chibichibi-ちびちび | beetje bij beetje; stap voor stap; met kleine teugjes [hapjes] |
dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
hikishimeru-引き締める | strakker maken; insnoeren; aantrekken (riem, touw, teugels, etc.) |
hitokuchi-一口 | één hap [beet; slok; teug]; een mondvol |
kin'atsu-禁圧 | onderdrukking; beteugeling; verbod; ban |
kōsoku-拘束 | inperking; beteugeling; beperking |
kuchitori-口取り | een paard (bij de teugels) leiden |
kyutto-きゅっと | (onomatopee) (sake, etc.) in grote slokken [in één teug] (drinken) |
mankitsu-満喫 | met volle teugen genieten; met veel plezier |
omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
sēbu-セーブ | remmen; beteugelen |
seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
tairageru-平らげる | onderdrukken; de kop indrukken; beteugelen; neerslaan; stuiten |
tenazukeru-手懐ける | temmen; beteugelen |
yokusei-抑制 | onderdrukking; bedwang; beteugeling |
yokushi-抑止 | bedwinging; beteugeling |