Kruisverwijzing
betekenis
lemma | meaning |
---|---|
aoitori-青い鳥 | ook gebruikt in de betekenis van: geluk (dat men niet bemerkt ook al is het dichtbij) |
ateji-当て字 | het gebruik van karakters naar klank en niet naar betekenis; een fonetisch equivalent van een kanji |
bamu-ばむ | (achtervoegsel achter zelfs.n.w., met de betekenis zoals, lijkend) -ig; -achtig |
bango-蛮語 | (Edo periode) buitenlandse taal (soms ook met afkeurende bijbetekenis) |
bun'i-文意 | de betekenis van een tekst [passage; regel; zin] |
daiichigi-第一義 | eerste [originele] betekenis [principe; overweging]; basisprincipe |
daimonji-大文字 | de kanji 大 (betekenis: groot) |
dōgi-同義 | dezelfde betekenis; synoniem |
dōi-同意 | dezelfde betekenis |
edokko-江戸っ子 | (huidige betekenis) iemand die in Tokio is geboren en opgegroeid |
etoki-絵解き | uitleg van de betekenis van een schilderij |
gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
gengi-原義 | oorspronkelijke betekenis (van een woord) |
gogi-語義 | de betekenis van een woord |
gogimishō-語義未詳 | onbekende betekenis van een woord |
goi-語意 | betekenis van een woord; vocabulaire; woordenschat |
gūi-寓意 | verborgen betekenis |
hamayumi-破魔弓 | (oorspronkelijk) de boog om een hamaya af te schieten (nu met een meer symbolische betekenis) |
hanakotoba-花言葉 | de taal der bloemen; (symbolische) betekenis van bloemen |
hayashi-林 | (fig. in de betekenis van: heel veel) een bos; woud; bundel |
ichionichigisetsu-一音一義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
igi-意義 | betekenis van een woord [frase; zin] |
igi-異義 | een andere betekenis |
imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
imibukai-意味深い | (heel) betekenisvol |
imiron-意味論 | semantiek; betekenisleer |
imishinchō-意味深長 | met diepe [geheime] betekenis |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
jigi-字義 | woordbetekenis |
jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jishaku-字釈 | verklaring [uitleg] van de betekenis van kanji |
jisho-字書 | kanji woordenboek (met schrijfvolgorde, lezing, betekenis, e.d.) |
jisho-辞書 | woordenboek voor kanji [of woorden] met schrijfvolgorde, lezing en betekenis |
jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jōten-上天 | de schepper (in religieuze betekenis); God in de hemel |
kaeri-返り | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
kaeriten-返り点 | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
kakekotoba-掛け詞 | een woordspeling; dubbelzinnigheid; woorden met dezelfde uitspraak maar verschillende betekenissen |
kakkiteki-画期的 | baanbrekend; revolutionair; ongekend; van grote betekenis |
kashi-かし | eindpartikel, benadrukt en versterkt de betekenis |
keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
kogi-古義 | oorspronkelijke [klassieke; oude] betekenis of interpretatie |
koi-古意 | oude (klassieke) betekenis |
kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
kuchiura-口裏 | de ware betekenis van [achter] (iemand's) woorden of gesprek |
kungi-訓義 | lezing en betekenis van een kanji |
mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
mongi-文義 | betekenis van een woord [frase; zin] |
monosuru-物する | (in Klassiek Japans wordt monosuru gebruikt met verschillende betekenissen, zoals o.a.:) zijn; gaan; komen |
muimi-無意味 | zonder betekenis zijn; betekenisloosheid; zinloosheid; onzin |
muji-無字 | in een zen-koan gebruikt (met de betekenis: geen woord) als ontkenning op een vraag |
mune-旨 | betekenis; strekking; bedoeling; instructie; bevel |
n-ん | afkorting van un (tussenwerpsel, met de betekenis: bevestigend) |
naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
naiyōgo-内容語 | (taalkunde) woorden, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, die de semantische betekenis in een zin aanduiden |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
ongi-音義 | de lezing [uitspraak] en betekenis van kanji |
ongisetsu-音義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
onkun-音訓 | lezing en betekenis van een kanji |
osagari-お下がり | (de basis-betekenis is van hoog naar laag) teruggave (m.n. aan de lokale gemeenschap) van offergaven voor de goden |
pure-プレ | pre- (voorvoegsel aan z.n.w, met de toegevoegde betekenis: voor) |
ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
ramusārujōyaku-ラムサール条約 | de Ramsar Conventie; Verdrag [Overeenkomst] van Ramsar (inzake watergebieden van internationale betekenis) |
ran-らん | een hulpwerkwoord, met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
ritarudando-リタルダンド | ritardando (Italiaanse muziekterm met de betekenis: steeds langzamer) |
ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
ruiku-類句 | frasen [uitdrukkingen] met vergelijkbare [synonieme] inhoud [betekenis] |
semantikkusu-セマンティックス | semantiek; betekenisleer |
shihai-紙背 | extra betekenis in tekst die niet expliciet genoemd is |
shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
shui-主意 | belangrijkste betekenis [idee; mening] |
shushi-趣旨 | betekenis; punt; kern |
sodoku-素読 | het hardop lezen van een tekst (zonder na te denken over de betekenis van de woorden) |
suiban-推輓 | aanbeveling, aanprijzing (oorspronkelijke betekenis: een wagen vanaf de achterkant duwen, of vanaf de voorkant trekken) |
sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
tenjiku-天竺 | (gekoppeld aan zelfstandig naamwoord met de betekenis:) ver weg; ingevoerd; geïmporteerd |
toh-取っ | voorvoegsel (afgeleid van 取り), gebruikt om de betekenis van werkwoorden te intensiveren [versterken] |
uchi-打ち | als prefix in combinaties gebruikt om de betekenis te versterken |
yūi-有意 | betekenis hebben; betekenisvol [veelbetekenend; significant] zijn |
zuitokuji-随徳寺 | (fonetisch klinkt dit woord als de naam voor een tempel en qua betekenis: de dingen laten zoals ze zijn) vlucht |
zunba-ずんば | (achtervoegsel om de betekenis te versterken) als het niet zo is dat...; ware het niet dat... |