akewatasu-明け渡す | evacueren; (een kamer) verlaten; zich overgeven |
akirameru-諦める | opgeven; zich overgeven; (zijn plannen) laten varen |
akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
gerosuru-げろする | overgeven; spugen |
hakidasu-吐き出す | overgeven; braken; spugen; uitspugen |
haku-吐く | overgeven; spugen; braken |
hokidasu-吐き出す | overgeven; braken; spugen; uitspugen |
kashaku-仮借 | het vergeven; vergiffenis; genade |
kasu-仮す | vergeven |
komiageru-込み上げる | zich misselijk voelen; overgeven; braken |
makeru-負ける | verliezen; verslagen worden; zich overgeven |
menjiru-免じる | vergeven; excuseren; vrijstellen |
menzuru-免ずる | vergeven; excuseren; vrijstellen |
modosu-戻す | overgeven; braken; uitspugen |
nage-投げ | zich overgeven (bij wedstrijd of spel) |
shōchisuru-承知する | excuseren; vergeven |
taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
yudaneru-委ねる | zich inzetten (voor); zich overgeven (aan); zich toeleggen (op) |
yurusu-許す | vergeven; tolereren; gedogen |