chūi-注意 | voorzichtigheid; behoedzaamheid |
fuchūi-不注意 | onvoorzichtigheid; onverschilligheid; onoplettendheid |
fukaku-不覚 | onvoorzichtigheid; slordigheid; blunder; fiasco; mislukking |
fukinshin-不謹慎 | indiscretie; onvoorzichtigheid; onbescheidenheid; onbezonnenheid |
fushozon-不所存 | ondoordachtheid; tactloosheid; onverstandigheid; onvoorzichtigheid |
karuhazumi-軽はずみ | onbesuisdheid; onvoorzichtigheid |
keisotsu-軽率 | onvoorzichtigheid; lichtvaardigheid; onbesuisdheid |
mubō-無謀 | roekeloosheid; ondoordachtheid; onvoorzichtigheid |
mufunbetsu-無分別 | indiscretie; onnadenkendheid; onvoorzichtigheid |
nen-念 | voorzichtigheid |
nukeme-抜け目 | onvoorzichtigheid; onoplettendheid; nalatigheid |
shinchō-慎重 | voorzichtigheid; behoedzaamheid |
tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
yōjin-用心 | voorzichtigheid; zorgvuldigheid; voorzorg |