aburana-油菜 | raapzaad; koolzaad (Brassica napus) |
amani-亜麻仁 | lijnzaad; vlaszaad |
amaniyu-亜麻仁油 | lijnzaadolie |
amashi-亜麻子 | lijnzaad; vlaszaad |
annin-杏仁 | abrikozenzaad; abrikozenpit |
bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
goma-胡麻 | sesam; sesamzaad |
gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
gomasuri-胡麻擂り | gemalen sesamzaad |
hōden-ホーデン | testikels; zaadballen |
in-淫 | mannelijk zaad; sperma |
kashuhi-仮種皮 | zaadmantel; zaadrok |
kenkashokubutsu-顕花植物 | fanerogamen; zaadplanten |
keshitsubu-芥子粒 | maanzaad; papaverzaad |
kōgan-睾丸 | testikel; zaadbal |
kyōnin-杏仁 | abrikozenzaad; abrikozenpit |
menjitsuyu-綿実油 | katoenzaadolie |
mi-実 | zaad |
murasaki-紫 | de plant Lithospermum erythrorhizon, paars parelzaad |
na-菜 | koolzaad (Brassica napus) |
nanohana-菜の花 | koolzaad bloemen |
natane-菜種 | raapzaad (Brassica rapa); koolzaad (Brassica napus) |
nataneabura-菜種油 | raapzaadolie; koolzaadolie |
rinshīdoabura-リンシード油 | lijnzaadolie |
shakujōsō-錫杖草 | stofzaad (vaste plant, Monotropa hypopitys) |
shuhi-種皮 | zaadhuid; zaadvlies |
shuji-種子 | zaad; zaadkorrel |
shuji-種子 | (shingon boeddhisme) sanskriet letter (het zaad, dat een boeddha of bodhisattva vertegenwoordigt) (ook 種子-しゅうじ) |
shushi-種子 | zaad; zaadkorrel |
shushishokubutsu-種子植物 | zaadplant |
taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
taiza-胎座 | placenta bij planten; zaadlijst; zaaddrager |
tane-種 | zaad; pit; kern; sperma |
tanemaki-種蒔き | het zaaien; zaad (over een akker) strooien |
zāmen-ザーメン | zaad; sperma |