uitzondering / uit-zon-de-ring ( de (v) | znw | uitzonderingen )
1除外; 例外
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
Uitzonderingen bevestigen de regel. (lett. uitzonderingen zijn het bewijs van de regels)
例外は原則のある証拠
例外は原則のある証拠
Uitzonderingen bevestigen de regel. (lett. er zijn geen regels zonder uitzonderingen)
例外のない規則はない
例外のない規則はない