けど kedo
1 maar; echter; hoewel; alhoewel; toch; niettemin; niettegenstaande
金持ちだけど幸福ではない。
Hij is rijk maar niet gelukkig.
長すぎるけどそれでいい。
Hoewel het te lang is, is het goed.
いろいろめんどうをかけるけど私は彼が好きだ。
Hij veroorzaakt veel last maar toch mag ik hem graag.
2 toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt)
いいと思うけど。
(Wat mij betreft) is het in orde, maar wat vind jij?