Kruisverwijzing
sterven
lemma | meaning |
---|---|
bakushi-爆死 | het omkomen [sterven; om het leven komen] door een explosie of een bom |
bakushisuru-爆死する | omkomen [sterven; om het leven komen] door een explosie of een bom |
botsunen-没年 | leeftijd bij sterven |
eisei-永逝 | het sterven; de dood; de eeuwige slaap |
eiseisuru-永逝する | sterven; doodgaan; overlijden |
fēdoauto-フェードアウト | (beeld) het vervagen [uitvloeien]; (geluid) het wegsterven |
gashisuru-餓死する | de hongerdood sterven |
gokushisuru-獄死する | in gevangenschap overlijden [sterven; doodgaan] |
goneru-ごねる | sterven; doodgaan |
hayajinisuru-早死にする | vroegtijdig [te vroeg] sterven |
heishi-斃死 | het overlijden; sterven; tenondergang |
heishisuru-斃死する | sterven; overlijden; doodgaan; doodvallen; het loodje leggen |
hinshi-瀕死 | stervende; op het randje van de dood |
horobiru-滅びる | te gronde gaan; ten onder gaan; vergaan; (uit)sterven |
hōzuru-崩ずる | overlijden; sterven (van een keizer, keizerin, douiarière) |
iku-行く | sterven; overlijden |
inu-往ぬ | doodgaan; sterven |
inujini-犬死に | een zinloze [nutteloze] dood; tevergeefs sterven |
jinbotsu-陣没 | het sterven [doodgaan; gedood worden] in een oorlog (op het slagveld; aan het front) |
jisei-辞世 | het overlijden; sterven |
jōbutsu-成仏 | het sterven [overlijden]; de dood |
jōbutsusuru-成仏する | sterven; overlijden |
jun'en-順縁 | het feit dat in de natuurlijke loop der dingen de mensen sterven in volgorde van ouderdom |
kakushi-客死 | het sterven op reis [tijdens verblijf in het buitenland] |
koshi-枯死 | het verwelken [verdorren; afsterven] |
kotokireru-事切れる | de laatste adem uitblazen; heengaan; sterven |
kuruijini-狂い死に | dood door een psychische aandoening; waanzinnig sterven |
kyūshi-窮死 | sterven onder erbarmelijke omstandigheden |
matsugonomizu-末期の水 | het water waarmee de lippen van een stervende worden bevochtigd |
migoroshi-見殺し | het iemand aan zijn lot overlaten; iemand laten sterven zonder te helpen |
nakunaru-亡くなる | sterven; overlijden |
nemuru-眠る | sterven; doodgaan; overlijden; begraven zijn |
notarejini-野垂れ死に | sterven als een hond; sterven in de goot [aan de kant van de weg] |
shibōsuru-死亡する | sterven; overlijden; doodgaan |
shibotsu-死没 | het sterven [overlijden; doodgaan] (van mensen) |
shibotsusuru-死没する | sterven; overlijden; doodgaan |
shichi-死地 | plek om te sterven |
shikatsu-死活 | leven en [of] dood; sterven of leven |
shinibasho-死に場所 | plaats van overlijden; plek om te sterven; plaats waar men zou willen sterven |
shinidoki-死に時 | tijd(stip) van overlijden; tijd [passend moment] om te sterven |
shinidokoro-死に所 | plaats van overlijden; plek om te sterven |
shinimizu-死に水 | het laatste (slokje) water dat men geeft aan een stervende |
shinu-死ぬ | sterven; doodgaan; overlijden |
shisuru-死する | doodgaan; sterven; overlijden |
shōshitsusuru-消失する | (geleidelijk) verdwijnen; vervagen; wegsterven |
tachiōjō-立ち往生 | het al vechtend ten ondergaan; in het harnas sterven |
taeru-絶える | verbroken [vernietigd] worden; ophouden te bestaan; uitsterven |
toozakaru-遠ざかる | zich verwijderen; verder weggaan; vervagen; wegsterven |
tsuishisuru-墜死する | doodvallen; sterven door een val (van een hoge plek) |
wakajinisuru-若死にする | jong [vroeg] overlijden [sterven] |
zetsumei-絶命 | het sterven; levenseinde |