Kruisverwijzing
zingen
lemma | meaning |
---|---|
aigin-愛吟 | het zingen van een geliefde [favoriete] melodie; het reciteren van een geliefd gedicht |
aishō-愛唱 | het graag [vaak] zingen van een melodie [lied] |
aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
aishōsuru-愛唱する | graag zingen; dol zijn op zingen |
a・kapera-ア・カペラ | a capella (zingen zonder instrumentale begeleiding) |
berukanto-ベルカント | belcanto (wijze van zingen) |
chūikaki-注意書き | instructies [aanwijzingen] voor gebruik (van medicijnen, apparatuur, etc.) |
daitōryōsenkyo-大統領選挙 | presidentsverkiezingen |
dokushōsuru-独唱する | solo zingen |
faiasutōmu-ファイアストーム | zingen en dansen rondom een kampvuur [vreugdevuur] |
hanauta-鼻歌 | het neuriën; geneurie; gehum; binnensmonds zingen |
hōgin-放吟 | het luid [hardop] zingen [reciteren] |
hōginsuru-放吟する | luid [hardop] zingen [reciteren] |
hōshō-奉唱 | eerbiedig zingen; religieuze gezangen |
ikitsugi-息継ぎ | een ademhaling (b.v. tijdens zingen of zwemmen) |
insutorakushon-インストラクション | instructie; onderricht; training; aanwijzingen; voorschrift |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
jigajisan-自画自賛 | zijn eigen lof zingen; zichzelf ophemelen; opschepperij |
joshō-叙唱 | recitatief (verhalend deel in opera, oratorium, e.d.); het zingend spreken |
juhō-呪法 | (esoterisch boeddhisme) het zingen van spreuken |
jūya-十夜 | (boeddh. Jōdo-school) het ritueel van het zingen van Nembutsu gedurende 10 dagen en nachten (van de 6de tot 15de dag van de 10de maand (maankalender) |
kansetsusenkyo-間接選挙 | getrapte verkiezingen |
kashō-歌唱 | zang; het zingen |
kashōsuru-歌唱する | zingen |
katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
kazoeuta-数え歌 | zingend tellen; tel rijmpjes |
kessentōhyō-決選投票 | (verkiezingen) herstemming |
kigo-季語 | seizoenwoord (voor verwijzingen naar seizoenen in Japanse gedichten) |
kuchizusamu-口遊む | neuriën; zachtjes zingen |
naku-鳴く | (het geluid maken van dieren) piepen; zingen; tjilpen; huilen; krijsen |
nesshō-熱唱 | het hartstochtelijk [enthousiast; uit volle borst] zingen |
nyū・furontia-ニュー・フロンティア | New Frontier, de naam die John F. Kennedy gaf aan zijn regeringsprogramma tijdens de presidentsverkiezingen in 1960 |
rakusen-落選 | (bij verkiezingen) verlies; verslagen zijn [worden] |
rakusensuru-落選する | (verkiezingen) verliezen; geslagen worden |
shihyō-死票 | (bij verkiezingen) een verspilde stem (b.v. een stem op een kansloze kandidaat) |
shōka-唱歌 | het zingen; gezang; zang |
shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
shūban-終盤 | eindspel; laatste fase (van een wedstrijd, verkiezingen, e.d.) |
shutsuba-出馬 | kandidaatstelling bij verkiezingen |
soshikihyō-組織票 | het stemmen in blok; blokvorming (b.v. bij verkiezingen of vakbonden) |
sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
teiginsuru-低吟する | neuriën; zachtjes [binnensmonds] zingen |
tōhyōsuru-投票する | stemmen; stem uitbrengen bij verkiezingen |
tokubetsukokkai-特別国会 | speciale zitting van het parlement binnen 30 dagen na de verkiezingen |
unaru-唸る | met lage stem zingen [reciteren] |
utau-歌う | zingen |
utau-謳う | lof zingen; prijzen; ophemelen; verheerlijken |
yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |