うち(中、家、うち) uchi
1 in; binnen; binnenin; binnenkant; binnenste
2 tussen; onder; terwijl; intussen
3 (mijn) huis; het huis waar ik woon
4 (mijn) gezin; het gezin waar ik toe behoor
うちの
mijn; ons
5 de in-groep; de groep waartoe ik behoor