bankotsu-万骨 | duizenden doden [skeletten] |
gaikotsu-骸骨 | skelet; geraamte; beenderen |
hakkotsu-白骨 | gebleekt [wit geworden] geraamte [skelet] |
hakkotsuka-白骨化 | vergaan tot een geraamte [skelet]; skeletvorming |
hone-骨 | skelet; geraamte; frame |
honegumi-骨組み | geraamte; skelet |
honegumi-骨組み | frame; skelet (fig.); raamwerk; constructie |
kinkotsu-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
kokkaku-骨格 | raamwerk; skelet; geraamte |
koppen-骨片 | spicule (in sponzen); scleriet (een verhard deel van het geleedpotige exoskelet) |
ōmonkin-横紋筋 | dwarsgestreept spierweefsel; skeletspierweefsel (textus muscularis striatus) |
sujibone-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
sukeruton-スケルトン | skelet; geraamte |
sukeruton-スケルトン | (sport) skeleton (stalen slee waarbij de bestuurder op zijn buik ligt) |
sukeruton-スケルトン | skeleton-programming (code) |
tsūbaifōkōhō-ツーバイフォー工法 | houtskeletbouw waarbij gebruik gemaakt wordt van balken van 2 bij 4 duim |