chūibukai-注意深い | voorzichtig; zorgvuldig; nauwgezet; attent; waakzaam; alert |
genkai-厳戒 | nauwgezette uitkijk; strikte waakzaamheid |
kan-監 | wacht; waakzaamheid; observatie; surveillance |
keikai-警戒 | waaksheid; waakzaamheid |
keikaikan-警戒感 | waakzaamheid; alertheid; behoedzaamheid |
keikaishin-警戒心 | behoedzaamheid; waakzaamheid; alertheid |
kikubari-気配り | aandacht; waakzaamheid; zorg (voor anderen) |
koshitantan-虎視眈々 | waakzaamheid; alertheid; klaar zijn om toe te slaan [aan te vallen] |
koshitantan-虎視眈眈 | waakzaamheid; het loeren op een kans (om toe te slaan) |
mekubari-目配り | waakzaamheid; hoede; oplettendheid |
mezatoi-目敏い | waakzaam |
mihari-見張り | wacht; uitkijk; hoede; waakzaamheid |
tantan-眈眈 | (b.v. van een tijger, e.d.) een scherpe en doordringende blik; waakzaam zijn; klaar om actie te ondernemen |
yōjinbukai-用心深い | voorzichtig; waakzaam; alert; op zijn hoede |