Kruisverwijzing
sumo
lemma | meaning |
---|---|
abisetaoshi-浴びせ倒し | (sumo) de tegenstander naar beneden duwen door op hem te leunen |
aibeya-相部屋 | een wedstrijd tussen sumoworstelaars van dezelfde stal |
aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
aiyotsu-相四つ | (sumo) gevecht tussen twee worstelaars die beiden dezelfde hand bij voorkeur gebruiken (dus beiden rechtsaf beiden links) |
akeni-明け荷 | een gevlochten doos met de spullen (mawashi, e.a.) van een sumoworstelaar |
akibasho-秋場所 | het Sumo-herfsttoernooi (in september in Tokio) |
amiuchi-網打ち | een werptechniek bij sumo (lijkend op een net werpen) |
ankogata-あんこ型 | de dikke buik van een sumoworstelaar; een dikke sumoworstelaar |
ashitori-足取り | beengreep (bij sumo worstelen) |
banzuke-番付 | ranglijst (sumo); programma (theater) |
basho-場所 | de plaats of tijd waarin een sumo toernooi wordt gehouden; een sumo toernooi |
chikaramizu-力水 | bij sumo, het water dat de worstelaars drinken voor elke partij |
deashi-出足 | de eerste aanval (bij sumo worstelen, e.d.) |
dohyō-土俵 | de ring (op een ondergrond van klei) waarin sumoworstelaars vechten |
dohyōgiwa-土俵際 | de rand van de sumo-ring |
dohyōiri-土俵入り | de ceremonie uitgevoerd door de sumo-worstelaars bij het betreden van de ring voordat het toernooi gaat beginnen |
dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
fumikiri-踏み切り | (sumo) het uit de ring stappen |
fumikiru-踏み切る | (bij sumo) buiten de ring stappen |
hanamichi-花道 | de gang waardoor sumo-worstelaars van de kleedkamer naar de ring lopen (en v.v.) |
haridashi-張り出し | een sumoworstelaar die onder de twee hoogste worstelaars (van dezelfde rang) op de ranglijst staat |
harubasho-春場所 | lente sumotoernooi (in Osaka in maart) |
hatakikomi-叩き込み | sumo techniek (de tegenstander vellen met meerdere snelle slagen) |
hataku-叩く | neerslaan; naar beneden slaan (sumo) |
hatsubasho-初場所 | eerste sumo toernooi van het jaar (januari in Tokio) |
hazu-筈 | bij sumo (worstelen), een bepaald soort aanval (met duwen) |
hidariyotsu-左四つ | (van sumoworstelaars) greep met de linkerhand onder de rechterarm van de tegenstander |
higasi-東 | (sumo) de oostelijke kant van de ring |
hitorizumō-一人相撲 | alleen bewegingen uitvoeren van een sumoworstelaar (als Shinto ritueel of als straatoptreden) |
hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
inasu-往なす | (bij sumo) opzij stappen om een tegenstander uit balans te brengen |
isamiashi-勇み足 | bij sumo(worstelen) een tegenstander naar de rand van de ring brengen maar dan per ongeluk zelf uit de ring stappen |
itamiwake-痛み分け | gelijkspel in een sumo wedstrijd, omdat de tegenstander een verwonding heeft opgelopen |
jonidan-序二段 | de op 1 na laagste rang bij het sumo worstelen |
jonokuchi-序の口 | laagste rang op de sumoranglijst |
jūryō-十両 | (op één na hoogste) sumo divisie |
kachikoshi-勝ち越し | bij sumo worstelen, 8 overwinningen (van de 15) in een toernooi |
katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
kengamine-剣ヶ峰 | het hoogste gedeelte [het bovenvlak] van een sumo-ring (m.n. de rand ervan) |
kimarite-決まり手 | (sumo) de winnende techniek |
kinboshi-金星 | (sumo) overwinning van een laaggeplaatste worstelaar op een yokuzuna (hoogste rang) |
kirikaeshi-切り返し | (bij sumo) een beenveeg |
komusubi-小結 | vierde rang bij sumo worstelen |
kubinage-首投げ | (bij sumo worstelen) hoofdgreep-worp |
kusazumō-草相撲 | amateur sumo (worstelen) |
kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
maegashira-前頭 | een sumo worstelaar van de 5de rang |
makeuchirikishi-幕内力士 | hoogste [senioren] divisie sumoworstelen |
makiotoshi-巻き落とし | naar beneden draaiende aanval (kendō, sumo) |
makushita-幕下 | derde klasse van sumo worstelaars |
makuuchi-幕内 | sumoworstelaar met een rang hoger of gelijk aan maegashira; hoogste [senioren] divisie |
mattanashi-待った無し | niet meer wachten; de tijd is om; nu of nooit; (bij sumo) klaar om te beginnen |
migiyotsu-右四つ | (van sumoworstelaars) greep met de rechterhand onder de linkerarm van de tegenstander |
mizuiri-水入り | korte tussenpauze voor (sumo)worstelaars als een partij lang duurt |
mukōjōmen-向こう正面 | zitplaats vooraan (in theater, e.d.); (zitplaatsen aan) de zuidkant van de sumoring |
musō-無双 | (sumo) werptechniek door het dijbeen van de tegenstander beet te pakken |
musubi-結び | sumo partij |
nage-投げ | (werp)techniek bij sumoworstelen |
natsubasho-夏場所 | het zomer sumotoernooi (sumo toernooi dat gehouden wordt in mei) |
nimaime-二枚目 | tweede positie in een sumo-rang |
ooichō-大銀杏 | (sumo) mannenkapsel in de vorm van een ginkgoblad |
oozeki-大関 | een sumo worstelaar van de op één na hoogste rang |
oozumō-大相撲 | een sumo wedstrijd [sumo toernooi] (op hoog niveau) |
ottsukeru-押っ付ける | bij Sumo de arm van de tegenstander vastklemmen zodat die de gordel niet kan pakken |
rakubi-楽日 | de laatste dag van een (sumo) toernooi; de laatste dag van een show; slotvoorstelling |
rikishi-力士 | een sumoworstelaar |
sandanme-三段目 | de derde laagste rang bij sumo |
sanmon-三門 | (sangedatsumon) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken) |
sashichigaeru-刺し違える | (bij sumo, verkeerde beslissing van de scheidsrechter) de verkeerde worstelaar als winnaar aanwijzen |
sashichigaeru-差し違える | een fout maken bij het bepalen van de winnaar (b.v. bij sumo) |
shindeshi-新弟子 | nieuwe beroepsworstelaar (sumo) |
shokkiri-初っ切り | komische act van sumoworstelaars van lagere rang (bij demonstratiewedstrijden) |
soppugata-ソップ型 | de slanke bouw van een sumoworstelaar; een slanke sumoworstelaar |
sotogake-外掛け | (sumo) buitenwaartse beenworp |
sukuinage-掬い投げ | (sumo) worp door een arm onder de oksel van de tegenstander te steken (een van de worptechnieken zonder de band van de tegenstander vast te pakken) |
sumō-相撲 | sumo (worstelen) |
sumōtori-相撲取り | sumo worstelaar |
sunakaburi-砂被り | (sumo) (zitplaats) vlakbij de ring |
tachimochi-太刀持ち | (bij sumo) een van de twee worstelaars die een yokozuna begeleiden bij de ringceremonie |
tanimachi-谷町 | (sumo) beschermheer; mecenas; geldschieter (van een worstelaar of stal) |
tategyōji-立て行司 | de hoofdscheidsrechter in een sumotoernooi |
tetori-手取り | een ervaren [vaardige] sumoworstelaar |
tōdori-頭取 | leider van een theatergroep; eigenaar van een sumo dojo |
torikuchi-取り口 | een techniek bij sumo worstelen |
torinaosu-取り直す | (bij sumo) de partij [het gevecht] overdoen |
toriteki-取的 | een sumo worstelaar van een lagere rang |
tsukebito-付け人 | jonge bediende van een sumoworstelaar |
tsukedashi-付け出し | systeem dat een voorkeursstatus geeft aan succesvolle amateur sumoworstelaars |
tsuna-綱 | speciale gordel van de yokuzuna (sumo) |
tsuridasu-釣り出す | (bij sumo) de tegenstander uit de ring (dohyō) tillen |
uchigake-内掛け | (sumo-techniek) binnen-beenworp (een been aan de binnenkant van een been van de tegenstander zetten om hem omver te werpen) |
urajōmen-裏正面 | (zitplaatsen aan) de andere kant (de zuidkant) an de sumoring |
uwate-上手 | bovenhandse greep (sumo) |
uwatenage-上手投げ | (honkbal, sumo, e.d.) bovenhandse worp |
wari-割り | een sumo partij; programma van sumo wedstrijden |
yobidashi-呼び出し | (sumo) degene die de namen van de worstelaars (hardop) aankondigt |
yokozuna-横綱 | yokozuna (hoogste rang in sumo) |
yotsumi-四つ身 | een (kruiselingse) greep bij sumo worstelen |
yumitori-弓取り | de boog-ceremonie; degene die boog-ceremonie doet (aan het einde van een dag sumoworstelen) |
yumitorishiki-弓取り式 | boog-ceremonie (aan het einde van een dag sumoworstelen) |
zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |