Kruisverwijzing
worstelen
lemma | meaning |
---|---|
agaki-足掻き | het worstelen (b.v om uit een moeilijke situatie te komen) |
agaku-足掻く | het worstelen [fladderen; slaan] met armen en benen |
appuappu-あっぷあっぷ | naar adem snakkend; worstelend; zwoegend |
ashitori-足取り | beengreep (bij sumo worstelen) |
batoru・roiyaru-バトル・ロイヤル | battle royale (wedstrijdtype bij worstelen en computergames) |
butsukarigeiko-ぶつかり稽古 | training (van worstelen en judo) met afwisselend duwen en geduwd worden |
deashi-出足 | de eerste aanval (bij sumo worstelen, e.d.) |
desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
doroppukikku-ドロップキック | aanvalsmanoeuvre in professioneel worstelen |
fōru-フォール | (worstelen) touché; schouderlegging |
furīsutairu-フリースタイル | freestyle (sportonderdeel, zoals bij skiën, worstelen, e.d.) |
gurekorōman-グレコローマン | Grieks-Romeins worstelen |
gureko・rōman・sutairu-グレコ・ローマン・スタイル | Griek-Romeinse stijl (worstelen) |
hazu-筈 | bij sumo (worstelen), een bepaald soort aanval (met duwen) |
heddorokku-ヘッドロック | een hoofd houdgreep (bij worstelen) |
hīru-ヒール | (bij prof. worstelen) de slechterik; schurk |
hōrudo-ホールド | greep; klem; houdgreep (bij o.a. judo en worstelen) |
isamiashi-勇み足 | bij sumo(worstelen) een tegenstander naar de rand van de ring brengen maar dan per ongeluk zelf uit de ring stappen |
jonidan-序二段 | de op 1 na laagste rang bij het sumo worstelen |
kachikoshi-勝ち越し | bij sumo worstelen, 8 overwinningen (van de 15) in een toernooi |
kannuki-閂 | (worstelen) dubbele armklem |
katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
komusubi-小結 | vierde rang bij sumo worstelen |
kubinage-首投げ | (bij sumo worstelen) hoofdgreep-worp |
kumiuchi-組み打ち | handgemeen; gevecht van man tegen man; het worstelen |
kumu-組む | worstelen; vechten |
kusazumō-草相撲 | amateur sumo (worstelen) |
kuzushi-崩し | (worstelen, judo, etc.) het uit balans brengen van een tegenstander |
makeuchirikishi-幕内力士 | hoogste [senioren] divisie sumoworstelen |
matto-マット | voerkleed; mat; canvas (boksen, worstelen) |
nage-投げ | (werp)techniek bij sumoworstelen |
puroresu-プロレス | professioneel worstelen; showworstelen |
raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
resu-レス | worstelen |
resuringu-レスリング | worstelen |
sumō-相撲 | sumo (worstelen) |
tachiai-立ち合い | opstaan (uit de hurkzit) om te beginnen met worstelen |
takkuru-タックル | techniek in het worstelen |
torikuchi-取り口 | een techniek bij sumo worstelen |
torikumu-取り組む | (een probleem); aanpakken; proberen op te lossen; worstelen (met) |
torikumu-取り組む | worstelen (met een tegenstander); strijden |
ubaiau-奪い合う | onderling strijden [vechten; worstelen] om iets te veroveren [grijpen] (b.v. de vlag van een ander team) |
udezumō-腕相撲 | het armworstelen |
yotsumi-四つ身 | een (kruiselingse) greep bij sumo worstelen |
yubizumō-指相撲 | duimworstelen |
yumitori-弓取り | de boog-ceremonie; degene die boog-ceremonie doet (aan het einde van een dag sumoworstelen) |
yumitorishiki-弓取り式 | boog-ceremonie (aan het einde van een dag sumoworstelen) |