Kruisverwijzing
uil
lemma | meaning |
---|---|
agitopunkuto-アギトプンクト | (Eng.: agitating point) schuilplaats; onderduikadres; geheim (commando)centrum |
ajito-アジト | schuilplaats; onderduikadres |
aka-垢 | vuil; viezigheid |
akabikari-垢光り | glimmende plek op kleding (door aangekoekt vuil) |
akajimiru-垢染みる | vuil [vies] worden; bevuild raken |
aku-悪 | lelijk; onooglijk; vuil [vies] |
akusui-悪水 | water dat niet geschikt is voor consumptie; vuil water |
akuta-芥 | afval; rommel; vuilnis |
akutareru-悪たれる | pruilen; mokken |
amayadori-雨宿り | het schuilen voor de regen |
āmuchea-アームチェア | leunstoel; fauteuil |
ana-穴 | open plek; schuilplaats |
anaboko-穴ぼこ | gat; kuil (in de weg) |
angira-アンギラ | Anguilla (Brits eiland in de Caribische zee) |
arutairu-アルタイル | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
baba-糞 | vuil; vuilnis; stront; ontlasting; rotzooi |
bātā-バーター | ruilen |
bātābōki-バーター貿易 | ruilhandel |
bātā・shisutemu-バーター・システム | ruilhandel systeem |
betsumei-別名 | een andere naam; pseudoniem; schuilnaam |
bodībiru-ボディービル | bodybuilding (sportoefeningen) |
boketsu-墓穴 | graf; groeve; kuil |
buiyabēsu-ブイヤベース | bouillabaisse (Provençaalse vissoep) |
buiyon-ブイヨン | bouillon |
buraidaru-ブライダル | bruiloft; huwelijksplechtigheid; trouwerij |
chameshi-茶飯 | rijst gekookt in bouillon met thee en zout |
daikokubashira-大黒柱 | (lett.) steunzuil; steunpilaar (van een constructie) |
dashi-出し | Japanse soepbouillon (van vis en zeewier) |
dashigara-出し殻 | bezinksel (in bouillon, thee, koffie, e.d.); koffieprut |
dasutā-ダスター | vuilniskoker; afval stortkoker; vuilnis stortkoker |
dasuto・shūto-ダスト・シュート | vuilniskoker; afval stortkoker; vuilnis stortkoker |
dātī-ダーティー | vies; vuil |
dāto-ダート | vuil; viezigheid (Eng. dirt) |
debaru-出張る | uitsteken; naar buiten steken; uitpuilen |
dojō-泥鰌 | Chinese weeraal (Aziatische modderkruiper; Misgurnus anguillicaudatus) |
dokushu-毒手 | een vuile [gemene] truc [daad; handelwijze] |
ekubo-靨 | kuiltje in de wang |
enchū-円柱 | ronde zuil; pilaar |
enpaia・sutēto・biru-エンパイア・ステート・ビル | Empire State Building (in New York) |
entashisu-エンタシス | entasis (een lichte zwelling in een (Dorische) zuilschacht) |
eriaka-襟垢 | vuil op de kraag van een kledingstuk |
fudasashi-札差し | (Tokugawa-periode) makelaar in rijst (handelaar die het recht had om geld te geven in ruil voor de rijsttoelagen van vazallen) |
fuketsu-不潔 | vies [smerig; vuil] zijn |
fukidasu-吹き出す | uitbarsten (in lachen, huilen, etc.) |
fukuramu-膨らむ | uitpuilen; uitzetten; (in volume) toenemen; uitbreiden |
fukurou-梟 | uil |
furuchi-古血 | onzuiver [vervuild] bloed |
geijutsukahada-芸術家肌 | een artistieke aard [aanleg] hebben; er schuilt een kunstenaar in (hem; haar) |
ginkonshiki-銀婚式 | zilveren bruiloft (25 jarig huwelijk) |
girochin-ギロチン | guillotine |
gomi-塵 | vuilnis; afval |
gomibako-ごみ箱 | afvalbak; vuilnisbak |
gomibukuro-ゴミ袋 | vuilniszak |
gomishūshūsha-ごみ収集車 | vuilniswagen |
gomitame-塵溜め | vuilnisbelt; afvalberg; vuilstortplaats |
gomi'ire-ゴミ入れ | prullenbak; vuilnisbak; vuilnisemmer |
gōsha-壕舎 | schuilplaats; schuilkelder |
haikibutsu-廃棄物 | afval; vuilnis |
hakidame-掃き溜め | stortplaats; vuilnisbelt; berg afval |
hamidasu-食み出す | (ergens) uitsteken, (ergens) uitpuilen; tevoorschijn komen |
hana-鼻 | neus; snuit; muil; slurf |
hanamagari-鼻曲がり | mannelijke zalm met een uitpuilende snuit tijdens het voortplantingsseizoen |
hanasu-放す | (bij het koken) stukjes [plakjes] (groente, aardappel, etc.) toevoegen aan water of bouillon |
hashira-柱 | pilaar; zuil; pijler |
heikō-平衡 | evenwicht; balans; equilibrium |
hijikakeisu-肘掛け椅子 | fauteuil; leunstoel |
hikikae-引き換え | ruil; ruiling; wisseling; uitwisseling |
hikikaeru-引き換える | wisselen; ruilen; omwisselen; omruilen |
hikoboshi-彦星 | Altair (ster: alpha Aquilae) |
himajin-閑人 | iemand die veel vrije tijd [niets te doen] heeft; een luilak |
hinan-避難 | vlucht; evacuatie; ontsnapping; het schuilen; schuilplaats |
hisomu-潜む | verborgen zijn; latent zijn; zich schuilhouden; op de loer liggen |
horyokōkan-捕虜交換 | krijgsgevangenenruil |
ichijun-一巡 | een ronde; patrouille |
intoku-隠匿 | verberging; schuilhouding; geheimhouding |
irekawaru-入れ替わる | (iem. of iets) vervangen; (van plaats) wisselen; ruilen |
itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
jinkō-沈香 | aquilaria (boom); agarhout |
judai-入内 | het betreden van het keizerlijk hof door de bruiloftsstoet van de toekomstige keizerin |
junkai-巡回 | patrouille; verkenning; rondgang; tour |
junkō-巡行 | (doelgerichte) patrouille [patrouillering] (van stadsdelen of kwartieren e.d.); inspectieronde |
junra-巡邏 | patrouille; ronde |
junshi-巡視 | patrouille; inspectieronde |
kaeru-換える | (om)ruilen; (ver)wisselen |
kaeru-替える | ruilen; (in)wisselen |
kakekomu-駆け込む | schuilen; bescherming zoeken |
kakumau-匿う | iemand onderdak [een schuilplaats] bieden; herbergen |
kakurega-隠れ家 | schuilplaats; toevluchtsoord; verstopplaats |
kakushidokoro-隠し所 | geheime bergplaats; schuilplaats; verstopplek |
kamei-仮名 | alias; pseudoniem; nom de plume; schuilnaam |
kamiire-紙入れ | portefeuille |
kanjin-閑人 | iemand die veel vrije tijd [niets te doen] heeft; een luilak |
kankonsōsai-冠婚葬祭 | belangrijke ceremoniële gelegenheden in het leven (zoals bruiloften, begrafenissen en andere rituelen) |
kankyōosen-環境汚染 | milieuvervuiling; milieuverontreiniging |
kawaru-換わる | (om)geruild [gewisseld; verwisseld] worden |
kawaru-替わる | geruild [(in)gewisseld] worden |
keira-警邏 | (politie) patrouille; (inspectie)ronde |
keirasuru-警邏する | patrouilleren |
kekkonkinenbi-結婚記念日 | (de verjaardag van een bruiloft) trouwdag; huwelijksdag; bruiloftsdag |
kekkonshiki-結婚式 | huwelijk; huwelijksceremonie; bruiloft |
kengyū-牽牛 | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
kengyūsei-牽牛星 | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
kinkonshiki-金婚式 | gouden bruiloft (50 jarig huwelijk) |
kirutingu-キルティング | het quilten (verschillende lapjes aan elkaar naaien) |
kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
kitanai-汚い | vies; smerig; vuil; rommelig |
kōchiseiri-耕地整理 | ruilverkaveling |
kōfun-口吻 | snuit; muil; slurf |
kōkan-交換 | (uit)wisseling; ruil; verwisseling; wederkerigheid |
kōkanjōken-交換条件 | uitwisselingsvoorwaarden; (uit)ruilvoorwaarden |
kōkansuru-交換する | (uit)wisselen; omwisselen; ruilen |
koko-呱呱 | het huilen van een baby bij de geboorte |
konsome-コンソメ | consommé (heldere soep [bouillon]) |
kurikaeru-繰り替える | ruilen; omwisselen; verwisselen |
kuso-糞 | vuil; vuilnis; stront; ontlasting; rotzooi |
kuzu-屑 | afval; rommel; vuilnis; schroot |
mazuru-マズル | muilkorf |
mesomeso-めそめそ | (onomatopee) snikkend; huilend; jammerend; jankend |
mezumari-目詰まり | iets (stof, vuiltje, etc.) in je ogen hebben |
mimawari-見回り | inspectieronde; patrouille |
mimawaru-見回る | een inspectieronde doen; patrouilleren |
mimizuku-木菟 | oehoe (uil) |
mokkori-もっこり | het uitpuilen [opbollen] van iets uit kleding of zakken |
mokkori-もっこり | het uitpuilen [opbollen] van een broek door een erectie |
morainaki-貰い泣き | (uit sympathie) met iemand mee huilen; tranen van medeleven |
myūru-ミュール | muilezel |
nakaseru-泣かせる | (iemand) aan het huilen maken; laten huilen |
nakasu-泣かす | (iemand) aan het huilen maken; laten huilen |
nakibeso-泣きべそ | met een gezicht dat op huilen uitbarsten staat |
nakibokuro-泣き黒子 | een moedervlek onder een oog (volgens een Japans volksgeloof een teken dat iemand gevoelig is voor huilen) |
nakikuzureru-泣き崩れる | in huilen uitbarsten |
nakimushi-泣き虫 | huilebalk |
nakitsura-泣き面 | een betraand [behuild] gezicht |
nakittsura-泣きっ面 | een betraand [behuild] gezicht |
nakiwarai-泣き笑い | huilen en lachen tegelijk; lachen terwijl je huilt; glimlach door de tranen heen |
naku-泣く | huilen [wenen] (van vreugde of verdriet) |
naku-鳴く | (het geluid maken van dieren) piepen; zingen; tjilpen; huilen; krijsen |
namarikōgai-鉛公害 | luchtvervuiling door lood in uitlaatgassen (van auto, e.d.) |
namida-涙 | het huilen |
namidagachi-涙勝ち | vaak in tranen zijn; vol tranen; veel huilend |
namidagoe-涙声 | met trillende stem; met huilerige stem |
namidamajiri-涙混じり | het huilend iets doen; in tranen iets doen; huilend; in tranen |
namidanagara-涙ながら | in tranen; huilend |
neisu-寝椅子 | sofa; bank; fauteuil |
nikujū-肉汁 | (vlees)bouillon; vleessoep |
nitsukeru-煮付ける | (groente en vis) goed (laten) doorkoken (in bouillon of sojasaus, zodat de smaak er goed intrekt) |
nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
nōyō-膿瘍 | een abces; ettergezwel; etterbuil |
ōdā-オーダー | (architectuur) bouworde; bouwstijl; zuilenorde |
odamaki-苧環 | akelei (Aquilegia flabellata) |
ojimiso-おじみそ | (Tokushima dialect) huilebalk; bangerik |
osen-汚染 | vervuiling; verontreiniging |
osui-汚水 | vervuild water; afvalwater; rioolwater |
otoshiana-落とし穴 | kuil; put; valkuil; val |
patchiwāku-パッチワーク | patchwork; lappendeken; quilt |
patorōru-パトロール | (politie) patrouille |
patorōru・kā-パトロール・カー | surveillancewagen; patrouillewagen |
pitto-ピット | kuil; holte; groeve; mijn |
pitto-ピット | de pits (bij autocircuit); smeerkuil [werkkuil] (in autowerkplaats) |
pōtoforio-ポートフォリオ | portefeuille; portfolio |
purehabu-プレハブ | (afk. van prefabricated building) bouw-constructiemethode waarbij componenten vooraf in een fabriek worden gemaakt en op locatie in elkaar gezet |
raba-騾馬 | muilezel |
rasotsu-邏卒 | militair op patrouille |
raundo-ラウンド | ronde; patrouille |
rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven |
ruikon-涙痕 | de sporen die tranen nalaten (op het gezicht) nadat men heeft gehuild |
ryūki-隆起 | iets dat uitpuilt [uitsteekt]; uitsteeksel; bobbel; verhoging |
sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
sansai-山塞 | een schuilplaats (in de bergen) van bandieten |
sansan-潸潸 | alsmaar huilen; het stromen van tranen |
sashikaeru-差し替える | vervangen (door iets anders); ruilen |
satsuire-札入れ | portemonnee; portefeuille |
sekichū-石柱 | stenen zuil [pilaar] |
senpuku-潜伏 | onderduik; schuilhouding; het zich verbergen [verstoppen] |
shabushabu-しゃぶしゃぶ | Japans gerecht (aan tafel geserveerd waarbij plakjes vlees met eetstokjes door een pan met bouillon en groenten worden gehaald) |
sherutā-シェルター | toevluchtsoord; schuilkelder; bunker; schuilplaats; opvang |
shikkubirushōkōgun-シックビル症候群 | sickbuildingsyndroom |
shikkuhausushōkōgun-シックハウス症候群 | sickbuildingsyndroom |
shikushiku-しくしく | huilend; snikkend |
shinobinaki-忍び泣き | het stilletjes [zacht; onderdrukt] snikken [huilen] |
shiriomo-尻重 | luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut |
shiru-汁 | soep; bouillon; vleesnat; jus |
shirubā・wedingu-シルバー・ウェディング | zilveren bruiloft |
shitadori-下取り | inruil (bij een aankoop) |
shitaji-下地 | bouillon |
shoboshobo-しょぼしょぼ | miezerig; druilerig (van regen) |
shōkai-哨戒 | patrouille |
shōkaiki-哨戒機 | (landmacht, marine) verkenningsvliegtuig; patrouillevliegtuig |
shōkentōshi-証券投資 | beleggingseffecten; portefeuillebeleggingen |
shūgen-祝言 | bruiloft; trouwerij |
shūshūbi-収集日 | ophaaldag van huisvuil [afval] |
shūshūsha-収集車 | vuilniswagen |
sodaigomi-粗大ごみ | grofvuil; groot afval |
sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
sōku-走狗 | (fig.) marionet; speelbal; dupe; werktuig (iemand die het (vuile) werk moet opknappen) |
sōsaku-捜索 | doorzoeking; huiszoeking; fouillering; aftasting |
suingā-スインガー | (Eng.: swinger) iemand die aan partnerruil (swinging) doet |
suishitsuosen-水質汚染 | watervervuiling; waterverontreiniging |
sumoggu-スモッグ | smog; vervuilde mist; dichte damp |
supureddo-スプレッド | spreiding (van portefeuille, risico's, e.d.) |
sutoa-ストア | stoa; zuilengang |
sutokku-ストック | bouillon |
suwappingu-スワッピング | het omruilen; verwisselen |
suwappukyōtei-スワップ協定 | een ruilovereenkomst, waarbij de centrale banken van landen hun valuta tijdelijk aan elkaar verstrekken (om de wisselkoers te stabiliseren) |
suwapputorihiki-スワップ取引 | ruilcontract (waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico ruilt met dat van een andere partij) |
suzukonshiki-錫婚式 | tinnen bruiloft (10 jarig huwelijk) |
taikiosen-大気汚染 | luchtvervuiling; luchtverontreiniging |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) verschansen [verschuilen] (in een kasteel, gebouw, e.d.) |
teaka-手垢 | handsmeer; vuil op de handen |
tekīra-テキーラ | tequila (Mexicaanse alcoholische drank) |
tesaki-手先 | loopjongen; stroman; iemand die het vuile werk opknapt voor anderen |
tezure-手擦れ | versleten; vuil [vet] geworden (door veelvuldig gebruik) |
tobideru-飛び出る | (er) uitsteken; uitpuilen; uitspringen |
tomobiki-友引 | een dag (in de zesdaagse cyclus) waarop iemands geluk dat van zijn vrienden beïnvloedt (daarom gunstig voor bruiloften, maar niet voor begrafenissen) |
tonkotsu-豚骨 | bouillon getrokken van varkensbotten |
tooboe-遠吠え | (in de verte) gehuil (m.n. van honden, wolven e.d.) |
torikaeru-取り替える | uitwisselen; verwisselen; omruilen |
tosshutsusuru-突出する | uitsteken; uitpuilen |
tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
tsumamiarai-摘み洗い | alleen het vuile gedeelte (van een kledingstuk) wassen |
uedingu-ウエディング | huwelijk; bruiloft; trouwerij |
uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
ureshinaki-嬉し泣き | het huilen van blijdschap [geluk]; tranen van vreugde [geluk] |
ureshinakisuru-嬉し泣きする | huilen van geluk [blijdschap; vreugde] |
uriwatasu-売り渡す | iemand verraden [aangeven] (bij de vijand, in ruil voor eigen voordeel) |
wankosoba-椀子蕎麦 | een kom bouillon met soba-noedels, die steeds wordt bijgevuld tot de klant genoeg heeft |
warabi-蕨 | adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) |
warishita-割り下 | bouillon gemengd met sojasaus en suiker (voor het gerecht sukiyaki) |
yakō-夜行 | nachtronde; patrouille in de nacht |
yanagidaru-柳樽 | een traditioneel wilgenhouten sakevat met twee lange handgrepen (gebruikt bij bruiloften en partijen) |
yariba-遣り場 | vluchtoord; schuilplaats; uitlaatklep (fig.) |
yogore-汚れ | vuil; vlek |
yogoreru-汚れる | vies worden; bevuild [besmet] raken |
yogosu-汚す | vuil maken; besmeuren; bevuilen |
yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
yunittogatatōshishintaku-ユニット型投資信託 | unit investment trust, Amerikaans beleggingsfonds dat op de beurs wordt verhandeld en een vaste effectenportefeuille heeft met een vaste levensduur |
yūyoku-遊弋 | patrouillering op zee |
zainō-財嚢 | portemonnee, geldbeurs, portefeuille |