fushōji-不祥事 | betreurenswaardig incident; vervelend voorval; schandaal |
fuyukai-不愉快 | onaangenaam [onprettig; onplezierig; naar; vervelend] zijn |
haradatashii-腹立たしい | ontstemd; verstoord; irritant; vervelend |
imaimashii-忌ま忌ましい | irritant; ergerlijk; storend; vervelend; onaangenaam |
iya-嫌 | vervelend; ongewenst; onaangenaam |
iyamitarashii-嫌みたらしい | onaangenaam; vervelend |
iyani-嫌に | vreselijk; buitengewoon; onaangenaam; naar; vervelend |
iyarashii-嫌らしい | onaangenaam; vervelend |
komaru-困る | in de problemen komen; in verlegenheid gebracht zijn; geen raad met iets weten; vervelend zijn |
kuchioshii-口惜しい | ergerlijk; irritant; vervelend; spijtig; betreurenswaardig; jammerlijk |
kurau-食らう | krijgen; incasseren (iets vervelends) |
kyōzame-興醒め | een saai [oninteressant; vervelend] iets |
madarukkoi-間怠っこい | irritant; ergelijk; vervelend |
madarukkoshii-間怠っこしい | irritant; ergelijk; vervelend |
mendōkusai-面倒臭い | lastig; vervelend; te veel moeite kostend |
nikumarekko-憎まれっ子 | een stout [vervelend] kind |
tsumaranai-詰まらない | saai; vervelend; oninteressant |
unzari-うんざり | (onomatopee) vervelend; walgelijk; afschuwelijk |
urusai-煩い | vervelend; hinderlijk; storend; irritant |
uzai-うざい | vervelend; irritant; lastig; hinderlijk |
wazurawashii-煩わしい | lastig; ergerlijk; vervelend |
yakkaimono-厄介者 | lastpak; vervelend persoon |
yamanokami-山の神 | iemand's (vervelende; zeurende) vrouw |