beschot; houten buitenbekleding (van een gebouw) |
shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
shitaobi-下帯 | lendendoek |
shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
shitāru-シタール | (Hindi.: sitār) sitar (muziekinstrument) |
shitashirabe-下調べ | vooronderzoek; voorbereiding(en) |
shitasōdan-下相談 | voorbereidende [inleidende] gesprekken |
shitatameru-認める | schrijven; opschrijven; optekenen; opstellen |
shitatarazu-舌足らず | onduidelijke uitspraak door spraakgebrek; slissen; lispelen |
shitei-指定 | afspraak; benoeming; vaststelling; aanstelling; toekenning |
shiten-始点 | uitgangspunt; vertrekpunt; startplaats |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) ziekte; kwaal; aandoening |
shitsu-疾 | (in kanji combinaties) haten; jaloezie; hekel |
shitsugen-失言 | verspreking; ongepaste opmerking |
shitsukoi-しつこい | hardnekkig; koppig; volhoudend; aanhoudend |
shitsumujikan-執務時間 | werktijd; kantooruren; spreekuren |
shitsunaigaku-室内楽 | kamermuziek |
shiwanbō-吝ん坊 | gierigaard; vrek |
shiwasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
shiyū-雌雄 | de twee seksen [geslachten]; man en vrouw |
shizuru・sēru-シズル・セール | (Eng.: sizzle sales) verkooptechnieken om de kooplust van klanten te bevorderen |
shī・ō・ī-シー・オー・イー | (centre of excellence) een excellent onderzoekscentrum (zoals, o.a. Massachusetts Institute of Technology, het Max Planck Instituut in Duitsland) |
shī・yū・ai-シー・ユー・アイ | (character user interface) gebruikersinterface die gebruik maakt van tekst om opdrachten en informatie weer te geven bij computerbewerkingen |
shō-章 | hoofdstuk (van een boek, e.d.) |
shō-笙 | blaasinstrument dat wordt gebruikt voor traditionele Japanse gagaku muziek |
shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
shoan-書案 | kladversie van een tekst [document, brief, e.d.] |
shobiku-しょびく | meesleuren; met geweld meetrekken |
shobō-書房 | boekhandel; boekenwinkel |
shōbun-小文 | kort geschrift; korte tekst |
shōbyō-傷病 | verwondingen en ziekten |
shōbyōhei-傷病兵 | gewonde en zieke soldaten; de gewonden en zieken |
shōchi-勝地 | plaats met goed uitzicht; schilderachtige plek; plaats van historisch belang |
shōchi-勝地 | geschikte plek [locatie] om iets te doen |
shochō-所長 | hoofd [leider; chef, e.d.] (van een bijkantoor, onderzoeksinstelling, gevangenis, e.d.) |
shochō-所長 | sterke zijde; uitstekend zijn |
shōchō-象徴 | symbool; zinnebeeld; embleem; teken |
shodana-書棚 | boekenplank; boekenkast |
shodōsōsa-初動捜査 | het eerste onderzoek; initieel onderzoek (door de politie); vooronderzoek |
shōgaku-奨学 | aanmoediging te studeren [onderzoek te doen] |
shōgyōtegata-商業手形 | een verhandelbare schuldbekentenis; handelspapier; toonderpapier |
shohan-初版 | de eerste druk [uitgave] (van een boek) |
shōhon-抄本 | uittreksel; excerpt |
shoin-書院 | boekwinkel; uitgeverij |
shōjin-小人 | een onbelangrijk [kleinzielig; bekrompen] persoon |
shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
shōjiru-生じる | produceren; opbrengen; genereren; voortkomen uit; veroorzaken; teweegbrengen; verwekken |
shōjiten-小辞典 | klein woordenboek; zakwoordenboek |
shojō-書状 | klaagbrief; petitie; verzoekschrift |
shoka-書架 | boekenkast; boekenplank; boekdepot (in een bibliotheek) |
shōkai-照会 | onderzoek; navraag; raadpleging |
shokan-初巻 | eerste (boek)deel van een serie; deel één; eerste hoofdstuk (van een boek) |
shokan-書函 | boekenkast |
shokan-書卷 | boek(werk); boekrol |
shōkeisuru-小計する | het subtotaal berekenen |
shoken-初見 | muziek (voor het eerst) spelen direct van bladmuziek |
shōken-小見 | kortzichtigheid; bekrompen blik [mening] |
shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
shoken-書見 | het lezen (van boeken) |
shoki-所記 | (taalkunde) vorm; teken; geluid (signified) |
shokikyoku-書記局 | secretariaat (van een beroepsvereniging, politieke partij, etc.) |
shokki-食器 | eetgerei; tafelgerei (servies en bestek) |
shokkihitosoroi- 食器一揃い | tafelgerei set (servies en bestek) |
shokkingu-ショッキング | schokkend; stuitend; weerzinwekkend; vreselijk |
shokkirui-食器類 | servies; bestek |
shokku-ショック | (elektrische) schok |
shokku・abusōbā-ショック・アブソーバー | schokdemper; schokbreker |
shōkō-小康 | een (tijdelijke) verbetering in het ziekteverloop |
shoko-書庫 | boekenopslagruimte; magazijn (b.v. in een bibliotheek); archief |
shokō-諸公 | (term voor het respectvol aanspreken van een aantal mensen) dames en heren; hooggeëerd publiek |
shōkotsuban-小骨盤 | het kleine bekken (pelvis minor) |
shokuba-職場 | werkplek; werkplaats; kantoor |
shokudōen-食道炎 | slokdarmontsteking; esofagitis |
shokugen-食言 | leugen; verbreking van een belofte |
shokugyōbyō-職業病 | beroepsziekte |
shokun-諸君 | (term voor het beleefd aanspreken van een aantal mensen, vaak m.b.t. een geheel mannelijk gezelschap) geachte aanwezigen |
shokuryōfusoku-食糧不足 | voedseltekort; voedselschaarste; voedselgebrek |
shokutaku-嘱託 | onder volmacht; op verzoek; in opdracht |
shōkūtō-照空灯 | zoeklicht |
shokuyoku-食欲 | eetlust; trek |
shōkyoku-小曲 | een kort [klein] liedje [muziekstukje] |
shōman-ショーマン | publiekstrekker; publieksspeler; entertainer |
shōmanshippu-ショーマンシップ | propagandistisch talent; gave voor het publiekstrekken |
shomei-書名 | boektitel |
shōmeisuru-証明する | bewijzen; getuigen; verzekeren |
shomeiundō-署名運動 | handtekeningenactie |
shomoku-書目 | boekencatalogus |
shomotsu-書物 | boek; boekwerk; boekdeel |
shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
shōnibyō-小児病 | kinderziekte |
shōnō-笑納 | (nederig) verzoek een gift te accepteren |
shoppiku-しょっぴく | meesleuren; met geweld meetrekken |
shōrai-将来 | de (nabije) toekomst; de komende tijd |
shōrai-松籟 | het geluid van een kokende theeketel |
shōraisei-将来性 | toekomstperspectief; mogelijkheid; belofte (voor de toekomst) |
shōru-ショール | sjaal; omslagdoek |
shosai-書斎 | studeerkamer, annex privé bibliotheek |
shoseki-書籍 | boek(en); publicatie(s) |
shōsha-小社 | ons bedrijf; wij (bescheiden wijze om tegen een ander over je eigen bedrijf te spreken) |
shoshi-書肆 | boekhandelaar; boekhandel; boekenwinkel; uitgever |
shoshi-書誌 | uitleg en beschrijving van boeken (over formaat, materiaal (grondstoffen) en productiewijze) |
shoshi-書誌 | bibliografie; literatuurlijst; titellijst; boekenlijst |
shoshi-書誌 | bibliografie; boekbeschrijving; bibliologie |
shoshi-諸姉 | een groot aantal vrouwen; (ook gebruikt als aanspreektitel of pers. vnw.) dames (u; jullie) |
shoshin-初診 | het eerste medisch onderzoek |
shōshinshōmei-正真正銘 | echt; zuiver; authentiek; onvervalst |
shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
shōsūten-小数点 | decimaalteken (punt of komma) |
shotaiken-初体験 | de eerste seksuele ervaring |
shoten-書店 | boekenwinkel; boekhandel; boekhandelaar |
shōto・katto-ショート・カット | kortgeknipt kapsel (voor vrouwen) |
shōtsu-ショーツ | korte broek; short |
shōtsu-ショーツ | onderbroek; slipje |
shōyū-小勇 | fysieke [brute] moed |
shōzōga-肖像画 | (geschilderd) portret; portrettekening |
shōzōgaka-肖像画家 | portretschilder; portrettekenaar |
shōzuru-生ずる | produceren; opbrengen; genereren; voortkomen uit; veroorzaken; teweegbrengen; verwekken |
shū-週 | week (7 dagen) |
shubi-首尾 | nek en staart |
shūbō-衆望 | publiek vertrouwen; publieke verwachtingen; publieke steun |
shubun-主文 | hoofdonderdeel [belangrijkste deel] van een tekst |
shūchi-周知 | algemene bekendheid |
shudai-首題 | titel van een document [brief; boekdeel] |
shūdōjo-修道女 | (katholieke) non; kloosterzuster |
shugainen-種概念 | (logica) een specifiek begrip [concept] |
shūgi-宗義 | fundamentele doctrine van een geloofsgemeenschap [sekte] |
shūgi-衆議 | publieke discussie; volksraadpleging; meerderheidsbesluit |
shūgyōbasho-就業場所 | standplaats; werkplek; arbeidslocatie |
shūha-宗派 | religieuze sekte [gezindte]; kerkgenootschap |
shūhitsu-収筆 | eindpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
shuhitsu-朱筆 | correctie; verbetering; verandering (in een tekst, met rode pen (of penseel) |
shuhō-主峰 | voornaamste top [bergpiek] in een bergketen |
shuhō-手法 | methode; manier; techniek |
shūhō-週報 | weekrapport |
shūhyō-衆評 | publieke opinie |
shui-主意 | belangrijkste betekenis [idee; mening] |
shūi-周囲 | omtrek; omvang; omgeving |
shūi-衆意 | publieke opinie |
shui-首位 | eerste plek; koppositie; leidende positie |
shūjigihō-修辞技法 | bij wijze van spreken |
shūjitsu-週日 | weekdag |
shujō-拄杖 | rekwisiet in het No theater (lange bamboestaf) |
shūkai-周回 | de omtrek; omvang; omgeving |
shūkan-週間 | week |
shūkanshi-週刊誌 | weekblad (tijdschrift dat wekelijks verschijnt) |
shūkei-集計 | totaal berekening [optelling] |
shūketsu-集結 | het (op één plek) samenkomen [verzamelen; bijeenkomen] |
shuki-手記 | (voor zichzelf opgeschreven) notities [aantekeningen]; herinneringen; memoires |
shukin-手巾 | handdoekje; zakdoek |
shūkin-集金 | het ophalen van geld; het innen van een rekening; incasso |
shūkinsuru-集金する | geld ophalen; rekening(en) innen |
shukka-出火 | het begin [uitbreken] van een brand; branduitbraak |
shukkasuru-出火する | brand uitbreken; vlam vatten; in brand vliegen; ontbranden |
shukkin-出金 | het opnemen [afhalen] van geld van eigen rekening |
shukkō-出港 | vertrek uit een haven (van boten en schepen); (het) uitvaren |
shūkō-衆口 | publieke opinie; algemeen oordeel |
shūku-秀句 | een uitstekend gedicht; prachtige haiku |
shukua-宿痾 | chronische ziekte |
shukushō-縮小 | vermindering; korting; aftrek |
shukushōsuru-縮小する | verminderen; korten; aftrekken |
shukuzu-縮図 | een verkleinde tekening [kopie]; miniatuur |
shūkyūfutsukasei-週休二日制 | (systeem van) 5-daagse werkweek [schoolweek] (en 2 dagen vrij) |
shūmatsu-週末 | weekeinde; weekend |
shūnen-周年 | jubileum; aantal jaren dat verstreken is (sinds een bepaalde gebeurtenis) |
shūnen-執念 | vastberadenheid; hardnekkingheid; volharding; doorzettingsvermogen |
shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
shungiku-春菊 | gekroonde ganzenbloem (Chrysanthemum coronarium) |
shuninkenkyūin-主任研究員 | hoofdonderzoeker |
shunkō-春光 | lentelicht; lentekleuren; lentelandschap |
shunpō-皴法 | in oosterse schilderijen een techniek waarbij extra inkt wordt toegevoegd om de oneffenheden van bergen, rotsen, e.d. realistischer weer te geven |
shuppanhi-出版費 | publicatiekosten |
shuppatsu-出発 | vertrek |
shuppatsubi-出発日 | vertrekdatum |
shuppatsujikan-出発時間 | vertrektijd |
shuppatsujikoku-出発時刻 | vertrektijd |
shuppatsurobī-出発ロビー | vertrekhal; vertreklounge |
shuppatsusuru-出発する | vertrekken; op weg gaan; weggaan (uit); afreizen |
shuppatsuten-出発点 | vertrekpunt |
shupurehikōru-シュプレヒコール | spreekkoor |
shuren-手練 | vaardigheid; bekwaamheid |
shūroku-収録 | het opnemen (muziek); vastleggen; filmen |
shusa-主査 | hoofdonderzoeker; leider van een onderzoeksteam |
shūsaku-習作 | een voorstudie [oefenstuk] (voor een kunstwerk of muziekstuk); compositie |
shushi-趣旨 | betekenis; punt; kern |
shūshifu-終止符 | punt (leesteken) |
shūshifu-終止符 | (muziek) rustpunt; rustteken |
shūshigae-宗旨替え | bekering (tot een godsdienst) |
shūshikei-終止形 | (taalkunde) shūshikei (in klassiek Japans, eindvorm; woordenboekvorm) |
shushō-手抄 | handgeschreven kopie; uittreksel; samenvatting |
shūshokuguchi-就職口 | werkplek; werkgelegenheid; vacature |
shūshokukatsudō-就職活動 | het zoeken naar een baan |
shūshokukibōsha-就職希望者 | werkzoekende; sollicitant |
shūshokunan-就職難 | moeilijk werk kunnen vinden (door een tekort aan werkgelegenheid) |
shūshuku-収縮 | krimp; samentrekking; contractie |
shussen-出船 | vertrek (van schepen); uitvaart (uit een haven) |
shusshōchi-出生地 | geboorteplaats; de plek waar men geboren is |
shūtoku-習得 | scholing; het verkrijgen van kennis [bekwaamheid] |
shūtokusuru-習得する | onder de knie krijgen; aanleren; kennis [bekwaamheid] verwerven |
shutsuba-出馬 | zelf op pad gaan; persoonlijk iemand bezoeken |
shutsuba-出馬 | (te paard) eropuit gaan [vertrekken] (b.v. naar het slagveld) |
shutsujin-出陣 | vertrek naar het slagveld [oorlogsgebied; front]; het ten strijde trekken |
shutsujinshiki-出陣式 | ceremonie voorafgaand aan het vertrek naar een slagveld [oorlogsfront] |
shutsujō-出場 | vertrekplaats |
shutsumon-出門 | vertrek; afreis |
shutsunyū-出入 | komen en gaan; aankomst en vertrek; storting en opname (van monetaire middelen) |
shuttatsu-出立 | vertrek; afreis; afvaart |
shūwai-収賄 | omkoping; omgekocht worden |
shuwan-手腕 | talent; gave; bekwaamheid; vaardigheid |
shūyōjo-収容所 | concentratiekamp; gevangenis |
so-ソ | muzieknoot G |
sō-壮 | kracht; dapperheid; moed; heldhaftigheid; iets magnifieks [groots] |
sō-然う | jazeker; juist |
sō-相 | uiterlijk; voorkomen; verschijning; gelaatsuitdrukking; gelaatstrekken |
soba-蕎麦 | boekweit noedels |
soba-蕎麦 | boekweit (plant: Fagopyrum esculentum) |
sobietoshakaishugikyōwakokurenpō-ソビエト社会主義共和国連邦 | de Sovjet-Unie; de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) |
sōbō-僧坊 | woonvertrekken van priester in een boeddhistische tempel; (boeddhistische) priesterwoning |
sochira-そちら | die kant (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker); daar; die |
sōdai-壮大 | iets magnifieks [groots] |
sōdansuru-相談する | raadplegen; bespreken; overleggen |
sodateru-育てる | grootbrengen; opvoeden; kweken |
sode-袖 | een kant van een poort, hek, etc.; vleugel (van een gebouw); coulissen (toneel) |
sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
sōden-送電 | elektriciteitstransmissie |
sōfu-総譜 | (muziek) volledige partituur |
sofuto・fōkasu-ソフト・フォーカス | softfocus (techniek uit de fotografie waarbij het beeld opzettelijk enigszins onscherp wordt gemaakt) |
sofuto・poruno-ソフト・ポルノ | softporno (seks films) |
sōga-装画 | een prent [foto] op de omslag van een boek |
sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
sōgaku-奏楽 | muziekoptreden; muziekuitvoering |
sōgaku-奏楽 | een van de muziekinstrumenten in Kabuki |
sogan-訴願 | petitie; rekest; verzoekschrift |
sōgankyō-双眼鏡 | verrekijker |
sōhaku-蒼白 | bleekheid; lijkbleek zijn |
sōhitsu-送筆 | penseelstreek interim beginpunt en eindpunt (bij het kalligraferen) |
soin-素因 | aanleg; vatbaarheid (voor ziekten) |
sōkankankei-相関関係 | wederzijdse [onderlinge] betrekkingen; correlatie |
sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
sōkenbutsu-総見物 | excursies [het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing] |
sōkensuru-総見する | met een grote groep een wedstrijd [voorstelling] bezoeken |
soketto-ソケット | (elektriciteit) fitting; contactdoos |
sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
soko-そこ | daar; die plaats (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
sokonau-損なう | (gekoppeld achter andere werkwoorden) niet voor elkaar krijgen; niet goed doen |
sokoneru-損ねる | (gekoppeld achter andere werkwoorden) niet voor elkaar krijgen; niet goed doen |
sokonuke-底抜け | roekeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
sokubai-即売 | verkoop ter plekke (verkoop van tentoongestelde voorwerpen direct in de tentoonstellingsruimte) |
sokusha-速写 | snapshot; momentopname; kiekje |
sōmō-草莽 | plek waar gras groeit; grasgrond; grasland |
somoji-其文字 | jij (aanspreekvorm gebruikt door hofdames) |
somosomo-抑 | eigenlijk; per slot van rekening |
sonachine-ソナチネ | sonatine (muziek) |
songaihoken-損害保険 | schadeverzekering |
songaihokengaisha-損害保険会社 | schadeverzekeringskantoor |
songu-ソング | string (soort onderbroek) |
sonkei-尊兄 | (respectvol gebruikt als aanspreektitel voor de tweede persoon tussen mannen met een gelijke status) u |
sonna-そんな | zulke; zo'n; zoals dat [die] (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
sono-その | dat; die (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
sonosetsu-其の節 | dan; op het moment (toekomst) |
son'ekikeisansho-損益計算書 | winst- en verliesrekening; resultatenrekening |
soppa-反っ歯 | vooruitstekende (boven)tanden |
sopurano-ソプラノ | een muziekinstrument met het hoogste toonbereik (b.v. sopraansaxofoon) |
sōran-総覧 | uitgebreid overzicht; compendium; bronnenboek; complete gids |
sorarizēshon-ソラリゼーション | solarisatie (fotografische inversie, waarbij zwart-wit in fotografisch werk wordt omgekeerd door tijdens het ontwikkelen enigszins te overbelichten) |
sore-それ | dat; die (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
sōrei-壮麗 | indrukwekkend en prachtig [schitterend] zijn |
soriddo・gitā-ソリッド・ギター | gitaar zonder klankkast en met een elektromagnetisch opneemsysteem) |
soriddo・sutēto-ソリッド・ステート | (elektronica) vaste stof (gebruikmakend van het elektronisch fenomeen van de stof zelf) |
sorikaeru-反り返る | kromtrekken; vervormd raken |
sorikaeru-反り返る | opscheppen; de borst vooruit steken |
soro-ソロ | solo (muziek) |
soro-候 | gebruikt als hulpwerkwoord, voegt het beleefdheid toe van de spreker voor de toehoorder |
sorō-疎漏 | nalatigheid; onzorgvuldigheid; roekeloosheid |
sorobandakai-算盤高い | berekenend; gierig |
sōsa-捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek |
sōsaku-捜索 | doorzoeking; huiszoeking; fouillering; aftasting |
sōsakujō-捜索状 | bevel(schrift) tot huiszoeking |
sōsasuru-捜査する | onderzoeken; een (straf)onderzoek instellen |
soseki-礎石 | hoeksteen; eerste steen; basis |
sōsharu-ソーシャル | maatschappelijk; publiekelijk; openbaar; sociaal |
sōsharu・adobataijingu-ソーシャル・アドバタイジング | publieksreclame |
sōsharu・danpingu-ソーシャル・ダンピング | lagere productiekosten door het werken met zeer goedkope arbeidskrachten |
sōsharu・sekyuritī-ソーシャル・セキュリティー | sociale zekerheid |
sōsharu・uea-ソーシャル・ウエア | kleding die gedragen wordt buiten het kantoor indien men persoonlijk met het publiek moet communiceren (Engels: social wear) |
sōshiki-相識 | een kennis; een bekende; iem. die men goed kent |
soshikikōgaku-組織工学 | weefselkweek (techniek) |
sōshō-総称 | algemene [generieke] naam [term; benaming] |
sōsō-草草 | korte slotzin (als afsluiting in een brief, voorafgaande aan de ondertekening) |
sōtaiteki-相対的 | relatief; betrekkelijk |
sotchi-そっち | die kant (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker); daar; die |
sōtei-装丁 | het boekbinden; boeken inbinden |
soto-外 | ergens anders; op een andere plaats [plek]; in een ander land |
sotogakoi-外囲い | omheining; buitenhek |
sotomawari-外回り | omgeving; omtrek |
sotto-そっと | stiekem; heimelijk |
souru-ソウル | (afk. van) soulmuziek |
souru・myūjikku-ソウル・ミュージック | soulmuziek |
sōwa-挿話 | episode; anekdote |
sōyū-曾遊 | eerder bezoek |
sōzetsu-壮絶 | iets heroïsch [magnifieks] |
sū-数 | (op)tellen; berekenen |
sūchi-数値 | numerieke waarde |
sūchi-数値 | uitkomst [resultaat] van een berekening |
sue-末 | toekomst; wat hierna komt |
suenoyo-末の世 | latere generaties; latere jaren; in de toekomst |
sueosoroshii-末恐ろしい | verbazingwekkend; geweldig; veelbelovend |
sufumāto-スフマート | sfumato (lett.: verdampt; schildertechniek) |
sugoi-凄い | geweldig; enorm; fantastisch; verbazingwekkend |
sugoude-凄腕 | expertise; virtuositeit; uitstekende techniek |
suiban-推輓 | aanbeveling, aanprijzing (oorspronkelijke betekenis: een wagen vanaf de achterkant duwen, of vanaf de voorkant trekken) |
suihanki-炊飯器 | (elektrische) rijstkoker |
suikō-水耕 | hydrocultuur; watercultuur (planten kweken in water) |
suingu-スイング | swing (muziek) |
suinomi-吸い飲み | tuitbeker |
suiri-推理 | gevolgtrekking; deductie; afleiding; redenering |
suiryokuhatsuden-水力発電 | opwekking van elektriciteit uit waterkracht |
suisentosho-推薦図書 | aanbevolen boek(en) [literatuur; leeslijst] |
suisōgaku-吹奏楽 | blaasmuziek; muziek van blaasinstrumenten |
suitchihittā-スイッチヒッター | (straattaal) een biseksueel; een veelzijdig persoon |
suiton-水団 | in soep gekookte (platte) meelballetjes [knoedels] |
suitsukeru-吸い付ける | zuigen; trekken; aantrekken (magneet); aansteken (sigaret) |
suiyoseru-吸い寄せる | (aan)trekken |
suizōen-膵臓炎 | alvleesklierontsteking; pancreatitis |
sujibone-筋骨 | fysieke kracht |
sukanburingugihō-スカンブリング技法 | scumbling, een techniek in de schilderkunst waarbij de verf wordt gedempt [verdoezeld] om een vager [glazig] effect te krijgen |
sukēru-スケール | toonladder (muziek) |
sukerutso-スケルツォ | (muziekterm) scherzo |
suketchi-スケッチ | kort toneelstuk [verhaal; muziekstuk] |
suketchibukku-スケッチブック | schetsboek |
suketchifon-スケッチフォン | telefoon voor doven en slechthorenden (met een display en tekstinformatie-invoer) |
sukētorinku-スケートリンク | (overdekte) ijsbaan |
sukījī-スキージー | (Eng.: squeegee) een (rubber) ruitenwisser [vloerenwisser]; (water) trekker |
sūkikei-枢機卿 | (katholieke) kardinaal |
sukinī-スキニー | mager; dun; smalle pijpen (van een broek) |
sukiru-スキル | vaardigheid; bekwaamheid |
sukkiri-すっきり | opgeknapt; opgefrist; verfrissend |
sukkirisuru-すっきりする | zich opgeknapt [opgefrist] voelen |
sukoa-スコア | (muziek) partituur |
sukoabukku-スコアブック | (sport) scoreboek |
sukōkā-スコーカー | luidsprekersysteem voor middentonen |
sukoratetsugaku-スコラ哲学 | scholastiek |
sukoyaka-健やか | gezond; energiek; krachtig zijn |
sukuinage-掬い投げ | (sumo) worp door een arm onder de oksel van de tegenstander te steken (een van de worptechnieken zonder de band van de tegenstander vast te pakken) |
sukuranburudo・māchandaijingu-スクランブルド・マーチャンダイジング | tactiek in de detailhandel waarbij een handelaar artikelen verkoopt die doorgaans buiten zijn assortiment vallen |
sukuranburukōsaten-スクランブル交差点 | schuine oversteekplaatsen; kruispunt waar voetgangers gelijktijdig in alle richtingen kunnen oversteken |
sukurīn・purosesu-スクリーン・プロセス | schermtechniek (film en tv) |
sukuryūbōru-スクリューボール | (werptechniek bij honkbal) een bal geworpen met omgekeerde curve |
sukyaningu-スキャニング | het scannen; onderzoeken |
sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
sumaki-簀巻き | een hek in het ondiepe water van een meer of rivier om vis te vangen |
sumaruto-スマルト | (smalti) glasmozaïek; glas-email |
sumi-隅 | hoek; nis |
sumitsuki-墨付き | (historisch) formele brief met handtekening van een daimyo |
sumitsuki-墨付き | commentaar ingestoken in een klassiek boekwerk |
sumizumi-隅隅 | elk hoekje en gaatje; alle hoeken en gaatjes; alle kanten [facetten; details]; de fijne kneepjes |
sunatchi-スナッチ | (gewichtheffen) het trekken |
sunēkuuddo-スネークウッド | letterhout of slangenhout (hout met een natuurlijke tekening lijkend lettersschrift of op slangenhuid, van de tropische boom Brosimum guianense) |
sunpyō-寸評 | een korte beoordeling [bespreking]; kort commentaar |
sūpākonpyūtā-スーパーコンピューター | supercomputer (computer met een buitengewoon grote bewerkingscapaciteit of rekenvermogen) |
supattsu-スパッツ | strakke elastische broek; legging; maillot |
supēsu-スペース | spatie (leesteken) |
supīkā-スピーカー | luidspreker; speaker |
supin-スピン | (natuurkunde) spin van een elektron |
supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
supotto-スポット | stip; stippel; vlek; puistje |
supotto-スポット | plaats; plek |
supottogai-スポット買い | een eenmalige aankoop (i.t.t. een periodieke aankoop) |
surā-スラー | (muziek) legato uitgevoerd fragment |
surakkusu-スラックス | broek; pantalon |
sūretsu-数列 | reeks; serie |
surīkuōtā-スリークオーター | (honkbal) driekwart worp |
surīkuōtā-スリークオーター | (rugby) driekwart (een van de drie spelers achter de halfback) |
surippu-スリップ | onderbroek (zonder pijpen) |
sūryōwariate-数量割当 | toewijzing [toekenning] van quota; quotaverdeling |
susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
susugu-濯ぐ | (雪ぐ) zich ontdoen van een smet [schandvlek; vernedering] |
sutairubukku-スタイルブック | stijlboek; stijlgids |
sutakkāto-スタッカート | (muziekterm) staccato |
sutandādo・nanbā-スタンダード・ナンバー | standaard (muziek) nummer |
sutando・purē-スタンド・プレー | (sport) spectaculair [mooi] spel om het publiek enthousiast te krijgen |
sutando・purē-スタンド・プレー | (theater) het op het publiek spelen |
sutātā-スターター | starter; ontsteking (motor) |
sutā・wōzukeikaku-スター・ウォーズ計画 | Star Wars Initiative, beter bekend als Strategisch Defensie-initiatief (SDI) |
sutegana-捨て仮名 | kleine kana die naast de kanji staan (bij een kanbun tekst) |
sutego-捨て子 | vondeling; een in de steek gelaten kind |
sutemiwaza-捨て身技 | (judo) offerworptechnieken |
suterusu-ステルス | (Eng. stealth) heimelijkheid; stiekem; in het geheim |
sutēshon・kōru-ステーション・コール | een internationaal gesprek waarbij de aanvrager niet een bepaalde persoon hoeft te spreken |
sutetchi-ステッチ | steek (naaien, breien, borduren) |
sutoppu-ストップ | stop; beëindiging; onderbreking |
sutoretchi-ストレッチ | stretch; elasticiteit; rekmateriaal |
sutoretchingu-ストレッチング | rekoefeningen; het rekken van spieren |
sutorēto-ストレート | direct; rechtstreeks |
sutoringu-ストリング | snaar (van muziekinstrument) |
sutoringu-ストリング | reeks; serie |
sutōru-ストール | overtrokken vlucht van een vliegtuig (door vergroting van de invalshoek van een vleugel); het afslaan van een motor |
sutoyaburi-スト破り | stakingsbreker |
suwappukyōtei-スワップ協定 | een ruilovereenkomst, waarbij de centrale banken van landen hun valuta tijdelijk aan elkaar verstrekken (om de wisselkoers te stabiliseren) |
suyaki-素焼き | ongeglazuurd (keramiek) |
suzumushi-鈴虫 | belkrekel (Meloimorpha japonicus) |
tāban-ターバン | tulband (hoofddeksel) |
tabearuki-食べ歩き | een restaurant trip; verschillende restaurants na elkaar bezoeken [uitproberen] |
tabenokoshi-食べ残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
tabezugirai-食べず嫌い | een (instinctieve) hekel hebben aan een bepaald soort voedsel; iets niet lusten zonder het ooit geproefd te hebben |
tabidatsu-旅立つ | op reis gaan; vertrekken |
tabidori-旅鳥 | trekvogel(s) |
tabisō-旅僧 | reizende [rondtrekkende] priester |
taburetto-タブレット | tekentablet (bij computer) |
tabyō-多病 | ziekelijkheid; zwakke [kwetsbare] gezondheid |
tachi-立ち | vertrek; start |
tachiaienzetsu-立ち会い演説 | campagne speech; publiek debat |
tachiirikensa-立ち入り検査 | inspectie [onderzoek] ter plaatse [ter plekke] |
tachikiru-断ち切る | verbreken (b.v. van een relatie of banden) |
tachikomeru-立ち込める | hangen in [over]; versluieren; bedekken; (om)hullen; maskeren; afschermen |
tachisaki-太刀先 | scherpe kritiek [tong] |
tachisaru-立ち去る | vertrekken; weggaan |
tachiwaza-立ち技 | (judo) staande (worp) technieken |
tachiyomi-立ち読み | het staande lezen (b.v. in een boekenwinkel of bibliotheek) |
tachiyoru-立ち寄る | langsgaan; op bezoek gaan |
tadachini-直ちに | rechtstreeks; direct |
tadasu-正す | rechttrekken (houding, kraag, enz.); rectificeren; herstellen |
tadoritsuku-辿り着く | (na inspanningen of moeite) iets bereiken; iets voor elkaar krijgen; ergens toekomen |
taeru-耐える | bekwaam zijn |
tāfu・kōsu-ターフ・コース | grasbaan; renbaan bedekt met gras |
taguru-手繰る | trekken; inhalen; ophalen; binnenhalen |
tahatsuseikotsuzuishu-多発性骨髄腫 | multipel myeloom (ziekte van Kahler) |
tai-タイ | (muziek) boogje dat noten met dezelfde toonhoogte verbindt |
tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
taibyō-大病 | een ernstige [levensbedreigende] ziekte |
taiden-帯電 | elektrificatie; elektrisering; het onder spanning [stroom] zetten |
taidō-胎動 | tekenen [indicaties] van verandering |
taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
taii-大意 | de kern; essentie; (hoofd)strekking; het algemene idee; een korte samenvatting |
taiihō-対位法 | contrapunt (muziek) |
taiiku-体育 | lichamelijke opvoeding; gymnastiek |
taiin-退院 | het ontslag [vertrek] van een patiēnt uit het ziekenhuis |
taiinsuru-退院する | ontslagen worden uit het ziekenhuis |
taijin-退陣 | terugtrekking (van een leger) |
taijin-退陣 | terugtrekking; ontslagname; aftreden |
taijinsuru-退陣する | terugtreden; aftreden; terugtrekken |
taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
taikaku-体格 | lichaamsbouw; constitutie; fysiek gestel |
taikan-大患 | zware [ernstige] ziekte |
taiki-待機 | het een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
taikisuru-待機する | een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
taikoban-太鼓判 | teken van toestemming [garantie] |
taikōsetsu-待降節 | advent (de vier weken voor Kerstmis) |
taikyaku-退却 | terugtrekking; overgave |
taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
taikyo-退去 | vertrek; deportatie; evacuatie |
taikyoku-大曲 | groot [lang] muziekstuk; magnum opus |
taimu・auto-タイム・アウト | time-out; (spel)onderbreking; adempauze |
taimu・kapuseru-タイム・カプセル | tijdcapsule (een capsule gevuld met informatie, bedoeld om mensen in de toekomst te helpen een beeld te krijgen van een bepaalde tijdsperiode) |
tainichi-対日 | ten opzichte van [met betrekking tot] Japan; wat Japan betreft; met Japan |
tainō-怠納 | (het hebben van) een betalingsachterstand; achterstallige betaling; het in gebreke blijven |
tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
taiseki-体積 | volume; hoeveelheid; massa; kubieke inhoud |
taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
taishakutaishōhyō-貸借対照表 | (bedrijfs) balans; eindrekening |
taishitsu-体質 | fysieke [lichamelijke] gesteldheid |
taishitsu-退室 | het verlaten van een vertrek [kamer] |
taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
taishokukin-退職金 | ontslagvergoeding; vertrekpremie |
taishū-大衆 | de massa; het grote publiek |
taisō-体操 | turnen; gymnastiek |
taisōgi-体操着 | gymkleding; gymnastiekkleding |
taiten-大典 | canon van wetboeken |
taiten-大典 | groot klassiek boekwerk |
taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
taitoru-タイトル | titel; naam (van een boek, verhaal, gedicht, film, muziekstuk etc.) |
taiyōkōhatsuden-太陽光発電 | [opwekken van] zonne-energie; [opwekken van] energie met zonnepanelen |
taiyōkokuten-太陽黒点 | zonnevlek |
taiyōkyō-太陽鏡 | helioscoop; zonnekijker |
taiyōnetsuhatsuden-太陽熱発電 | het produceren [opwekken] van zonnewarmte |
taiyōreki-太陽暦 | zonnekalender |
taizaikyaku-滞在客 | gast; bezoeker |
tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |
tajitsu-他日 | eens; op een dag; een dezer dagen; in de toekomst; ooit |
takane-高嶺 | hoge bergtop [piek] |
takasachōsetsuneji-高さ調節ねじ | steeksleutel om de hoogte van een frame, e.d. te verstellen |
takegaki-竹垣 | bamboe hek [omheining; afrastering; afscheiding] |
takidashi-炊き出し | distributie van noodvoedsel (met name gekookte rijst) |
takikomigohan-炊き込みご飯 | Takikomi gohan (rijst met verschillende meegekookte ingrediënten) |
takitsukeru-焚き付ける | aansteken; in brand steken; een vuurtje (op)stoken |
takkuru-タックル | techniek in het worstelen |
tako-胼胝 | eelt(plek); eeltknobbel |
taku-啄 | de zevende penseelstreek (diagonaal van rechtsboven naar linksonder) van de 永字八法 (de acht basis penseelstreken van kanji) |
takuboku-啄木 | de titel van een muziekstuk voor de biwa (Japans snaarinstrument) |
takumi-匠 | handvaardigheid; (vak)bekwaamheid |
takutikusu-タクティクス | tactiek(en) |
takuto-タクト | (muziek, literatuur) maat; ritme |
takuwan-沢庵 | ingelegde [gepekelde] daikon (radijs) |
tamagoyaki-卵焼き | (zoete of gekruide) omelet |
tamburan-タンブラン | (muziekinstrument) tamboerijn |
tameike-溜め池 | waterreservoir; spaarbekken; (irrigatie) vijver |
tāminaru-ターミナル | (vliegveld) vertrekhal; aankomsthal |
tāminaru-ターミナル | (techniek) aansluitklem; contactklem |
tamon-他門 | andere religieuze sekte; ander kerkgenootschap |
tamurosuru-屯する | gestationeerd [gelegerd; ingekwartierd] zijn |
tanatosu-タナトス | god van de dood uit de Griekse mythologie |
tanbarin-タンバリン | (muziekinstrument) tamboerijn |
tanbō-探訪 | veldwerk; (journalistiek) onderzoek [navraag] doen (ter plaatse) |
tanborin-タンボリン | (muziekinstrument) tamborim (Braziliaanse handtrommel) |
tanbun-短文 | een korte zin; een korte tekst |
tanburā-タンブラー | bekerglas |
taneushi-種牛 | dekstier; fokstier |
tangan-嘆願 | smeekbede; petitie; pleidooi; (officieel) verzoek\ |
tango-タンゴ | tango (muziek, dans) |
tanigawa-谷川 | bergbeek; rivier die door het dal stroomt |
tankōbon-単行本 | een los boek (als zelfstandig werk gepubliceerd, in tegenstelling tot een boek dat deel uitmaakt van een serie) |
tankyū-探求 | zoektocht; queeste |
tankyū-探究 | onderzoek; enquête; studie |
tanomu-頼む | vragen; verzoeken; bestellen |
tanpan-短パン | korte broek |
tanpotsuki-担保付き | met (gegarandeerde) zekerheid |
tanpotsukishasai-担保付社債 | bedrijfsobligatie met zekerheid |
tanrakusuru-短絡する | voorbarige conclusies trekken; te snel handelen [oordelen] |
tanrei-端麗 | schoonheid; bekoorlijkheid; elegantie |
tansa-探査 | onderzoek; exploratie |
tansaku-探索 | zoektocht; jacht; speurtocht; verkenning |
tansakusuru-探索する | onderzoeken; verkennen |
tanshō-探勝 | sightseeing; het bezoeken van bezienswaardigheden (mooie landstreken, e.d.) |
tansho-短所 | zwakheid; tekortkoming; gebrek; zwak punt; nadeel |
tansu-箪笥 | (kleren)kast; ladekast; dressoir; commode |
tantei-探偵 | detective werk; geheim onderzoek |
tanzaku-短冊 | een smalle rechthoek |
taoru-タオル | (Eng.: towel) handdoek |
tāpu-タープ | tarpaulin; dekzeil |
taremaku-垂れ幕 | banier; vaandel; spandoek |
tareme-垂れ目 | ogen met neergaande [hangende] ooghoeken |
tareru-垂れる | druppelen; lekken; stromen |
tashika-確か | zeker; waar; ongetwijfeld; duidelijk |
tashinameru-窘める | (iem.) fysiek of mentaal pijnigen |
tashinamu-嗜む | genieten van; houden van; dol [gek] zijn op |
tasho-他書 | een ander boek; andere boeken |
tassha-達者 | ervaring; vakmanschap; bekwaamheid; meesterschap |
tataru-祟る | vervloeken; een vloek [magische spreuk] uitspreken |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) terugtrekken (in een kamer) |
tatemae-建て前 | officieel [publiek; diplomatiek] standpunt; façade |
tatenami-縦波 | longitudinale (elektromagnetische) golf |
tatoeru-例える | vergelijken; figuurlijk spreken; bij wijze van spreken |
tatsu- 絶つ | afhakken; afsnijden; afbreken; verbreken; onderbreken; stopzetten; opgeven; afzweren |
tatsu-立つ | vertrekken (van treinen, etc.) |
tatsubun-達文 | goed geschreven [duidelijke] tekst |
tawake-戯け | grappenmakerij; dwaasheid; gekheid |
tawake-戯け | een gek; idioot; grappenmaker |
tayori-頼り | het vertrouwen [steunen; rekenen; zich verlaten op]; betrouwbaarheid; steunpilaar |
tayoru-頼る | vertrouwen; steunen; rekenen; zich verlaten op |
tazei-多勢 | groot aantal (mensen); numerieke overmacht |
tazunemono-尋ね物 | iets waarnaar men op zoek is; ontbrekend [zoekgeraakt] voorwerp [artikel] |
tazuneru-尋ねる | zoeken (naar); uitzoeken |
tazuneru-訪ねる | bezoeken; een bezoek brengen (aan); langsgaan (bij) |
tazusawaru-携わる | verwikkelen; (erbij) betrekken; zich bezighouden met; meedoen |
teai-手合い | man; vent; kerel; gezelschap; kring; kliek |
tebikaeru-手控える | aantekeningen maken |
tebiroi-手広い | ruim; wijd; uitgestrekt |
tēburu・tōku-テーブル・トーク | tafelgesprek |
tebusoku-手不足 | een tekort aan handen; tekort aan personeel |
techō-手帳 | notitieboekje; aantekenboekje |
tefuda-手札 | naamkaartje; visitekaartje |
tefuki-手拭き | kleine handdoek; gastendoekje; zakdoek |
tefūkin-手風琴 | accordeon; trekharmonica; concertina |
tegakari-手がかり | handgreep; houvast (bij bergbeklimmen) |
tegata-手形 | rekening; factuur; nota |
tegatakashitsuke-手形貸付け | voorschot op promesse; lening op rekening |
tegatakōkan-手形交換 | vereffening van rekening(en) |
tegatawaribiki-手形割引 | verdiscontering van een rekening |
tegire-手切れ | het verbreken van relaties [verbindingen] |
tegiwa-手際 | (goede) uitvoering; vakmanschap; bekwaamheid |
tegokoro-手心 | discretie; consideratie; rekening houden met anderen |
tegoto-手事 | (lang) tussenspel [intermezzo] bij traditionele Japanse volksmuziek |
teguruma-手車 | handkar; steekkar; bagagewagentje; winkelwagentje; kruiwagen |
tehai-手配 | opsporingsbevel; huiszoekingsbevel |
tehon-手本 | voorbeeld (handschrift, tekening, etc.) |
teiatsu-低圧 | (elektriciteit) laagspanning |
teidan-鼎談 | gesprek met drie partijen; tripartiete gesprek |
teiden-停電 | stroomuitval; stroomstoring; stroomonderbreking |
teihon-底本 | notitieboekje; transcript; kopie |
teikikankōbutsu-定期刊行物 | periodiek tijdschrift |
teikōki-抵抗器 | (elektrische component) weerstand |
teishi-停止 | stopzetting; staking; schorsing; onderbreking |
teishisuru-停止する | opschorten; onderbreken; staken |
teitō-抵当 | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
teitōkariirekin-抵当借入金 | hypotheeklening |
teitōken-抵当権 | hypotheek; hypothecair recht |
tejimai-手仕舞い | vereffening van rekeningen |
tejime-手締め | traditioneel handgeklap [applaus} |
tekagen-手加減 | op basis van ervaring dingen (kunnen) doen; bekwaamheid |
tekikakutegata-適格手形 | een bankaccept (gekwalificeerd door de Bank van Japan) |
tekiki-手利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
tekisei-適性 | geschiktheid; bekwaamheid |
tekiseikensa-適性検査 | onderzoek [test] naar geschiktheid; proeve van bekwaamheid |
tekisho-適所 | de juiste plek [plaats] |
tekishutsu-摘出 | verwijdering; extractie; uittrekking; onttrekking; eruit halen |
tekishutsu-摘出 | openbaring; onthulling; bekendmaking |
tekisuto-テキスト | tekst |
tekisuto-テキスト | tekstboek; leerboek; schoolboek |
tekisuto・fairu-テキスト・ファイル | tekstbestand |
tekiyaku-適薬 | het juiste [specifieke] medicijn; passende remedie (voor een bepaalde ziekte) |
tekiyōsho-摘要書 | samenvatting; abstract; korte inhoud (van een tekst) |
tekizaitekisho-適材適所 | de juiste persoon op de juiste plek |
tekka-鉄火 | (afk. voor tekkadonburi) een Japans rijstgerecht met daarop rauwe tonijn sashimi |
tekka-鉄火 | (afk. voor tekkamaki) in nori (gedroogde zeewier) gerolde sushi met een vulling van rauwe tonijn |
tekkai-撤回 | terugtrekking; terugneming; herroeping; intrekking |
tekkaku-適格 | geschiktheid; bekwaamheid; competentie |
tekku-テック | (afk. voor) technologie; techniek |
tekondō-テコンドー | taekwondo (Koreaanse vechtsport) |
teku-テク | techniek |
tekunikku-テクニック | techniek; methode |
tekunorojī・asesumento-テクノロジー・アセスメント | aspectenonderzoek; evaluatie van technologie |
tekunorojī・gyappu-テクノロジー・ギャップ | technologiekloof |
tekunosutorakuchā-テクノストラクチャー | (van het Engelse technostructure) een netwerk van vakbekame personen die grip houden; controle houden over de economie binnen de eigen organisatie |
tekuragari-手暗がり | (een donkere plek door) de schaduw van je hand (b.v. bij het schrijven) |
tekusuto-テクスト | tekst |
temame-手忠実 | bekwaam zijn |
temane-手真似 | (hand)gebaar; geste; teken; pantomime |
tēma・myūjikku-テーマ・ミュージック | herkenningsmuziek; titelmuziek |
temijika-手短 | kortheid; beknoptheid |
temiyage-手土産 | een presentje [cadeau] van een bezoeker [bezoekster] |
ten-天 | de bovenkant (van iets, b.v. een boek) |
tenami-手並み | optreden; bekwaamheid; kundigheid |
tenareru-手慣れる | zich bekwamen (in); zich eigen maken; gewend raken (aan) |
tenbiki-天引き | automatische inhouding; aftrek vooraf |
tenbyō-点描 | de schildertechniek van het pointillisme |
tenbyōshugi-点描主義 | pointillisme (schildertechniek) |
tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
tendaizasu-天台座主 | de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
tenjiku-天竺 | (gekoppeld aan zelfstandig naamwoord met de betekenis:) ver weg; ingevoerd; geïmporteerd |
tenjikurōnin-天竺浪人 | Tenjuku Ronin, een Japanse striptekenaar (m.n. van manga voor volwassenen |
tenjō-殿上 | (afk. voor) ruimtes [vertrekken] in het paleis |
tenjōnoma-殿上の間 | ruimtes [vertrekken] in het paleis |
tenka-点火 | ontsteking; ontbranding; aansteking |
tenkai-転回 | ommekeer; wending; omkering (180°) |
tenkai-転回 | (gymnastiek) handstand-overslag |
tenkai-転回 | (muziek) inversie |
tenkaippin-天下一品 | uniek [bijzonder, weergaloos; ongeëvenaard] zijn |
tenkan-天冠 | hoofddeksel [kroon] van een jonge keizer (bij zijn troonsbestijging) |
tenkan-天冠 | hoofddeksel [kroon] van boeddha [goden] (op beelden) |
tenkan-天冠 | traditioneel hoofddeksel gedragen tijdens boogschieten te paard, kagura-dans, e.d. |
tenkan-転換 | omkering; verandering; omzetting; bekering |
tenkeiteki-典型的 | kenmerkend; karakteristiek; typerend; stereotiep |
tenki-転帰 | het resultaat [gevolg] van een ziekte; de laatste fase van een ziekteproces |
tenko-典故 | authentiek precedent; authentieke feiten |
tenkō-転向 | omslag; verschuiving; omschakeling; bekering (geloof, e.d.) |
tenmado-天窓 | een gerecht waarbij er op gebakken noedels (soba of udon) een (zacht) gekookt of gebakken ei wordt gelegd |
tennyū-転入 | verhuizing [overplaatsing] (naar); intrekneming |
tenōrukigō-テノール記号 | tenorsleutel (muziek, c-sleutel op de vierde lijn van de (vijflijnige) notenbalk) |
tenouchi-手の内 | bekwaamheid; kundigheid |
tenpo-テンポ | (muziekterm) tempo |
tenpon-点本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
tensaku-典策 | (klassiek) boekwerk (m.n. over geschiedenis) |
tensaku-添削 | correctie; verbetering; het bijwerken (van tekst) |
tenseki-典籍 | boek; publicatie |
tenshon-テンション | (stroom)spanning; trekspanning |
tenshukyō-天主教 | het Rooms-katholieke geloof |
tentan-恬淡 | onverschilligheid; ongeïnteresseerdheid; onbekommerdheid |
tentō-転倒 | omgekeerd [ondersteboven] liggen |
tenugui-手拭い | handdoekje |
tenūto-テヌート | (muziekterm) tenuto |
teodori-手踊り | ritmische dans (zonder toneelrekwisieten) in het Kabuki theater |
terakoya-寺子屋 | (historisch, pre-modern Japan) klein klaslokaal in een tempel (om buurtbewoners basisles te geven in lezen, schrijven en rekenen) |
teramairi-寺参り | (ritueel) tempelbezoek |
teremāku-テレマーク | telemark (ski-techniek) |
tesha-手者 | een bekwaam [kundig; getalenteerd; rijk] persoon; meester |
tesshū-撤収 | verwijdering; terugtrekking; evacuatie; het opbreken [afbreken] (van een kamp, tent) |
tesutimoniarukōkoku-テスティモニアル広告 | reclameboodschap waarin een (bekend) persoon vertelt over positieve ervaringen met een product of bedrijf |
tēta・tēto-テータ・テート | onderonsje; vertrouwelijk gesprek; tête-à-tête |
tetchiri-てっちり | gerecht van gekookte fugu (kogelvis) |
tetorapoddo-テトラポッド | tetrapod, golfbrekerelement (vierpotig betonblok, gebruikt om de kust te beschermen tegen de zee) |
tetsubō-鉄棒 | (turntoestel) rekstok |
tetsumuji-鉄無地 | staalgrijze effen stof [doek] |
tettai-徹退 | terugtrekking; aftocht; ontslag(neming); pensionering |
tettai-撤退 | terugtrekking; terugtocht; aftocht; evacuatie |
tewaza-手技 | (judo) arm-, hand- of schoudertechnieken |
tēze-テーゼ | partijprogramma (politiek) |
tīchi・in-ティーチ・イン | een (politieke) discussiebijeenkomst op een universiteit tussen professoren en studenten |
tīkappu-ティーカップ | theekopje |
tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
tinpani-ティンパニ | pauk; keteltrom (muziekinstrument) |
tī・pātī-ティー・パーティー | theekransje |
tō-党 | een (politieke) partij; factie; kring; kliek |
tōbatsu-党閥 | factie (binnen een politieke partij) |
tobibako-跳び箱 | (spring)kast; bok (gymnastiek) |
tobideru-飛び出る | (er) uitsteken; uitpuilen; uitspringen |
tobinukeru-飛び抜ける | de beste zijn; boven iedereen uitsteken (fig.); uitmunten |
tobira-扉 | titelpagina (van een boek) |
tobokeru-惚ける | dwaas [gek; grappig] doen |
tōbyō-闘病 | de strijd tegen een ziekte |
tōbyōsuru-闘病する | strijden [vechten] tegen een ziekte |
tochikan-土地鑑 | kennis van [bekend zijn met] een bepaalde plaats [omgeving; buurt] |
tōchō-登頂 | beklimming tot aan de bergtop; het bereiken van de top |
tōchō-盗聴 | het elektronisch afluisteren; aftappen; telefoontap |
tōgei-陶芸 | keramiek; pottenbakkerskunst |
togetogeshii-刺刺しい | scherp; prikkend; stekend; vinnig; netelig; stekelig |
toh-取っ | voorvoegsel (afgeleid van 取り), gebruikt om de betekenis van werkwoorden te intensiveren [versterken] |
tōha-党派 | factie; partij; kliek |
tōhan-登坂 | het beklimmen van een heuvel |
tōhan-登攀 | beklimming; het klimmen [klauteren; stijgen] |
tōhaseiji-党派政治 | partijpolitiek |
tōisokumyō-当意即妙 | snedige repliek; gevat antwoord |
toiuto-と言うと | als het gaat om; wanneer met spreekt van; als je het hebt over; als je ... zegt, bedoel je ... |
tōji-湯治 | een warmwaterbehandeling; ziektebehandeling met warmwaterbron |
tojibuta-綴じ蓋 | een kapotte deksel die is gerepareerd |
tojihon-綴じ本 | (in)gebonden boek |
tōjiki-陶磁器 | keramiek en porselein |
tōjin-党人 | partijlid; lid van een politieke partij |
tojiru-綴じる | het binden van (voedings)ingrediënten (o.a. met geklopte eieren) |
tōkei-統計 | statistiek(en); statistische gegevens |
tōkeigaku-統計学 | statistiek (studie) |
tōkeizuhyō-統計図表 | statistische grafiek [kaart] |
tōki-陶器 | (zacht) porselein (aardewerk); keramiek |
tokiokosu-説き起こす | beginnen te bespreken [vertellen] |
tokki-突起 | uitsteeksel; uitgroeisel; aanhangsel; vooruitstekend deel |
tokkō-特効 | (met) specifieke (uit)werking [werkzaamheid] |
tokkotsu-突兀 | het verheven zijn; uitsteken boven |
tokkyū-特級 | hoogwaaridig [eersteklas; van goede kwaliteit] zijn |
tokō-渡航 | (zee)reis; overtocht; oversteek |
tokoage-床上げ | herstel van een ziekte |
tokobanare-床離れ | het weer beter [hersteld] zijn (van een ziekte) |
tokobarai-床払い | genezing; herstel (van een ziekte) |
tōkon-刀痕 | snede [litteken] veroorzaakt door een zwaard |
tokoro-所 | plaats; plek; regio; gebied; ruimte |
tokozure-床擦れ | doorligplek; doorliggend; decubitus |
tokubai-特売 | speciale verkoop aan een specifieke persoon (via een vrijwillig contract zonder concurrerende biedingen) |
tokubetsuhikidashiken-特別引き出し権 | speciale trekkingsrechten (certificaten in valutasysteem) |
tokubetsukaikei-特別会計 | speciale rekening (staat los van de algemene rekening en wordt beheerd door de nationale of lokale overheid in Japan) |
tokubetsukyōshitsu-特別教室 | speciaal uitgeruste klaslokalen (voor vakken als muziek, handvaardigheid, huishoudkunde, e.a., ook gebruikt als audio-visuele ruimte) |
tokuhon-読本 | leerboek; lesboek; tekstboek; boek voor beginners |
tokuhon-読本 | leesboek (i.t.t. prentenboek) |
tokuibi-特異日 | (meteorologie) singulariteit: een specifieke dag waarop een bepaald weertype zich met grote waarschijnlijkheid voordoet |
tokuiwaza-得意技 | de favoriete [karakteristieke] techniek (van iemand in een vechtsport) |
tokusei-特性 | karakteristiek; kenmerk; eigenschap |
tokuteinokyōfushō-特定の恐怖症 | specifieke fobie |
tōkyū-討究 | onderzoek; research |
tomo-艫 | (van een schip) achtersteven; hek; spiegel |
ton-トン | tonnage; ton (eenheid van massa en gewicht in het metrieke stelsel) |
tōnanhoken-盗難保険 | diefstalverzekering |
tono-殿 | aanspreektitel voor iemands (leen)heer, meester of echtgenoot |
tōnyōbyō-糖尿病 | diabetes; suikerziekte |
tōnyū-投入 | het (iets ergens) indoen; insteken; ingooien; inbrengen |
tooboe-遠吠え | achterklap; kwaadsprekerij; geroddel |
toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
toonoku-遠退く | vervreemden (van elkaar); (elkaar) minder vaak zien [bezoeken] |
toorina-通り名 | de naam waaronder een persoon bekend is; alias; artiestennaam; bijnaam |
toorinukeru-通り抜ける | door iets (bijvoorbeeld een tunnel) heengaan; doorsteken (een kortere weg nemen) |
toppa-突破 | doorbraak; doorbreking |
toppan-凸版 | hoogdruk; reliëfdruk (grafische druktechniek) |
toppan'insatsu-凸版印刷 | hoogdruk; reliëfdruk (grafische druktechniek) |
toraashige-虎葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
torai-渡来 | oversteek en aankomst (vanuit overzeese gebieden [landen]) |
toraianguru-トライアングル | triangel (muziekinstrument) |
toraianguru-トライアングル | driehoek |
toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
torakōma-トラコーマ | trachoom (oogbindvliesontsteking) |
toranokuchi-虎の口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
toranomaki-虎の巻 | boek met geheimen [strategieën] |
toranomaki-虎の巻 | spiekbriefje |
toremoro-トレモロ | tremolo (muziekterm) |
torēningu・pantsu-トレーニング・パンツ | trainingsbroek; joggingbroek |
torepan-トレパン | trainingsbroek; joggingbroek |
tori-取り | (judo) degene die de aanvalstechniek gebruikt |
toriau-取り合う | betreffen; betrekking hebben (op); samenhangen (met) |
torikeshi-取り消し | afzegging; opzegging; terugtrekking; terugroeping; opheffing |
torikesu-取り消す | afzeggen; opzeggen; terugtrekken; terugroepen; opheffen |
torikimeru-取り決める | regelen; overeenkomen; afspreken; vaststellen |
torikomisagi-取り込み詐欺 | oplichterij; zwendel; flessentrekkerij |
torikoshigurō-取り越し苦労 | overbezorgdheid; teveel [onnodig] gepieker over de toekomst |
torikowasu-取り壊す | neerslaan; neerhalen; vernielen; afbreken; slopen |
torikuchi-取り口 | een techniek bij sumo worstelen |
torikuzusu-取り崩す | afbreken; slopen |
torinokosu-取り残す | in de steek laten |
toripuru・kuraun-トリプル・クラウン | driekroon; tiara |
toriru-トリル | triller (muziekterm) |
torisageru-取り下げる | terugtrekken; afzeggen |
torishirabe-取り調べ | onderzoek; ondervraging; verhoor |
torishiraberu-取り調べる | onderzoeken; uitzoeken; ondervragen; verhoren |
torisugaru-取り縋る | dringend verzoeken; smeken |
torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
tōritōryaku-党利党略 | partijbelang; partijpolitiek |
toritsugi-取り次ぎ | ontvangst; (de deur) opendoen; bezoek binnenlaten |
toritsuku-取り付く | bezeten [geobsedeerd] zijn; ten prooi vallen aan; het slachtoffer worden van (een ziekte, etc.) |
toriyameru-取り止める | annuleren; afzeggen; intrekken |
torizata-取り沙汰 | gerucht; roddel; geklets |
toronpu・ruiyu-トロンプ・ルイユ | een schildertechniek, die zo natuurgetrouw is dat er een optische illusie wordt gecreëerd |
toru-取る | opnemen (muziek, etc.) |
tōryaku-党略 | partijpolitiek |
tōsa-踏査 | onderzoek; exploratie; inspectie |
tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
tōsatsu-盗撮 | het heimelijk [stiekem; zonder toestemming] nemen van foto's; het fotograferen met een verborgen camera |
tōsei-陶製 | keramiek; aardewerk; porselein |
tōsensuru-当選する | gekozen worden |
tōshigahō-透視画法 | perspectief (schildertechniek) |
tōshizu-透視図 | perspectief tekening |
toshokan-図書館 | bibliotheek |
toshoken-図書券 | boekenbon (met geldwaarde) |
toshoshitsu-図書室 | bibliotheekzaal (bijv. in een school) |
tosshutsu-突出 | uitsteeksel; uitstekend deel |
tosshutsu-突出 | iets dat ergens bovenuit steekt (fig.); opvallend (beter) zijn |
tosshutsusuru-突出する | uitsteken; uitpuilen |
tosshutsusuru-突出する | ergens bovenuit steken (fig.); opvallend (goed; beter) zijn |
tōtekikyōgi-投擲競技 | een werpnummer (bij atletiek, nl. discus, hamer, kogel of speerwerpen) |
tōtenkō-東天紅 | hanengekraai |
tōtō-滔滔 | welsprekend zijn |
totsujōno-凸状の | uitstekend; uitstulpend |
tozan-登山 | het bergbeklimmen; alpinisme; bergsport |
tozangutsu-登山靴 | bergschoen(en); klimschoen(en) voor bergbeklimming |
tozanka-登山家 | klimmer; bergbeklimmer |
tozansha-登山者 | klimmer; bergbeklimmer |
tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
tōzen-当然 | vanzelfsprekend; natuurlijk |
to'onkigō-ト音記号 | g-sleutel (muziek) |
tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
tsuba-唾 | speeksel; spuug |
tsuba-鍔 | (van een hoofddeksel) rand; klep |
tsūbō-痛棒 | scherpe aanval; bittere [harde] kritiek |
tsubogari-坪刈り | de totale opbrengst van een rijstveld berekend via één deel van een tsubo (ca. 3,3 m²) |
tsubozara-壺皿 | dobbelbeker; pokerbeker |
tsuchiiro-土色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
tsuchikau-培う | kweken; opvoeden; verplegen; verzorgen |
tsuchikeiro-土気色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
tsuchinoe-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
tsūchō-通帳 | bankboekje |
tsuifukukyoku-追復曲 | (muziek) canon; beurtzang; kettingzang |
tsuigō-追号 | postume titel [naam]; titel [naam] die na iemands dood wordt toegekend (b.v. aan een overleden keizer) |
tsuikyū-追究 | een grondig [diepgaand] onderzoek |
tsuikyūsuru-追究する | grondig [diepgaand] onderzoeken |
tsūin-通院 | regelmatig naar het ziekenhuis gaan (voor een behandeling) |
tsuinin-追認 | ratificatie; bekrachtiging; bevestiging |
tsuishi-墜死 | dood door een val (van een hoge plek) |
tsuishi-追試 | (afk. voor) inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
tsuishiken-追試験 | inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
tsuishisuru-墜死する | doodvallen; sterven door een val (van een hoge plek) |
tsuizō-追贈 | toekenning van een postume onderscheiding [rang] |
tsūji-通事 | vertaler, tolk (meer specifiek voor het Nederlands in Nagasaki tijdens de Edo periode) |
tsukaisaki-使い先 | de plek waar de boodschap heen moet |
tsukamaseru-摑ませる | iemand iets laten gebruiken; iemand iets laten aannemen] (b.v. steekpenningen); omkopen |
tsukamasu-摑ます | iemand iets laten gebruiken; iemand iets laten aannemen] (b.v. steekpenningen); omkopen |
tsūkan-通巻 | nummer van een deel van een reeks [serie] (boeken, tijdschriften, etc.) |
tsukedashi-付け出し | factuur; rekening |
tsukedasu-付け出す | in rekening brengen; factureren |
tsukedasu-付け出す | (in het grootboek) boeken; invoeren in de boekhouding |
tsukeru-点ける | aandoen; inschakelen; aansteken |
tsukeru-着ける | aantrekken; dragen (kleding, e.d.) |
tsukeru-着ける | (een plek; bestemming) bereiken; aankomen [stoppen] bij |
tsuki-突き | (schermen) uitval; steek; (kendō) stekende aanval naar de keel |
tsukikorosu-突き殺す | doodsteken |
tsukimairi-月参り | een bezoek aan een heiligdom of tempel één keer per maand op een vaste dag |
tsukisasu-突き刺す | (lett.) steken; prikken; doorboren |
tsukisasu-突き刺す | (fig.) steken; prikken; priemen |
tsukiwaza-突き技 | (judo) stoottechnieken |
tsukiyubi-突き指 | distorsie [verrekking; verstuiking] van een vinger [teen] |
tsukkomu-突っ込む | insteken; induwen; inproppen; instampen; (niet netjes) inpakken |
tsukkomu-突っ込む | je neus ergens insteken; zich bemoeien met |
tsukkomu-突っ込む | zich verdiepen in; grondig onderzoeken; een scherpe [kritische] vraag stellen; (in een komisch stuk) schertsen |
tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
tsūkoku-通告 | aankondiging; bekendmaking |
tsuku-漬く | gekruid [op smaak gebracht] zijn |
tsukudani-佃煮 | zeevruchten, vlees of zeewier gekookt in sojasaus en mirin |
tsukurou-繕う | het behandelen van een wond [ziekte] |
tsuma-端 | een driehoekige muur aan de zijkant van een gevel of een zadeldak |
tsumabiki-爪弾き | het tokkelen (op een muziekinstrument) |
tsumabikisuru-爪弾きする | tokkelen (op een muziekinstrument) |
tsumitateyokin-積立預金 | het periodiek sparen |
tsunahiki-綱引き | het touwtrekken |
tsundoku-積ん読 | meer boeken kopen dan je leest; boeken kopen en ongelezen laten |
tsundoku-積ん読 | een stapel ongelezen boeken |
tsuno-角 | pin; speld (in het haar of op een hoofddeksel) |
tsuno-角 | (klassiek Japans theater) ondertitel; tweede titel |
tsunobue-角笛 | hoorn (muziekinstrument) |
tsunokakushi-角隠し | hoofdtooi van een traditioneel geklede Japanse bruid |
tsuridana-吊り棚 | een hangend schap [rek] (met één of meerdere planken) |
tsurikomu-釣り込む | binnenhalen; ophalen; optillen; naar zich toe trekken |
tsurime-つり目 | ogen met naar boven gerichte ooghoeken |
tsūro-通路 | verbinding; relatie; betrekking |
tsuru-弦 | snaar (van een boog, muziekinstrument, etc.) |
tsūsōteion-通奏低音 | (muziekterm) basso continuo |
tsūtatsu-通達 | vakkundigheid; bekwaamheid; veel kennis [begrip] hebben |
tsutawaru-伝わる | doorgegeven [bekend] worden |
tsutomesaki-勤め先 | werkplek; kantoor |
tsūton・karā-ツートン・カラー | tweekleurig |
tsūwa-通話 | telefoongesprek |
tsuyabukin-艶布巾 | poetsdoek |
tsuyoi-強い | sterk; stevig; intens; bekwaam |
tsuzukigara-続き柄 | familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
tsuzuru-綴る | schrijven; op papier zetten; optekenen |
uchi-打ち | als prefix in combinaties gebruikt om de betekenis te versterken |
uchiageru-打ち上げる | lanceren (van raketten, e.d.); afsteken van vuurwerk |
uchiakebanashi-打ち明け話 | bekentenis; open en eerlijk verhaal [gesprek] |
uchiawase-打ち合わせ | voorbespreking; voorbereiding; inleidend gesprek |
uchigake-内掛け | (sumo-techniek) binnen-beenworp (een been aan de binnenkant van een been van de tegenstander zetten om hem omver te werpen) |
uchikaesu-打ち返す | het herhaaldelijk breken (van golven op het strand) |
uchikesu-打ち消す | ontkennen; tegenspreken |
uchikiru-打ち切る | stoppen [ophouden] met; iets staken [afbreken; stopzetten] |
uchikizu-打ち傷 | kneuzing; blauwe plek |
uchimi-打ち身 | kneuzing; blauwe plek |
uchiwa-内輪 | (voet met) naar binnen gekeerde tenen |
uchiwata-打ち綿 | gebeukte [geklopte] katoen [wol] |
uchiyaburu-打ち破る | breken; kapotslaan; verbrijzelen |
uchiyoseru-打ち寄せる | slaan [rollen] tegen; overspoelen; breken (golven) |
uchuukaihatsu-宇宙開発 | ruimteonderzoek |
uddoburokku-ウッドブロック | woodblock (muziekinstrument) |
ude-腕 | bekwaamheid; vaardigheid |
udedate-腕立て | pronken met je fysieke kracht; vertrouwen op je fysieke kracht (in een gevecht, b.v.) |
udekiki-腕利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
udemae-腕前 | bekwaamheid; vaardigheid |
uēbu-ウエーブ | golf (elektriciteit, geluid, radio, etc.) |
uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
ueki-植木 | gekweekte boom (in een tuin) |
uesutan・myūjikku-ウエスタン・ミュージック | westerse muziek; country muziek |
ūfā-ウーファー | woofer (luidsprekersysteem voor lage tonen) |
uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
uībingu-ウイービング | weaving (techniek bij boksen) |
uīku-ウイーク | week (7 dagen) |
uīkudē-ウイークデー | weekdag; doordeweekse dag (ma. t/m zat.) |
uīkuendo-ウイークエンド | weekeinde; weekend |
uīkupointo-ウイークポイント | zwak punt; zwakke plek; tekortkoming |
uīkurī-ウイークリー | wekelijks; elke week |
uīkurī-ウイークリー | weekblad; tijdschrift dat wekelijks verschijnt |
uingu・karā-ウイング・カラー | vleugelkraag (stijve overhemdkraag waarvan de bovenhoeken naar beneden zijn gekeerd, voor formele gelegenheden) |
ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) bezoeken |
ukeai-請け合い | garantie; zekerheid; borg |
ukeguchi-受け口 | iemand met een (naar voren) uitstekende onderkaak |
ukemi-受け身 | breakfall; de val breken (verdedigende judotechniek) |
ukemiwaza-受け身技 | (judo) valtechnieken |
ukeou-請け負う | op zich [voor zijn rekening] nemen; (werk) aannemen |
ukesho-受書 | brief van aanvaarding (bevel, verzoek, e.d.) |
ukewaza-受け技 | afweertechnieken |
ukiagaru-浮き上がる | opvallen; afsteken tegen |
ukidasu-浮き出す | opvallen; afsteken tegen (b.v. een achtergrond) |
ukideru-浮き出る | uitsteken; afsteken; opvallen |
ukitatsu-浮き立つ | opgewekt zijn; opgebeurd [bemoedigd; opgevrolijkt] worden |
ukiuki-うきうき | vrolijk; opgewekt; luchthartig |
ukiuki-浮き浮き | luchtig; opgewekt; vrolijk |
ukuraina-ウクライナ | Oekraïne |
ukurere-ウクレレ | ukelele (muziekinstrument) |
umadashi-馬出し | een aarden wal voor een kasteel (om vertrek en aankomst van ruiters niet aan de vijand te laten zien) |
umai-旨い | lekker; smakelijk; heerlijk |
umai-旨い | bekwaam; knap; slim |
umaku-うまく | goed; bekwaam; handig |
umami-旨み | goede [heerlijke; lekkere] smaak (van voedsel) |
umami-旨み | kennis; bekwaamheid; smaak (van kunst, etc.); winst |
umanohone-馬の骨 | persoon van onbekende, twijfelachtige afkomst; iemand van twijfelachtig [bedenkelijk] allooi |
umauma-うまうま | bekwaam; vakkundig; netjes |
umauma-うまうま | mmm (tussenwerpsel voor: lekker) |
umekigoe-呻き声 | kreun; gekreun; gekerm |
umoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
umurauto-ウムラウト | (taalkunde) umlaut (teken voor klankwijziging van klinkers) |
unagasu-促す | aandringen; aansporen; bespoedigen; dringend verzoeken; op het hart drukken |
unaji-項 | (de achterkant van) de nek |
unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
undō-運動 | lobby; verzoek; oproep |
undōkyōgi-運動競技 | atletiek |
unkyū-運休 | staking [onderbreking] (b.v. van treinverkeer, e.d.) |
unomi-鵜呑み | iets zomaar (voor zoete koek) aannemen [slikken] |
unpitsu-運筆 | penseelvoering; penseelbehandeling; penseelstreken |
unshi-運指 | vingerzetting (muziekinstrumenten) |
unsui-雲水 | een rondtrekkende monnik; bedelmonnik |
untengijutsu-運転技術 | rijvaardigheid; rijtechniek |
unzan-運算 | wiskundige berekening; calculatie |
unzarisuru-うんざりする | (onomatopee) ziek [moe] worden van; het zat zijn; tegenstaan; een aversie hebben tegen; tegen de borst stuiten; vervelen |
uonome-魚の目 | likdoorn; eksteroog |
uragane-裏金 | smeergeld; steekpenning; omkoopsom |
uraguchi-裏口 | bergbeklimming via de achterzijde van een berghelling |
urahara-裏腹 | het tegendeel; tegen(over)gestelde; omgekeerde |
uramitsurami-恨み辛み | ingehouden [opgekropte] rancune; wrok; ressentiment |
uranari-末生り | metafoor voor (een zwak) iemand met een bleek gezicht |
uraraka-麗らか | een opgewekt gevoel |
ureeru-憂える | rouwen; treuren; weeklagen; verdriet hebben |
urikuchi-売り口 | verkooptechniek; verkooptruc |
urusagata-煩型 | iemand die spijkers op laag water zoekt; muggenzifter; mierenneuker; kommaneuker; pietlut |
urusai-煩い | hardnekkig; koppig; halsstarrig |
urutoramontanizumu-ウルトラモンタニズム | ultramontanisme (leer binnen de katholieke kerk met nadruk op de autoriteit van de paus) |
urutora・shī-ウルトラ・シー | gymnastiekoefening die qua uitvoering moeilijker is dan de norm voor de hoogste van de drie lagere moeilijkheidsgraden |
ushioni-潮煮 | vis, schelpdieren, etc., gekookt in zout water |
usuaji-薄味 | licht gekruid; milde smaak |
utagau-疑う | wantrouwen; betwijfelen; in twijfel trekken |
utagawashii-疑わしい | twijfelachtig; verdacht; onzeker; betwistbaar; onbetrouwbaar |
utō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
utō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
utoi-疎い | (vrij) onwetend [onbekend] (zijn met) |
utsu-打つ | laten klinken; bespelen (muziekinstrument) |
utsukushii-美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
utsusu-移す | aansteken; infecteren |
utsuwa-器 | bekwaamheid; gave; aanleg; talent; vaardigheid; geschiktheid |
uwagaki-上書き | (het bewaren van) een nieuwe tekstversie na herschrijving (op een computer) |
uwagami-上紙 | omslag(papier) van een boek |
uzubekisutan-ウズベキスタン | Oezbekistan |
uzumoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
vuiburafon-ヴィブラフォン | vibrafoon (muziekinstrument) |
wa-話 | (in kanji combinaties) spreken; zeggen; vertellen; taal; woord; verhaall |
wabun-和文 | Japanse tekst [zinnen] |
wadai-話題 | onderwerp van gesprek; discussiepunt; thema |
wadokujiten-和独辞典 | Japans-Duits woordenboek |
wādo・purosessā-ワード・プロセッサー | tekstverwerker (computer) |
waeijiten-和英辞典 | Japans-Engels woordenboek |
wafutsujiten-和仏辞典 | Japans-Frans woordenboek |
wagamonogao-我が物顔 | arrogante [zelfverzekerde] houding |
wagomu-輪ゴム | elastiekje |
wahō-話法 | verteltrant; wijze van spreken |
wahon-和本 | boek gebonden in Japanse stijl |
waidan-猥談 | boek [verhaal] met aanstootgevende [obscene; choquerende] inhoud |
waimārukenpō-ワイマール憲法 | Grondwet van Weimar (van de Weimarrepubliek, 1919-1933) |
wairubyō-ワイル病 | ziekte van Weil (vorm van leptospirose) |
waiya-ワイヤ | elektriciteitskabel; snoer |
waiya-ワイヤ | snaar (van een muziekinstrument) |
waiyaresukyūden-ワイヤレス給電 | draadloze voeding [elektriciteitsaansluiting] |
waka-和歌 | waka (klassieke Japanse dichtvorm) |
wakarebanashi-別れ話 | gesprek over een scheiding [beëindiging van een relatie] |
wākingu・horidē-ワーキング・ホリデー | werkvakantie; vakantiereis met werkvergunning (waarbij reizigers mogen werken in het land dat ze bezoeken) |
wākubukku-ワークブック | werkboek; oefenschrift |
wakuraba-病葉 | zieke [aangetaste] bladeren |
wan-腕 | (in kanji combinaties) arm; bekwaamheid |
wanman-ワンマン | één man die de leiding heeft [die alle macht naar zich toetrekt]; tiran; dictator |
waon-和音 | (muziek) akkoord |
wāpuro-ワープロ | tekstverwerker (computer) |
warabuki-藁葺き | met (gevlochten) stro bedekt; strodak; rieten dak |
waraku-和楽 | (traditionele) Japanse muziek |
waremono-割れ物 | breekbare dingen [artikelen] |
waremonochūi-割れ物注意 | (op bagage, pakketten, etc.) voorzichtig [pas op], breekbaar! |
warenimonaku-我にも無く | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
wareru-割れる | gebroken [gespleten; gekraakt] worden |
wareshirazu-我知らず | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
wareyasui-割れ易い | breekbaar; fragiel |
wariateru-割り当てる | toewijzen; toekennen; verdelen; uitdelen; distribueren |
waribikitegata-割引手形 | een rekening met korting; een gereduceerde rekening |
warichū-割り注 | ingevoegde aantekeningen |
waridasu-割り出す | berekenen; uitrekenen; begroten; afleiden (uit) |
warifu-割り符 | rekening |
warifuri-割り振り | toewijzing; toekenning; verdeling |
warifuru-割り振る | uitdelen; verdelen; toekennen |
warigaki-割り書き | (bijgeschreven) opmerkingen; aantekeningen; annotaties |
warikan-割り勘 | het splitsen [delen] van een rekening |
warimodosu-割り戻す | korting; aftrek; vermindering, provisie; gedeeltelijke terugbetaling |
waru-割る | splijten; delen door (rekenen) |
waru-割る | breken; kraken |
waruasobi-悪遊び | gemene streek; schelmenstreek; slechte [kwade] geneugten [pleziertjes] |
waruba-悪場 | (een term uit het bergbeklimmen) een gevaarlijke plek (die moeilijk te beklimmen is) in de bergen |
warudakumi-悪巧み | een slimme [sluwe; gemene] streek; duister plan; complot |
warudassha-悪達者 | iets dat zeer bekwaam is uitgevoerd, maar stijl of verfijning mist |
wārudo・kappu-ワールド・カップ | wereldbeker (World Cup) |
wārudo・kappu-ワールド・カップ | wereldbeker; wereldkampioenschap |
warufuzake-悪ふざけ | het iem. voor de gek houden; een grap uithalen terwijl iem. dat niet leuk vindt |
warui-悪い | zich slecht [ziek] voelen |
warukuchi-悪口 | belediging; scheldwoord(en); laster; roddel; kwaadsprekerij |
warukuchimatsuri-悪口祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
warushi-悪し | (klassieke vorm van 悪い) niet goed; geen goede indruk makend; slecht; kwaadaardig; verdorven |
warutsu-ワルツ | wals (muziek, dans) |
washa-話者 | spreker; verteller |
washo-和書 | boek geschreven in het Japans |
washo-和書 | boek gebonden in Japanse stijl |
wasō-和装 | Japanse stijl van boekbinden |
wasshoi-わっしょい | (tussenwerpsel; uitroep) hup, hup!; allemaal tegelijk! (trekken; tillen); (scheepvaart) anker op! |
wataridori-渡り鳥 | trekvogel |
watarimono-渡り者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
wataru-渡る | oversteken |
watashi-渡し | oversteek (rivier); veerboot; (veer)pont |
watō-話頭 | gespreksonderwerp; onderwerp van gesprek |
watto-ワット | watt (elektrische eenheid van vermogen) |
waza-技 | techniek; vaardigheid; handigheid; manoeuvre |
wazaari-技有り | (judo) bijna techniek; half punt |
wazashi-業師 | gewiekste [slimme; sluwe] kerel |
wazatogamashii-態とがましい | onnatuurlijk; geforceerd; gekunsteld; kunstmatig; gemaakt |
wazatorashii-態とらしい | onnatuurlijk; geforceerd; gekunsteld; kunstmatig; gemaakt |
wazurai-患い | ziekte |
wazuraitsuku-患いつく | ziek worden |
wazurau-患う | ziek worden; last hebben van; lijden aan |
wōkingu・dikushonarī-ウォーキング・ディクショナリー | een wandelend woordenboek (iemand met een zeer grote woordenschat) |
wosshu-ウォッシュ | de gewassen teken [schilder] techniek |
wosshufude-ウォッシュ筆 | penseel voor de gewassen teken [schilder] techniek |
wosshu・ōbā・doraiburashi-ウォッシュ・オーバー・ドライブラシ (wash over dry brush) | penseel voor de was-over-droog schildertechniek |
wotchi-ウオッチ | uitkijken; bekijken |
wotchingu-ウオッチング | het bekijken; toekijken; de wacht houden |
yabai-やばい | (bij jongeren) geweldig; het beste; te gek |
yabudatami-藪畳 | plek waar een struikgewas het hele gebied bedekt |
yabuisha-藪医者 | kwakzalver; slechte [onbekwame] dokter |
yabuka-藪蚊 | gestreepte steekmug [muskiet] (Aedes) |
yabukeru-破ける | scheuren; breken; barsten |
yaburu-破る | (open)breken |
yaburu-破る | verbreken (stilte, etc.) |
yaiba-刃 | generieke naam voor zwaarden, messen, etc. |
yaji-野次 | boegeroep; hoongelach; gejoel; luide kritiek |
yajirobee-弥次郎兵衛 | één van de twee hoofdpersonen uit het boek Tōkaidōchū Hizakurige (Jippensha Ikku, gepubliceerd 1802-1822) |
yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
yaka-やか | gekoppeld aan een zelfstandige naamwoord vormt het een bijvoeglijk naamwoord (met な) |
yakata-屋形 | tijdelijke woonplek [behuizing] |
yakedo-火傷 | brandwond; brandplek (op de huid) |
yakekoge-焼け焦げ | brandgat (in kleding, door sigaret); schroeiplek |
yakeru-焼ける | verbleken; vervagen; verkleuren (in de zon) |
yakifude-焼き筆 | houtskool staafje (om te tekenen) |
yakimono-焼き物 | keramiek; aardewerk; porselein |
yakisoba-焼き蕎麦 | roerbak gerecht met boekweitnoedels; (Chinees) cho mein |
yakkyoku-薬局 | apotheek |
yakubyōgami-疫病神 | Yakubyōgami, een boze god die mensen ziek maakt en rampen veroorzaakt; god van de pest |
yakuhon-訳本 | vertaling; vertaald werk [boek] |
yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
yakuinhoken-役員保険 | bestuursverzekering |
yakumae-厄前 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
yakuon-約音 | (taalkunde) samentrekking (van lettergrepen) |
yakushi-訳詞 | vertaald lied; vertaling van een lied [songtekst] |
yakusho-訳書 | vertaling; vertaald werk [boek] |
yakusokusuru-約束する | afspreken; beloven; overeenkomen |
yakusu-約す | beloven; afspreken |
yakusuru-約する | beloven; afspreken |
yakusuru-約する | (wiskunde) aftrekken |
yakutō-薬湯 | extract; kruidenthee; aftreksel |
yakuzaishi-薬剤師 | apotheker |
yakyoku-夜曲 | (muziekstuk) nocturne |
yamaarashi-山荒らし | stekelvarken |
yamabito-山人 | bergbeklimmer |
yamadome-山止め | verbod om de bergen in te gaan [trekken] |
yamagoe-山越え | de oversteek [het oversteken] van een berg |
yamaguni-山国 | bergland; bergstreek |
yamahototogisu-山時鳥 | bergkoekoek |
yamai-病 | ziekte; aandoening; kwaal |
yamakage-山陰 | berggrot; bergholte; (een plek in) de schaduw van de berg |
yamanari-山形 | de vorm van een berg; een chevron (een omgekeerde V als onderscheidingsteken, b.v. op de mouw van een officier) |
yamanobori-山登り | bergbeklimmen; bergbeklimming |
yamaotoko-山男 | bergbeklimmer; alpinist |
yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
yamate-山手 | een plek bij de berg(en) |
yamauba-山姥 | bergheks |
yameru-病める | ziek zijn |
yamiagari-病み上がり | genezing; herstel (van ziekte) |
yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
yamijiru-闇汁 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
yamikumo-闇雲 | vaag; doelloos; willekeurig; onnadenkend; roekeloos |
yaminabe-闇鍋 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
yaminoutsutsu-闇の現 | de werkelijkheid in het duister; onduidelijkheid; iets waarvan je niet zeker bent of het werkelijkheid is of niet |
yamitsuki-病み付き | het ziek worden |
yamiyami-闇闇 | hulpeloos toekijken (bij wat er gebeurt) |
yani-やに | zodat (is een streekgebonden uitspraak van yōni (Tajima-ben en Tottori-ben)) |
yani-やに | Zeg...?; ..., zeg! (is een uitdrukking die alleen wordt gebruikt indien de spreker de luisteraar iets vertelt wat hij/zij nog niet wist en is dialect |
yaomote-矢面 | mikpunt; doelwit (van kritiek, spot, etc.) |
yarikomeru-遣り込める | iem. neerbuigend toespreken; iem. tot zwijgen brengen |
yarimizu-遣り水 | (in een Japanse tuin) stroom; beekje |
yarisokonau-遣り損なう | tekortschieten; falen; mislukken; slecht werk leveren; een blunder begaan |
yarite-遣り手 | een bekwaam [competent; kundig; slim] persoon |
yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
yashu-野趣 | rustieke [landelijke] schoonheid |
yasurau-休らう | (lit.) (tijdelijk) verblijven; bezoeken |
yatara-矢鱈 | roekeloosheid; willekeur; lukraak [ongenuanceerd] zijn |
yatō-夜盗 | een nachtelijke inbraak [inbreker; indringer] |
yatōkōho-野党候補 | oppositiekandidaat |
yattsukeru-やっつける | aanvallen (fig.); bekritiseren |
yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
yōbi-曜日 | dag van de week |
yobimodosu-呼び戻す | terugroepen; herroepen; intrekken |
yobiokosu-呼び起こす | wakker maken (door te roepen); wakker worden (door); opwekken |
yobisute-呼び捨て | alleen de naam (zonder aanspreektitel) |
yōbō-容貌 | gelaatstrek; gelaatsvorm; gezichtsvorm |
yōbō-要望 | verzoek |
yogiru-過る | oversteken; doortrekken; (door)kruisen |
yogo-予後 | herstel (van ziekte) |
yogore-汚れ | vuil; vlek |
yōhon-洋本 | een westers boek; boek gepubliceerd in het Westen |
yōhon-洋本 | een boek gebonden in de westerse stijl |
yoi-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
yoin-余韻 | suggestief [veelbetekenend] zijn |
yojinoboru-攀じ登る | klimmen [klauteren] (op); beklimmen; opklauteren |
yōjo-妖女 | verleidster; vamp; heks; tovenares |
yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
yokkaku-浴客 | badhuis bezoeker [gast] |
yokkyaku-浴客 | badhuis bezoeker [gast] |
yokkyū-欲求 | wens; verlangen; wil; zin; zucht; verzoek |
yokochō-横帳 | oblong [liggend] formaat notitieboek (van vellen papier horizontaal doormidden gevouwen en gebonden) |
yokogiru-横切る | kruisen; oversteken; overvaren |
yokoguruma-横車 | een worp [werptechniek] bij judo |
yokomono-横物 | horizontaal geschreven tekst; horizontaal opgehangen kunstwerk |
yokonami-横波 | transversale (elektromagnetische) golf |
yokotawaru-横たわる | zich uitstrekken (over) |
yoku-良く | bekwaam; kundig; juist; correct |
yokuhōi-翼包囲 | tangbeweging; dubbele omvatting (militaire tactiek) |
yokujō-欲情 | lust; (seksueel) verlangen; passie |
yokuryūsho-抑留所 | interneringskamp; concentratiekamp |
yokushū-翌週 | de volgende week |
yokusuru-善くする | goed [bekwaam] zijn in; iets goed kunnen |
yokutokuzuku-欲得ずく | dingen te doen uit eigenbelang; berekenend zijn |
yōkyūbarai-要求払い | te betalen op verzoek [vertoon] |
yōkyūbaraiyokin-要求払い預金 | aanbetaling [deposito] op verzoek |
yomiawase-読み合わせ | tekstvergelijking; (gezamenlijke) tekstlezing |
yomibitoshirazu-詠み人知らず | (van poëzie) auteur [dichter] onbekend |
yomifuda-読み札 | (speel)kaarten met tekst erop |
yomihon-読本 | handleiding; handboek |
yomikakisoroban-読み書き算盤 | lezen, schrijven en rekenen |
yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
yomikonasu-読み熟す | begrijpend lezen; de inhoud van de tekst begrijpen |
yomikudasu-読み下す | (Japanse tekst) van boven naar beneden lezen |
yomikudasu-読み下す | Chinese tekst in het Japans overzetten |
yominagasu-読み流す | (een boek, tekst) doorbladeren; vlug doorlezen; vluchtig inkijken |
yomoya-よもや | waarschijnlijk; zeker |
yōni-陽に | zichtbaar; openlijk; openbaar; publiekelijk |
yonige-夜逃げ | het in de nacht (alles in de steek laten en) op de vlucht slaan |
yonkyokuko-四極子 | quadrupool; vierpool (elektrotechniek, schakeling met vier klemmen) |
yōreki-陽暦 | zonnekalender |
yorisugaru-寄り縋る | vertrouwen [rekenen] op |
yoru-寄る | langs gaan bij; bezoeken |
yosebashi-寄せ箸 | eetstokjes waarmee men (kom met) een gerecht naar zich toe trekt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
yosegi-寄木 | mozaïek van hout; inlegwerk van hout |
yōsei-要請 | eis; vereiste; verzoek; claim |
yōsei-陽性 | opgewektheid; vrolijkheid |
yōseisuru-要請する | eisen; vereisen; verzoeken |
yosoou-装う | (zich) (aan)kleden; aantrekken; gekleed zijn (in) |
yosoou-装う | bekleden; versieren; decoreren |
yōsuiro-用水路 | irrigatiekanaal; watergang |
yota-与太 | dom [dwaas] geklets; nonsens; flauwekul |
yōtashi-用足し | toiletbezoek; zijn behoefte doen |
yōtoji-洋綴じ | westerse manier boekbinden |
yotsukado-四つ角 | vierhoek |
yotsumegaki-四つ目垣 | een hekwerk [trellis] van bamboe (met vierkante openingen) |
you-酔う | ziek [misselijk] worden |
yowami-弱み | zwakte; zwakke plek; tekortkoming |
yowane-弱音 | zacht [zwak] geklaag; gejammer |
yoyaku-予約 | reservering; boeking; afspraak; belofte |
yōyaku-要約 | samenvatting; uittreksel; overzicht |
yoyakusuru-予約する | reserveren; boeken |
yūben-雄弁 | welbespraaktheid; welsprekendheid |
yūbenka-雄弁家 | een begaafd redenaar; een goede [vlotte] spreker |
yūchi-誘致 | aantrekking; verlokking; verleiding |
yūchisuru-誘致する | lokken; verleiden; aantrekken |
yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
yūdō-誘導 | inductie (elektrisch) |
yūdōenboku-遊動円木 | soort lange schommel (gemaakt van een boomstam hangend aan kettingen in een rek) |
yudōfu-湯豆腐 | gekookte tahoe [tofoe] |
yudooshi-湯通し | het weken van stof [kleding] in lauw water (om zacht te maken) |
yugamu-歪む | kromtrekken; vervormd zijn; buigen; verbogen zijn |
yūgei-遊芸 | optredens als entertainment [amusement] (zoals muziek, zang en dans) |
yūhisuru-雄飛する | (energiek; voortvarend) van start gaan; beginnen |
yūi-有意 | betekenis hebben; betekenisvol [veelbetekenend; significant] zijn |
yuiitsu-唯一 | uniek [de enige] zijn |
yuiitsumuni-唯一無二 | de enige echte; ongeëvenaard [onovertroffen; uniek] zijn |
yūin-誘引 | aantrekkingskracht; verleiding; bekoring |
yuiwata-結い綿 | een geknoopte strik (van katoen of zijde), als versiering op presentjes |
yukai-愉快 | prettig [plezierig; aangenaam; vrolijk; fijn; opgewekt; vrolijk] zijn |
yūkaku-遊客 | bordeelbezoeker |
yukari-縁 | betrekking; relatie; verbinding; affiniteit |
yukigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
yukigakoi-雪囲い | strodek voor planten of bomen als bescherming voor sneeuw |
yukikau-行き交う | regelmatig bezoeken |
yukimochi-雪持ち | met sneeuw bedekte bladeren [takken] van bomen |
yukinoshita-雪の下 | steenbreek; moederplant (Saxifraga stolonifera) |
yukionna-雪女 | Yuki Onna [sneeuwvrouw] (figuur in de Japanse mythologie gekleed in een witte kimono) |
yukiore-雪折れ | het (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
yukioresuru-雪折れする | (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
yūkizukeru-勇気づける | aanmoedigen; moed inspreken |
yukue-行方 | toekomst; waar het heengaat; resultaat |
yukuyuku-行く行く | in de toekomst; eens; ooit; uiteindelijk |
yūmei-有名 | faam; roem; bekendheid; (goede) reputatie |
yūmeijin-有名人 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
yumi-弓 | strijkstok (muziekinstrumenten) |
yūmoresuku-ユーモレスク | humoreske (humoristisch toneel- of muziekstuk) |
yūmorisuto-ユーモリスト | komiek, grappenmaker |
yumoto-湯元 | oorsprong van een warmwaterbron; de plek waar de warmwaterbron ontspringt |
yunīku-ユニーク | uniek; origineel |
yunisekkusu-ユニセックス | uniseks |
yūnō-有能 | competentie; bekwaamheid |
yunomi-湯飲み | theekom |
yūran-遊覧 | (toeristische) excursie; pleziertochtje; uitstapje; het bezoeken van bezienswaardigheden |
yūrekisuru-遊歴する | (rond)reizen; rondtrekken; een trip maken |
yurusu-許す | toegeven; bekennen |
yūryōkigyō-優良企業 | een groot [bekend] bedrijf; topbedrijf |
yūsei-有性 | sekse; kunne; geslacht |
yūsen-有線 | bekabelde verbinding |
yūsen-有線 | (afk. voor) bekabelde communicatie |
yūsendenshin-有線電信 | bekabelde communicatie |
yūshi-雄姿 | een heldhaftige [indrukwekkende; imponerende] verschijning |
yūshihiritsu-融資比率 | de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning |
yūshōhai-優勝杯 | wedstrijdbeker; trofee |
yūshoku-有色 | gekleurd [kleurig] zijn |
yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
yutan-油単 | geoliede stof (om het waterdicht te maken); wasdoek; zeildoek |
yuwakashi-湯沸かし | waterketel; theeketel |
yūwaseisaku-宥和政策 | vredespolitiek |
yuya-湯屋 | openbaar [publiek] badhuis; gebouw (bij een tempel of heiligdom) met badhuis |
yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
yū・esu・esu・āru-ユー・エス・エス・アール | Unie van Socialistische Sovjet Republieken |
yū・tān-ユー・ターン | omkeer; u-bocht; ommekeer |
za-挫 | (in kanji combinaties) verpletteren; breken; verstuiken |
zaike-在家 | leek; niet-geestelijke |
zaimei-在銘 | gesigneerd ondertekend] zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.) |
zaiseiakaji-財政赤字 | begrotingstekort |
zajiki-ザジキ | tzatziki (Grieks gerecht van komkommer met yoghurt) |
zangaku-残額 | (van een rekening) saldo; tegoed |
zange-懺悔 | (schuld)bekentenis |
zangen-讒言 | laster; kwaadsprekerij; belastering; ongegronde beschuldiging |
zangensuru-讒言する | belasteren; kwaadspreken; valse beschuldigingen uiten |
zangetsu-残月 | de bleke ochtendmaan; de man bij zonsopkomst |
zanpan-残飯 | overgebleven voedsel; restjes; kliekjes |
zanson-残存 | reliek; overblijfsel |
zarusoba-笊蕎麦 | soba (boekweit) noedels met gedroogd zeewier (meestal geserveerd op een bamboerekje) |
zashikiwarashi-座敷童 | (Tohoku-regio in de prefectuur Iwate) geestachtige wezens, vaak in de verschijning van een jong kind met een rood gezicht en kortgeknipt haar |
zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
zatsuwa-雑話 | kletspraatjes; geklets; gebabbel; geroddel |
zau-座右 | (beleefde aanspreektitel in brieven, e.d.) u |
zayū-座右 | (beleefde aanspreektitel in brieven, e.d.) u |
zāzā-ざーざー | (onomatopee) (het geluid van) gekletter van harde regen |
zehi-是非 | beslist; zeker; hoe dan ook; ten koste van alles |
zeibiki-税引き | exclusief belasting; (netto) bedrag na aftrek van belastingen |
zeichiku-筮竹 | (50) bamboestokjes, die worden gebruikt om de toekomst te voorspellen |
zeijaku-脆弱 | zwakheid; breekbaarheid; broosheid |
zeikan-税関 | douane; douanekantoor |
zekka-舌禍 | verspreking; slip of the tongue |
zekkasen-舌下腺 | glandula sublingualis; ondertong speekselklier |
zenchi-全治 | volledig herstel (van een ziekte) |
zenchisuru-全治する | volledig herstellen (van een ziekte) |
zendaimimon-前代未聞 | ongekend [buitengewoon] zijn; nooit eerder voorgekomen |
zendō-蠕動 | peristaltiek |
zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
zenji-全治 | volledig herstel (van een ziekte) |
zenkaiiwai-全快祝い | viering van beterschap [van volledig herstel van ziekte] |
zenkakumoji-全角文字 | teken [letter; lettertype] op volle breedte; dubbelbyte lettertype (computer) |
zenkan-全巻 | het hele boek(deel); de volledige set [serie]; alle delen |
zenkyoku-全曲 | de gehele compositie [voorstelling; muziekopname] |
zenmondō-禅問答 | zen raadsel (in gesprek tussen zenmeester en leerling) |
zenpyō-前表 | voorteken; voorgevoel; voorbode |
zenrin-全臨 | het overschrijven van een gehele originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
zenritsusenen-前立腺炎 | prostatitis; prostaatontsteking |
zensho-全書 | een verzamelbundel; verzameld werk; compleet boek (met alle theorieën en geschriften van een bepaalde persoon of op een bepaald vakgebied) |
zensho-前書 | het vorige boek; het eerder geschreven [gepubliceerde] boek |
zensho-善書 | mooi handschrift; het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
zensho-善書 | een goed boek; moreel recht [morele wet] volgens de geschriften |
zensōkyoku-前奏曲 | (muziek) prelude; ouverture |
zento-前途 | toekomstperspectief; vooruitzicht |
zentotanan-前途多難 | sombere vooruitzichten; problemen in de toekomst |
zentoyōyō-前途洋洋 | veelbelovende toekomst; goede vooruitzichten |
zentoyūbō-前途有望 | veelbelovende toekomst |
zenwa-禅話 | dialoog [gesprek; verhandeling] in het Zen Boeddhisme |
zen'on-全音 | hele toon (muziek) |
zen'onpu-全音符 | (muziek) hele noot; semibrevis |
zeppan-絶版 | (van boeken) niet meer gedrukt worden; niet meer in de handel zijn |
zessan-絶賛 | veel waardering; grote bewondering; lovende kritiek |
zetsuen-舌炎 | glossitis; tongontsteking |
zetsugi-絶技 | uitblinkend kunststuk; stunt; voortreffelijk optreden [acteerwerk]; goede techniek |
zetsugo-絶後 | (iemand of iets) zonder weerga; iets ongekends [unieks] |
zettaizetsumei-絶体絶命 | uitzichtloze situatie; situatie waaruit geen ontsnapping mogelijk is; in een hoek gedreven zijn |
zettō-舌頭 | spraak; taal; spreekwijze |
zeusu-ゼウス | Zeus (de oppergod van de Griekse mythologie) |
zō-憎 | (in kanji combinaties) haten; hekel; afkeer |
zōaku-増悪 | verergering; verslechtering (van een ziekte) |
zōfuku-増幅 | versterking (elektriciteit, geluid) |
zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
zōhon-造本 | boeken maken |
zōkan-増刊 | speciale uitgave van een tijdschrift of boek |
zōkin-雑巾 | dweil; zwabber; stofdoek; vod |
zokkan-俗間 | de wereld; het (grote) publiek; het volk |
zoku-賊 | dief; inbreker; rover |
zokugara-続柄 | (spreektaal) familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
zokugo-俗語 | spreektaal; populair jargon |
zokuhen-続編 | vervolg; volgend deel (van boek, film, etc.); volgende aflevering |
zorozoro-ぞろぞろ | (onomatopee) in grote hoeveelheden; drommen; stroom; menigte; gekrioel (van insecten) |
zōshitsu-蔵室 | magazijn (in een bibliotheek voor boeken e.d.) |
zōsho-蔵書 | boekenverzameling; (privé)bibliotheek; de boekenvoorraad (van een bibliotheek) |
zōshoka-蔵書家 | boekenverzamelaar |
zōshoku-増殖 | proliferatie; woekering (van cellen of weefsel) |
zōshokuro-増殖炉 | kweekreactor |
zōtei-贈呈 | het aanbieden (van een gift, etc.); toekenning |
zōteisuru-贈呈する | aanbieden; toekennen; doneren |
zu-図 | diagram; figuur; illustratie; tekening; kaart; grafiek |
zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zubon-ズボン | (lange) broek; pantalon |
zubonshita-ズボン下 | lang ondergoed; lange onderbroek |
zubunure-ずぶ濡れ | kletsnat [druipnat; doorweekt] zijn |
zuda-頭陀 | (afk. voor) pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode; stoffen boodschappentas |
zudabukuro-頭陀袋 | pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode |
zudai-図題 | het onderwerp van een schilderij [tekening] |
zudori-図取り | een schets; tekening; het schetsen; tekenen |
zue-図絵 | tekening; afbeelding |
zufu-図譜 | geïllustreerd boek [naslagwerk]; prentenboek |
zuga-図画 | tekening; schets |
zugayōshi-図画用紙 | tekenpapier |
zuhō-図法 | tekening; diagram |
zuhyō-図表 | grafiek; diagram; tabel |
zuichō-瑞兆 | een goed voorteken |
zuii-随意 | willekeurig zijn |
zuiikin-随意筋 | willekeurige spier |
zuikan-随感 | incidentele indrukken; willekeurige gedachten |
zuiki-瑞気 | een goed voorteken |
zuimakuen-髄膜炎 | meningitis; hersenvliesontsteking |
zuishitsu-髄質 | pulp (weke massa bij tandheelkunde) |
zuishō-瑞祥 | een goed voorteken |
zuisō-瑞相 | een goed (gunstig) voorteken [omen] |
zuitokuji-随徳寺 | (fonetisch klinkt dit woord als de naam voor een tempel en qua betekenis: de dingen laten zoals ze zijn) vlucht |
zukai-図解 | schema; illustratie; schematische voorstelling; grafiek; diagram |
zukan-図鑑 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek |
zuke-漬け | gepekeld; ingemaakt; geconserveerd |
zukei-図形 | diagram; grafiek; tekening; figuur |
zukezuke-ずけずけ | (onomatopee) openhartig; (onaangenaam) oprecht; onverbloemd; er geen doekjes om winden |
zukin-頭巾 | hoofddeksel; kap; hoofddoek; monnikskap; nonnenkap; keppel |
zukī・zukiri・zukin-ずきっ・ずきり・ずきん | (onomatopee) scherpe [heftige; stekende; kloppende] pijn |
zukku-ズック | doek; canvas |
zukō-図工 | tekenen (als schoolvak) |
zumen-図面 | blauwdruk; cyanotypie; plattegrond; (bouw)tekening |
zunba-ずんば | (achtervoegsel om de betekenis te versterken) als het niet zo is dat...; ware het niet dat... |
zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zurarito-ずらりと | een rij [reeks; serie] |
zuroku-図録 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek [verslag] |
zurōsu-ズロース | (lange) onderbroek |
zuruchin-ズルチン | dulcine (ook bekend als sucrol, een kunstmatige zoetstof veel zoeter dan suiker) |
zurui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
zushi-図示 | het illustreren; grafisch weergeven; diagram [grafiek; tekening; schema] maken |
zushiki-図式 | grafiek |
zushisuru-図示する | illustreren; grafisch weergeven; tonen in een grafiek |