Kruisverwijzing
beleefd
lemma | meaning |
---|---|
aisowarai-愛想笑い | een beleefde glimlach; een vriendelijke glimlach uit beleefdheid |
anakashiko-あなかしこ | (beleefd) pardon |
anego-姉御 | oudere zus (beleefdheids vorm) |
anesan-姉さん | zus(ter); mevrouw; juffrouw (een woord waarmee men beleefd een vrouw aanspreekt) |
angai-案外 | brutaliteit; onbeleefdheid; lompheid |
anka-案下 | een toevoeging aan de adressering op een brief bij wijze van beleefdheid [respect] |
anokata-彼の方 | (beleefd) die meneer; hij; die mevrouw; zij |
bakateinei-馬鹿丁寧 | overdreven [belachelijke] beleefdheid |
bodō-母堂 | (beleefde term voor) de moeder van iemand anders; uw [zijn; haar] moeder |
burei-無礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onbeschaafdheid |
busahō-無作法 | onbeleefdheid; slechte manieren; inbreuk op de etiquette |
chōeki-懲役 | (onbeleefd taalgebruik) aanspreektitel van gedetineerden |
degozaimasu-でございます | (beleefde vorm voor です) zijn |
desu-です | zijn (beleefde vorm van het koppelwerkwoord) |
dōka-どうか | alstublieft (beleefde vorm) |
donatasama-どなた様 | (beleefde vorm) wie |
echiketto-エチケット | etiquette; omgang- en beleefdheidsvormen |
fushinsetsu-不親切 | onvriendelijkheid; onaardigheid; onbeleefdheid; lompheid |
gen-厳 | het wordt als beleefde toevoeging gebruikt voor de vader van iemand anders |
girei-儀礼 | beleefdheid; etiquette |
giridate-義理立て | Iets dat men doet uit beleefdheid [plichtsbesef]; plichtpleging; verplichting |
go-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
gokigen-御機嫌 | (beleefde term voor) humeur; stemming; gemoedstoestand |
goshinpu-御親父 | (beleefd woord voor de vader van iemand anders) uw [jouw] vader |
gozaimasu-ございます | (beleefde vorm voor ある) zijn; bestaan |
gozonji-御存じ | (beleefd taalgebruik voor) weten; kennen |
gurō-愚老 | (nederig beleefde term waarmee ouderen naar zichzelf verwijzen, b.v.:) ik, oude man; deze oude vrouw |
gyoi-御意 | (beleefd) uw wens |
gyoi-御意 | (beleefd) uw bevel |
gyokuho-玉歩 | (beleefde term voor wandelen, lopen) (keizerlijke) wandeling; het wandelen [lopen] van een keizer [keizerin] |
gyoshin-御寝 | (beleefd woord) de slaap van een hooggeplaatste persoon |
hahaue-母上 | (beleefde vorm voor) moeder |
haisatsu-拝察 | (beleefd, nederig taalgebruik) vermoeden; veronderstelling |
haisū-拝趨 | (beleefd woord voor) het bezoeken; bezoek [visite] (aan een ander) |
hitokata-一方 | (erend beleefd) een persoon |
hōshin-芳信 | (beleefde term) uw (vriendelijke; gewaardeerde] brief |
ikaga-如何 | (beleefder synoniem voor どう) hoe; op welke manier |
ingin-慇懃 | beleefdheid; hoffelijkheid |
inginburei-慇懃無礼 | gespeelde [niet gemeende] beleefdheid; verborgen afkeer |
irassharu-いらっしゃる | gaan; komen; langskomen [op visite komen]; zijn (beleefd voor het onderwerp van de handeling en met de -masu vorm, ook nog beleefd voor de toehoorder) |
itasu-致す | doen [maken] (in nederig-beleefde vorm) |
jitai-辞退 | het (beleefd) weigeren [afzien} van (een aanbod, uitnodiging, prijs, e.d.) |
keigo-敬語 | beleefd taalgebruik; eerbiedige uitdrukkingen |
kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
kentei-賢弟 | beleefde uitdrukking om de jongere broer van iemand anders aan te duiden |
kentei-賢弟 | beleefde uitdrukking om een jonger iemand aan te spreken in (bijv. een brief) |
ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
kichi-貴地 | (beleefd) plaats [stad; land] van de gesprekspartner |
kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
kinkei-謹啓 | (beleefde aanhef van een brief) geachte (heer, mevrouw, etc.) |
kinkoku-謹告 | beleefde [eerbiedige] aankondiging [mededeling] |
kōhi-高批 | (beleefd ontvangen) kritiek van anderen; uw gewaardeerde kritiek |
kōkan-交歓 | uitwisseling van beleefdheden; verbroedering |
kōkansuru-交歓する | beleefdheden uitwisselen; verbroederen; vriendschap sluiten |
konsei-懇請 | dringend (maar beleefd) verzoek |
kōran-高覧 | (een beleefd woord voor) wat anderen zien; inzage; uw waarneming |
masen-ません | suffix dat gebruikt wordt voor ontkenning van werkwoorden in de beleefdheidsvorm (masu) |
mieru-見える | (beleefd) komen; arriveren |
mirareru-見られる | (beleefdheidsvorm) zien |
nasaru-為さる | (dit is een beleefdheidsvariant van het werkwoord suru) doen |
nasaru-為さる | (gebruikt als hulp-ww. om beleefdheid uit te drukken; wordt niet vertaald of uitgedrukt door de toevoeging: alstublieft) |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men beleefd een oudere zus aanspreekt:) zus(ter) |
no-の | als slotpartikel, drukt uit een conclusie [beslissing] of bevel (niet beleefd) |
o-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
ogushi-御髪 | (beleefd woord voor) het haar van iemand |
ojigi-御辞儀 | een (beleefde) buiging (maken) |
okaasan-お母さん | moeder (beleefd, ook aanspreektitel) |
okaeshi-お返し | (beleefd, formeel) wisselgeld |
okata-御方 | (arch.) beleefd woord voor de vrouw van iemand anders |
okoshi-御越し | een beleefdheidsvorm voor: de komst; het komen; het gaan |
omachikane-お待ちかね | (beleefde uitdrukking voor) langverwacht |
omae-御前 | (informeel, soms onbeleefd, tussen gelijken) jij |
omae-御前 | (arch. beleefdheidsaanduiding) zich onder de ogen van goden, boeddha's of hooggeplaatste personen bevinden |
ome-御目 | (beleefd woord voor) oog; visie; zicht |
ometsukeyaku-お目付役 | (beleefd) waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
on-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
onagare-お流れ | beleefde zegswijze waarbij de gastheer aan de eregast om diens sakekopje vraagt (om zelf uit te drinken) |
orei-御礼 | etiquette; decorum; beleefdheid |
osoba-御側 | (beleefde term voor) entourage, de mensen om u heen [aan uw zijde] |
ote-御手 | beleefdheidsvorm voor hand |
ote-御手 | beleefdheidsvorm voor iemands handschrift |
otonashii-大人しい | rustig; stil; gehoorzaam; volgzaam; braaf; beleefd; fatsoenlijk |
otōsan-お父さん | vader (beleefd; ook aanspreektitel) |
otsutome-御勤め | (beleefde vorm van 勤め) plicht; verplichting; taak; opdracht |
oyago-親御 | (een beleefd woord voor) de ouder(s) van iemand anders |
rei-礼 | beleefdheid; etiquette; respect; fatsoen |
reigi-礼儀 | hoffelijkheid; beleefdheidsvormen; etiquette; goede manieren |
reihō-礼法 | hoffelijkheid; beleefdheidsvormen; etiquette; goede manieren |
reijō-令嬢 | (beleefd woord voor) de dochter van iemand anders |
reijō-礼譲 | hoffelijkheid; beleefdheid |
reikei-令兄 | (beleefd) uw oudere broer |
reikei-令閨 | (beleefd) uw vrouw [echtgenote] |
reisetsu-礼節 | etiquette; beleefdheid; goede manieren |
reison-令孫 | (beleefd) uw kleinkind (kleinzoon of kleindochter); het kleinkind van een ander |
reitei-令弟 | (beleefd woord voor de (jongere) broer van iemand) uw [zijn] broer |
ryogai-慮外 | onbeleefd zijn |
sakihodo-先程 | (beleefder synoniem voor さっき) daarnet; zojuist |
sama-様 | (beleefde vorm voor さん) meneer; mevrouw; juffrouw |
shikkei-失敬 | onbeleefd; onbeleefdheid |
shitoyaka-淑やか | beleefd; welgemanierd; verfijnd; elegant; damesachtig |
shitsurei-失礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onhoffelijkheid |
shitsureisuru-失礼する | onbeleefd zijn |
shokun-諸君 | (term voor het beleefd aanspreken van een aantal mensen, vaak m.b.t. een geheel mannelijk gezelschap) geachte aanwezigen |
shōshō-少少 | (beleefder synoniem voor 少し) een beetje; eventjes |
sondai-尊台 | (formeel, beleefd t.o.v. tweede persoon) u |
sonpu-尊父 | (beleefd woord voor de vader van iemand anders) uw [jouw] vader |
son'yō-尊容 | uw gelaat [gezicht] (beleefde term) |
soro-候 | gebruikt als hulpwerkwoord, voegt het beleefdheid toe van de spreker voor de toehoorder |
taikei-大兄 | (beleefd woord voor je eigen, oudere) broer |
taikei-大兄 | (beleefd woord van mannen voor een oudere of gelijke) u |
tazai-多罪 | (een beleefde term om je te verontschuldigen voor onbeleefdheid, nalatigheid, e.d.) excuses (voor...) |
teinei-丁寧 | beleefdheid; hoffelijkheid |
teineigo-丁寧語 | beleefdheidsvorm; beleefd taalgebruik |
teiyoku-体よく | discreet; beleefd; tactvol |
tsukamatsuru-仕る | (een nederig, beleefd woord voor) (zullen) doen; dienen; van dienst zijn |
ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) vragen; informeren (naar) |
ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) bezoeken |
ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) horen; vernemen |
yoroshii-宜しい | (beleefde vorm voor よい) goed; prima; ok |
yosomono-余所者 | (geen standaard term, soms onbeleefd) buitenlander; vreemdeling; buitenstaander; outsider |
zau-座右 | (beleefde aanspreektitel in brieven, e.d.) u |
zayū-座右 | (beleefde aanspreektitel in brieven, e.d.) u |