Kruisverwijzing
terug
lemma | meaning |
---|---|
abunagaru-危ながる | bang zijn (om te); aarzelen; terugdeinzen |
akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
aori-煽り | terugslag; invloed; impact |
atojisari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
atozusari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
atozusarisuru-後退りする | terugkrabbelen; terugtrekken; terugdeinzen |
atozusaru-後退る | terugdeinzen; terugwijken; achteruit deinzen [wijken] |
baibakku-バイバック | een terugkoop |
bakku-バック | terug; achteruit |
bakkuwōtā-バックウォーター | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
chōraku-凋落 | daling; terugval; achteruitgang; verval; terugloop |
dattai-脱退 | terugtrekking; terugtreding; afscheiding |
daunshifuto-ダウンシフト | terugschakelen (naar een lagere versnelling) |
daunshifuto-ダウンシフト | een stapje terugdoen; het rustiger aan gaan doen |
demodori-出戻り | terugkeer naar het oude [vorige] bedrijf |
demodori-出戻り | terugkeer van een schip naar de vertrekhaven (vanwege verslechterde weersomstandigheden) |
dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
doku-退く | een stap terug [opzij] doen; uit de weg gaan; ruimte maken (voor) |
enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
faitobakku-ファイトバック | terugvechten (Eng. fightback) |
fīdobakku-フィードバック | feedback; terugkoppeling |
fuki-不帰 | het niet meer terugkomen; doodgaan |
fukki-復帰 | terugkeer; comeback; rehabilitatie |
fukkō-復航 | terugreis; thuisreis |
fuku-復 | het terugkeren [terugbrengen] naar de oorspronkelijke staat |
fukugaku-ふくがく | terugkeer naar school; hertoelating tot de universiteit [hogeschool] |
furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
furikaeru-振り返る | achterom kijken (fig.); terugzien; terugdenken (aan); zich herinneren |
fushin-不振 | stagnatie; het in een dip zitten; terugval; inzinking |
gekigen-激減 | een scherpe [sterke] afname [daling; terugval]; keldering |
gekitai-撃退 | verdrijving; afwering; terugdringing; verjaging |
gekitaisuru-撃退する | verdrijven; afweren; terugdringen; verjagen; weerstaan |
gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
gyakugire-逆切れ | tegenaanval; tegenstoot; terugslaan (ook fig.) |
gyakukōsu-逆コース | (plaats of tijd) teruggang; achteruitgang; terugkeer |
gyakumodori-逆戻り | teruggang; achteruitgang; het op zijn schreden terugkeren |
gyakuryū-逆流 | terugstroom; oprisping |
gyakuryūsuru-逆流する | terugstromen; achteruit stromen; stroomopwaarts stromen; oprispen |
gyakusan-逆算 | terugrekening; terugtelling |
gyakusansuru-逆算する | terugrekenen; terugtellen |
habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
hageagaru-禿げ上がる | een terugwijkende haarlijn krijgen; kaal (vanaf het voorhoofd) worden |
haisui-背水 | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
hanamichi-花道 | (fig.) moment van een glorieuze terugtreding [aftreden; pensionering] |
hanpatsu-反発 | terugslag; tegenreactie |
hanpatsusuru-反発する | afstoten; terugkaatsen |
hansekihōkan-版籍奉還 | teruggave van grondgebied en bewoners van de daimyo aan de keizer |
haraimodoshi-払い戻し | terugbetaling; restitutie; vergoeding |
haraimodoshiseikyūsho-払い戻し請求書 | terugbetalingsfactuur |
haraimodosu-払い戻す | terugbetalen; terugstorten; vergoeden |
hazumu-弾む | stuiteren; springen; terugkaatsen |
henjō-返上 | teruggave; het teruggeven |
henkan-返還 | teruggave |
henkin-返金 | terugbetaling; restitutie |
henkyaku-返却 | teruggave; terugbetaling |
henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
henkyakusuru-返却する | teruggeven; terugbetalen |
hennō-返納 | teruggave |
henpai-返杯 | het (leeg) teruggeven van een (aangeboden) kopje sake; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
henpaisuru-返杯する | een (aangeboden) kopje sake (leeg) teruggeven; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
henpō-返報 | terugbetaling |
henrei-返戻 | teruggave; terugbrenging |
henrei-返礼 | een wedergift; compensatie; een cadeau [compliment] terug geven |
hensai-返済 | terugbetaling |
hensaisuru-返済する | terugbetalen |
hensō-返送 | terugzending |
higaeri-日帰り | dagtrip; dagtocht; heen- en terugreis op één dag |
hikiage-引き上げ | terugtrekking; evacuatie |
hikigamo-引鴨 | wilde eenden die in de lente teruggaan naar het Noorden |
hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
hikikomori-引き籠もり | mensen die zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
hikikomori-引き籠もり | het zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
hirumu-怯む | terugdeinzen; ineenkrimpen; aarzelen |
hishakōteki-非社交的 | asociaal; terughoudend; eenzelvig; teruggetrokken |
hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
hōkan-奉還 | teruggave (door de shogun) van een verleende (vol)macht (b.v. aan de keizer) |
hōmingu-ホーミング | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
iikaesu-言い返す | antwoorden; terugzeggen; een weerwoord hebben |
ikasu-生かす | terugzetten; herinvoeren |
in-院 | (achtervoegsel achter de naam van een teruggetreden keizer) ex-keizer |
inbaundo-インバウンド | terugvlucht; retourvlucht; terugvaart |
inkyo-隠居 | pensionering; het met pensioen gaan; het leiden van een stil [teruggetrokken] leven |
insei-隠棲 | een teruggetrokken leven; een leven in afzondering |
intai-引退 | terugtreding; pensionering |
intaisuru-引退する | terugtreden; met pensioen gaan; zich terugtrekken uit het openbare leven |
intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
irechigaeru-入れ違える | misplaatsen; verkeerd (terug)zetten |
irishio-入り潮 | eb; laagtij; laagwater; terugtrekkend tij [water] |
jikokabushiki-自己株式 | eigen aandelen die zijn teruggekocht door een bedrijf |
jishoku-辞職 | aftreding; terugtreding; ontslagneming |
jishokusuru-辞職する | aftreden; terugtreden; ontslag nemen |
jōge-上下 | onder en boven; hoog en laag; op en neer; heen en terug |
jōho-譲歩 | concessie; compromis; stap terug (fig.) |
jōhosuru-譲歩する | inbinden; concessie(s) doen; stap terug doen (fig.) |
kaeri-帰り | terugkeer; terugreis |
kaeri-返り | terugkeer; wending; omdraaiing |
kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
kaerigake-帰りがけ | (op) weg naar huis; terugweg |
kaerimichi-帰り道 | terugweg; weg naar huis |
kaeru-変える | (iets) veranderen; wijzigen; herzien; terugdraaien |
kaeru-帰る | terugkomen; terugkeren; naar huis gaan |
kaeru-返る | teruggebracht [hersteld] worden; terugkeren |
kaeshi-返し | omkering; terugdraaiing; teruggave; reactie |
kaesu-帰す | (iemand) terugsturen; ontslaan; laten gaan |
kaesu-返す | (iets) teruggeven; terugbrengen; retourneren |
kaesu-返す | terugbetalen |
kagezen-陰膳 | een maaltijd klaarmaken voor een afwezige persoon (met een gebed voor diens veilige terugkeer) |
kaiki-回帰 | terugkeer; ommekeer; comeback; herstel; revival (weer in de mode komen) |
kaikodosu-買い戻す | terugkopen |
kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
kaimodoshi-買い戻し | terugkoop; herkoop |
kaimodoshishōkenhanbai-買戻し証券販売 | de terugkoop van effecten |
kaishū-回収 | inning; inzameling; opname (van geld); terugwinning; recuperatie |
kaishūsuru-回収する | intrekken; terugtrekken; inzamelen; recyclen; opnemen (van geld) |
kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
kaisō-回送 | (van openbaar vervoer) terugsturen [terugrit] (naar de remise of garage) |
kakehiki-駆け引き | de opmars of terugtrekking van troepen (op het slagveld) |
kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
kamubakku-カムバック | comeback; terugkomst; hernieuwd optreden |
kanjin-閑人 | iemand die alleen ver weg [teruggetrokken van de wereld] leeft |
kankō-還幸 | terugkeer van een Keizer naar het paleis |
kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
kanpu-還付 | teruggave; terugbetaling |
kansai-完済 | volledige terugbetaling [afbetaling] |
karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
karikomu-刈り込む | (terug)snoeien; trimmen; knotten |
kāten・kōru-カーテン・コール | terugroeping (van acteurs na een voorstelling, voor applaus) |
kattobakku-カットバック | (film) flashback; terugblik |
kauntāburō-カウンターブロー | tegenstoot; terugslag |
keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
kigan-帰雁 | wilde ganzen die in de lente teruggaan naar het Noorden |
kikan-帰還 | terugkomst; thuiskomst |
kikengachi-棄権勝ち | (judo) overwinning door terugtrekking van de tegenstander |
kikō-帰航 | terugreis; thuisreis |
kikoku-帰国 | remigratie; terugkeer naar eigen land; thuiskomst |
kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
kikokusuru-帰国する | remigreren; naar eigen land terugkeren |
kikyō-帰京 | terugkeer naar de hoofdstad (voor de Meiji-periode was dat Kyoto, daarna Tokio) |
kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
kirai-帰来 | terugkeer; thuiskomst |
kiraku-帰洛 | het terugkeren naar de hoofdstad; terugkeer naar Kyoto |
kirikaeshi-切り返し | tegenaanval; terugslag; terugvechten |
kirikaeshi-切り返し | terugschakelen |
kirikaesu-切り返す | terugslaan; terugvechten; weerwoord geven |
kisan-帰参 | terugkeer (in dienst van de voormalige heer) |
kisan-帰山 | de terugkeer van een monnik naar zijn tempel |
kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
kisōsei-帰巣性 | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
kito-帰途 | terugkeer; op weg naar huis |
kizoku-帰属 | teruggave; terugkeer |
kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
kōrubakku-コールバック | terugroeping (van artikelen vanwege productiefouten) |
kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
kōrubakku-コールバック | het terugbellen (telefoon) |
kōsutā-コースター | terugtraprem |
kōsutā・burēki-コースター・ブレーキ | terugtraprem |
kōtai-後退 | terugtocht; aftocht; terugtrekking |
kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
kuniiri-国入り | (Edo periode) terugkeer van de leenheer naar zijn landgoed |
kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
kurimodoshi-繰り戻し | (éen voor één) terugduwen [terugzetten]; terugbrengen |
kusuburu-燻る | zich afzonderen; teruggetrokken leven |
maimodoru-舞い戻る | terugkeren (naar waar je vandaan kwam) |
makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
mikaesu-見返す | teruggaan; terugbladeren |
mikaesu-見返す | terugkijken; terug staren |
minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
mizugokoro-水心 | een wederdienst; iets terugdoen |
mochikaeru-持ち帰る | terugbrengen; thuisbrengen; meenemen naar huis |
modori-戻り | terugkeer; herstel; reactie; opleving (van een markt) |
modori-戻り | terugweg |
modoru-戻る | teruggaan; terugkomen; terugkeren |
modosu-戻す | terugbrengen; teruggeven |
modosu-戻す | terugdraaien; terugplaatsen; terugzetten |
mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
morikaesu-盛り返す | terugkrijgen; (zich) herstellen; herwinnen |
mukuiru-報いる | belonen; teruggeven; terugbetalen; wraak nemen |
mukuu-報う | belonen; terugbetalen; wraak nemen |
mukuwareru-報われる | beloond [terugbetaald] worden |
nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
naoru-直る | (op de oorspronkelijke positie) terugkomen |
naratāju-ナラタージュ | narratage (Frans porte-manteau woord van: narration en montage); verteltechniek in film en theater waarbij de hoofdpersoon terugkijkt op zijn verleden |
narihateru-成り果てる | (slechts) eindigen als; teruggebracht worden tot; gereduceerd worden tot, verworden tot |
natsugare-夏枯れ | een tijdelijke terugval in de verkoop bij winkels, etc. in de zomer periode; komkommertijd |
nukeagaru-抜け上がる | terugtrekken van de haarlijn; kaal worden vanaf het voorhoofd |
nukeru-抜ける | verlaten; opgeven; terugtrekken; ontvluchten |
ōfuku-往復 | heen-en-terug; heen-en-weer; heenweg en terugweg |
ōfukusuru-往復する | heen-en-terug gaan; heen-en-weer gaan |
okaerinasai-お帰りなさい | welkom thuis; welkom terug (gezegd door degene die thuis is tegen degene die thuis komt) |
okaeshi-お返し | een geschenk teruggeven (na een ontvangen cadeau); een wederdienst |
okaeshi-お返し | vergelding; wraak; (fig.) terugbetaling (in gelijke munt); een quid pro quo |
ōkan-往還 | heen-en-terug gaan [route] |
okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
ongaeshi-恩返し | terugbetaling; wederdienst |
orikaesu-折り返す | omslaan; terugvouwen; dubbelvouwen |
orikaesu-折り返す | teruggaan; omkeren |
orikaesu-折り返す | teruglussen (computerterm) |
oriru-下りる | opgeven; (zich) terugtrekken; stoppen (met); vallen (fig.) |
orosu-下ろす | (terug)snoeien |
osagari-お下がり | (de basis-betekenis is van hoog naar laag) teruggave (m.n. aan de lokale gemeenschap) van offergaven voor de goden |
osameru-収める | terugzetten |
ōsensuru-応戦する | terugvechten; een tegenaanval uitvoeren |
oshige-惜しげ | tegenzin; spijt; terughoudendheid |
ribaundo-リバウンド | rebound; terugslag; terugkaatsing (balsporten) |
ribaundo-リバウンド | terugval (ziekte) |
ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
ritaia-リタイア | met pensioen gaan; zich terugtrekken |
saekaeru-冴え返る | het terugkeren van de kou in de lente |
saiki-再起 | terugkeer; comeback; herstel |
saimushōkan-債務償還 | terugbetaling [aflossing] van een schuld |
sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
sairai-再来 | terugkeer; wederkomst (van Christus) |
sakanoboru-遡る | dateren (uit); teruggaan naar [tot] |
sakkyū-遡及 | terugwerking; terugwerkend |
sakkyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
sakugen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
seigensuru-制限する | beperken; begrenzen; terugdringen |
senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
shirigomi-尻込み | terugdeinzing; aarzeling |
shirigomisuru-尻込みする | terugdeinzen; terugschrikken; aarzelen |
shisaru-退る | achteruit stappen [lopen]; terugstappen; teruggaan |
shōkan-召還 | terugroeping; rappel |
shū-酬 | (in kanji combinaties) belonen; teruggeven; terugbetalen |
sogen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
sōkan-送還 | repatriëring; terugzending |
sokyū-遡及 | terugwerking; terugwerkend |
sokyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
suranpu-スランプ | (economische) recessie; inzinking; terugval |
susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
tachiagaru-立ち上がる | terugveren; zich herstellen |
tachikaeru-立ち返る | terugkomen (ook fig.) |
tachimodoru-立ち戻る | teruggaan (ook fig.) |
tachinaoru-立ち直る | zich herstellen; zit vermannen; terugveren; er weer bovenop komen |
tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
taijin-退陣 | terugtrekking (van een leger) |
taijin-退陣 | terugtrekking; ontslagname; aftreden |
taijinsuru-退陣する | terugtreden; aftreden; terugtrekken |
taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
taikyaku-退却 | terugtrekking; overgave |
taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
tainin-退任 | terugtreding; ontslagname |
taininsuru-退任する | terugtreden; ontslag nemen; zijn plaats afstaan |
taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
taishosha-退所者 | gevangene die zijn tijd heeft uitgezeten en zijn vrijheid terugkrijgt [wordt vrijgelaten] |
taiten-退転 | terugval; verval; degradatie |
tajirogu-たじろぐ | terugdeinzen; aarzelen; terugschrikken |
tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |
tatakinaosu-叩き直す | in de oude vorm herstellen [terugbrengen]; in de oude vorm slaan |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) terugtrekken (in een kamer) |
tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
teikubakku-テイクバック | terugnemen; herroepen |
tekkai-撤回 | terugtrekking; terugneming; herroeping; intrekking |
tesshū-撤収 | verwijdering; terugtrekking; evacuatie; het opbreken [afbreken] (van een kamp, tent) |
tettai-徹退 | terugtrekking; aftocht; ontslag(neming); pensionering |
tettai-撤退 | terugtrekking; terugtocht; aftocht; evacuatie |
tobinoku-飛び退く | terugspringen; opzij springen; wegspringen |
toikaesu-問い返す | opnieuw vragen; terugvragen; een tegenvraag stellen |
tokusoku-督促 | vordering tot terugbetaling; aanmaning |
toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
torikaesu-取り返す | terugpakken; hernemen; terughalen; terugkrijgen |
torikeshi-取り消し | afzegging; opzegging; terugtrekking; terugroeping; opheffing |
torikesu-取り消す | afzeggen; opzeggen; terugtrekken; terugroepen; opheffen |
torimodosu-取り戻す | terugnemen; terugwinnen; terugkrijgen |
torisageru-取り下げる | terugtrekken; afzeggen |
tsuioku-追憶 | herinnering; terugblik |
tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
uchikaesu-打ち返す | terugslaan (letterlijk en figuurlijk) |
uchiki-内気 | verlegenheid; terughoudendheid |
ushiromuki-後ろ向き | regressie; terugval |
warimodosu-割り戻す | korting; aftrek; vermindering, provisie; gedeeltelijke terugbetaling |
yabusaka-吝か | terughoudend; aarzelend |
yameru-止める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
yameru-辞める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
yarikaesu-遣り返す | (be)antwoorden; weerwoord geven; terugkaatsen; terugschieten |
yobimodosu-呼び戻す | terugroepen; herroepen; intrekken |
yobimodosu-呼び戻す | herinneren; (in de herinnering) oproepen [terughalen] |
yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
yūyūjiteki-悠悠自適 | een rustig, teruggetrokken leven leiden; eervolle rust na een welbesteed leven |
yū・tān-ユー・ターン | het verschijnsel dat werknemers afkomstig van het platteland die in de grote steden waren gaan werken teruggaan naar hun geboorteplaats |