Kruisverwijzing
zon
lemma | meaning |
---|---|
aburaderi-油照り | drukkend [zwoel; benauwd] zomerweer (zonder een zuchtje wind) |
aete-敢えて | niet nodig; niet in het bijzonder |
aichō-愛鳥 | liefde voor vogels; het beschermen van (wilde) vogels; het houden van [dol zijn op; interesse hebben in] vogels (in het bijzonder wilde vogels) |
aijitsu-愛日 | winter(dag)licht; winterzon |
aikidō-合気道 | aikido (Japanse geweldloze zelfverdedigingsvorm, vechtsport zonder competitie of extreme geweldpleging) |
aishēdo-アイシェード | oogscherm; zonneklep |
akarui-明るい | helder; licht; zonnig |
akasu-証す | nachtbraken; de nacht doorbrengen zonder te slapen [rusten] |
akatsuki-暁 | dageraad; zonsopkomst |
akegata-明け方 | (bij) dageraad; ochtendgloren; zonsopgang |
akibiyori-秋日和 | een zonnige [heldere] herfstdag |
akimekura-明き盲 | iemand die ziet zonder te begrijpen |
akkō-悪口 | één van de 10 slechte daden [zonden], nl. het kwaadspreken |
akkō-悪行 | slechte daad; zonde |
akku-悪口 | (boeddh.) één van de 10 slechte daden [zonden], nl. het kwaadspreken |
akudamaka-悪玉化 | iem. anders als zondebok aanwijzen (van waar je zelf schuldig aan bent) |
akugō-悪業 | (boeddh.) slechte daden; slecht gedrag; zonde |
akugyō-悪業 | slechte daden; slecht gedrag; zonde |
akugyō-悪行 | slechte daad; zonde |
amai-甘い | ongezouten; (bijna) zonder zout |
amaishiruwosū-甘い汁を吸う | geld verdienen zonder te werken; zijn zakken vullen |
amasutokoronaku-余すところなく | alles; geheel (zonder iets over te laten) |
anorakku-アノラック | anorak, winddicht jack met capuchon (zonder voorsluiting) |
anshachizu-暗射地図 | een blanko kaart (zonder plaatsnamen zoals wordt gebruikt op scholen) |
anshō-暗証 | (Boeddh.) zich wijden aan alleen maar ascetische oefeningen en meditatie (zonder de theorie en dogma) |
anten-暗転 | een verduistering op het toneel bij een scène- [decor] wisseling zonder het doek neer te laten |
anzenchitai-安全地帯 | veiligheidszone |
anzenken-安全圏 | veiligheidszone; buffer zone; veilig gebied |
an'i-安易 | het zonder problemen zijn; eenvoud |
aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
arabakoso-あらばこそ | zonder enige (vorm van) |
araizarai-洗い浚い | alles; geheel en al (zonder uitzondering) |
ariake-有り明け | dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
asadora-朝ドラ | Japans televisieserie (drama) uitgezonden in ochtend |
asaguroi-浅黒い | donker(gekleurd); donkere huidkleur; gebruind (door de zon) |
asahi-朝日 | ochtendzon; opkomende zon |
ashinuki-足抜き | het weglopen zonder de schuld te betalen |
atekoto-当て言 | iets op een genuanceerde manier zeggen (zonder kwade bedoelingen) |
ateru-当てる | (iets) blootstellen aan (zon, regen, wind, e.d.) |
a・kapera-ア・カペラ | a capella (zingen zonder instrumentale begeleiding) |
bachiatari-罰当たり | zondig [vervloekt; ondankbaar] zijn |
bachiatari-罰当たり | zondaar; ellendeling; schurk |
baison-バイソン | bizon; wisent |
baiyaku-売薬 | een medicijnen zonder recept; een vrij verkrijgbaar medicijn |
bakuro-暴露 | blootstelling (aan zonlicht, e.d.) |
bangai-番外 | een extra [buitengewone] editie, voorstelling, maat, etc.]; een uitzonderlijk [ongewoon] iets |
banshokudaijin-伴食大臣 | titulair minister; minister zonder invloed |
banshokusaishō-伴食宰相 | titulair minister; minister zonder invloed |
baramaku-散蒔く | verspreiden; rondstrooien; onbezonnen [roekeloos] geld uitgeven |
baraniku-肋肉 | ribstuk zonder bot (m.n. van varkens- of rundvlees); uitgebeend ribstuk |
baren-馬楝 | baren, een Japans gereedschap dat wordt gebruikt bij het afdrukken van een houtsnede op papier zonder pers |
barubizonha-バルビゾン派 | Barbizonschool (schilderkunst) |
barukarōra-バルカローラ | barcarolle; gondellied (lied gezongen door Venetiaanse gondeliers) |
barukarōru-バルカロール | barcarolle; gondellied (lied gezongen door Venetiaanse gondeliers) |
bashauma-馬車馬 | (fig.) oogkleppen op hebben; iets onverstoorbaar doen zonder afgeleid te worden door bijzaken |
besshite-別して | in het bijzonder; vooral; bovenal |
betsubin-別便 | separate post; post onder afzonderlijke omslag |
betsudan-別段 | speciaal [bijzonder; uitzonderlijk] zijn |
betsumono-別物 | bijzonder iets; iets anders |
betsumono-別物 | uitzondering |
betsuni-別に | (niet) bepaald; iets [niets] bijzonders |
betsunō-別納 | een afzonderlijke [aparte] betaling |
biyōshi-美容師 | kapper; schoonheidsspecialist (zonder scheervergunning) |
bo-暮 | (in kanji combinaties) zonsondergang; schemering; avond; einde |
bōbiki-棒引き | de horizontale streep van lange klinkers in katakana |
bōgen-妄言 | onbezonnen [gedachteloze] opmerking [woorden] |
bōkaru-ボーカル | vocaal; gezongen (muziek) |
bonresu・hamu-ボンレス・ハム | stuk ham zonder bot |
bon・sansu-ボン・サンス | gezond verstand |
bōsen-傍線 | onderstreping (in horizontale tekst); verticale streep (naast verticale tekst) |
bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
bōsō-暴走 | het rijden zonder bestuurder (b.v. door handrem vergeten) |
bōsō-暴走 | het iets doen zonder aandacht voor de omgeving; iets doen zonder rekening te houden met de gevolgen |
buin-無音 | een lange stilte; lang zonder contact (b.v. briefwisseling, e.d.); het niets van zich laten horen gedurende een lange periode |
buraindo-ブラインド | zonnescherm; jaloezie |
bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
buri-振り | (gasten) die zonder reservering in een restaurant, hotel, etc. komen |
byōteki-病的 | pathologisch; ziekelijk; morbide; ongezond |
chigainai-違いない | zeker; zonder twijfel |
chiheisen-地平線 | horizon (vanaf het land); skyline |
chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
chinbun-珍聞 | uitzonderlijk [vreemd; merkwaardig] verhaal [nieuws] |
chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
chinchō-珍重 | (zen-boeddhisme) afscheidswoord gebruikt door monniken, zoals: tot ziens, welterusten, blijf gezond en wel, e.d |
chinjū-珍獣 | een bijzonder [vreemd; zeldzaam] dier |
chinko-沈痼 | langdurige ziekte [kwaal; aandoening] zonder genezing |
chinōhan-知能犯 | misdrijven met gebruik van informatie (zonder geweld); criminaliteit met intellectueel eigendom; witteboordencriminaliteit |
chinpei-鎮兵 | soldaten die worden uitgezonden om lokale conflicten te bestrijden |
chitai-地帯 | gebied; streek; zone; regio |
chokkō-直航 | directe vlucht; directe bootverbinding (zonder tussenstop) |
chokuhitsu-直筆 | de zaken beschrijven zoals die feitelijk zijn (zonder uitweidingen) |
chokushanikkō-直射日光 | direct zonlicht [zonnestralen] |
chokutō-直刀 | recht zwaard (zonder kromming in het lemmet [in de kling]) |
chototsu-猪突 | roekeloosheid; overmoedigheid; onbezonnenheid; onbesuisdheid |
chōyō-朝陽 | morgenzon; morgenstond; zonsopgang |
daburyū・eichi・ō-ダブリュー・エイチ・オー | Wereldgezondheidsorganisatie |
daijōbu-大丈夫 | veilig [gezond; ongedeerd] zijn |
daino-大の | bijzonder [zeer; extreem; ongewoon] zijn |
dainotsuki-大の月 | een lange maand (die 31 dagen telt volgens de zonnekalender, en 30 volgens de maankalender) |
daisen-台船 | een bakvormig vaartuig (zonder motor) gebruikt voor het vervoeren van grond, zand, zware voorwerpen, kranen, etc. |
daitanfuteki-大胆不敵 | zonder vrees zijn; onverschrokkenheid |
dappan-脱藩 | het verlaten van een clan door een samoerai (die daarna een rōnin (samoerai zonder heer) werd) |
dasshu-ダッシュ | verbindingsstreepje; horizontaal streepje |
deddo・zōn-デッド・ゾーン | dode zone (gebied in zee waar het water weinig of geen zuurstof bevat) |
deddo・zōn-デッド・ゾーン | The Dead Zone, roman van Stephen King |
deharau-出払う | verlaten [zonder mensen] zijn; niemand thuis zijn |
dekiai-出来合い | het samenwonen (zonder getrouwd te zijn) |
demakase-出任せ | gedachteloze opmerking; het iets zeggen zonder nadenken |
desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
detēru-デテール | detail; bijzonderheid |
dinkusu-ディンクス | (double income, no kids) tweeverdieners zonder kinderen |
dīpu・supēsu-ディープ・スペース | de verre ruimte (buiten ons zonnestelsel) |
ditēru-ディテール | detail; bijzonderheid |
dōdōshita-堂堂した | openlijk; schaamteloos; zonder gêne; brutaal |
dokkyo-独居 | een leven in afzondering [eenzaamheid] |
dokkyosuru-独居する | alleen [in afzondering] leven |
dokutoku-独特 | eigenaardigheid; bijzonderheid; uniekheid |
donichi-土日 | zaterdag en zondag; het weekend |
dontaku-ドンタク | (Ned.: zondag) zondag; vrije dag |
dorai・karē-ドライ・カレー | droge curry (een gerecht van gebakken vlees en groenten met kerrie, zonder toevoeging van water) |
doroppuin-ドロップイン | bezoek zonder reservering of afspraak |
dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
eiketsu-英傑 | geweldig persoon; bijzonder mens; genie; held |
ekisentorikku-エキセントリック | excentriek; buitensporig; zonderling |
ekisentorikku-エキセントリック | een zonderling; excentriek persoon |
emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emono-得物 | bijzondere techniek [kundigheid; vaardigheid] |
enbu-演武 | demonstratie [beoefening] van vechtkunsten [krijgskunsten, e.d.] (vaak zonder wedstrijdelement) |
enkatsu-円滑 | glad; soepel; zonder belemmering; vlot |
enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
entenka-炎天下 | onder de brandende zon; in de zinderende hitte |
fudetate-筆立て | houder [glas; beker] om schrijfpenseel rechtop te zetten (zonder reiniging, voor hergebruik later) |
fūgawari-風変わり | excentriciteit; zonderling [buitenissig] gedrag |
fugen-不言 | zonder woorden; zonder te spreken |
fugenfugo-不言不語 | stilte; stilzwijgen; zonder iets te zeggen |
fukenkō-不健康 | slechte gezondheid |
fukenzen-不健全 | ongezond [niet gezond] zijn |
fukinshin-不謹慎 | indiscretie; onvoorzichtigheid; onbescheidenheid; onbezonnenheid |
fukuen-復円 | het weer zichtbaar worden van zon (of maan) na een eclips [verduistering] |
fukumenpatokā-覆面パトカー | politieauto zonder politie kenmerken; ongemarkeerde personenwagen gebruikt als politieauto |
fukuzatsukei-複雑系 | een complex systeem (d.w.z. dat de eigenschappen van het geheel niet zijn af te leiden uit de eigenschappen van de samenstellende delen afzonderlijk) |
fukyofukusei-不許複製 | geen recht te kopiëren zonder schriftelijke toestemming |
furafura-ふらふら | zonder na te denken; ongemerkt; onbewust |
furatto-フラット | plat; vlak; horizontaal; effen; eentonig; leeg (van band); plat, zonder koolzuur [zonder prik] (van drank) |
furea-フレア | zonneflits; zonnevlam |
furikaekyūjitsu-振替休日 | een vervangende vrije dag (op maandag als er op de zondag ervoor een nationale feestdag valt) |
furī・ējento-フリー・エージェント | (Eng.: free agent) iemand die onafhankelijk [zonder verplichtingen] is; een sporter die niet contractueel gebonden is |
furī・kuraibingu-フリー・クライミング | (Eng. free climbing) vrij klimmen (zonder hulpmiddelen in bergsport) |
furī・kuraimingu-フリー・クライミング | het vrij klimmen (zonder hulpmiddelen) |
furyūmonji-不立文字 | (Zen boeddhisme) spirituele bewustwording (overgebracht van hart naar hart, zonder woorden of letters) |
fuseishutsu-不世出 | zeldzaamheid; bijzonderheid |
fusessei-不摂生 | verwaarlozing van de gezondheid; ongezond leven |
futeishūso-不定愁訴 | psychosomatische symptomen; fysieke klachten (zonder aanwijsbare medisch-wetenschappelijke diagnose) |
fuwaraidō-付和雷同 | (iemand) blindelings volgen (zonder zelf na te denken); afgaan op het oordeel van een ander |
fuyajō-不夜城 | de naam van een stad in (wat nu nu de provincie Shandong is) in China (tijdens de Han dynastie, waarvan werd gezegd dat de zon ook 's nachts scheen) |
fuyubi-冬日 | de winterzon; het [zwakke] zonlicht in de winter |
gamushara-がむしゃら | roekeloosheid; onbezonnenheid |
garasuki-がら空き | onbeschermd [zonder verdediging] zijn |
gareki-瓦礫 | iets zonder waarde |
genki-元気 | gezondheid; energie; kracht; vitaliteit |
genzai-原罪 | erfzonde |
geshi-夏至 | één van de 24 seizoenen van de oude maankalender, wanneer de zon staat op 90 graden (geografische) lengte; tegenwoordig is dat 22 juni; zonnewende |
gisei-犠牲 | offer; slachtoffer; zondebok |
gisshiri-ぎっしり | dichtbij; nauw; hecht; zonder tussenruimte |
goaku-五悪 | de vijf hoofdzonden van het boeddhisme (doodslag, diefstal, overspel, liegen, teveel drinken) |
gokudō-極道 | slechtheid; verdorvenheid; zondigheid; kwade levensweg; het slechte pad |
gotsugōshugi-御都合主義 | opportunisme (handelen naar omstandigheden, voor persoonlijk voordeel en zonder principes) |
guai-具合 | gezondheid; conditie |
gurīnberuto-グリーンベルト | groene zone; groenstrook |
gurisēdo-グリセード | glijden langs een berghelling met klimschoenen (zonder ski's) |
gurosu-グロス | (golf) score zonder handicap-aftrek |
gyōten-暁天 | dageraad; ochtendgloren; de hemel bij zonsopgang (wanneer de sterren vervagen) |
hadaare-肌荒れ | droge ruwe [schilferige] huid; geïrriteerde huid; slechte [ongezonde] huid |
hādotoppu-ハードトップ | auto met metalen dak zonder raamstijlen |
hāfu・mirā-ハーフ・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
hahanohi-母の日 | Moederdag (2de zondag in mei) |
haigaku-廃学 | studiebeëindiging zonder einddiploma; voortijdig stoppen met school of studie |
haiji-廃寺 | vervallen [bouwvallige] tempel (zonder inwonende monniken) |
haika-廃家 | verlaten huis; huis zonder bewoners (en in verval) |
haika-廃家 | uitgestorven familie; familie zonder nakomelingen |
haita-排他 | uitsluiting; uitzondering |
haitōochi-配当落ち | (notering) ex dividend (zonder bijrekening van de waarde) |
hajishirazu-恥知らず | schaamteloosheid; zonder schaamte zijn; geen schaamte kennen |
hakaku-破格 | uitzondering |
hakubun-白文 | brontekst zonder leestekens (zoals in klassiek Latijn en Chinees) |
hakubun-白文 | Chinese tekst zonder annotaties |
hakuchizu-白地図 | een blanco kaart [basiskaart] (een kaart die alleen de omtrek van landen, eilanden, etc. weergeeft, zonder plaatsnamen, e.d.) |
hakumen-白面 | onopgemaakt gezicht; gezicht zonder make-up |
hakuro-白露 | de 15de zonnetermijn (van de 24) in de Oost-Aziatische kalender |
hanahazukashii-花恥ずかしい | uitzonderlijk mooi (lett. zo mooi dat bloemen erdoor in verlegenheid gebracht worden) |
hanashi-話 | ijdel gepraat; woorden zonder daden; loze woorden; leugen |
hangeshō-半夏生 | de elfde dag na de zonnewende |
haragei-腹芸 | (op het toneel) emoties kunnen uitdrukken zonder woorden of gebaren |
hare-晴れ | opklaring(en); helder [zonnig; mooi] zijn (van de lucht, het weer, e.d.) |
haresugata-晴れ姿 | het verschijnen tijdens een bijzondere [formele] gelegenheid |
hariā-ハリアー | Harrier gevechtsvliegtuig (dat zowel horizontaal als verticaal kan opstijgen) |
hasen-破船 | schipbreuk; een gezonken schip; scheepswrak |
hateshinai-果てしない | zonder einde; eindeloos |
hatsuhi-初日 | nieuwjaarsochtend; de eerste zonsopgang van het jaar |
hatsuhinode-初日の出 | de eerste zonsopgang van het jaar; zonsopgang op nieuwjaarsdag |
heijitsu-平日 | (boeddh.) dagelijks leven zonder wisselvalligheden |
heki-僻 | afgelegen; afgezonderd |
henjin-変人 | excentriekeling; zonderling; vreemd persoon |
heriomētā-ヘリオメーター | heliometer; zonnemeter |
heriosu-ヘリオス | Helios (zonnegod uit de Griekse mythologie) |
heriosukōpu-ヘリオスコープ | helioscoop; zonnekijker |
herumetto-ヘルメット | helm; valhelm; tropenhelm; zonnehoed |
herushī-ヘルシー | gezond |
herusu-ヘルス | gezondheid |
herusu・fūdo-ヘルス・フード | natuurvoeding; gezonde voeding |
herusu・kea-ヘルス・ケア | gezondheidszorg |
hi-日 | zon; zonlicht; zonneschijn |
hiashi-日脚 | de beweging van de zon (van oost naar west) |
hiashi-日脚 | overdag (periode tussen zonsopgang en zonsondergang) |
hiatari-日当たり | blootstelling aan de zon; plek in de zon |
hidamari-日溜まり | een zonnige plek |
hidokei-日時計 | zonnewijzer |
higure-日暮れ | zonsondergang; schemering; het vallen van de avond |
higuruma-日車 | zonnebloem (Helianthus annuus) |
hikōkinshikūiki-飛行禁止空域 | no-fly zone; vliegverbod in bepaald gebied |
himachi-日待ち | (lett.: het wachten op de zon) een bijeenkomst waarbij mensen samen bidden en wachten op de opkomst van de zon (Shinto) |
himawari-向日葵 | zonnebloem (Helianthus annuus) |
himawariyu-ヒマワリ油 | zonnebloemolie |
hinata-日向 | zonneschijn; zonrnige plek |
hinode-日の出 | zonsopkomst; zonsopgang |
hinoiri-日の入り | zonsondergang |
hinokuruma-火の車 | (Boeddhisme) vuurwagen die de zielen van de zondaren naar de hel brengt |
hinoshi-火熨斗 | (klassiek) strijkijzer (zonder elektra) |
hintārando-ヒンターランド | achterland; hinterland (gebied dat deel uitmaakt van de economische zone van een stad) |
hioi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hiooi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hippubōn-ヒップボーン | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
hippu・hangā-ヒップ・ハンガー | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
hiraya-平屋 | woonhuis zonder bovenetages; huis van één verdieping; bungalow |
hiruma-昼間 | overdag (van zonsopgang tot zonsondergang) |
hitoomoini-一思いに | resoluut; spontaan; zonder er al te veel over na te denken |
hitoriaruki-独り歩き | het alleen kunnen lopen (zonder hulp van anderen) |
hitorizumō-一人相撲 | (zinloos) gevecht zonder tegenstander; gevecht tegen windmolens |
hitoshio-一入 | nog meer; des te meer; in het bijzonder; vooral |
hitsu-櫃 | grote kist; bak met deksel (vaak zonder scharnierverbindingen) |
hiyakasu-冷やかす | winkelen zonder iets te kopen; kijken maar niet kopen |
hiyake-日焼け | zonnebrand |
hiyakedome -日焼け止め | zonnebrandmiddel |
hiyoke-日除け | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
hizashi-日差し | zonlicht; zonnestralen |
hizashi-陽射し | zonlicht; zonnestralen |
hoihoi-ほいほい | gemakkelijk; zonder enige moeite; volgzaam |
hoken-保健 | hygiëne; bevordering [behoud] van gezondheid |
hoken-保健 | gezondheidszorg (als schoolvak) |
hokenfu-保健婦 | verpleegkundige [verpleegster] (volks)gezondheidszorg |
hokenjo-保健所 | gezondheidscentrum; consultatiebureau |
hokenshi-保健士 | verpleegkundige [verpleger] (volks)gezondheidszorg |
hokenshi-保健師 | verpleegkundige (volks)gezondheidszorg |
hōkeru-呆ける | verstrooid [afgeleid; in gedachten verzonken] zijn |
hōkōonchi-方向音痴 | geen richtingsgevoel hebben; iem. zonder richtingsgevoel |
hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
honenashi-骨無し | slapheid; zonder ruggengraat (fig.); een slap iemand; iem. zonder ruggengraat |
honkyū-本給 | basissalaris (zonder toeslagen, e.d.) |
horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
hotei-布袋 | Hotei, god van overvloed en goede gezondheid (afgebeeld met dikke buik en zak op zijn rug), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
hottate-掘っ立て | een paal [pilaar] direct in de grond [aarde] plaatsen (zonder frame of standaard) |
i-異 | ongewoonheid; vreemdheid; zonderling [afwijkend] zijn |
ichibandori-一番鶏 | het eerste kraaien van de haan (bij zonsopgang) |
ichibushijū-一部始終 | het hele verhaal, van begin tot eind; alle details [bijzonderheden] |
ichigaini-一概に | onvoorwaardelijk; zonder voorbehoud; zonder uitzondering |
ichimonnashi-一文無し | blut; platzak; bankroet; berooid; arm; zonder geld |
ierō・zōn-イエロー・ゾーン | zonemet verkeersverbod, aangegeven met een gele streep |
iisuteru-言い捨てる | bij het weggaan nog (over je schouder) iets zeggen; een laatste opmerking maken (zonder op antwoord te wachten) |
ijin-異人 | buitengewoon iemand; bijzonder persoon |
ijin-異人 | een asceet met bijzondere krachten |
ikichigai-行き違い | het elkaar voorbij lopen [passeren] (zonder ontmoeting; contact) |
ikisatsu-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
ikisatsu-経緯 | verticaal en horizontaal; lengtegraad en breedtegraad; schering en inslag |
ikkikasei-一気呵成 | iets in een keer afmaken; iets afmaken zonder pauze te houden |
ikkini-一気に | in één adem; aan één stuk door; zonder te stoppen |
ikkyo-一挙 | vlucht zonder tussenlanding |
ikokujin-異国人 | exentriekeling; zonderling |
ingai-員外 | niet-leden; iemand zonder lidmaatschap |
insei-隠棲 | een teruggetrokken leven; een leven in afzondering |
in'itsu-隠逸 | afzondering; kluizenaarschap |
ippitsu-一筆 | het schrijven van een kanji zonder opnieuw de schrijfpenseel in inkt te dopen |
ippitsugaki-一筆書 | kalligrafie (werkstuk) in één keer, zonder het penseel opnieuw in de inkt te dopen |
ippitsusho-一筆書 | kalligrafie (werkstuk) in één keer, zonder het penseel opnieuw in de inkt te dopen |
ippu-一夫 | een man (in het bijzonder een soldaat) |
irei-異例 | uitzondering; uniek geval |
iriai-入相 | zonsondergang |
irihi-入り日 | de ondergaande zon |
iromegane-色眼鏡 | gekleurde bril; zonnebril |
irori-囲炉裏 | verzonken haard; stookplaats (vierkant en centraal in de leefruimte) |
iru-入る | zinken; naar beneden gaan [zakken]; ondergaan (van de zon) |
isao-勲 | (bijzondere) prestatie; verdienstelijke daad |
isōrō-居候 | iemand die parasiteert (zonder te betalen kost en inwoning geniet); uitvreter; parasiet |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
isū-異数 | bijzondere gunst; speciale behandeling |
isū-異数 | uitzondering; buitengewoon geval |
itsuzai-逸材 | een opmerkelijk talent; een uitzonderlijk getalenteerd persoon |
izen-依然 | voortzetting zonder verandering |
jigao-地顔 | gezicht zonder make-up |
jikantai-時間帯 | tijdzone; tijdsperiode; tijdslot |
jikkei-実刑 | gevangenisstraf zonder uitstel uitgevoerd; onvoorwaardelijke gevangenisstraf |
jikkeihanketsu-実刑判決 | gevangenisstraf zonder uitstel uitgevoerd; onvoorwaardelijke gevangenisstraf |
jikkyōkenbun-実況見分 | politieonderzoek op de plaats van een misdrijf met instemming van de betrokkenen (zonder een gerechtelijke of wettige machtiging) |
jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
jippahitokarage-十把一絡げ | zonder onderscheid; ongenuanceerd; lukraak |
jirijiri-じりじり | verschroeiende [verzengende] hitte van de zon |
jitsugetsu-日月 | de zon en de maan |
jiyūhōnin-自由放任 | laisser faire (economische beleidsprincipe zonder overheidsinterventie) |
jiyūhōnin-自由放任 | anderen (b.v. kinderen) vrij hun gang laten gaan zonder ingrijpen; de dingen op zijn beloop laten |
jiyūhōninshugi-自由放任主義 | het laisser faire principe (ook economische term voor vrijheid van productie en (handels)verkeer zonder overheidsbemoeienis) |
jiyūkyōsō-自由競争 | (economie) vrije mededinging; vrije concurrentie (zonder inmenging of regulering door de staat) |
jiyūshi-自由詩 | vrije verzen (poëziestijl zonder vormbeperking) |
jōbu-丈夫 | kracht; stevigheid; fitheid; gezondheid |
jogai-除外 | uitzondering; uitsluiting |
jōshiki-常識 | (gezond) verstand; slimheid; pienterheid |
jōshūhan-常習犯 | recidive; herhaling van strafbare feiten; het opnieuw vervallen in dezelfde zonde [fouten] |
junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
jūōmujin-縦横無尽 | zonder remmingen; onbelemmerd [onbeperkt] zijn; naar hartenlust |
jushofutei-住所不定 | zonder vaste woon- of verblijfplaats; zonder vast adres |
ka-日 | zon |
kagurauta-神楽歌 | kagura-lied (lied gezongen bij de ceremoniële dans in het Shinto ritueel |
kakko-各個 | ieder [elk] afzonderlijk |
kakoi-囲い | insluiting; afzondering |
kakudan-格段 | bijzonder; opmerkelijk; opvallend; compleet anders |
kanbandaore-看板倒れ | schijngoed; oppervlakkig; iets dat minder goed is dan verwacht; iets dat mooi is aan de buitenkant maar zonder inhoud |
kangaekomu-考え込む | in gedachte verzonken zijn; piekeren; peinzen; tobben; diep nadenken (over) |
kanja-冠者 | (hist.) een persoon van de zesde rang, zonder enige officiële positie |
kanshōchitai-緩衝地帯 | bufferzone |
kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
kanten-干天 | droog weer; droogte (lange droge periode zonder regen) |
kantsōne-カンツォーネ | canzone (muziekterm) |
kanzume-缶詰め | (in) afzondering; afgescheiden [afgesloten; apart] gehouden zijn [worden] |
karakami-唐紙 | kleurbenaming in de weefkunst, bij de schering en inslag (horizontaal geel, verticaal wit) |
karanenbutsu-空念仏 | (alleen voor de vorm) een boeddhistisch gebed opzeggen zonder oprecht gevoel |
karappo-空っぽ | zonder inhoud; leegte |
karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
karate-空手 | (met) lege handen; zonder iets in handen (te hebben) |
kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
kasanebashi-重ね箸 | eetstokjes waarmee men één gerecht achterelkaar opeet zonder af te wisselen met andere gerechten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
kasha-仮借 | een fonetisch leenteken (gebruikt om een ander woord te maken, zonder rekening te houden met het semantische aspect ervan) |
kashitsuchishi-過失致死 | doodslag; moord zonder voorbedachten rade; dood door schuld |
kashitsuchishizai-過失致死罪 | doodslag; moord zonder voorbedachten rade; dood door schuld |
kashō-寡少 | een klein beetje; bijzonder kleine hoeveelheid |
katatsu-下達 | (het doorgeven van instructies) van superieuren naar ondergeschikten (top-down beleidsstructuur, zonder inspraak) |
kawarimono-変わり者 | zonderling; excentriek persoon |
kazehikaru-風光る | de wind waait op een zonnige lentedag |
keibiin-警備員 | wacht; bewaker (zonder politietaken zoals arrestaties, e.d.) |
keii-経緯 | schering en inslag; horizontaal en verticaal |
keii-経緯 | details; bijzonderheden; omstandigheden |
keikyomōdō-軽挙妄動 | overhaaste [onbesuisde; onbezonnen] actie |
keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
kekkin-欠勤 | verzuim (van werk); absentie; afwezigheid (zonder toestemming) |
kengai-遣外 | uitgezonden worden naar het buitenland |
kengo-堅固 | gezond [sterk] zijn |
kenji-健児 | sterke, gezonde jongeman |
kenjōsha-健常者 | een gezonde persoon; iemand die gezond van lijf en leden is |
kenkō-健康 | gezondheid; fitheid; in goede conditie zijn |
kenkōjōtai-健康状態 | lichamelijke conditie; staat van gezondheid; gezondheidstoestand |
kenkōshokuhin-健康食品 | natuurvoeding; gezonde voeding |
kenkōteki-健康的 | gezond |
kenkyaku-健脚 | sterke [goede; gezonde] loper [wandelaar] |
kenshō-健勝 | goede gezondheid |
kenzai-健在 | in goede gezondheid [conditie]; (nog steeds) krachtig [sterk; actief] |
kenzen-健全 | gezondheid |
ken'i-健胃 | een sterke[gezonde] maag |
kera-螻蛄 | blut [platzak; zonder geld; bankroet] zijn |
ketahazure-桁外れ | uitzonderlijk; buitengewoon |
kimekomu-決め込む | veronderstellen; zonder meer aannemen; overtuigd zijn van; voorbarige conclusies trekken |
kinkanshoku-金環食 | jaarlijkse zonsverduistering |
kinkokei-禁固刑 | gevangenisstraf (zonder gedwongen arbeid) |
kinpa-金波 | oplichtende [schitterende] golven (door weerspiegeling van zon of maan) |
kirigotatsu-切り炬燵 | een stoof [brander] die in de vloer is verzonken |
kisai-奇才 | een genie; uitzonderlijk talent |
kisai-奇祭 | festival met bijzondere [unieke] onderdelen [gebruiken; rituelen] |
kisai-鬼才 | genie; uitzonderlijk talent; bijzonder begaafd iemand |
kisei-希世 | zeldzaamheid; bijzonderheid |
kisōtengai-奇想天外 | fantastisch [bizar; ongelooflijk; uitzonderlijk] zijn; niet van deze wereld zijn |
kitai-希代 | zeldzaamheid; bijzonderheid |
kitsunenoyomeiri-狐の嫁入り | regenbui terwijl de zon schijnt |
kobetsu-個別 | afzonderlijk; stuk voor stuk; van geval tot geval; een voor een |
kodoku-孤独 | eenzelvig mens; iemand die zijn eigen weg gaat [zich afzondert] |
kōhaichi-後背地 | achterland; hinterland (gebied dat deel uitmaakt van de economische zone van een stad) |
koharu-小春 | warme nazomer; warme [zonnige] dag in (het begin van de) winter |
kokeshi-こけし | kokeshi-pop (traditionele houten pop zonder ledematen) |
koko-個個 | individueel, afzonderlijk, één voor één; stuk voor stuk |
kōkon-黄昏 | schemering; zonsondergang |
kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
komon・sensu-コモン・センス | gezond verstand |
komorebi-木漏れ日 | zonlicht dat door de bomen schijnt [gluurt] |
komoru-籠る | zichzelf opsluiten [afzonderen]; binnen blijven |
koritsugo-孤立語 | isolerende taal (zonder verbuigingen, vervoegingen of gebonden morfemen) |
koritsumuen-孤立無援 | alleen; geïsoleerd; totaal zonder steun van anderen |
korona-コロナ | (astronomie) zonnecorona (buitenste atmosfeer van de zon) |
kōrōshō-厚労相 | Minister van Gezondheid, Arbeid en Welzijn (in Japan) |
kōrudo・pāma-コールド・パーマ | (kapsel) koude permanent (techniek met lotion zonder verhitting) |
kōseirōdōshō-厚生労働省 | Ministerie van Volksgezondheid, Arbeid en Welzijn |
koshigatana-腰刀 | een kort zwaard (zonder stootplaat) gedragen op de heup |
kōsuiiki-降水域 | neerslaggebied; neerslagzone |
kotoni-殊に | vooral; in het bijzonder; boven alles |
kotonohoka-殊の外 | extreem; uiterst; buitengewoon; ongewoon; uitzonderlijk |
kōyahijiri-高野聖 | monnik die vanuit de berg Koya wordt uitgezonden om de leer te verspreiden en donaties te verzamelen |
kozotte-挙って | zonder uitzondering; allen tezamen; iedereen |
kuchibashiru-口走る | achteloos [onopzettelijk; zonder er bij na te denken] iets zeggen; eruit flappen |
kuchimakase-口任せ | het iets zeggen zonder erbij na te denken; iets eruit flappen |
kūhatsu-空発 | explosie zonder het beoogde effect; het voortijdig afgaan van een wapen |
kuiki-区域 | zone; streek; (begrensd) gebied |
kuinige-食い逃げ | (in een restaurant) het niet betalen van je consumpties (eten en drinken); weglopen zonder de rekening te betalen |
kuinigesuru-食い逃げする | (in een restaurant) je consumpties (eten en drinken) niet betalen; weglopen zonder de rekening te betalen |
kuraidaore-位倒れ | de situatie waarin iem. wel een hoge positie bezit, maar zonder de daarbij behorende inkomsten |
kure-暮れ | zonsondergang; schemering; het vallen van de avond |
kuregata-暮れ方 | (bij) het vallen van de avond; zonsondergang |
kuregure-暮れ暮れ | (bij) zonsondergang; het vallen van de avond |
kurenazumu-暮れ泥む | langzaam donker worden; langzaam ondergaan van de zon |
kurenokoru-暮れ残る | lang licht blijven na zonsondergang [terwijl de avond valt] |
kureru-暮れる | donker worden; ondergaan van de zon |
kuronbō-黒ん坊 | iemand met een donkere huid; neger; iemand die bruinverbrand is (door de zon) |
kūsai-空際 | horizon (het punt waar hemel en aarde elkaar raken) |
kusuburu-燻る | zich afzonderen; teruggetrokken leven |
kuwazugirai-食わず嫌い | iets niet lusten zonder het ooit geproefd te hebben; een instinctieve afkeer [vooroordeel] hebben; niet bereid zijn iets (eerst) te proberen |
kyakumachi-客待ち | (eufemisme) in de tippelzone, het wachten op klanten |
kyasshuresu-キャッシュレス | zonder contant geld; niet betalen met contant geld (dus betalen met creditkaart of betaalkaart) |
kyōju-享受 | het genieten van; hebben; bezitten (b.v. gezondheid, vrijheid) |
kyokujitsu-旭日 | rijzende [opkomende] zon (ook fig.); ochtendzon |
kyozen-居然 | stil [rustig; vredig] zijn; zonder te bewegen; zonder iets te doen |
kyozetsuhannō-拒絶反応 | het direct verwerpen [afwijzen] van iets (zonder een duidelijke reden) |
kyūaku-旧悪 | (Edo-periode) misdaad [misdrijf] waarop verjaring geldt (met uitzondering van moord e.d.) |
mabisashi-目庇 | zonneklep; klep van een pet |
majikku・mirā-マジック・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
majimaji-まじまじ | (onomatopee) starend; (met de ogen); zonder te knipperen |
mame-忠実 | gezond [fit] zijn |
manman'ichi-万万一 | onwaarschijnlijke gebeurtenis; uitzonderlijk geval; noodgeval |
maruanki-丸暗記 | het domweg [zonder nadenken] uit het hoofd leren; (tekst) in je hoofd stampen |
maruarai-丸洗い | het wassen van een kimono in zijn geheel (zonder eerst uit elkaar te halen) |
marubōzu-丸坊主 | een kale berg (zonder begroeiing) |
marunomi-丸呑み | iets heel doorslikken (zonder te kauwen) |
marunomi-丸呑み | iets (voor waar) aannemen zonder het te begrijpen |
maruzome-丸染め | een complete kimono verven (zonder hem eerst uit elkaar te halen) |
masse-末世 | een gedegenereerde wereld; tijdperk zonder moraal |
matsubabotan-松葉牡丹 | mosroos; zonroos; portulakroosje (Portulaca grandiflora) |
mayoibashi-迷い箸 | eetstokjes die men besluiteloos van gerecht naar gerecht beweegt zonder iets te nemen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
mazaringu・sandē-マザリング・サンデー | (Eng.: mothering sunday) Moeders Zondag (van oorsprong Christelijke feestdag op de vierde zondag van de vastentijd) |
meihaku-明白 | (over)duidelijk; onmiskenbaar; zonneklaar; klinkklaar; onomstotelijk; ondubbelzinnig; onweerlegbaar |
meika-名歌 | een bijzonder mooi [goed] gedicht [vers; lied] |
meikashū-名歌集 | een bijzonder goede dichtbundel |
meikyōshisui-明鏡止水 | serene [vredige] gemoedsgesteldheid (zonder slechte gedachten) |
meimei-銘銘 | elk; ieder; iedereen; elk afzonderlijk |
meimeinouchi-冥冥の裡 | onbewust; onopzettelijk; onverwacht; zonder erbij na te denken |
mekakushi-目隠し | zonnescherm |
mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
mettana-滅多な | onbezonnen; onbesuisd; roekeloos |
mi-身 | hoofdonderdeel (bv. vlees zonder de botten, vat zonder de deksel) |
migawari-身代わり | zondebok; offer |
migoroshi-見殺し | het iemand aan zijn lot overlaten; iemand laten sterven zonder te helpen |
mizou-未曾有 | ongekend [ongehoord; uniek; zonder weerga] zijn; iets dat nooit eerder voorgekomen is |
mizuarai-水洗い | het wassen in water (zonder zeep) |
mizuaraisuru-水洗いする | wassen in water (zonder zeep) |
mizubari-水張り | natte stof [papier] uitspreiden zodat het zonder kreukels opdroogt |
mizugare-水涸れ | het opdrogen van rivierbeddingen, vijvers, etc. door de zon |
mochiaji-持ち味 | karakteristieke [natuurlijke; bijzondere] smaak |
mochigusare-持ち腐れ | afval; bezit [voorwerp] zonder waarde |
mōdō-妄動 | onbezonnen [roekeloze] daad |
mōgen-妄言 | onbezonnen [gedachteloze] opmerking [woorden] |
mojūru-モジュール | module (deel van een ruimtevaartuig of machine dat afzonderlijk kan functioneren) |
mokkotsuhō-没骨法 | (Chinese) schildertechniek zonder omtreklijnen [contouren] (of door inkleuring de omtreklijn laten verdwijnen) |
mokudoku-黙読 | het stillezen (het lezen van een tekst zonder deze uit te spreken) |
mokuhi-黙秘 | zwijgen tijdens ondervraging; zonder onthulling [openbaring] (van de feiten) |
mokuhi-黙秘 | zonder bekentenis (van schuld) |
mokumokuto-黙黙と | stilzwijgend; zwijgzaam; geruisloos; zonder iets te zeggen |
mokusō-黙想 | meditatie; concentratie; in gedachten verzonken; mijmering in stilte |
mōshin-盲進 | roekeloosheid; onbesuisdheid; onbezonnenheid |
mottainai-勿体ない | verspillend; verkwistend; zonde (van geld of tijd) |
mubyōsokusai-無病息災 | in goede gezondheid; volkomen gezond zijn |
mudameshi-無駄飯 | een lui leventje; leven zonder te werken |
mudan-無断 | zonder waarschuwing; zonder (voor)aankondiging; onaangekondigd |
mudan-無断 | zonder toestemming |
muen-無塩 | zoutvrij; zoutloos; zonder zout |
muen-無縁 | geen [zonder] relatie; geen [zonder] verbindenis; niet verwant; onverschillig; ongeïnteresseerd |
muen-無縁 | zonder familie; zonder nabestaanden |
muenbochi-無縁墓地 | een begraafplaats voor mensen zonder nabestaanden |
muenboka-無縁墓 | een algemeen graf; een graf voor mensen zonder nabestaanden |
muenbotoke-無縁仏 | iemand die is overleden zonder nabestaanden |
muenshi-無縁死 | een eenzame dood (zonder nabestaanden) |
mugei-無芸 | zonder (verworven) talent [begaafdheid] |
mugon-無言 | (afk. van mugonnogyō) religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
mugonnogyō-無言の行 | religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
muhai-無配 | zonder dividend |
muhaikabu-無配株 | aandeel zonder dividenduitkering |
muhaitō-無配当 | zonder dividend uitkering [betaling] |
muhōchitai-無法地帯 | wetteloos [rechtenloos] gebied, wetteloze zone |
mui-無位 | (persoon) zonder enige rang [stand; positie] |
muichimon-無一文 | blut; platzak; bankroet; berooid; arm; zonder geld |
muichimotsu-無一物 | arm; zonder (enige) bezittingen |
muimi-無意味 | zonder betekenis zijn; betekenisloosheid; zinloosheid; onzin |
muimukan-無位無官 | (persoon) zonder enige rang of titel; gewone burger; de gewoneman |
mujirushi-無印 | merkloos [zonder label] zijn |
mujū-無住 | boeddhistische tempel zonder priester |
muka-無価 | zonder waarde; gratis |
mukan-無冠 | zonder rang; zonder kroon; zonder overwinningen |
mukangae-無考え | ondoordachtheid; achteloosheid; onbezonnenheid; roekeloosheid |
mukashitsusekinin-無過失責任 | aansprakelijkheid zonder schuld [zonder nalatigheid] |
muketsu-無欠 | zonder gebreken |
muketsu-無血 | bloedeloos; zonder bloedvergieten |
mukokuseki-無国籍 | stateloos (zonder nationaliteit) |
mukōmizu-向こう見ず | onbezonnen; halsoverkop; roekeloos; overhaast |
mukyū-無給 | onbetaald zijn; zonder salaris; niet gesalarieerd |
mumei-無名 | naamloos; zonder naam; niet ondertekend |
mumei-無名 | zonder reden; niet te rechvaardigen; onverdedigbaar |
mumenkyo-無免許 | zonder vergunning; zonder bewijs |
mumoji-無文字 | schriftloos; zonder schrift |
munashii-空しい | zonder begeerte [verlangens] |
munōyaku-無農薬 | pesticidenvrij; (landbouw) zonder bestrijdingsmiddelen |
murasaki-紫 | de plant Lithospermum erythrorhizon, paars parelzaad |
musabetsu-無差別 | zonder onderscheid; gelijkwaardigheid; onpartijdigheid |
musabetsukyū-無差別級 | open gewichtsklasse (inofficiële gewichtsklasse in vechtsporten, zonder gewichtslimiet) |
musaku-無策 | zonder plan [maatregelen; middelen] |
musan-無産 | zonder bezit [eigendommen; vermogen] |
museigen-無制限 | zonder limiet [restrictie; beperking] |
museki-無籍 | zonder vaste woon- of verblijfsplaats; niet in een familieregister opgenomen zijn |
musen-無銭 | zonder geld; geen geld hebben; geen geld nodig hebben |
musen'inshoku-無銭飲食 | weggaan (na eten en drinken) zonder te betalen (horeca) |
mushashugyō-武者修行 | naar andere delen van het land reizen om bijzondere vaardigheden te leren (b.v. in de muziek of de krijgskunst) |
mushin-無心 | onschuld; zonder kwade bedoelingen |
mushiryoku-無資力 | gebrek aan kapitaal [vermogen]; zonder geld [vermogen] |
mushō-無償 | gratis zijn; zonder vergoeding [compensatie; betaling] |
mushoku-無職 | werkeloos [zonder werk] zijn; geen baan [beroep] hebben |
mushoku-無職 | zonder vaste aanstelling af en toe werken |
mushumi-無趣味 | saai [vulgair; oninteressant; zonder hobby] zijn |
musō-無双 | ongeëvenaard [weergaloos; zonder weerga] zijn |
mūtairiku-ムー大陸 | het continent Mu, dat volgens een hypothese duizenden jaren geleden gezonken zou zijn in de Stille Oceaan) |
mutanpo-無担保 | zonder onderpand; ongedekt (lening) |
mute-無手 | zonder talent [vaardigheden] |
mutekatsuryū-無手勝流 | winnen zonder te vechten (door strategie) |
muyami-無闇 | gedachteloos; zonder na te denken; roekeloos |
muzamuza-むざむざ | gemakkelijk; zomaar; zonder weerwerk |
nagauta-長唄 | nagauta, een (lange) ballade gezongen met begeleiding van een shamisen (Japans snaarinstrument) |
naide-ないで | (ontkenning -nai + de) zonder te... |
naien-内縁 | (huwelijk zonder wettelijke registratie) de facto huwelijk; gewoonterecht huwelijk |
naiken-内見 | interne bezichtiging (zonder openbaarmaking); voorvertoning |
naikū-内宮 | de binnenste schrijn van het Ise Jingu heiligdom (Mie-prefectuur), gewijd aan Amaterasu-ōmikami (godin van de zon) |
naimu-内務 | binnenlandse (staats)zaken m.b.t. politie, publieke werken, algemene volksgezondheid (inclusief afvalverwerking en riolering) en lokaal bestuur |
nakademo-中でも | vooral; in het bijzonder; met name; onder andere |
nakuhanai-なくはない | (uitdrukking met een dubbele ontkenning) het is niet zo dat het er (helemaal) niet is; niet zonder zijn; wel zo moeten zijn; er zijn veel |
nanamenarazu-斜めならず | buitengewoon; uitzonderlijk; uitermate |
nanbyō-難病 | ziekten die door het Japanse Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn zijn aangeduid als zeldzame en hardnekkige ziekten |
nandemokademo-何でも彼でも | alles (zonder enig onderscheid); alles (wat dan ook) |
nandemokandemo-何でもかんでも | alles (zonder onderscheid) |
naniganashi-何がなし | vaag; zonder duidelijke oorzaak [reden] |
nanikanashi-何彼無し | vaag; zonder duidelijke oorzaak [reden]; op de één of andere manier |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
nasanunaka-生さぬ仲 | ouder-kind relatie zonder biologische verwantschap |
nasha-無者 | iemand die niets heeft; iemand zonder talent of bezit |
nenashigusa-根無し草 | zwerver; iemand zonder vaste verblijfplaats |
nessa-熱砂 (熱沙) | gloeiend heet zand (zand dat heet is geworden door de brandende zon) |
netchūshō-熱中症 | zonnesteek; hyperthermie; hitteberoerte |
nettai-熱帯 | de tropen; de tropische zone |
nichibotsu-日没 | zonsondergang |
nichibotsugo-日没後 | na zonsondergang |
nichibotsuzen-日没前 | voor zonsondergang |
nichirinsō-日輪草 | zonnebloem (Helianthus annuus) |
nichiyō-日曜 | zondag |
nichiyōbi-日曜日 | zondag |
nichiyōgakkō-日曜学校 | zondagsschool |
nichiyōshinbun-日曜新聞 | zondagskrant |
nigiribasami-握り鋏 | een U-vormige schaar (zonder vingergaten); wordt meestal gebruikt bij naaiwerk |
nikkō-日光 | zonneschijn; zonlicht; zonnestraal |
nikkōyoku-日光浴 | zonnebad; het zonnebaden |
nikkōyokushitsu-日光浴室 | solarium; zonnebank (kamer) |
nishibi-西日 | namiddagzon; ondergaande zon (in het westen) |
nissha-日射 | zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
nissha-日車 | zon; zonlicht |
nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
nissharyō-日射量 | hoeveelheid zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
nisshoku-日食 | zonsverduistering |
nō-ノー | (ontkenning) niet; geen; zonder |
nobezao-延べ竿 | eenvoudige (bamboe) hengel met vastgemaakte lijn (zonder molen) |
noborizaka-上り坂 | opwaartse [oplopende] helling; bergopwaarts; groeiend; herstellend (economie); verbetering (weer, gezondheid) |
noboru-昇る | opkomen van de zon [maan] |
nōgaki-能書き | advertentie [aanprijzing] van een medicijn (te verkrijgen zonder doktersrecept) |
nokorazu-残らず | alles; volledig; helemaal; compleet; totaal; zonder uitzondering |
nonsutoppu-ノンストップ | non-stop; doorgaand; zonder tussenstops |
nonsutoppu-ノンストップ | doorgaande trein; vlucht zonder tussenlandingen |
nopperi-のっぺり | vlak; glad; zonder oneffenheden |
nopperi-のっぺり | zonder variatie; uitdrukkingsloos |
nōtenki-脳天気 | geheel zonder zorgen; onbezorgdheid; lichtzinnigheid |
nozokeba-除けば | afgezien van; behalve; met uitzondering van |
nozoku-除く | uitzonderen; uitsluiten; weglaten; overslaan; (fig.) aan de kant zetten |
nuki-緯 | horizontale lijn |
obibangumi-帯番組 | radio- of tv-programma dat op meerdere dagen per week op hetzelfde tijdstip wordt uitgezonden |
oboezu-覚えず | onbewust; onwillekeurig; spontaan; instinctief; zonder (erbij) na te denken |
ōdarī・māketingu-オーダリー・マーケティング | het op ordelijke wijze exporteren van goederen zonder de markt van het andere land te verstoren |
ōdō-横道 | kwaad; kwaadaardigheid; zonde; verdorvenheid |
oiwakebushi-追分節 | een oud volksliedje (dat werd gezongen door ruiters, oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake, in de Nagano Prefectuur, in de Edo periode) |
okera-螻蛄 | blut [platzak; zonder geld; bankroet] zijn |
omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
onagadori-尾長鳥 | kippenras met een uitzonderlijk lange staart (uit Kōchi, Shikoku) |
ōpun・kōsu-オープン・コース | (sport) een parcours zonder afzonderlijke banen |
ōrubakku-オールバック | (helemaal) naar achteren gekamd haar (zonder scheiding) |
otazunegaki-御尋書 | (schriftelijke) kennisgeving (m.b.t. de verdachte van een criminele zaak, bijzonderheden daaromtrent e.d.) |
ozon-オゾン | ozon |
ozonsō-オゾン層 | ozonlaag |
ozon・hōru-オゾン・ホール | ozongat; gat in de ozonlaag |
parasoru-パラソル | parasol; zonnescherm |
porutamento-ポルタメント | portamento (een muziekterm die aangeeft dat een toon zonder onderbreking moet overlopen in een andere toon) |
puraimarī・kea-プライマリー・ケア | eerstelijnsgezondheidszorg |
purēn-プレーン | eenvoudig; gewoon; zonder toevoegingen; puur; niet versierd |
purominensu-プロミネンス | (astronomie) protuberans; zonnevlam |
puruōbā-プルオーバー | trui (zonder knopen of rits, die over het hoofd aangetrokken wordt) |
rabu・gēmu-ラブ・ゲーム | (Eng.: love game) game gewonnen zonder dat de tegenstander scoort (tennis, badminton) |
raidō-雷同 | volgzaamheid (zonder zelf na te denken blind navolgen wat anderen doen) |
raidōsuru-雷同する | napraten; (blind) navolgen (zonder nadenken) |
raigō-来迎 | aanschouwing van een zonsopgang op een bergtop (wordt vergeleken met Amitabha Boeddha die op bezoek komt met een aureool) |
rakujitsu-落日 | zonsondergang; de ondergaande zon |
rakuyō-落陽 | de ondergaande zon; zonsondergang |
ransha-乱射 | wilde schietpartij (zonder aanleiding en gerichtheid) |
reigai-例外 | uitzondering |
reihai-零敗 | (sport) verliezen zonder te scoren |
reisen-冷戦 | de Koude Oorlog; een koude oorlog (oorlog zonder wapengeweld) |
reito・shō-レイト・ショー | (Eng.: late show) televisie (praat)programma op de late avond uitgezonden |
rekisū-暦数 | omlooptijd van een planeet om de zon of maan (als basis voor een kalender) |
resse・fēru-レッセ・フェール | het laisser faire principe (ook economische term voor vrijheid van productie en (handels)verkeer zonder overheidsbemoeienis) |
resu-レス | (van Engels achtervoegsel) zonder; -loos |
rikaku-離隔 | isolement; (af)scheiding; afzondering |
rodon-魯鈍 | dwaasheid; domheid; stommiteit; onbezonnenheid |
rōdōshō-労働省 | Ministerie van Arbeid (nu Ministerie van Volksgezondheid, Arbeid en Welzijn) |
rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
rōn-ローン | (gras)gazon |
rōnin-浪人 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
rōnin-浪人 | een werkloze; iemand zonder baan |
rōnin-浪人 | (in de oudheid) wereldreiziger; iemand die rondreiste zonder een direct einddoel |
rōshi-浪士 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
rūbā-ルーバー | zonwering; jaloezie |
ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
ryōshiki-良識 | gezond verstand |
ryōsho-猟書 | het zoeken naar boeken van uitzonderlijke waarde en beperkte oplage |
ryōyū-両雄 | twee bijzondere personen; twee helden [grootheden; meesters] |
ryūgen-流言 | (ongegrond) gerucht; verzonnen bericht [verhaal]; verzinsel; kletspraatje |
sabō-茶房 | theehuis; café (zonder alcoholvergunning) |
saburiminarukōkoku-サブリミナル広告 | subliminale reclame (zonder dat de consument zich ervan bewust is) |
sadaka-定か | zeker(heid); zonder twijfel |
sakku・doresu-サック・ドレス | zak jurk (een rechte jurk zonder taillelijn) |
sakoku-鎖国 | afsluiting van het land (duidt op de periode dat Japan zich had afgesloten van de rest van de wereld, met uitzondering van Nederland en China) |
sanbīmu-サンビーム | zonnestraal |
sandē-サンデー | zondag |
sangai-三界 | (boeddh.) de drie werelden van transmigratie (de wereld van wezens met begeerten, van wezens met vorm en van wezens zonder vorm) |
sangurasu-サングラス | zonnebril |
sanitarī-サニタリー | sanitair; de gezondheid betreffende; hygiënisch |
sanoiru-サンオイル | zonnebrandolie |
sanrūfu-サンルーフ | plat dak (om te zonnen) |
sansetto-サンセット | zonsondergang |
santan-サンタン | zonnebrand; bruine kleur door de zon |
san・baizā-サン・バイザー | zonneklep (in auto); zonneklep (met band om het hoofd, b.v. tijdens het sporten) |
san・dekki-サン・デッキ | bovendek; zonnedek (van een schip) |
san・shēdo-サン・シェード | zonnescherm |
sashitaru-然したる | bijzonder; bepaald; specifiek; aanzienlijk |
sasu-差す | schijnen (zon, licht); zichtbaar zijn |
sasupuro-サスプロ | programma zonder reclame (op commerciële radio- of televisiezender) |
sasutēningu・puroguramu-サステーニング・プログラム | programma zonder reclame (op commerciële radio- of televisiezender) |
sayamaki-鞘巻 | een kort zwaard zonder rand (zoals door samurai naast hun lange zwaard werd gedragen) |
sēfutī・zōn-セーフティー・ゾーン | veiligheidszone |
segurigēshon-セグリゲーション | afzondering; afscheiding; segregatie |
seibi-盛美 | uitzonderlijke schoonheid |
seiei-清栄 | (uw) gezondheid en welvaart [voorspoed] |
seiitaishōgun-征夷大将軍 | generaal die in de Heian-periode naar het noordelijke territorium uitgezonden werd om tegen niet-Japanse volken te strijden |
seiji-正字 | voorgeschreven [oorspronkelijke] )kanji (zonder vereenvoudiging) |
seikōudoku-晴耕雨読 | op het land werken als de zon schijnt en thuis een boek lezen als het regent (verwijst naar het stille [geïsoleerde] leven op het platteland) |
seimei-清明 | één van de 24 perioden van de zonnekalender (ca. 5 april) |
seishineiseigaku-精神衛生学 | geestelijke gezondheidsleer |
seishin'eisei-精神衛生 | geestelijke [psychische] gezondheid |
seishō-清祥 | tekst in een brief om de andere persoon te feliciteren met zijn [haar] gezond en gelukkig leven |
seishoku-生色 | gezonde [levendige] gelaatskleur |
seiu-晴雨 | goed of slecht weer; zon of regen |
sekaihokenkikan-世界保健機関 | WHO, Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization) |
sekiaku-積悪 | opeenstapeling van zonden [slechte daden} (in de loop der jaren begaan) |
senmu-専務 | een bijzondere taak; een speciale opdracht |
separēto・kōsu-セパレート・コース | (sport) een parcours met afzonderlijke banen |
separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
serifugeki-台詞劇 | voorstelling [toneelstuk] met alleen gesproken tekst (zonder muziek, dans, etc.) |
serufukea-セルフケア | zelfzorg; voor je eigen gezondheid [geluk] zorgen |
sessei-摂生 | gezond leven |
sha-捨 | (boeddh.) spirituele kalmte [rust], zonder te worden beïnvloed door lijden of vreugde |
shēdo-シェード | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
shiba-芝 | gras (voor gazon) |
shibafu-芝生 | gazon; grasveld |
shibakari-芝刈り | het maaien van een gazon; grasmaaien |
shibakusa-芝草 | gras (voor gazon) |
shihasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
shikan-止観 | (Tendai boeddhisme) meditatie waarbij de geest zich concentreert op een enkel object, zonder afleidende gedachten |
shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
shindansho-診断書 | gezondheidsverklaring; doktersverklaring; medische verklaring |
shinizokonai-死に損ない | zelfmoordpoging (zonder succes) |
shinnyū-侵入 | betreding zonder toestemming (van prive terrein, of verboden terrein); wederrechtelijke betreding |
shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
shinsō-深窓 | een afgezonderd [stil] plekje in huis |
shinuchū-深宇宙 | de verre ruimte (buiten ons zonnestelsel) |
shirigaru-尻軽 | losbandigheid; onbezonnenheid |
shirozumi-白炭 | witte steenkool (gefabriceerd door het drogen van gehakt hout boven een vuur, zonder carboniseren) |
shisai-子細 | detail(s); bijzonderheden |
shiwasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
shōgaisupōtsu-生涯スポーツ | levenslang sporten; sport die je altijd kan doen (ongeacht leeftijd) voor de gezondheid en recreatie |
shōki-正気 | geestelijke gezondheid; gezond verstand |
shōman-小満 | (één van de 24 zonnetermen van de maankalender) de 8ste term (rond 21 mei van de zonnekalender) |
shōsai-詳細 | details; bijzonderheden |
shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
shu-殊 | (in kanji combinaties) buitengewoon; bijzonder; exceptioneel; prijzenswaardig |
shugū-殊遇 | speciale behandeling; bijzondere gunst |
shūkyōhōjin-宗教法人 | religieuze organisatie [onderneming] (zonder winstbejag) |
shungyō-春暁 | dageraad [zonsopgang; ochtendgloren] in de lente |
shutchōin-出張員 | uitgezonden functionaris, agent (namens een bedrijf) |
sō-壮 | de leeftijd vol kracht, energie en gezondheid; iemand van ca. 30 jaar; iemand in de bloei van zijn leven |
sodenashi-袖無し | mouwloos; zonder mouwen; mouwloze kleding |
sodoku-素読 | het hardop lezen van een tekst (zonder na te denken over de betekenis van de woorden) |
sōken-壮健 | goede gezondheid |
sōrā・hausu-ソーラー・ハウス | zonnehuis (woning verwarmd door zonne-energie) |
sōrā・mirā-ソーラー・ミラー | zonnespiegel; helioscoop |
sōrā・paneru-ソーラー・パネル | zonnepaneel |
sōrā・shisutemu-ソーラー・システム | het zonnestelsel |
sōrā・shisutemu-ソーラー・システム | zonne-energiesysteem |
soreha-其れは | heel erg; heel veel; buitengewoon; bijzonder |
soreiyu-ソレイユ | zon |
soreiyu-ソレイユ | zonnebloem |
soriddo・gitā-ソリッド・ギター | gitaar zonder klankkast en met een elektromagnetisch opneemsysteem) |
sōsharu・hakkingu-ソーシャル・ハッキング | sociaal hacken; het op grote schaal beïnvloeden van het gedrag en standpunten van mensen (zonder dat ze het door hebben) (Engels: social hacking) |
sotsū-疎通 | doorgang zonder hinder [belemmering] |
sozeitokubetsusochihō-租税特別措置法 | de wet inzake bijzondere belastingmaatregelen |
sugao-素顔 | onopgemaakt gezicht; gezicht zonder make-up |
sugao-素顔 | echt gezicht (zonder modificatie zoals met fotoshoppen e.d.) |
suihei-水平 | horizontaliteit; horizontale stand |
suiheibungyō-水平分業 | horizontale arbeidsverdeling [werkverdeling; specialisatie] |
suiheidō-水平動 | horizontale beweging |
suiheisen-水平線 | horizon (vanaf het water) |
suiheisen-水平線 | horizontale lijn |
sukairain-スカイライン | (Eng.: skyline) horizon; silhouet [contouren] van bergen of gebouwen in de lucht |
sukēpugōto-スケープゴート | iem. anders als zondebok aanwijzen (van waar je zelf schuldig aan bent) |
sukin・daibingu-スキン・ダイビング | duiken zonder duikapparatuur |
sukoyaka-健やか | gezond; energiek; krachtig zijn |
sukuinage-掬い投げ | (sumo) worp door een arm onder de oksel van de tegenstander te steken (een van de worptechnieken zonder de band van de tegenstander vast te pakken) |
supesharu-スペシャル | speciaal; bijzonder; apart |
supotto・komāsharu-スポット・コマーシャル | reclamespotje dat op bepaalde tijdstippen wordt uitgezonden |
suraidā-スライダー | (honkbal) een horizontaal afbuigende bal (geworpen door de pitcher) |
suriban-擦り半 | alarmbel bij brand(gevaar) in de buurt, die zonder ophouden wordt geluid |
suribanshō-擦り半鐘 | alarmbel bij brand(gevaar) in de buurt, die zonder ophouden wordt geluid |
surippu-スリップ | onderbroek (zonder pijpen) |
suritto・kamera-スリット・カメラ | een camera zonder sluiter, maar met een smalle spleet waar het licht doorheen valt (stripfotografie of spleetfotografie) |
sutaddoresu・taiya-スタッドレス・タイヤ | (auto) winterbanden zonder spijkerbeslag |
sutorēto-ストレート | in één keer; winnen zonder verliespunt |
tabezugirai-食べず嫌い | een (instinctieve) hekel hebben aan een bepaald soort voedsel; iets niet lusten zonder het ooit geproefd te hebben |
tabyō-多病 | ziekelijkheid; zwakke [kwetsbare] gezondheid |
tachiiru-立ち入る | naar binnen gaan; ingaan; betreden (ook zonder toestemming) |
tadashigaki-但し書き | voorbehoud; uitzonderingsbepaling; beding |
taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
taikutsu-退屈 | (in historische documenten e.d.) vrij [ongebonden] en zonder werk |
taishite-大して | heel; veel; sterk; bijzonder; speciaal |
taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
taiyō-太陽 | de zon |
taiyōdenchi-太陽電池 | zonnecel |
taiyōfū-太陽風 | zonnewind |
taiyōgi-太陽儀 | heliometer; zonnemeter |
taiyōkei-太陽系 | het zonnestelsel |
taiyōkō-太陽光 | zonlicht |
taiyōkōenerugī-太陽光エネルギー | zonne-energie |
taiyōkōhatsuden-太陽光発電 | [opwekken van] zonne-energie; [opwekken van] energie met zonnepanelen |
taiyōkokuten-太陽黒点 | zonnevlek |
taiyōkōsen-太陽光線 | zonnestralen |
taiyōkyō-太陽鏡 | helioscoop; zonnekijker |
taiyōnen-太陽年 | zonnejaar |
taiyōnetsu-太陽熱 | zonnewarmte |
taiyōnetsuhatsuden-太陽熱発電 | het produceren [opwekken] van zonnewarmte |
taiyōreki-太陽暦 | zonnekalender |
taiyōshin-太陽神 | zonnegod; zonnegodin |
taiyōshinwa-太陽神話 | mythologische verhalen over de zon |
taiyōtō-太陽灯 | hoogtezon; zonlichtlamp |
taizai-大罪 | ernstige misdaad; zwaar misdrijf; zware [grote] zonde |
tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
tanpeikyū-短兵急 | onbezonnenheid |
tanshin-単身 | alleen; zonder begeleiding; op eigen houtje; in je eentje |
tasogare-黄昏 | schemering; zonsondergang |
tassha-達者 | goede gezondheid; fitheid |
tatenuki-経緯 | verticaal en horizontaal; lengtegraad en breedtegraad; schering en inslag |
tatenuki-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
tayōenerugī-太陽エネルギー | zonne-energie |
tazai-多罪 | schuldig zijn aan veel dingen; veel zonden hebben |
tebanashi-手放し | (iets doen) zonder handen |
tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
tebentō-手弁当 | vrijwilligerswerk doen; werken zonder betaling |
teirazu-手入らず | makkelijk; zonder problemen [mankementen] |
temonaku-手もなく | makkelijk; zonder problemen; moeiteloos |
tenjikurōnin-天竺浪人 | een persoon zonder vast adres; een zwerver |
tenjōura-天井裏 | een (lege) vliering (zonder vloerdelen, enkel met constructie-balken) |
tenkaippin-天下一品 | uniek [bijzonder, weergaloos; ongeëvenaard] zijn |
tenkiame-天気雨 | regen bij mooi weer; regen terwijl de zon schijnt |
tenrai-天来 | hemels [door de hemel gezonden; goddelijk] zijn |
teodori-手踊り | ritmische dans (zonder toneelrekwisieten) in het Kabuki theater |
teri-照り | zonneschijn; mooi [zonnig] weer |
tetsukazu-手付かず | zonder aan te raken; zonder te gebruiken; ongeopend |
teuchi-手打ち | het eigenhandig maken van soba, udon, e.d. (zonder machinale hulp) |
tōji-冬至 | (één van de 24 seizoenen in de oude maankalender, als de zon staat op 270 graden (geografische) lengte); midwinter; de kortste dag: 21 of 22 dec. |
tojikomoru-閉じ籠もる | zich afzonderen; zich opsluiten |
tokki-特記 | speciale [bijzondere] vermelding |
tokkō-特高 | (afk. voor) Bijzondere Hogere Politie (ontbonden in 1945 na WOII) |
toku-特 | in het bijzonder |
tokubai-特売 | speciale verkoop aan een specifieke persoon (via een vrijwillig contract zonder concurrerende biedingen) |
tokubetsu-特別 | bijzonderheid; uitzondering |
tokubetsukōtōkeisatsu-特別高等警察 | Bijzondere Hogere Politie (ontbonden in 1945 na WOII) |
tokubetsuku-特別区 | speciaal district; aparte economische zone |
tokudan-特段 | bijzonderheid; uitzonderlijk [buitengewoon] zijn |
tokuhai-特配 | bijzondere verdeling [uitdeling; distributie; rantsoen] |
tokumu-特務 | bijzondere opdracht; speciale taak |
tokuni-特に | met name; in het bijzonder; speciaal; vooral; voornamelijk |
tokusenhin-特選品 | uitzonderlijke producten [goederen] |
tokushin-特進 | bijzondere [snelle] promotie [verhoging in rang] |
tokushitsu-特質 | kenmerk; bijzondere kwaliteit; eigenschap |
tokushu-特殊 | bijzonderheid; eigenaardigheid |
tokushu-特種 | bijzondere soort; speciaal type |
tokushuhōjin-特殊法人 | bijzondere onderneming (voor projecten zonder commerciële doeleinden, zoals overheidsbedrijven, bedrijfsverenigingen, stichtingen, e.d.) |
ton-頓 | (boeddh.) in één keer de verlichting bereiken (zonder voorproces van studie en training) |
tondemonai-とんでもない | buitengewoon; onverwacht; uitzonderlijk |
tontonbyōshi-とんとん拍子 | het zonder problemen [soepel; vlot] zijn |
torihakobu-取り運ぶ | (zonder stoppen) verdergaan; doorgaan |
torinokeru-取り除ける | uitsluiten; uitzonderen; een uitzondering maken |
toriwake-取り分け | in het bijzonder; vooral; bovenal |
torukobō-トルコ帽 | een fez (cilindervormige Turkse hoed zonder rand) |
tōsatsu-盗撮 | het heimelijk [stiekem; zonder toestemming] nemen van foto's; het fotograferen met een verborgen camera |
tōsho-投書 | (in krant of tijdschrift) ingezonden brief; lezersbrief |
toshoku-徒食 | lui [leeg] leven (zonder iets nuttigs te doen) |
toshu-徒手 | blut; platzak; zonder geld |
tsūkasuru-通過する | passeren; doorgaan (zonder stoppen) |
tsukatsuka-つかつか | (onomatopee) gedecideerd; zonder aarzeling |
tsukihi-月日 | zon en maan |
tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
tsukunento-つくねんと | afwezig; verstrooid; zonder nadenken |
tsukuribanashi-作り話 | fictie; verzonnen verhaal; verzinsel; bedenksell |
tsumi-罪 | (religie) zonde |
tsumibito-罪人 | zondaar; misdadiger |
tsumibukai-罪深い | zondig; immoreel; schuldig; met schuld beladen |
tsumitoga-罪科 | zonde; misdaad; schuld |
tsuyubare-梅雨晴れ | zonnige periode tijdens het regenseizoen |
uerunesu-ウエルネス | gezondheid; lichamelijk welbevinden |
uerunesu-ウエルネス | activiteiten om de gezondheid te behouden |
untei-雲梯 | horizontale ladder; speel(klim)toestel |
unten-運転 | rotatie; omwenteling (planeet om de zon); wisseling (van seizoenen) |
uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
uraraka-麗らか | een mooie [heldere; zonnige] dag; prachtig weer |
urouro-うろうろ | (geagiteerd) heen en weer [op en neer] lopen zonder te weten wat te doen; ijsberen |
usubi-薄日 | zwak (zon)licht; een waterig zonnetje |
utsuro-空ろ | zonder inhoud; leegte |
wairudokyatto・sutoraiki-ワイルドキャット・ストライキ | wilde stakingsactie; staking zonder toestemming van de vakbondsleiders |
waromono-悪者 | (arch.) iemand zonder opleiding of talent; een middelmatige persoon |
warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
wataribashi-渡り箸 | eetstokjes waarmee iets uit het ene na het andere gerecht wordt gepakt zonder tussendoor wat rijst te eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
yadonashi-宿無し | dakloos; zonder woon- of verblijfplaats |
yagyū-野牛 | bizon; wisent |
yajin-野人 | een burger; persoon zonder functie in de overheid |
yakan-夜間 | 's nachts (van zonsondergang tot zonsopgang) |
yakeru-焼ける | verbleken; vervagen; verkleuren (in de zon) |
yamagomori-山籠もり | afzondering [ascetische training] in de bergen; retraite |
yami-闇 | onwetend zijn; zonder kennis en rede zijn; ongeletterd [analfabeet] zijn |
yami-闇 | in de war [in verlegenheid] zijn; zonder onderscheid |
yami-闇 | een ordenloze staat; zonder [zeden] normen en waarden |
yamikin-闇金 | geldtransacties zonder wettelijke toestemming; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
yasuragu-安らぐ | gemoedsrust hebben; zich op zijn gemak voelen; gerust [zonder zorgen] zijn |
yasuraka-安らか | onbezorgd; gerust; zonder zorgen |
yasuyasu-安安 | (vaak gebruikt in combinatie met to) vredig; zonder problemen |
yatsumeunagi-八つ目鰻 | prik (vissoort, Petromyzontiformes) |
yō-陽 | yang; het licht; de zon; het positieve; de positieve [lichte] kant |
yobisute-呼び捨て | alleen de naam (zonder aanspreektitel) |
yoi-宵 | de vroege avond; het begin van de avond (net na zonsondergang) |
yoinokuchi-宵の口 | de vroege avond; net na zonsondergang |
yoko-横 | breedte; wijdte; horizontaal; van links naar rechts; zijwaarts; zijdelings |
yokochō-横帳 | oblong [liggend] formaat notitieboek (van vellen papier horizontaal doormidden gevouwen en gebonden) |
yokogaki-横書き | horizontaal schrift (m.n. van links naar rechts) |
yokogi-横木 | dwarsbalk; zijstuk; horizontale balk |
yokogumi-横組み | horizontale typografie; horizontale leesrichting |
yokojiku-横軸 | horizontale as; x-as |
yokojima-横縞 | horizontale streep |
yokomoji-横文字 | horizontale schrijfwijze |
yokomono-横物 | horizontaal geschreven tekst; horizontaal opgehangen kunstwerk |
yokowari-横割り | horizontaal doormidden delen |
yokowari-横割り | horizontale [platte] organisatiestructuur |
yokuseki-よくせき | uitzonderlijk; extreem; buitengewoon; onvermijdelijk |
yokuyoku-善く善く | uitzonderlijk; buitengewoon; extreem |
yōkyoku-謡曲 | gezongen passage in Nō |
yōreki-陽暦 | zonnekalender |
yūbutsu-尤物 | iets bijzonders |
yūbutsu-尤物 | een bijzondere schoonheid [mooie vrouw] |
yūhi-夕日 | de ondergaande zon; avondzon |
yūkage-夕影 | het licht van de ondergaande zon |
yūkage-夕影 | een figuur [vorm] verlicht door de avondzon |
yūkaku-遊客 | iemand die zich alleen maar vermaakt zonder te werken; lanterfanter; pretmaker |
yukichigai-行き違い | het elkaar voorbij lopen [passeren] (zonder ontmoeting; contact) |
yukiyake-雪焼け | zonnebrand in de sneeuw (door weerkaatsing van zonlicht op sneeuw of ijs) |
yūri-遊離 | scheiding; afzondering; losmaking; vrijmaking; bevrijding |
yūroken-ユーロ圏 | eurozone |
yūsei-幽棲 | afgezonderd leven (weg van de mondaine wereld) |
yūshō-優賞 | aanprijzing; eervolle vermelding; hoofdprijs; bijzondere onderscheiding |
yūshun-優駿 | voortreffelijkheid; iemand [iets] met bijzondere kwaliteiten |
zaiaku-罪悪 | misdaad; zonde; mistap |
zaika-罪科 | zonde; misdaad; schuld |
zainin-罪人 | crimineel, misdadiger; dader; zondaar |
zangetsu-残月 | de bleke ochtendmaan; de man bij zonsopkomst |
zanshō-残照 | naglans; nagloed (b.v. van de ondergaande zon) |
zashi-座視 | het onbezorgd [lui; onverschillig; werkeloos] toekijken (zonder iets te doen) |
zashoku-座食 | leven in ledigheid; nietsdoen; eten zonder ervoor te werken |
zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
zenshō-全勝 | alle wedstrijden gewonnen hebben; het behalen van een volledige overwinning zonder verliespunten |
zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
zeromētoruchitai-ゼロメートル地帯 | gebied [zone] op zeeniveau (0 meter) |
zetsugo-絶後 | (iemand of iets) zonder weerga; iets ongekends [unieks] |
zokuhō-続報 | vervolgrapport; aanvullend nieuws; nadere bijzonderheden |
zokutō-続投 | honkbal) het blijven pitchen [werpen] (van dezelfde pitcher, zonder wisseling van werper) |
zokutō-続投 | het blijven doorwerken (zonder eindtijd of aflossing) |
zokuzoku-続続 | het doorgaan [voortzetten] zonder ophouden |
zōn-ゾーン | zone |
zondo-ゾンド | Zond (onbemande maansonde van de Sovjet-Unie) |
zōn・fōkasu-ゾーン・フォーカス | zone focus (het punt waarop men met een camera scherp stelt) |
zukazuka-ずかずか | (onomatopee) direct (zonder plichtplegingen); bot; grof |
zundō-寸胴 | cilindervorm; (menselijke figuur) zonder taille; (kleding) zonder mouwen |
zuni-ずに | (achtervoegsel) zonder te; niet doende |
zushite-ずして | (werkwoordsuitgang -zu + shite) zonder ... te doen [zijn] |
zuto-ずと | (werkwoordsuitgang -zu + to) zelfs zonder te... |
zutomo-ずとも | zelfs zonder te (hoeven) ... |