vlechten / vlech-ten ( ww )
1 [haar, e.d.]
haar vlechten
髪を編む
een mand vlechten
籠を編む
2る; [draad, koord, e.d.]
een draad vlechten
糸をよる
riet [stro] vlechten
藁をなう
3 [(fig.) samenvoegen (ideeën, e.d.)]