jifu-自負 | trots; zelfverzekerdheid |
kankō-敢行 | zelfverzekerde [vastberaden] actie |
oboe-覚え | zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid |
ochitsuita-落着いた | rustig; kalm; zelfverzekerd; beheerst |
sekkyokuteki-積極的 | positief; constructief; zelfverzekerd; zelfbewust; ambitieus; ondernemend |
torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
wagamonogao-我が物顔 | arrogante [zelfverzekerde] houding |