toilet / toi-let ( het (o) | znw | toiletten )
1トイレ; あらい; 便所べんじょ; 粧室しょうしつ [wc]
2しょう; 服装ふくそう [kleding]
3身支みじたくすること [het zich kleden, opmaken, opknappen]

Zie ook: wc