vermogen1 / ver-mo-gen ( het (o) | znw | g.m.v. )
1能力 [waartoe men in staat is]
Kruisverwijzing
vermogen
| lemma | meaning |
|---|---|
| abiriti-アビリティ | bekwaamheid; vermogen |
| adaputabiritī-アダプタビリティー | aanpassingsvermogen |
| anshi-暗視 | nachtvisie; gezichtsvermogen in het donker |
| bariki-馬力 | uithoudingsvermogen; energie |
| bijon-ビジョン | gezichtsvermogen; visie |
| chikara-力 | kracht; energie; macht; vermogen |
| chōryoku-聴力 | gehoor; auditief vermogen |
| danryokusei-弾力性 | aanpassingsvermogen; flexibiliteit |
| denryoku-電力 | elektrisch vermogen |
| dōryoku-動力 | (aandrijf)kracht; vermogen |
| enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
| fubin-不敏 | traagheid; onvermogen; gebrek aan talent [vaardigheid] |
| fūfuzaisanhō-夫婦財産法 | huwelijksvermogensrecht; huwelijksgoederenrecht |
| fuka-富家 | een rijke [welgestelde; vermogende] familie |
| furikō-不履行 | verzuim; onvermogen; het niet naleven [nakomen] (van) |
| furyoku-富力 | rijkdom; vermogen; fortuin |
| ganriki-眼力 | inzicht; kijk; visie; scherpzinnigheid; inschattingsvermogen |
| ganryoku-眼力 | inzicht; kijk; visie; scherpzinnigheid; inschattingsvermogen |
| ganshiki-眼識 | inzicht; scherpzinnigheid; onderscheidingsvermogen |
| gashinshōtan-臥薪嘗胆 | doorzettingsvermogen; vastberadenheid; uiterste pogingen om het doel te bereiken |
| gensuiki-減衰器 | elektrische [elektronische] attenuator [verzwakker] (apparaat dat het vermogen van een signaal vermindert) |
| giryō-技量 | vaardigheid; bekwaamheid; vermogen |
| hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
| hōkōkankaku-方向感覚 | richtingsgevoel; oriënteringsvermogen |
| hotto・manē-ホット・マネー | (Eng.: hot money) geld dat tussen financiële instellingen wordt uitgewisseld in een poging de rente of vermogenswinst te maximaliseren |
| ikizumaru-行き詰まる | een grens bereiken; in een doodlopende weg komen; in een impasse komen; aan het einde zijn [haar] vermogen komen |
| imajinēshon-イマジネーション | verbeelding; fantasie; voorstellingsvermogen |
| inpotensu-インポテンス | impotentie; machteloosheid; onvermogen |
| jakushi-弱視 | amblyopie; verminderd gezichtsvermogen |
| jikoshihon-自己資本 | eigen vermogen |
| jikyū-持久 | uithoudingsvermogen; volharding |
| jikyūryoku-持久力 | uithoudingsvermogen; doorzettingsvermogen |
| jitsuryoku-実力 | (werkelijke) kracht; vermogen; competentie; talent; vaardigheid |
| junnōsei-順応性 | aanpassingsvermogen |
| junshisan-純資産 | netto waarde; netto (eigen) vermogen; netto activa |
| kabunushishihon-株主資本 | eigen vermogen |
| kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
| kennin-堅忍 | doorzettingsvermogen; volharding |
| kenninfubatsu-堅忍不抜 | doorzettingsvermogen; volharding; vastberadenheid |
| kinrōshazaisankeiseiseido-勤労者財産形成制度 | Werknemers Vermogensvorming Systeem (Eng.: Workers Property Formation System) |
| kirowatto-キロワット | kilowatt (kW, eenheid van elektrisch arbeidsvermogen) |
| kokufu-国富 | nationale rijkdom; nationaal vermogen |
| konki-根気 | volharding; vasthoudendheid; energie; doorzettingsvermogen; uithoudingsvermogen |
| koshibone-腰骨 | doorzettingsvermogen |
| koshitsu-固執 | standvastigheid; volharding; halsstarrigheid; doorzettingsvermogen |
| kyapashitī-キャパシティー | capaciteit; hoeveelheid; bekwaamheid; vaardigheid; vermogen |
| kyapitaru・gein-キャピタル・ゲイン | vermogenswinst; koerswinst |
| kyōsōryoku-競争力 | concurrentievermogen |
| manēbiru-マネービル | vermogensopbouw |
| me-目 | gezichtsvermogen; gezichtsveld |
| meshō-目性 | de ogen; gezichtsvermogen; visie |
| mikaku-味覚 | smaak (zintuig); smaakvermogen |
| minkanshihon-民間資本 | privé vermogen |
| munōryoku-無能力 | incompetentie; onbekwaamheid; onvermogen |
| musan-無産 | zonder bezit [eigendommen; vermogen] |
| mushiryoku-無資力 | gebrek aan kapitaal [vermogen]; zonder geld [vermogen] |
| nagai-長い | een groot uithoudingsvermogen hebben; het lang volhouden; geen haast hebben |
| nebari-粘り | volharding; doorzettingsvermogen |
| nebarike-粘り気 | volharding; doorzettingsvermogen |
| ninku-忍苦 | uithoudingsvermogen; weerstand; lijdzaamheid |
| ninniku-忍辱 | geduld; uithoudingsvermogen |
| nōryoku-能力 | vaardigheid; bekwaamheid; competentie; vermogen; capaciteit |
| nōsai-能才 | vermogen; bekwaamheid; vakkundigheid |
| nyūryoku-入力 | (elektr.) ingangsvermogen |
| ōbun-応分 | geschiktheid; gepastheid; draagkracht; vermogen |
| potensharu-ポテンシャル | potentiaal; elektrisch vermogen (natuurkunde) |
| riki-力 | kracht; sterkte; vermogen |
| rishoku-利殖 | vermogensopbouw; rijkdom vergaren (d.m.v. aandelen etc.) |
| saikan-才幹 | vermogen; bekwaamheid; talent; geschiktheid |
| seiippai-精一杯 | uit alle macht; naar (iemand's) beste vermogen; zo goed mogelijk |
| seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
| sekisainōryoku-積載能力 | laadvermogen |
| senzai-潜在 | potentie; latentie; potentieel vermogen; latente kracht |
| shiharaifunō-支払い不能 | insolventie (onvermogen om aan een betalingsverplichting te voldoen) |
| shiharainōryoku-支払い能力 | solvabiliteit; vermogen om aan betalingsverplichtingen te voldoen |
| shihonkin-資本金 | aandelenkapitaal; geïnvesteerd vermogen |
| shikiji-識字 | geletterdheid; alfabetisme; vermogen om te lezen en schrijven |
| shikiken-識見 | inzicht; begripsvermogen |
| shikin'un'yō-資金運用 | vermogensbeheer |
| shikken-識見 | inzicht; begripsvermogen |
| shinbō-辛抱 | geduld; volharding; uithouding(svermogen) |
| shiryoku-視力 | gezichtsvermogen; zicht; visus |
| shiryoku-資力 | (geld)middelen; kapitaal(kracht); vermogen |
| shisan-私産 | privébezit; privévermogen |
| shisanshūekiritsu-資産収益率 | rentabiliteit totaal vermogen (RTV) |
| shissanshō-失算症 | acalculie (het onvermogen om cijfers en wiskundige symbolen te herkennen) |
| shisshoshō-失書症 | agrafie; onvermogen om te schrijven (om gedachten op papier te zetten) |
| shitsumei-失明 | verlies [vermindering] van gezichtsvermogen |
| shiyōshisan-使用資産 | geïnvesteerd vermogen |
| shizai-私財 | privévermogen |
| shōki-将器 | (een persoon met) het vermogen [de capaciteiten] om generaal te kunnen zijn |
| shōkon-性根 | energie; kracht; vitaliteit; doorzettingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid |
| shūchūryoku-集中力 | concentratievermogen |
| shūnen-執念 | vastberadenheid; hardnekkingheid; volharding; doorzettingsvermogen |
| soshikiryoku-組織力 | organisatorisch vermogen |
| sōzōryoku-想像力 | verbeeldingskracht; voorstellingsvermogen |
| suiun-衰運 | afnemend vermogen |
| sūpākonpyūtā-スーパーコンピューター | supercomputer (computer met een buitengewoon grote bewerkingscapaciteit of rekenvermogen) |
| sutamina-スタミナ | stamina; uithoudingsvermogen |
| tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
| tanzeiryoku-担税力 | vermogen [in staat] om belasting te betalen |
| tekiōsei-適応性 | aanpassingsvermogen |
| uki-浮き | het drijven; drijfvermogen |
| un'yōshūeki-運用収益 | rendement op [inkomsten uit] vermogensbeheer; investeringsrendement; investeringsopbrengst |
| watto-ワット | watt (elektrische eenheid van vermogen) |
| yamiji-闇路 | in een toestand zijn waar men geen onderscheidingsvermogen meer heeft; van de goede weg afgedwaald zijn |
| yokushiryoku-抑止力 | afschrikkend effect [vermogen] |
| yukizumaru-行き詰まる | een grens bereiken; in een doodlopende weg komen; in een impasse komen; aan het einde zijn [haar] vermogen komen |
| yūsan-有産 | met bezit [eigendommen; vermogen] |
| zainō-財嚢 | (geld) vermogen |
| zaisan-財産 | bezit; eigendom; vermogen |
| zenkai-全開 | vol gas; vol vermogen |