Kruisverwijzing
verbod
lemma | meaning |
---|---|
akujiki-悪食 | het eten van vlees, hetgeen volgens het Boeddhistische geloof verboden is |
akumonogui-悪物食い | het eten van vlees, hetgeen volgens het Boeddhistische geloof verboden is |
amaru-余る | overblijven; resteren; teveel [overbodig] zijn |
auto・obu・baunzu-アウト・オブ・バウンズ | buiten de grenzen [perken] (fig); verboden terrein; taboe |
chūshakinshi-駐車禁止 | parkeerverbod; verboden te parkeren |
dasoku-蛇足 | iets overbodigs (lett. als poten voor een slang) |
enji-衍字 | een overbodig [overtollig] karakter; een karakter dat per abuis in een tekst staat. |
fukyoka-不許可 | verboden [niet toegestaan] zijn |
fumie-踏み絵 | een christelijke afbeelding, waar men op moest lopen om te bewijzen geen aanhanger te zijn van het verboden christelijke geloof (Edo-periode) |
ganjigarame-雁字搦め | ingeperkt (door restricties, regels of verboden) |
gejō-下乗 | verbod om te paard [in een voertuig] het terrein van een tempel [schrijn; heiligdom] op te gaan |
genkin-厳禁 | strikt [streng] verbod |
gohatto-御法度 | verbod; taboe |
hakkin-発禁 | verkoopverbod; publicatieverbod |
hakobiya-運び屋 | vervoerder van gestolen goederen [drugs; verboden artikelen] |
hatto-法度 | verbod; taboe |
hikōkinshikūiki-飛行禁止空域 | no-fly zone; vliegverbod in bepaald gebied |
ierō・zōn-イエロー・ゾーン | zonemet verkeersverbod, aangegeven met een gele streep |
iranu-要らぬ | onnodig; zinloos; overbodig |
kinku-禁区 | gebied verboden voor onbevoegden; spergebied |
kinku-禁句 | taboewoord(en); verboden woord(en) |
kinkyō-禁教 | verboden religie [godsdienst] (met name de christelijke godsdienst) |
kinsei-禁制 | verbod |
kinshi-禁止 | verbod; taboe; embargo |
kinsho-禁書 | verboden boek |
kinsho-禁書 | boekverbod; een verbod op publicatie en bezit van een boek |
kinshu-禁酒 | (jur.) drankverbod |
kinzetsu-禁絶 | totaal verbod |
kin'atsu-禁圧 | onderdrukking; beteugeling; verbod; ban |
kin'en-禁煙 | rookverbod; Verboden te Roken |
kiraibashi-嫌い箸 | verboden volgens de etiquette van eetstokjes; onjuist gebruik van eetstokjes |
kuchidome-口止め | spreekverbod |
kuchifusagi-口塞ぎ | spreekverbod |
kuchigatame-口固め | spreekverbod |
mongaifushutsu-門外不出 | verbod op het meenemen van waardevolle boeken of artikelen uit een collectie |
muyō-無用 | nutteloos [onbruikbaar; onnodig; overbodig; onbevoegd] zijn |
nō・sumōkingu-ノー・スモーキング | verboden te roken |
nyūkokukinshi-入国禁止 | inreisverbod |
ofurimitto-オフリミット | verboden (terrein) voor bepaalde personen |
ofu・rimitto-オフ・リミット | verboden (toegang) |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een (import)gevoelig product (waarvan de invoer kan worden beperkt of verboden wanneer er risico bestaat dat de binnenlandse markt verstoord wordt) |
shigokinshi-私語禁止 | verbod op privégesprekken op het werk |
shigokinshi-私語禁止 | praatverbod (in instellingen zoals gevangenissen, e.d.) |
shinnyū-侵入 | betreding zonder toestemming (van prive terrein, of verboden terrein); wederrechtelijke betreding |
tachiirikinshi-立ち入り禁止 | verboden toegang |
yamadome-山止め | verbod om de bergen in te gaan [trekken] |
yōfujaku-用不著 | prul; iets dat overbodig [nutteloos] is |
zeibutsu-贅物 | overbodige [nutteloze] dingen; luxe artikelen |
zeigen-贅言 | breedsprakigheid; overbodige woorden; pleonasme |