Kruisverwijzing
zink
lemma | meaning |
---|---|
aen-亜鉛 | zink (metaal) |
aenchūdoku-亜鉛中毒 | zinkvergiftiging |
aenka-亜鉛華 | zinkoxide; zinkwit |
aenkanankō-亜鉛華軟膏 | zinkzalf |
aenteppan-亜鉛鉄板 | gegalvaniseerd [verzinkt] plaatijzer |
aentoppan-亜鉛凸版 | zinkografie; zinkgravure |
bakuchin-爆沈 | het opblazen en tot zinken brengen (van een schip) |
chinbotsu-沈没 | het zinken; (ten) ondergaan |
chinbotsusuru-沈没する | zinken; (ten) ondergaan |
chinden-沈殿 | neerslag; afzetting; bezinksel |
chinrin-沈淪 | het diep zinken; in de vergetelheid geraken; ondergang; teloorgang; vernietiging |
damarikokuru-黙りこくる | in stilzwijgen verzinken; stilvallen; niets meer zeggen |
dashigara-出し殻 | bezinksel (in bouillon, thee, koffie, e.d.); koffieprut |
dorīne-ドリーネ | doline (geologie, trechtervormige inzinking) |
egyōfushin-営業不振 | zakelijke malaise; inzinking [verslechtering] van de handel |
fuchin-不沈 | onzinkbaar zijn |
fukyō-不況 | depressie; recessie; inzinking (economie) |
fushin-不振 | stagnatie; het in een dip zitten; terugval; inzinking |
gōchin-轟沈 | het onmiddellijk zinken; naar de bodem gaan (van een schip) |
heisokusen- 閉塞船 | blokschip (een schip dat met opzet tot zinken wordt gebracht om als blokkade te dienen) |
iru-入る | zinken; naar beneden gaan [zakken]; ondergaan (van de zon) |
kakōsuru-下降する | (af)dalen; naar beneden gaan; zinken; vallen; duiken |
kanbotsu-陥没 | instorting; verzakking; inzinking; ingedrukt zijn |
kanraku-陥落 | instorting (grot, tunnel, e.d.); bezwijking; inzinking |
kasu-滓 | droesem; drab; bezinksel; sediment |
marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
merikomu-減り込む | zinken [zakken] (in); vast komen te zitten (in) |
nakadarumi-中弛み | (tijdelijke) inzinking; verzwakking; verslapping; vertraging |
ochiru-落ちる | zinken; zakken (ook fig.); afnemen; verminderen |
sankaaen-酸化亜鉛 | zinkoxide |
shinkeisuijaku-神経衰弱 | zenuwinzinking; zenuwzwakte; neurasthenie |
shizumeru-沈める | doen zinken; verzinken; tot zinken brengen |
shizumu-沈む | naar beneden gaan; ondergaan; zinken; onder water komen te staan; wegzakken; verzakken |
sokuen-測鉛 | zinklood; dieplood; peillood; schietlood |
suranpu-スランプ | (economische) recessie; inzinking; terugval |
taisekibutsu-堆積物 | sediment; afzetting; bezinksel |