zorg1 / zorg ( de (m/v) | znw | g.m.v. )
1医療; ヘルス・ケア [medische zorg]
2配慮; 気配; ケア [verzorging; aandacht]
3心配; 懸念 [bezorgdheid]
Kruisverwijzing
zorg
lemma | meaning |
---|---|
afutākea-アフターケア | nazorg |
aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
aibyō-愛猫 | het van katten houden; het liefkozen [liefdevol verzorgen] van katten |
aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
aigosuru-愛護する | beschermen; conserveren; bewaren; goed [vriendelijk] behandelen [verzorgen] |
aiiku-愛育 | liefdevolle opvoeding; het opvoeden met liefde en zorg |
aiken-愛犬 | het zeer goed verzorgen [vertroetelen] van een hond; het dol zijn op honden |
aizōsuru-愛蔵する | zorgvuldig bewaren; als waardevol [geliefd bezit] beschouwen |
akkerakanto-あっけらかんと | zorgeloos; onverschillig; nonchalant; laconiek |
an-案 | bezorgdheid |
anegohada-姐御肌 | zusterlijk zijn; zich (zorgzaam) als een oudere zus gedragen |
anji-案じ | zorgen; bezorgdheid; angst |
anjigao-案じ顔 | een bezorgd gezicht |
anjigoto-案じ事 | dingen waar men zich zorgen om maakt |
anjiru-按じる | angstig [bezorgd] zijn |
anjiru-案じる | zich zorgen maken (over); ongerust [angstig] zijn |
anki-安気 | onbezorgd zijn |
anshinsuru-安心する | zich op zijn gemak [veilig; vredig] voelen; onbezorgd zijn |
anzuru-按ずる | zich zorgen maken; ongerust [angstig] zijn |
anzuru-案ずる | zich zorgen maken; bezorgd [ongerust] zijn |
an'i-安意 | onbezorgdheid |
an'isuru-安意する | onbezorgd zijn |
atsui-厚い | vriendelijk; hartelijk; zorgzaam; meelevend |
ayabumu-危ぶむ | bezorgd zijn om; vrezen voor; twijfelen aan; betwijfelen |
azukeru-預ける | (iem.) vragen iets te doen; aan iemand's zorg toevertrouwen; iets aan iemand overlaten |
bin-便 | post; zending; postbezorging |
bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
buyōjin-不用心 | onveilig [onzorgvuldig; onoplettend] zijn |
chakujitsu-着実 | geleidelijkheid; standvastigheid; betrouwbaarheid; zorgvuldigheid |
chinchō-珍重 | het veel waarde hechten aan; iets koesteren; met zorg bewaren |
chiryō-治療 | medische zorg [behandeling; therapie; kuur]; genezing |
chiryōsuru-治療する | genezen; helen; beter maken; medisch behandelen; medische zorg geven |
chūibukai-注意深い | voorzichtig; zorgvuldig; nauwgezet; attent; waakzaam; alert |
darashinai-だらしない | slordig; onzorgvuldig; onnauwkeurig; onoplettend |
demae-出前 | bezorging aan huis van maaltijden bereid door restaurants, cateraars, e.d. |
demae-出前 | maaltijdbezorgers |
doa・tsū・doa-ドア・ツー・ドア | (bezorging) direct van het ene adres naar het andere adres |
ekidome-駅留め | bezorging [levering] van pakjes [vracht] via afhalen op het station |
enman-円満 | harmonie; vreedzaamheid; tevredenheid; zorgeloosheid |
enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
fuan-不安 | onzekerheid; ongerustheid; bezorgdheid; vrees |
fuchaku-不着 | niet aangekomen [bezorgd; geleverd] zijn |
fushidara-ふしだら | slordig; slonzig; onverzorgd; haveloos |
fushimatsu-不始末 | mislukking; fiasco; wanbeheer; onzorgvuldigheid; nalatigheid; wangedrag |
gensen-厳選 | zorgvuldige selectie |
giku-疑懼 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees |
gokurakutonbo-極楽蜻蛉 | een zorgeloze ziel; flierefluiter; vrolijke frans |
gonedoku-ごね得 | zorgen dat je krijgt wat je wilt (door te klagen of te mopperen); je wil doorzetten [doordrukken] |
gonen-御念 | zorg; aandacht; oplettendheid; overweging |
hairyo-配慮 | overweging; zorg; aandacht; bezorgdheid; toewijding |
haitatsu-配達 | bezorging; levering; bestelling |
haitatsunin-配達人 | besteller; bezorger; koerier; distributeur |
haitatsusuru-配達する | bezorgen; bestellen; leveren |
hayauchi-早打ち | spoedkoerier; een zeer snel postpaard; het snel verzenden [bezorgen] {van een boodschap) |
heichara-へいちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
heikinoheiza-平気の平左 | kalm [rustig; nonchalant; onbezorgd] zijn |
herusu・kea-ヘルス・ケア | gezondheidszorg |
hetchara-へっちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
hikiwatashinedan-引き渡し値段 | leveringsprijs; bezorgkosten |
hikiwatasu-引き渡す | overhandigen; afleveren; bezorgen; overdragen; uitleveren |
hikyaku-飛脚 | boodschapper; bode; koerier; bezorger |
hizamoto-膝元 | onder de zorg [bescherming] van de ouders |
hōhatsu-蓬髪 | onverzorgd [slonzig; ongekamd; warrig] haar |
hoken-保健 | gezondheidszorg (als schoolvak) |
hokenfu-保健婦 | verpleegkundige [verpleegster] (volks)gezondheidszorg |
hokenshi-保健士 | verpleegkundige [verpleger] (volks)gezondheidszorg |
hokenshi-保健師 | verpleegkundige (volks)gezondheidszorg |
hōmu・herupā-ホーム・ヘルパー | hulp in huis; thuishulp; thuiszorg |
i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
ikitodoku-行き届く | attent [oplettend; zorgvuldig; nauwgezet] zijn |
ikuji-育児 | kinderopvoeding; kinderzorg; kinderverzorging |
iryō-医療 | medische zorg [behandeling] |
itami-痛み | (geestelijke) pijn; bezorgdheid; angst; verdriet |
itatsuki-労 | pijn; last; moeite; bezorgdheid; angst |
itawaru-労る | verzorgen; verplegen |
itazuki-労き | pijn; last; moeite; bezorgdheid; angst |
jiai-自愛 | het (goed) voor zichzelf zorgen |
jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
jukuran-熟覧 | zorgvuldige controle [inspectie] |
jukuransuru-熟覧する | zorgvuldig nakijken [controleren; inspecteren] |
jukushi-熟思 | zorgvuldige overweging; weloverwogen gedachte |
jumokui-樹木医 | boomverzorging; boomgeneeskunde |
jumokui-樹木医 | boomverzorger (vroeger aanduiding voor boomchirurgie en boomchirurg, heden voor boomkwakzalverij) |
kahogo-過保護 | overbezorgdheid; overdreven bezorgdheid; te beschermend zijn |
kaigo-介護 | verpleging; zorg; verpleegkundige zorg |
kaigobijinesu-介護ビジネス | verpleegkundig bedrijf; zorgdienst |
kaigohoken-介護保険 | verpleegkosten verzekering; verzekering voor langdurige zorg |
kaigoiryōin-介護医療院 | verpleeghuis; verzorgingshuis |
kaigosābisu-介護サービス | verpleegkundige dienst; verpleegkundige thuiszorg |
kaijosha-介助者 | assistent; verzorg(st)er; helper |
kaijosuru-介助する | helpen; hulp [assistentie; zorg] verlenen |
kaisu-介す | zich zorgen maken (over iets); ergens over in zitten |
kaisuru-介する | zich zorgen maken (over iets); ergens over in zitten |
kakaeru-抱える | iets in je armen houden [dragen]; ergens mee zitten; bezorgd zijn; (een last) op de schouders hebben (fig.) |
kamaite-構い手 | verzorger; weldoener; helper; metgezel |
kanbyō-看病 | verzorging [verpleging; medische behandeling] (van een zieke) |
kangaegoto-考え事 | zorg; iets waarover je inzit [nadenkt] |
kango-監護 | voogdij en zorg [toezicht] |
kango-看護 | verpleging; ziekenverzorging |
kan'yō-涵養 | het cultiveren [kweken; verzorgen] |
kau-飼う | dieren houden [fokken; verzorgen] |
kea-ケア | zorg; hulp |
kea・manējā-ケア・マネージャー | zorgmanager |
kea・puran-ケア・プラン | zorgplan |
kenen-懸念 | angst; zorg; bezorgdheid; vrees |
kenkōhoken-健康保険 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kenkōhokenhō-健康保険法 | zorgverzekeringswet |
kennen-懸念 | bezorgheid |
kenpo-健保 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kigaru-気軽 | luchthartigheid; zorgeloosheid |
kigurō-気苦労 | mentale uitputting (door zorg(en), angst, ongerustheid, etc.) |
kikubari-気配り | aandacht; waakzaamheid; zorg (voor anderen) |
kininaru-気になる | bezorgd zijn over; dwars zitten; hinderen; zich ergeren |
kinisuru-気にする | zich zorgen maken over; ergens om geven; zich bemoeien met |
kiraku-気楽 | relaxed [zorgeloos; luchthartig] zijn |
kitchiri-きっちり | zorgvuldig [precies; nauwkeurig; betrouwbaar] zijn |
kizukai-気遣い | zorg; bedachtzaamheid; attentheid; voorkomendheid |
kizukai-気遣い | angst; vrees; bezorgdheid; nervositeit |
kōkikōreishairyōhoken-後期高齢者医療保険 | zorgverzekering voor bejaarden |
kōko-後顧 | bezorgdheid (voor de toekomst) |
kokorogakari-心がかり | zorg; bezorgdheid; last op je schouders |
kokoroire-心入れ | bedachtzaamheid; behoedzaamheid; bezorgdheid |
kokorokubari-心配り | zorgzaamheid; aandacht [zorg] voor anderen |
kokoromotonai-心許ない | angstig; bezorgd; ongerust; niet op zijn gemak |
kokuminkenkōhoken-国民健康保険 | Nationale Ziektekostenverzekering; Zorgverzekering |
kosui-鼓吹 | aanmoediging; bemoediging; stimulans; pleitbezorging; bevordering |
kosuisha-鼓吹者 | voorstander; pleitbezorger; propagandist |
kotomonage-事も無げ | op achteloze [onzorgvuldige; zorgeloze] wijze |
kuru-来る | bezorgd worden (post, etc.) |
kuttaku-屈託 | zorg; bezorgdheid |
kuyokuyo-くよくよ | (onomatopee) zich druk makend; bezorgd; piekerend (over) |
kyūmuin-厩務員 | paardenknecht; verzorger van paarden (m.n. racepaarden); stalknecht |
maewatashi-前渡し | vooruitbetaling; vooruit bezorging [overhandiging] van goederen [bestelling] |
meiwakusuru-迷惑する | geërgerd [bezorgd] zijn |
mendō-面倒 | zorg; verzorging; aandacht |
mendōmi-面倒見 | zorgzaam; vriendelijk |
mimai-見舞い | het iemand beterschap [sterkte] wensen; het uiten van bezorgdheid [medeleven] (per kaart, brief, pakje, etc.) |
mimau-見舞う | het iemand beterschap [sterkte] wensen; het uiten van bezorgdheid [medeleven] (per kaart, brief, pakje, etc.) |
mochikomu-持ち込む | brengen; (af)leveren; bezorgen |
momizumu-モミズム | buitensporige aandacht van een overbezorgde of aanhankelijke moeders voor haar kind |
monoanji-物案じ | angst; bezorgdheid |
monomochi-物持ち | zorgvuldig omgaan met dingen |
mosatto-もさっと | onverzorgd; slordig; ongemanierd |
muzōsa-無造作 | achteloosheid; zorgeloosheid |
nagarebotoke-流れ仏 | verdronken lijk dat in de zee drijft (vissers behandelen dit met grote zorg als een teken voor een grote vangst) |
naraseru-生らせる | vrucht laten dragen; ervoor zorgen dat er veel vruchten komen (aan een boom) |
nāshingu・hōmu-ナーシング・ホーム | (Eng.: nursing home) verpleeghuis; verzorgingshuis |
nashonaru・torasuto-ナショナル・トラスト | (National Trust for Places of Historic Interest or Natural Beauty) Britse organisatie voor monumentenzorg en landschapsbeheer |
nodoka-長閑 | rustig; gerust; onbezorgd; onbekommerd |
nonbiri-のんびり | op zijn gemak; ontspannen; rustig; relaxed; zorgeloos |
nonki-呑気 | zorgeloosheid; nonchalance; onbezorgdheid |
nōtenki-脳天気 | geheel zonder zorgen; onbezorgdheid; lichtzinnigheid |
nukeru-抜ける | onzorgvuldig te zijn; niet oplettend te zijn; domme dingen doen |
omoiyari-思い遣り | attentheid; voorkomendheid; zorgzaamheid |
orosoka-疎か | nonchalance; slordigheid; onzorgvuldigheid |
otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
otchokochoi-おっちょこちょい | achteloos; onachtzaam; onzorgvuldig; suf; onnozel |
otchokochoi-おっちょこちょい | een achteloos [onachtzaam; onzorgvuldig; suf; onnozel] persoon |
pedikyua-ペディキュア | pedicure (voetverzorging) |
puraimarī・kea-プライマリー・ケア | eerstelijnsgezondheidszorg |
raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
rajiotaisō-ラジオ体操 | radio-gymnastiek (in Japan vanaf 1928 verzorgd door de NHK omroeporganisatie) |
rakujin-楽人 | een zorgeloos persoon; iemand die een zorgeloos leventje leidt |
rakutenka-楽天家 | een optimist; een relaxed [zorgeloos] persoon |
rakutenteki-楽天的 | optimistisch; zorgeloos; vrolijk |
rōbashin-老婆心 | sterke [overdreven] bezorgdheid; grote aandacht voor iemands welzijn] |
rōjinfukushihō-老人福祉法 | de welzijnswet voor ouderen; de wet ouderenzorg |
ryōshinteki-良心的 | zorgvuldig; nauwgezet |
saichi-細緻 | aandacht voor detail; zorgvuldigheid; precisie |
sairyō-宰領 | het organiseren [verzorgen; begeleiden] van groepsreizen; reisleider; gids |
sateraito・sutajio-サテライト・スタジオ | een andere locatie dan de studio van waaruit men normaal de uitzendingen (voor radio of tv) verzorgt. |
seidoku-精読 | het zorgvuldig (door)lezen |
seisatsu-精察 | grondig [zorgvuldig] onderzoek |
seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
seisei-精製 | zorgvuldige [nauwkeurige] fabricage [vervaardiging] |
senkō-繊巧 | zorgvuldig vakmanschap |
serufukea-セルフケア | zelfzorg; voor je eigen gezondheid [geluk] zorgen |
sewa-世話 | hulp; zorg (voor) |
sewanyōbō-世話女房 | een goede [zorgzame; toegewijde] echtgenote |
sewasuru-世話する | helpen; zorgen voor |
sewayaki-世話焼き | zorgzaam persoon; bemoeial |
shakaijigyō-社会事業 | sociale voorzieningen; maatschappelijk werk; welzijnszorg |
shidokenai-しどけない | slordig; slonzig; onverzorgd |
shiikuin-飼育員 | dierenverzorger (m.n. in een dierentuin) |
shikarashimeru-然らしめる | ervoor zorgen dat iets lukt [gebeurt]; iets laten gebeuren; te danken zijn aan |
shinbun'ya-新聞屋 | uitgeverij van kranten; krantenzaak (voor verkoop en bezorging aan huis) |
shinpai-心配 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees |
shinpaisuru-心配する | zich zorgen maken; ongerust zijn |
shōgaishakea-障害者ケア | gehandicaptenzorg |
shūbi-愁眉 | bezorgde blik; gefronste wenkbrauwen |
shūhai-集配 | het ophalen en afleveren [bezorgen] (van iets) |
shūmatsuiryō-終末医療 | (med.) terminale zorg |
shūmatsukiiryō-終末期医療 | terminale (medische) zorg |
shūshoku-愁色 | bezorgde [angstige; sombere] blik; somberheid |
sokunō-即納 | een snelle [stipte] betaling of bezorging |
somatsu-粗末 | slordigheid; onzorgvuldigheid |
sorō-疎漏 | nalatigheid; onzorgvuldigheid; roekeloosheid |
sukarupu・kea-スカルプ・ケア | hoofdhuidverzorging |
sukima-隙間 | onvoorbereidheid; onzorgvuldigheid |
taikan-大患 | grote zorgen [angst]; kommer en kwel |
taikomochi-太鼓持ち | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten en geisha tijdens een feest; stemmingmaker; animator |
taikyō-胎教 | prenatale zorg; zwangerschapstraining |
tajōtakon-多情多恨 | veel verdriet [zorgen] en teleurstellingen |
takuhai-宅配 | thuisbezorging |
takuhaibin-宅配便 | koeriersdienst; (snelle) levering aan huis; thuisbezorging |
tāminaru・kea-ターミナル・ケア | terminale zorg |
teate-手当て | medische behandeling; medische zorg [hulp] |
tebanare-手離れ | (van een kind) het niet meer constante zorg van de moeder nodig hebben |
tehai-手配 | voorbereiding(en); voorzorg; maatregel |
teinei-丁寧 | zorgvuldigheid |
teire-手入れ | zorg; verzorging; reparatie; (iets) in goede conditie brengen [houden] |
teishōsha-提唱者 | voorstander; pleitbezorger |
teshio-手塩 | liefdevolle zorg (voor een kind) |
tewatashi-手渡し | persoonlijke bezorging [aflevering] |
todokemono-届け物 | bezorging; (post)bestelling; levering |
tokkuri-とっくり | (onomatopee) zorgvuldig; grondig |
tonchaku-頓着 | zorg; bezorgdheid; ongerustheid |
tonchakusuru-頓着する | bezorgd zijn (over); aandacht hebben (voor); attent zijn |
tonjaku-頓着 | zorg; bezorgdheid; ongerustheid |
torikoshigurō-取り越し苦労 | overbezorgdheid; teveel [onnodig] gepieker over de toekomst |
torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
tsuchikau-培う | kweken; opvoeden; verplegen; verzorgen |
tsukaeru-支える | een drukkend gevoel op de borst hebben, zich bedrukt voelen (door verdriet of zorgen) |
tsukurou-繕う | (uiterlijk, haar, kleding etc.) verzorgen ; netjes maken |
ukauka-うかうか | (onomatopee) onzorgvuldig; nonchalant |
ukewatashi-受け渡し | bezorging; bestelling; transactie; overmaking; betaling |
uree-憂え | angst; bezorgdheid; ongerustheid |
ureeru-憂える | vrezen; zich zorgen maken; angst hebben |
urei-憂い | angst; bezorgdheid; ongerustheid |
wabiru-侘びる | eenzaam [angstig; bezorgd; triest; depressief; pessimistisch; teleurgesteld; in de war] zijn |
watashi-渡し | bezorging; aflevering; overhandiging |
wazurai-患い | bezorgdheid; ongerustheid; spanning |
yakimoki-やきもき | (onomatopee) angstig; ongeduldig; bezorgd |
yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
yasui-安い | frivool; zorgeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
yasuragu-安らぐ | gemoedsrust hebben; zich op zijn gemak voelen; gerust [zonder zorgen] zijn |
yasuraka-安らか | onbezorgd; gerust; zonder zorgen |
yobōsen-予防線 | voorzorgsmaatregelen |
yōgo-養護 | bescherming; verpleging; verzorging |
yōi-用意 | voorbereiding; voorzorg; (in) gereedheid (brengen) |
yōikuhi-養育費 | de kosten van de zorg voor [opvoeding van] kinderen |
yōjin-用心 | voorzichtigheid; zorgvuldigheid; voorzorg |
yokosu-寄越す | verzenden; doorsturen; bezorgen; overhandigen |
yoku-良く | goed; grondig; precies; zorgvuldig |
yokusuru-善くする | goed doen; vaak doen; kunnen doen; goed zorgen voor |
yōnisuru-ようにする | proberen; het zo doen; ervoor zorgen dat |
yūbin-郵便 | postbezorging; postbedrijf |
yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbezorging; postbestelling |
yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbode; postbezorger |
yūbinhaitatsunin-郵便配達人 | postbezorger; postbode |
yudan-油断 | onoplettendheid; onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn (etymologie: het licht gaat uit door het niet op tijd bijvullen van de lampolie) |
yudantaiteki-油断大敵 | de grootste vijand is onoplettendheid [onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn] |
yūkan-憂患 | angst; bezorgdheid; ongerustheid |
yukitodoku-行き届く | attent [oplettend; zorgvuldig; nauwgezet] zijn |
yuna-湯女 | een vrouw die vroeger voor badgasten zorgde in een onsen (warmwaterbron) |
yurugase-忽せ | onachtzaam [onzorgvuldig] zijn |
yūryo-憂慮 | angst; bezorgdheid; zorg; vrees |